Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. M.J. Kater, Kom en zie. De plaats en betekenis van de pre-existentie van de Zoon belicht vanuit de theologie van Kuschel, Pannenberg en Gunton. Theologische Universiteit, Apeldoorn 2010, 395 pagina’s, € 33.95, ISBN 978 90 75847 28 4.
Als Jezus van Nazareth een mens als alle mensen geweest is, bestond Hij pas toen Maria zwanger van Hem was. Maar de kerk van alle tijden en plaatsen heeft beleden dat Hij er altijd al was. Want de Vader gaf Zijn Zoon. En de Zoon werd mens. Vóórdat (pre-) de Zoon van God mens werd, was Hij er al een eeuwigheid. Hij was er al, bestond al (existentie). De pre-existentie van de Zoon is een onopgeefbaar geloofsartikel voor wie belijdt dat de Zoon ‘om ons mensen en onze zaligheid neergedaald is uit de hemel’ (Nicea). Ds. M.J. Kater schreef er een boek over.
Ds. Kater beschrijft hoe de theologen Kuschel (geboren 1948), Pannenberg (geboren 1928) en Gunton (1941-2003) de pre-existentie van Christus aan de orde stellen in hun theologie. Hij toont daarbij ook duidelijk aan dat het onderwerp van de pre-existentie niet maar een onderdeel is van de theologie, maar dat de visie op dit onderwerp consequenties heeft voor heel de theologie.
Het is in het kader van deze boekbespreking ondoenlijk om de vaak erg ingewikkelde gedachten van deze drie theologen hier kort weer te geven. De ingewikkeldheid van deze gedachten hangt ook samen met het feit dat deze theologen niet zonder meer uitgaan van de exegese van de Bijbeltekst, maar ook werken met een filosofisch begrippenapparaat.
De hoeveelheid literatuur die ds. Kater verwerkte naast zijn werk in de gemeente dwingt respect af. Ook is het erg te waarderen dat hij het gesprek met de hedendaagse theologie opgezocht heeft. Hij heeft dat gedaan vanuit de overtuiging dat dit onderwerp grote relevantie heeft voor de theologie van alle tijden, ook die van de 21e eeuw.
Dit boek van meer dan 350 bladzijden is nog maar Deel I. Dat is verrassend. Blijkbaar werd het proefschrift te lijvig en werd het materiaal te waardevol gevonden om in te korten. Voorzichtig wil ik de suggestie doen dat het wellicht toch mogelijk geweest was de tekst in te korten door wat meer op afstand van de bronnen te schrijven. Dan had er wellicht toch een studie in één band kunnen verschijnen.
De toezegging dat in Deel II veel vragen die in Deel I op scherp gesteld zijn, besproken zullen worden, zal de lezers van Deel I met verwachting doen uitzien naar het vervolg.
De overtuiging dat een zuiver spreken over de pre-existentie van belang is voor de theologie van alle eeuwen, klinkt al door in de titel: Kom en zie! Want het spreken over de pre-existentie van de Zoon is niet maar een theoretische bezigheid voor haarklovende theologen, maar ligt aan het hart van het christelijk geloof. ‘Kom en zie’, zei Filippus tegen Nathanaël. Ds. Kater zegt het ook tegen zijn lezers. Hij schreef dit boek met het oog op de verheerlijking van Christus. Van harte wens ik hem sterkte en wijsheid bij de afronding van Deel II.

Drs. A.Th. van Olst


Andries Knevel, Niets is onmogelijk, Uitgeverij Kok, Kampen 2010, 190 pagina’s, € 15,00, ISBN 978 90 435 1837 6.
In dit boek, met de bewust gekozen dubbelzinnige titel: Niets is onmogelijk, worden een vijftiental interviews weergegeven die Andries Knevel eerder dit jaar voor de EO-radio heeft gehouden. Alle vijftien geïnterviewden hebben gemeenschappelijk dat ze pas op latere leeftijd tot geloof zijn gekomen. Sommigen van hen zijn zelfs opgegroeid in een atheïstische omgeving, anderen in een meer neutraal milieu en een aantal ook in een christelijk gezin. Vanuit de vooronderstelling dat vooral hoogopgeleide mensen met veel intellectuele vragen te maken krijgen is bewust op zoek gegaan naar deze sociale klasse in de samenleving. Geen van de geïnterviewden, met uitzondering van schrijver Willem Jan Otten, is bij een breder publiek bekend. In het omzetten naar boekvorm is de structuur van het gesprek gelukkig intact gebleven: korte sturende vragen, gevolgd door langere antwoorden. Hoewel het niet mogelijk is uit vijftien gesprekken nu een algemene waarheid te destilleren hoe hoogopgeleiden tot geloof komen, valt het mij wel op dat in bijna alle verhalen de relatie met andere mensen van grote invloed is geweest: een stagebegeleider, een verkoper van de daklozenkrant, een echtgenoot, een collega, een ex-vriendin, etc. Daarnaast valt het mij op dat in een aantal verhalen de zoektocht tientallen jaren heeft geduurd. In meerdere verhalen komt het besef naar voren dat de zoektocht niet bij de mens maar bij de zoekende en reddende God begonnen is. De combinatie van God die het verlorene zoekt en mensen die zich het evangelie niet schamen maar hier op de juiste manier en het goede moment van weten te getuigen met woord en daad, maakt dit boek tot een teken van hoop. Ook in tijden van steeds kleiner wordende kerken is blijkbaar niets onmogelijk!

J.A. Voorthuijzen


Anne van der Bijl, e.a. Afzender geheim. Geheime gelovigen schrijven Nederlandse christenen. Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer 2010, 96 pagina’s gebonden, € 10,00, ISBN 978 90 239 2565 1
Door Open Doors wordt al vele jaren gewerkt onder en voor christenen die vervolgd worden. Een aantal van hen was in staat om in briefvorm een deel van hun problemen aan het papier toe te vertrouwen. Vervolgens is een aantal christenen in Nederland uitgenodigd daar ook in briefvorm op te antwoorden. Al deze brieven zijn in dit boekje opgenomen en dat levert pijnlijke, ontroerende en tegelijkertijd heel toegankelijke verhalen op. In de inleiding geeft Anne van der Bijl de lezer de vraag mee: wat zou jouw antwoord zijn. Stof tot nadenken dus.

J.A. Voorthuijzen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 januari 2011

De Wekker | 20 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 januari 2011

De Wekker | 20 Pagina's