Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Doceren, dat doe ik heel graag’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Doceren, dat doe ik heel graag’

Ds. M.J. Kater promoveert op proefschrift over Jezus als beloofde Christus

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een zandkorreltje is nader onderzocht: dat gevoel heeft ds. M.J. Kater uit SintJansklooster nu hij zijn proefschrift voltooid heeft. Wel een korreltje dat deel uitmaakt van een belangrijk geheel overigens, het gaat in zijn studie uiteindelijk om de identiteit van Jezus als Christus.

Ja, hij heeft zijn draai als docent aan de Theologische Universiteit in Apeldoorn (TUA) goed gevonden. “Doceren”, zegt ds. Kater, “doe ik heel graag.” Ooit stond Kater voor de klas, en die eerste liefde is nooit helemaal gedoofd. “Ik had toen het op één na mooiste beroep, en nu als predikant het mooiste”, geeft de (parttime) predikant van Sint-Jansklooster aan. De onderwijstaken die hij als predikant heeft, hebben dan ook altijd zijn speciale aandacht gehouden. Kater verzorgt momenteel niet alleen in Sint-Jansklooster de catechisaties, maar ook op Urk en in Meerkerk. “Ik vind het ontzettend mooi om te doen”, erkent hij. “De jeugd heeft bij mij toch een speciaal plekje.”

Pre-existentie
Naast zijn werk als predikant heeft Kater zich de laatste zeven jaren intensief op zijn proefschrift ‘gestort’. Toen hij in Apeldoorn aangaf dat hij wel verder zou willen studeren, werd hij door prof. Maris op het spoor van zijn studie gezet. De dissertatie waar Kater deze week op gepromoveerd is, gaat over de zogenoemde ‘pre-existentie’ van de Zoon: de belijdenis dat Jezus al vóór de schepping God was en bereid was de schuld van de wereld te dragen. “Apeldoorn heeft een onderzoekstraject rond de drie-eenheid, en daar paste deze thematiek goed in.”

Het gaat in de studie van Kater uiteindelijk om de vraag wie Jezus is. Is Hij een bijzonder mens, of is Hij de hoogste engel, zoals de bekende predikant dr. A.F. Troost onlangs opperde? Kater: “De kernvraag is: bestaat Jezus vanaf Maria of is Hij ‘van voor alle eeuwen’? Als Hij dat niet is, dan is Hij geen God en is daarmee de verlossing in het geding. Er is bij alternatieve theorieën overigens weinig nieuws onder de zon. De zogenoemde engelchristologie van ds. Troost is al vele malen eerder in de kerkgeschiedenis langsgekomen.”

Beperking
Vanwege de breedte van zijn onderzoeksveld, besloot ds. Kater zich voor zijn proefschrift (historisch gezien) te beperken tot de theologie rond de pre-existentie van Christus van de vierde eeuw. “Anders is het niet te overzien”, aldus de predikant. In een eerder verschenen deel van zijn studie heeft hij de gedachten over het thema van de theologen Kuschel, Pannenberg en Gunton al verkend. “De TUA is terughoudend geworden met het uitgeven van dikke proefschriften, vandaar dat het is opgesplitst in twee delen”, verklaart hij. Kater promoveert overigens op het tweede deel.

Bijbelse gegevens over zijn onderwerp diepte de docent vooral op uit de gedeelten Kolossenzen 1 en Johannes 1. Kater: “Het woord pre-existentie als zodanig komt in de Schrift niet voor, maar de zaak is er wel degelijk uit af te leiden.” De predikant merkt op dat ook in de Evangeliën er allerlei aanwijzingen zijn dat de messiaanse Zoon ook de eeuwige Zoon van God is. “Daarom is de titel van het boek ook ‘Kom en zie’ geworden. Toen Jezus dat tegen Zijn discipelen zei, nodigde Hij ze niet uit tot een blik in de hemel. Hier op aarde zagen ze in Hem de Christus. Hij was de Messias die altijd al beloofd was.”

Dogmatiek staat vaak te boek als abstract, maar dat hoeft het niet te zijn, benadrukt de promovendus. Kater is door zijn studie opnieuw stilgezet bij de identiteit en de persoon van Jezus als de Christus. “John Owen heeft eens gezegd dat we Christus niet alleen moeten liefhebben om wat Hij heeft gedaan, maar eerst en vooral ook om wie Hij is. Dat is mooi. De persoon van Jezus is, om zo te zeggen, de moeite waard om onze gedachten op te richten. Het gaat om Hem.”

Of zijn studie ook invloed heeft op zijn preken? “Onbewust wel, denk ik”, zegt Kater voorzichtig. “In Zeist heb ik nog eens gepreekt over Johannes 1 en daarbij het belang van de pre-existentie van Christus onderstreept. Ook bij de behandeling van zondag 14 van de catechismus komt het aan de orde. In de preek gaat het daarbij ook niet om abstracties, maar om het bijzondere dat we onze ogen op Hem mogen richten.”

Parttime predikant
Sinds 2009 is Kater verbonden aan de gemeente van Sint-Jansklooster. Daarmee behoort hij tot één van de weinige predikanten die in onze kerken parttime een gemeente dienen. “Voor kleine gemeentes is het natuurlijk een uitkomst dat het op deze manier kan”, zegt hij. Zelf moet hij zijn weg er nog een beetje in vinden. “Ik heb soms het gevoel in niemandsland te verkeren. Waar hoor ik nu eigenlijk bij? De tijd kan ik redelijk goed indelen, maar het is meer het gevoel van ontheemdheid. Anderen kunnen dat echter anders ervaren, ik denk dat het ook met je karakter te maken heeft.”

De familie Kater is uit praktische overwegingen neergestreken in Kampen. Er is niemand van het gezin in Zeist achtergebleven, de gemeente waar Kater bijna vijftien jaar stond. Er wonen nog twee kinderen thuis, terwijl de anderen of op kamers wonen of al getrouwd zijn. “In april verwacht ik mijn derde kleinkind”, zegt hij met een lach. “Ik ben overigens erg blij met de steun die ik van huis uit heb gekregen voor dit onderzoek. Mijn vrouw en kinderen vormden op de achtergrond een grote stimulans om door te gaan.”

In de toekomst hoopt Kater nog eens ‘iets vanuit dit onderzoek te schrijven.’ Hij denkt daarbij aan een populairwetenschappelijke versie van het boek. “Verder ben ik ook gebonden aan het onderzoeksprogramma van de universiteit. Als ik nog eens wat tijd heb om dieper in de apologetiek te duiken, vind ik dat ook mooi. Het is belangrijk te weten wat je gelooft tegenover de moderne theologie, maar ook tegenover andersdenkenden.”

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 2011

De Wekker | 20 Pagina's

‘Doceren, dat doe ik heel graag’

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 2011

De Wekker | 20 Pagina's