Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. F.G. Immink, Het heilige gebeurt. Praktijk, theologie en traditie van de protestantse kerkdienst, Boekencentrum, Zoetermeer, 2011, 344 pag., € 29,90, ISBN 978 90 239 2616 0
Dr. Immink, rector van de Protestantse Theologische Universiteit en hoogleraar Praktische theologie, heeft de kerken gediend met een indrukwekkende studie over de protestantse eredienst. Het boek geeft zicht op de protestantse eredienst met oog voor zowel de klassieke oorsprongen als de inbreng van moderne stemmen. Herbezinning op de liturgie, hetzij voor diensten met een bijzonder karakter, hetzij voor diensten in een missionaire setting, is gediend met gebruik van dit boek. Immink gaat de gangen na van verschillende onderdelen van de eredienst en heeft ook veel aandacht voor de liturgie van het Heilig Avondmaal.
Bijzonder aan dit boek is dat het de eredienst consequent beschrijft als ‘performance’, niet te verwarren met entertainment. Performance wil zeggen dat de daden van God in gebeden, liederen, prediking en sacramentbediening present worden gesteld. Het gaat erom dat de beslissende heilsopenbaringen uit het verleden werkzaam worden in de vergadering van de gemeente: ‘het heilige gebeurt’. Met behulp van dit begrip benut Immink bij zijn bezinning op de eredienst ook de resultaten van de taalwetenschap (p41vv). Die helpt te begrijpen wat er bij een kerkganger gebeurt tijdens het preken. Hoe luistert de hoorder? Hoe gaat hij of zij om met het gehoorde? Bezinning op deze vragen maakt dat duidelijk wordt dat horen naar een preek een voluit actieve handeling is. Van de hoorder wordt volle medewerking gevraagd, in alle onderdelen van de liturgie.
Voor de prediking is het goed kennis te nemen van wat Immink schrijft over de theologische of hermeneutische exegese (p244vv). Daarin vraagt de prediker zich af wat de preektekst zegt over God en over de existentie van de mens. Immink gaat in gesprek met de Barthiaanse theologie die stelt dat prediking Godsverkondiging is en niet om de hoorder moet draaien. Aan de andere kant van het spectrum gaat Immink in gesprek met moderne preekopvattingen (New Homiletic, p220vv) die stellen dat de preek vanuit de hoorder moet vertrekken. Immink gaat in gesprek met beide stromingen en komt tot een synthese: het gaat in de preek om verkondiging van het heil in Christus, en om de mens voor Gods aangezicht (230-231).
Imminks boek geeft – tegen het tij in – zicht op de betekenis en rijkdom van de protestantse eredienst. Bezinning op de liturgie hoeft niet meer in een historisch vacuüm te gebeuren met dit boek bij de hand.


Alister McGrath, De toekomst van het christendom, Uitgeverij Kok, Kampen 2010, 196 pagina’s, € 19,90, ISBN 978 90 435 1741 6
Het is een inmiddels roemrucht boek geworden dat ik voor me heb. De bekende veelschrijver en theoloog Alister McGrath heeft in zijn De toekomst van het christendom de stelling geponeerd dat de grote protestantse denominaties in de westerse wereld eigenlijk geen toekomst hebben (p43-45, 123-125). De dragende factoren van het christendom zullen, zo meent de Engelse theoloog, in de toekomst gevormd worden door de rooms-katholieke en de oosters-orthodoxe kerken samen met de pinksterbeweging en het evangelicalisme. Daarbij zal het zwaartepunt van de christenheid verschuiven van noord naar zuid en van west naar oost.
McGrath schrijft als vertegenwoordiger van de Engelse evangelicale theologie en als anglicaans priester. Dat maakt dat de lezer termen als evangelicalisme moet verstaan met ‘Engelse oren’. In de Engelstalige context heeft het grofweg de klank van ‘Bijbelgetrouw’. De stroming wordt gekenmerkt door veel nadruk op de persoonlijke bekering, activisme (bedoeld wordt evangelisatie en andere vormen van christelijk werk), de Bijbel en de grote betekenis van het kruis (p62, 136-137). Deze stroming is aanwezig binnen in, maar staat ook tegenover de liberale en vrijzinnige leiding van de grote protestantse denominaties, zoals de anglicaanse, presbyteriaanse en methodistische. Willen zij toekomst hebben, dan zal die volgens McGrath te verwachten zijn van vernieuwing door de evangelicale of charismatische stroming (p124). Ik vind het jammer dat McGrath eigenlijk niet komt tot een Bijbelse doorlichting van dit type stromingen; het blijft beschrijvend.
Moet je blij zijn met kerkgroei als je met een charismatische stroming een paard van Troje blijkt binnen te halen? Kan er Bijbels gesproken heil verwacht worden van de rooms-katholieke of oosters-orthodoxe kerkvarianten? McGraths analyses helpen mij verder niet zo erg in een westerse setting. Hij stelt voornamelijk vast dat continenten als Afrika, Azië en Zuid-Amerika groei vertonen in aantallen christenen; continenten die opvallend genoeg niet of in ieder geval geheel anders dan de westerse wereld gestempeld werden door de Verlichting, met zijn kenmerkende nadruk op de mens en zijn mogelijkheden. Zijn boek is wel interessant voor de lezer die vele trends in de wereldwijde kerk goed leesbaar op een rij wil krijgen.

P.L.D. Visser


Arjan Markus, Adieu God. Over het afscheid van de persoonlijke God. Uitgeverij Meinema, Zoetermeer 2010, 123 pagina’s, € 13.50, ISBN 9789021142852.
Onze God is een persoonlijke God, die zich als Zaligmaker en Vader openbaart aan zondige en zwakke mensen en hen leert op Hem te vertrouwen. Dit wonder vraagt om dagelijkse overdenking en om wekelijks door de prediking bevestigd te worden. In onze cultuur is echter het idee binnengedrongen dat God beter ‘Iets’ genoemd kan worden dan ‘Iemand’. En wie durft te zeggen dat wij binnen de beschutting van de kerkmuren die gure wind niet voelen?
Theoloog en godsdienstfilosoof Markus ging over dit kernthema in gesprek met twijfelaars en zoekers en verwerkte die gesprekken in dit boek. Het resultaat wil ik kenmerken als ontspannen apologetiek. Met ontspannen bedoel ik niet de inhoud, want zware thema’s als geloof en wetenschap en geloof en menselijke autonomie en vrijheid en de theodicee komen allemaal aan bod. Mij trof vooral de plezierige toon in het boek. Je waant je als het ware in de achterkamer, terwijl Markus in de voorkamer in gesprek is. Zó zou ik met mijn ongelovige buurman of twijfelende broeder in gesprek willen zijn! Daarbij zoekend naar woorden en metaforen die hij begrijpt, omdat de geëigende theologische begrippen zijn (en mijn?) begrip te boven gaan.
Het apologetische gesprek heeft altijd het gevaar om te blijven steken in het wegnemen van bezwaren tegen het christelijke geloof en niet toe te komen aan het getuigenis over de Heere Jezus Christus. Daarom is het laatste hoofdstuk van het boek het mooiste. Markus verwoordt daar de verwondering dat het God is die mensen aanraakt. Die in Jezus op heerlijke wijze – persoonlijk – onder ons heeft gewoond. Die als de Heilige Geest daar persoonlijk van overtuigt en er vervolgens ook voor zorgt dat ik van die God geen afscheid kan nemen. Wat een boodschap! Om persoonlijk door te geven.

L. Voorthuijzen, Alphen aan den Rijn


Émile Braekman, Erik de Boer (red.), Guido de Bres. Zijn leven, zijn belijden. Uitgeverij Kok , Utrecht 2011, 415 pagina’s, € 39,90, ISBN 978 90 435 1793 5.
In 2011 is het 450 jaar geleden dat Guido de Bres de Nederlandse Geloofsbelijdenis op schrift stelde. Voor het Refo500 project was dit een goede aanleiding om een ‘monument’ voor de opsteller te realiseren in de vorm van een royaal uitgegeven boek. In 415 glanzende pagina’s A4 krijgt de lezer een compleet beeld van de tijd waarin Guido de Bres leefde, hoe hij zelf heeft geleefd en ook hoe de tekst van de Nederlandse Geloofsbelijdenis langzamerhand ontstaan is. Een groot deel van het boek is gebaseerd op de biografie van de eerste schrijver, die hier 50 jaar geleden al over publiceerde. Een indrukwekkende hoeveelheid bronnen is in de loop van de jaren onderzocht. Naast de al genoemde schrijver hebben nog negen andere auteurs één of meer korte bijdragen geleverd. Vanuit ‘Apeldoorn’ werkten drs. Christa Boerke en prof.dr. Willem van ’t Spijker mee. Wie meer wil weten dan het feit dat Guido de Bres in 1561 een afschrift van de NGB tekst van buiten naar binnen over de kasteelmuur in Doornik gooide, kan met behulp van dit boek veel wijzer worden. In 1548 komen we de Bres in Londen tegen. In 1556 ontmoeten hij en Calvijn elkaar in Geneve. In 1559 trouwt hij in Doornik met Catherine Ramon, in 1566 is hij tijdens de Beeldenstorm in Antwerpen en tijdens zijn arrestatie in 1567 is hij in Valenciennes, om een aantal maanden later, op zaterdag 31 mei 1567, in Doornik terecht gesteld te worden. Hoewel ik onder de indruk ben van alle kennis en informatie die het boek biedt, overtuigt het mij toch niet op dezelfde wijze als het vorig jaar ook bij Kok uitgegeven boek: ‘Johannes Calvijn, zijn leven, zijn werk’. Dat heeft niet te maken met het feit dat er van Guido de Bres geen portret bekend is en hij op die manier altijd wat onzichtbaar zal blijven. Het heeft meer te maken met het feit dat het boek voor een gemiddelde lezer minder toegankelijk is. Eenvoudige hulpmiddelen als een tijdtafel ontbreken. Het terugzoeken kost meer tijd dan je van een dergelijk boek mag verwachten en een deel van de tekst leest niet soepel weg. Dat zijn nu net de subtiele zaken waardoor je van een boek gaat houden of niet. Maar een feit blijft: het monument voor deze reformator uit de lage landen staat.

J.A. Voorthuijzen


Dr.ir. J. van der Graaf, Rome ontsloten door de traditie, van Augustinus tot Benedictus XVI. Uitgeverij Groen 2010, 152 pagina’s, € 12,50, ISBN 978.90.5829.994.9
‘Is Rome veranderd?’ is de leidende vraag in dit boek. Aan de hand van interviews met Augustinus-kenner Paul van Geest en Antoine Bodar en de bespreking van enkele fundamentele thema’s gaat Van der Graaf op zoek naar een antwoord. Aan bod komen o.a. de verhouding tussen Schrift en traditie, de leer van de rechtvaardiging en de kerk. Uiteindelijk komt hij tot de conclusie dat de Rooms-Katholieke Kerk niet wezenlijk veranderd is in de loop der eeuwen. De bespreking van de verschillende thema’s is verhelderend en kan prima dienen om nog eens helder te krijgen waar de fundamentele verschillen tussen Rome en Reformatie ook al weer liggen. De interviews in het boek vormen een meerwaarde, al was het alleen maar omdat zo niet alleen over, maar ook met Rome gesproken wordt.
Toch vraag ik me af of de gekozen insteek wel zo vruchtbaar is. Ik kreeg het gevoel dat aan het begin van het boek het antwoord op de vraag of Rome veranderd is eigenlijk al vast stond. Maar: Rome mag dan niet wezenlijk veranderd zijn, de wereld is dat wel. Zou het niet vruchtbaarder zijn om vanuit de veranderde culturele situatie opnieuw de vraag te stellen hoe reformatorische kerken met de kerk van Rome om kunnen gaan? Bodar doet in het interview een suggestie: ‘Het verschil tussen protestanten en katholieken is momenteel minder aan de orde dan dat tussen vrijzinnige en orthodoxe christenen.’

R.G. den Hertog

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 2011

De Wekker | 24 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 2011

De Wekker | 24 Pagina's