Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wij leven in de eindtijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wij leven in de eindtijd

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij leven in de eindtijd. Dat is de tijd tussen de eerste en de tweede komst van Christus. We moeten ons door aardbevingen en oorlogen niet laten verleiden tot berekeningen over het moment van de wederkomst. Jezus vraagt ons te waken met het oog op zijn komst.

Japan werd onlangs getroffen door een hevige aardbeving en tsunami, gevolgd door een grote kernramp. Verder is de wereld vol oorlogen en geruchten van oorlogen. Vooral in Noord-Afrika en in het Midden- Oosten is er grote onrust. Het ziet ernaar uit dat de verhoudingen in de Arabische wereld geheel anders zullen worden. Het is de vraag wat daarvan de consequenties zullen zijn, niet het minst voor Israël.
Deze ingrijpende gebeurtenissen lijken een vervulling van Jezus’ onderwijs over het einde van de wereld in Matteüs 24. Ze worden door veel christenen tekenen der tijden genoemd. Volgens sommigen maken deze tekenen duidelijk dat Jezus binnen 25 jaar terugkomt.

Begin der weeën
De discipelen vragen Jezus niet naar de tekenen der tijden maar naar het teken van zijn komst (Mt. 24: 4). In zijn antwoord spreekt Jezus ook niet over de tekenen der tijden. In Matteüs 16: 3 gebruikt Jezus de uitdrukking ’tekenen der tijden’ wel. Daar zegt Hij ermee wat Hij als de Christus doet. Door Hem lopen lammen, zien blinden, horen doven, worden doden opgewekt en wordt aan armen het evangelie verkondigd. Deze tekenen horen bij de komst van de Messias. Ze zijn beschreven opdat wij geloven dat Jezus de Christus is (…) en het leven hebben in zijn naam (Joh. 20: 30-31).

Jezus spreekt dus niet over de tekenen der tijden zoals er in onze tijd over wordt gesproken. Volgens veel christenen maakt een toename en intensivering van rampen en oorlogen (in het Midden-Oosten) duidelijk dat het einde nabij is.
Maar Jezus zegt in Matteüs 24: 6-8 juist dat (geruchten van) oorlogen, aardbevingen en andere rampen niet het einde betekenen. Zij zijn niet het (begin van het) einde, maar het begin. Het begin van de weeën.
Met het beeld van de weeën lijkt Jezus te zeggen dat het einde wel nabij is als de rampen en oorlogen heftiger worden. Dat zou men een logische – een biologische – verklaring kunnen noemen. Zoals een vrouw bevalt als de weeën heftiger worden en de persweeën komen, zo komt het einde van de wereld als de rampen toenemen en een dramatisch hoogtepunt bereiken.
Door deze verklaring is al vaak gedacht dat de wederkomst ophanden was. Maar maken de ingrijpende gebeurtenissen van de laatste tijd niet duidelijk dat nu de tijd voor de wedergeboorte van de wereld (Matteüs 19: 28) is gekomen?
Jezus zegt in Matteüs 24 dat we een dergelijke conclusie niet mogen trekken. Wel is de komst van het Koninkrijk 2000 jaar dichterbij dan toen Jezus deze dingen tegen zijn discipelen zei. Maar dat doet niets af van zijn woord dat het Koninkrijk niet zó komt dat het te berekenen is (Luc. 17: 20). Dus ook niet door (toenemende) rampen en oorlogen.
Daaruit blijkt dat Jezus het beeld van de weeën niet gebruikt om te zeggen dat ingrijpende gebeurtenissen heftiger weeën zijn die ons doen weten dat het bijna zover is. Dat zou ingaan tegen zijn eigen verbod berekeningen te maken. Met het beeld van de weeën wil Jezus zeggen dat het einde, dat zeker komt, een nieuw begin zal zijn.

Waak
In Matteüs 24: 36 zegt Jezus dat niemand weet wanneer de Zoon des mensen komt dan de Vader alleen. Hij komt op een dag dat Hij niet wordt verwacht, als het leven zijn gewone gang gaat, zoals in de dagen van Noach (Mt. 24: 38-39).
Wees bereid en waak, want u weet niet wanneer de Here komt, zegt Hij in Matteüs 24: 42, 44; 25: 13. Deze dringende oproep tot waakzaamheid is de kern van Jezus’ onderwijs over zijn komst.
Daarom dienen wij ons te onthouden van elke berekening aangaande zijn komst. Ook bij diep ingrijpende gebeurtenissen (in het Midden-Oosten). Het gaat er om dat we geloven dat Hij komt. Dat wij naar zijn komst verlangen. Hij komt zeker, maar op zijn tijd. Daarom: waak.

Eindtijd
Het NT laat ons vele keren weten dat de eindtijd al is begonnen. Ik noem alleen Jacobus 5: 3: het zijn de laatste dagen. Als vervolg daarop eindigt de Bijbel met Jezus’ woorden: Ik kom spoedig (Openb. 22: 20).
Die laatste woorden moeten niet worden opgevat volgens onze tijdsbeleving. Wie dat wel doet, denkt dat Jezus zich heeft vergist of dat Hij bedoelt dat Hij spoedig komt vanaf een moment in de geschiedenis dat op grond van de Bijbel als betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Veel Bijbelgetrouwe christenen denken dat laatste. Ze denken daarbij aan de stichting van de staat Israël in 1948, met een beroep op de gelijkenis van de vijgenboom in Matteüs 24: 32-35. Daarin zou Jezus spreken over de toekomst van Israël. Als dat waar is, en dit woord van Jezus in 1948 in vervulling begon te gaan, zal onze generatie de komst van Jezus meemaken (34). Daarom wordt gezegd: nog hoogstens 25 jaar en het is zover. In dat verband lijken de huidige oorlogen en natuurrampen sprekend.
Wij leven in de eindtijd. Dat zegt het NT over de tijd vanaf Jezus’ geboorte tot de dag waarop Hij komt. In dat kader zegt Jezus dat Hij met spoed komt. Daarmee bedoelt Hij niet: Ik kom gauw (na 1948), maar: Ik kom zo spoedig als Ik kan, volgens Gods plan.

De les van de vijgenboom
De gelijkenis van de vijgenboom verdient in dit verband nadere aandacht. Voor de uitleg dat Jezus met de vijgenboom Israël bedoelt, zijn geen deugdelijke argumenten. Deze gelijkenis hoort bij zijn ene antwoord op de twee vragen van de discipelen: wanneer wordt de tempel verwoest en wanneer komt U?
De nieuwe bladeren aan de vijgenboom zijn een teken dat de zomer nabij is, elk jaar weer. Bij de komst van de Here kan er geen sprake zijn van zo’n terugkerend teken, want Hij komt maar één keer.
Toch heeft ook de nabijheid van de wederkomst haar kenmerkende bijzonderheden. Daartoe behoort de verwoesting van de tempel. De generatie die leefde toen Jezus deze dingen zei, zou die verwoesting meemaken.
Jezus gebruikt daarvoor het beeld van de zomer, omdat in Israël de zomer de tijd van de hitte is. Het gaat in dit beeld om de hitte van Gods oordeel, als een aspect van de voleinding van de wereld. Door Jezus is alles onder de spanning van het einde komen te staan. Dat blijkt in de verwoesting van de tempel. Daarin kwam de hitte van Gods oordeel openbaar.
Daarom zegt Jezus dat het einde nabij is, voor de deur. Dat is een ernstige waarschuwing voor hen die Hem toen hoorden. Maar net zo goed voor ons. Tot de komst van Christus hoort ook Gods oordeel.
Jezus zet in zijn antwoord op de twee vragen van de discipelen alles in het perspectief van Gods heilsplan dat door Hem ten uitvoer wordt gebracht. Het hele wereldgebeuren moet in dat licht worden gezien, ook de geschiedenis van Israël en van de kerk.
Jezus geeft met de gelijkenis van de vijgenboom geen les over het moment van de vervulling. Evenmin zegt Hij dat vanaf een bepaald moment (1948) natuurrampen en oorlogen sprekende tekenen van het einde zijn. Matteüs 24 is geen systematische uiteenzetting over de toekomst. Het is Jezus’ blijvend actuele toekomstprediking over oordeel en genade.

Gods megafoon
Zeggen rampen en oorlogen dan niets over het einde? Ze zeggen wat Jezus zegt: Dit alles is het einde nog niet, maar het begin van de weeën.
De rampen die Jezus in Matteüs 24: 6-7 noemt, kunnen Gods megafoon worden genoemd. Daarmee schreeuwt God tegen ons, hardhorenden, dat zijn Koninkrijk nog niet is gekomen. De praktijk is echter dat bij heftige gebeurtenissen de vraag gaat leven naar het moment van Jezus’ komst. Jezus zegt dat dat geen zin heeft, omdat niemand dat weet en het niet te berekenen valt.
Hij vraagt dat wij bereid zijn voor zijn komst. Dat we waken en vol verlangen bidden: kom Here Jezus (Openb. 22: 20).

D. Visser
Ds. D. Visser is emerituspredikant van de Petrusgemeente in Broeksterwoude.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 2011

De Wekker | 20 Pagina's

Wij leven in de eindtijd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 2011

De Wekker | 20 Pagina's