Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ontdekking van het kind

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ontdekking van het kind

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘De fantasiecirkel is een plaats waar kinderen zichzelf kunnen zijn. We maken gebruik van de natuur, intuïtie, creativiteit en fantasie. De authentieke beleving van het kind staat centraal, zonder deze voor kinderen in te vullen of te vertellen wat ze kunnen doen. Door vertrouwen te hebben in het kind krijgt het ruimte te zijn en te ontdekken. Kinderen zijn in staat elkaar zo veel moois te geven waarbij verbinden en liefde wordt gestuurd door intuïtie.’

Zomaar een wervende tekst van één van de vele internetsites over opvoeding van kinderen.¹ Het klinkt prachtig. Maar is het ook naar de Schrift? Wil God dat ons kind centraal staat met zijn of haar beleving? Zit er zoveel goeds in (onze) kinderen dat de liefde er spontaan uitgutst? Hoe zijn we eigenlijk terechtgekomen in dit klimaat waarin zo’n positief mensbeeld heerst?

Verlichting
De wortels hiervan liggen in de 18e eeuw, in de beweging van de Verlichting. Schrijvers en filosofen in diverse Europese landen stellen het eigen verstand boven alles, verwerpen gezag van autoriteiten (dus ook dat van de Bijbel) en huldigen een groot vertrouwen in de mensheid en de vooruitgang. Kortom: in de Verlichting neemt de mens zijn lot in eigen hand en laat zich niet meer door God of welke autoriteit ook leiden, maar vertrouwt op eigen inzicht. Het gaat dus, zoals men dat zag, om een uittocht uit de duisternis van onkunde en geloof naar het licht van wetenschap en verstand.

In deze periode wordt het kind ‘ontdekt’. Werd het voordien beschouwd als een kleine volwassene die in kleding en gedrag zich dan ook zo moest uiten, de Verlichting breekt daarmee. Er komt aandacht voor de belevingswereld van het kind en speciaal kinderspeelgoed doet zijn intrede. Het kind wordt optimistisch tegemoet getreden, want het komt ter wereld als ‘tabula rasa’, een onbeschreven blad. Aan de opvoeders de schone taak om dit blad zo zorgvuldig mogelijk te beschrijven met het goede, zodat het product van hun inspanningen een ‘beschaafd kind’ is.

Romantiek
In de Romantiek van de 19e eeuw komt een correctie op de grote nadruk op het verstand. Het gevoel, de emotionaliteit, komt nu centraal te staan. Een goed leven is leven in overeenstemming met je diepste gevoelens. De natuur wordt geïdealiseerd. De puurheid van de natuurlijke mens, de ‘edele wilde’ is nu het hoogst bereikbare. Kinderen moeten dan ook – ideaal gesproken – weggehouden worden van de vervormende maatschappelijke invloeden. Zo zullen ze hun ‘natuurlijke puurheid’ kunnen behouden.

Met dit alles in het achterhoofd kunnen we het citaat aan het begin van dit artikel plaatsen. De verwijzing naar de natuur, intuïtie, creativiteit en fantasie is zo weggelopen uit de 19e-eeuwse Romantiek. De belofte van liefde die spontaan uit het kind zal vloeien naar zijn leeftijdsgenootjes is vrucht van het positieve mensbeeld van de Verlichting. Dat we het kind niet hoeven te vertellen wat het moet doen, riekt naar de zelfbeschikking die ook al in deze 18e-­eeuwe stroming werd gepredikt. Er is inderdaad niets nieuws onder de zon – een moderne website blijkt stevig in de 18e en 19e eeuw geplant te zijn.

Moderne tijd
In een westerse samenleving liggen er zo’n tien jaren tussen lichamelijke en maatschappelijke volwassenheid. De Leidse godsdienstsocioloog M.B. ter Borg schrijft over de overgang kind-­volwassene in vóór-­moderne samenlevingen. In een stammensamenleving is er vaak een ritueel om kinderen ‘officieel’ tot de volwassenheid te loodsen.

In het Westen ontbreekt dit. Dat maakt de tijd tussen kind­ en volwassen­-zijn moeilijk. Puberen wordt vooral teruggevoerd op hormonale verbouwingen, maar de rol van de inwijding tot de volwassenheid zou wel eens schromelijk onderschat kunnen worden, merkt Ter Borg op. Het niemandsland tussen kind en volwassene duurt jarenlang en dat maakt jongeren soms ‘balorig en brallerig, dan weer depressief en hangerig, maar steeds ongemakkelijk’. De ene keer verzetten jongeren zich tegen alles, de andere keer volgen ze enthousiast een ‘geestelijk leider’ in de vorm van een ‘onsmakelijke popmuzikant’.²

Commercieel is de jeugdcultuur erg interessant, want jongeren hebben flink wat te besteden. Sluw wordt marketinggeweld ingezet op beïnvloedbare jonge mensen. Wat dacht u bijvoorbeeld van een conferentie eerder dit jaar waar als thema aan de orde kwam: ‘Hersenontwikkeling van jongeren als basis voor uw marketing­ & communicatiestrategie’?

Verbond
Dit alles is dus, met een enkele houtskoollijn geschetst, de westerse situatie waarin onze kinderen groot worden. Wanneer we, met dit in het achterhoofd, nadenken over de kinderen en jongeren van de gemeente, zal het verbond leidend moeten zijn. Het gaat dan om het genadeverbond, dat God met Abraham sloot, waar Israël in opgenomen werd en waarvan de nieuwtestamentische gemeente de doop als teken en zegel draagt.

Daarmee zeggen we heel wat. Want het verbond betekent dat God ons en onze kinderen voor Zijn dienst opeist: ‘Ik ben de HEERE, uw God’. Israël had niet gevraagd om het verbond, evenmin als onze pasgeboren kinderen erom vragen. Toch grijpt God ongevraagd in, in het prille leven van de kinderen van de gemeente. Hij gaat niet uit van menselijke autonomie, maar plaatst ons onder de theocratie van Zijn Wet en Evangelie.

Doop
Het verbondsteken, de doop, is ook al zo ingrijpend. Het laat zien dat wij en onze kinderen niet als onbeschreven blad ter wereld kwamen, maar als mensen die vastzitten aan voorvader Adam en zijn zondige afval van God, zodat onze kinderen ‘aan allerhande ellendigheid, ja, aan de verdoemenis zelf onderworpen’ zijn.

Datzelfde verbondsteken wijst op Christus, in wie de kinderen uit genade, door het werk van de Heilige Geest mogen gaan geloven, zodat zij niet meer van zichzelf zijn, maar in leven en sterven Christus’ eigendom.

Kinderen zijn geen project van ouders die alle kaarten zetten op de maakbaarheid van het leven, maar ze zijn pand, tijdelijk toevertrouwd aan ouders door hun Schepper.

Kinderen zijn niet bedoeld uit te groeien tot ‘dikke­-ikken’, vooral bezig met egocentrische zelfontplooiing, maar ze zijn bedoeld om hun gaven aan te wenden in de gemeenschap der heiligen.

Kinderen zijn niet bedoeld als losse individuen, maar als leden van Christus’ lichaam; geen heersers, maar dienaren, zoals Christus gekomen is om te dienen.

Afsluiting kindertijd
Als het gaat om de overgang van kind naar volwassenheid ligt er misschien nog wel denkwerk voor de kerk. In de reformatie deden kinderen veelal jong belijdenis: rond hun 12e levensjaar in Geneve. In het jodendom doen jongens (bij liberale joden ook meisjes) hun Bar­-Mitswa op hun 13e. Daarmee worden ze als ‘zoon-­der­-wet’ religieus volwassen. Zelf zou ik niet willen pleiten voor zo’n vroeg tijdstip voor belijdenis­-doen. De reformatie sloot aan bij de leeftijd waarop eerste communie gedaan werd in de roomse kerk, bovendien is er, zoals geschetst, cultureel erg veel veranderd.

Ik herinner me goed dat ik als 12-­jarige van de zondagsschool afging en (dus) de overgang naar middelbare school en catechisatie maakte. Dat moment werd gemarkeerd op het kinderkerstfeest, waarbij ik met de andere grensgangers plechtig een Bijbel kreeg overhandigd. Zou er in die lijn toch niet door te denken zijn over een kerkelijk gemarkeerde afsluiting van de kindertijd en overgang naar pubertijd en adolescentie?

Voorbeelden
De vraag naar de jeugd en de geestelijke koers van de jeugd is feitelijk een vraag naar de oudere generatie. Hebben de kerken voorbeelden, identificatiefiguren in huis, die echt zicht hebben op Gods verbond en ook kijk op de cultuur? Die liefdevol leiding kunnen geven aan kinderen, onzekere pubers, zich vormende adolescenten? Het is geen wonder dat jongeren aangeven behoefte te hebben aan authentieke (‘echte’), stevige volwassenen, door wie ze begrepen worden, maar die ze ook voorgaan op de wegen van de Heere.

[¹] www.bewustopvoeden.nl
[²] R. Nauta (red.), Vreemd! Varianten van verscheidenheid en verschil in godsdienst en kerk, Nijmegen 2009, p.109.

P.L.D. Visser
Ds. P.L.D. Visser is krijgsmachtpredikant.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 augustus 2012

De Wekker | 24 Pagina's

De ontdekking van het kind

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 augustus 2012

De Wekker | 24 Pagina's