Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pamperen of provoceren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pamperen of provoceren

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over kerk en prediking is al heel veel geschreven en nog meer gezegd. Onlangs vulden we er ook als redactie van De Wekker een themanummer mee. In dat nummer werd het onderwerp vanuit de diversiteit van het eigen christelijk-gereformeerde kerkverband belicht. Daarmee is nog lang niet alles gezegd. Ook buiten ons kerkverband zijn er mensen die zich in alle ernst afvragen hoe de boodschap van het evangelie in de 21-ste eeuw gebracht kan en moet worden.

Honderd jonge predikanten
Een aantal weken geleden werd door een groep jongere predikanten binnen de PKN een manifest opgesteld en aan het synodebestuur van de PKN overhandigd, met daarin het nadrukkelijke verzoek betrokken te worden bij het gesprek over de toekomst van de kerk. Het volledige manifest is op internet te lezen, onder andere via www.kerknieuws.nl. Een deel ervan geef ik hierbij weer.

“Om weer zichtbaar te worden als kerk, hebben we een duidelijke identiteit en een heldere boodschap nodig. Hiermee bedoelen we geen dichtgetimmerd systeem, maar de overtuiging dat het geloof van de kerk ook van belang is voor de wereld om ons heen. We merken dat er in de kerk schroom is als het gaat om spreken over wat geloof voor mensen persoonlijk betekent. Wij hebben het idee dat deze schroom een uitwas is van een bescheidenheid die is opgetreden uit reactie op te makkelijk en te dwingend spreken van de kerk. Onze generatie theologen is gewend concreet over God en geloof te spreken, we beschikken over vrijmoedigheid, overtuiging en enthousiasme … Wij voelen ons geroepen een brug te slaan tussen de kerk en de cultuur van deze tijd. We staan dan ook te trappelen dit als predikant in de praktijk te gaan brengen. Helaas. Dit wordt ons onmogelijk gemaakt door de huidige kerkelijke cultuur. Er wordt van ons verwacht te preken over licht, liefde en liturgische kleuren, waar wij het concreter over God willen hebben. En als we het over God mogen hebben, moeten we dat doen binnen vaste kaders en 17e-eeuwse vormen. Als predikant wordt er van ons verwacht ons te bewegen binnen een vastomlijnd takenpakket van verjaardagsvisites, gemeenteavonden en vergaderingen, waarbij het missionair kerk-zijn beperkt is tot de jaarlijkse rommelmarkt. Onze wens is om samen met een gemeente dit patroon te doorbreken en zo vrijmoedigheid en enthousiasme vruchtbaar te maken met ruimte voor experimenteren, met nieuwe vormen en nieuwe woorden”.

Provoceren
Drie maanden eerder publiceerde Willem Maarten Dekker, predikant binnen de PKN en verbonden aan de gemeente van Mastenbroek, een boek met de titel: “Provocatie, over de zin van God en geloof”. Hij draagt het op aan het stervende departement theologie van de Universiteit Utrecht, omdat iemand daar eind 2013 het licht uit zal doen. De zorg over de krimpende kerk wordt door Dekker en zijn 100 collega’s gedeeld. Bij allen proef je een hartelijke betrokkenheid op de kerk en een hunkering het licht straks niet uit te hoeven doen! Waar de groep van 100 oproept tot ruimte voor verandering, in een kerk waarbinnen in mijn gereformeerde ogen de ruimte bijna onbegrensd is, slaat Dekker de weg van de provocatie in. Vanuit zijn ervaring als gemeentepredikant ervaart hij “verkondiging steeds meer als een provocatie, die weerstand oproept”. Daarbij is provocatie het bewust kiezen van een afwijkende positie, om vandaaruit de ander uit te dagen tot andere inzichten te komen: ”God is de grootste Provocateur die ik ken” en “door de verkondiging wordt ook God geprovoceerd”.

Na dit in zijn inleiding verder uitgewerkt te hebben belicht hij in een zestal hoofdstukken een aantal van de “provocerende” kenmerken van het geloof. Hij doet dat steeds aan de hand van Bijbelgedeelten: het onmogelijke verwachten (Abraham), met stomheid geslagen (Zacharias), de zweep er door (tempelreiniging), de plastic tasjes van God (schat in aarden vaten), de vuurvaste gemeente (vrienden van Daniël in de oven), door God verminkt (Jacob worstelt met God). Daarna volgen zeven hoofdstukken over God: de afwezigheid, de aanwezigheid, de bekering, de stem, de lach, de eenzaamheid en de kracht en de Naam van God.

Deze onderwerpen worden door Dekker op een betrokken, verhalende manier, uitgewerkt. Hij doet dat op een onorthodoxe wijze, maar wel inhoudelijk orthodox. Al schrijvend schuwt hij echter niet de lezer te provoceren. Op onderdelen verrassend en verfrissend. Zo heb ik met waardering het hoofdstuk over de afwezigheid van God gelezen. Afwezigheid benadrukt dat het om een persoon gaat (dingen kunnen niet afwezig zijn) en dat er sprake is van een relatie met deze persoon. Een afwezige God is nog geen niet-bestaande God! Op andere onderdelen is de provocatie storend en minder functioneel: “Christenen zijn de plastic tasjes van de Grote Zwerver” (pag. 49.) en “Kerkgebouwen die niet meer als godshuis in gebruik zijn … moeten eigenlijk aan de natuurlijke afbraak prijsgegeven worden. Laat ze langzaam wegrotten, als teken van wat er teloorgaat, als zichtbare tekenen van Gods toorn” (pag. 38).

Weg met de gezelligheid
Zowel het manifest als de provocatie van Dekker wil afrekenen met de gezelligheid in de kerk. De theedrinkende dominee en de pamperende prediker, die alleen vertelt wat de gemeente graag wil horen, hebben wat hen betreft de langste tijd gehad. Op zich kan daar niemand op tegen zijn, maar of de door Dekker voorgestelde weg van de provocatie de goede is vraag ik mij sterk af. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden, maar het gaat er niet alleen om de wond diep uit te snijden en goed te reinigen, maar ook om deze liefdevol te verzorgen en te verbinden. Dieper snijden dan echt nodig is voegt niets toe, maar maakt kostbaar weefsel stuk.

In een recensie in Trouw werd het boek als grimmig gekarakteriseerd. Bij mijzelf heeft het een rauwe indruk achtergelaten. Het voelt als te grof schuurpapier. Ik zou er zelf nooit voor kiezen God als de grootste Provocateur te karakteriseren. Toegegeven, door Zijn profeten zet God het instrument van provocatie in, maar Zijn doel is nooit de provocatie zelf. Zijn doel is mensen te redden van hun ondergang en liefdevol naar Hem toe te trekken. De ene keer kiest Hij er voor om langs de weg van vertroosting en bemoediging mensen te trekken en de andere keer kiest Hij er voor het op een confronterende, bestraffende wijze te doen.

Provoceren of profeteren
De kerk heeft geen behoefte aan gezellige voorgangers of provocerende predikers. De kerk heeft behoefte aan predikers die het Woord van God, in de verscheidenheid die het kent, uit weten te leggen en toe te passen en zich bewust zijn van het gevaar van eenzijdigheid: te weinig vertroosten en te veel vermanen of juist andersom. De prediker verkeert in een spanningsveld als verkondiger van het Woord van God van “de overkant” en het onderdeel uitmaken van de gemeente aan “de andere kant”. Het kan daarom niet anders dan dat de verkondiging weerstand op zal roepen bij (een deel) van de gemeente. Maar waar de verbinding wegvalt verliest de verkondiging zijn kracht. Pure provocatie past misschien wel aan een universiteit, maar niet binnen een gemeente die een predikant voor jaren roept en ondersteunt. Ik ben het, als preeklezende ouderling, ook oneens met Dekkers stelling: “Vandaag kan verkondiging niet meer zijn: zoeken waar de mensen zitten, om daar proberen aan te sluiten”. De aansluiting blijft bitter hard nodig om God en mens met elkaar te blijven verbinden. Er wordt al zoveel over-de-hoofden-heen gepreekt! Misschien ligt hier toch nog een taak voor de ouderling, namelijk om toe te zien dat het Woord van God op Bijbels-evenwichtige wijze verkondigd wordt en landt in de gemeente. Over dat ambt lees ik overigens twee keer niets. Er zijn blijkbaar meer domineeskerken …!

Mede naar aanleiding van: Willem Maarten Dekker, Provoceren, over de zin van God en geloof, Uitgeverij Groen, Heerenveen, 2012, € 14,95, 144 pagina’s, ISBN 978 90 8897 033 7.

J.A. Voorthuijzen maakt deel uit van de redactie en is ouderling in de kerk van Kampen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 augustus 2012

De Wekker | 16 Pagina's

Pamperen of provoceren

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 augustus 2012

De Wekker | 16 Pagina's