Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Waar is de herder?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Waar is de herder?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe is het gesteld met het pastoraat in de gemeenten? Er zijn signalen dat er grote gaten vallen in het pastoraat. Terwijl Bijbels gezien het pastoraat opdracht is van onze Here. We zullen ons in de kerken weer moeten bezinnen op de hoofdtaken van de gemeente van Jezus Christus.

De directe aanleiding tot dit verhaal is een bezuiniging in het Interkerkelijk Dovenpastoraat van de kant van de Protestantse Kerk in Nederland. In plaats van met drie predikanten voor doven moeten we de ongeveer duizend doven in heel Nederland nu begeleiden met tweeëneenhalf fulltimers. We proberen de teruggang in het pastoraat op te vangen. Of het lukken zal is de vraag. Deze ontwikkeling riep de vraag bij me boven hoe het gesteld is met het pastoraat in de kerken.

Pastoraat als opdracht van onze Here
Pastoraat is opdracht van Jezus Christus. “Pastor” is Latijn voor: “herder”. We denken direct aan de Here Jezus zelf als “de Goede Herder”. Hij die zijn leven inzet voor de schapen (Joh. 10). Hij kent zijn schapen allemaal, bij naam. Hij geeft ze eeuwig leven. Zij zullen voorzeker niet verloren gaan in eeuwigheid. Niemand zal ze uit Zijn hand roven. Zo is de Here Jezus als de Goede Herder nog steeds bezig met zijn kudde. Ook nu.

Het is niet zo dat de leerlingen de lege plaats ingenomen hebben van de Goede Herder, toen Hij naar de hemel ging. Nee, het blijven zijn schapen. Zoals blijkt toen Simon Petrus weer in dienst genomen werd, na zijn verloochening. Jezus gaf hem de drievoudige opdracht: Weid mijn lammeren, hoed mijn schapen, en weid mijn schapen (Joh. 21).

We mogen dit vasthouden: Jezus blijft werken. We mogen in Zijn dienst pastoraal een stukje meelopen met een gemeentelid. Maar voor we op bezoek komen is Hij er al, en als we weg gaan gaat Hij verder met hem of haar die wij mochten opzoeken. Dat verlost van een stuk kramp, alsof wij het zelf zouden moeten doen. We mogen weten van Gods Geest, waardoor Jezus zelf leiding geeft.
Zo zou er meer te noemen zijn vanuit de Bijbel: Titels van de Here Jezus: “de herder en hoeder van uw zielen” (1 Petr. 2: 25) en de “Opperherder” (1 Petr. 5: 4).
In dat laatste gedeelte klinkt de duidelijke opdracht tot pastoraat in zijn dienst: Hoedt de kudde Gods die bij u is, … (1 Petr. 5: 2).

Pastoraat is niet maar een persoonlijke hobby van een predikant, of een “job” van een aantal vrijwilligers. Nee, het is opdracht aan de gemeente zelf. We zoeken mensen op in Jezus naam. Zeg maar: we worden gestuurd.
Dat is ook het grote geheim van het komen “namens de kerk”. In het pastoraat nemen we het initiatief om de ander op te zoeken. Niet: “Als ze me nodig hebben bellen ze me maar.“
Een dokter of een andere hulpverlener moet je zelf benaderen. De pastor komt op bezoek. Natuurlijk niet om zich op te dringen. Maar om naar elkaar om te zien in Jezus’ naam. Jezus verbindt ons aan elkaar. Daarom hebben we in de gemeente zorg voor elkaar.

Praktische uitwerking
Intussen is er de laatste jaren in de pastorale praktijk wel wat veranderd. Was het pastoraat vroeger beperkt tot het werk van predikant en ouderlingen en kreeg het wel heel speciaal vorm in het huisbezoek.
In verschillende gemeenten binnen onze kerken zal het misschien nog net zo gedaan worden. In vele andere gemeenten zien we dat er veel meer nadruk is komen liggen op de hele gemeente als pastorale gemeente. Allerlei vormen van gemeente-opbouwwerk zijn ontwikkeld. Het gaat om “omzien naar elkaar”. Het pastoraat is niet voorbehouden aan enkele ambtsdragers binnen de gemeente, maar de hele gemeente doet mee in het omzien naar elkaar.
Praktisch kunnen we denken aan wijkbijeenkomsten en bezoekbroeders en zusters. In andere gemeente wordt dit nog veel breder uitgewerkt in het opzetten van kleine kringen van leden die bij elkaar in de buurt wonen. In die kleine kringen vindt onderling pastoraat plaats.
De taak van de predikant is dan zeker ook het voortdurend toerusten van mensen die speciaal het bezoek van medegemeenteleden op zich genomen hebben.

Dit onderlinge pastoraat is zeker een belangrijke Bijbelse notie. Denk aan de nadruk op onderlinge gemeenschap in de brieven van Paulus. We zijn allemaal leden van één lichaam. Allemaal verschillend, maar wel bij elkaar horend, om elkaar te dienen in de liefde. In kleinere verbanden kunnen we elkaar beter kennen en ook beter aandacht aan elkaar geven.

Pastorale nood
Toch merk ik dat er in het pastoraat vaak grote gaten vallen. De druk op predikanten is groot. Zij hebben een grote diversiteit aan taken: kerkdiensten, vele speciale kerkdiensten, toerusting, catechese, managementtaken, enz. Daarbij groeit het aantal pastorale eenheden per predikant voortdurend. Soms nog eens extra door fusies.
Vaak blijft daarom het pastoraat van de predikant beperkt tot noodpastoraat aan ernstig zieken en stervenden, bij rouw. En bij bijzondere situaties als huwelijken, echtscheidingen, geboorte van kinderen.
Vele gemeenteleden zitten met vragen die ze graag zouden willen delen met een pastor. Vragen die vaak erg persoonlijk zijn, die je niet zomaar in de kleine kring bespreekt. Maar de dominees zijn niet zomaar aanspreekbaar, of alleen via een spreekuur of een secretaresse. Dat doen veel mensen niet.
Ja, mensen die zich laten horen. Die zelf de telefoon of e-mail gebruiken om toch maar de dominee te spreken. Of hun boosheid te ventileren. Zij komen wel aan de beurt. Maar anderen die zich bescheiden opstellen, niet.

Zo merk ik dat er velen zijn, die nooit eens door kunnen praten over hun levensvragen. Over hun angst voor de dood. Over hun onzekerheid over het heil. Over hun verborgen huwelijksproblemen. En als je dan geen goede vriend(in) hebt, met wie je eens praten kunt, kun je heel eenzaam worden in de gemeente.
Daarbij komt dat er vaak bij kerkenraden geen overzicht meer is, welke problemen er bij de leden aan de orde zijn. Bijvoorbeeld: een vraag aan kerkenraden over het aantal doven in de gemeente leverde vaak een antwoord op dat liet zien, dat men het niet wist. De kerkenraad weet vaak niet meer goed, welke mensen met beperkingen er in de gemeente zijn.
Ik ben bang dat een heleboel mensen afhaken door het niet goed functioneren van het pastoraat.

Pleidooi voor prioriteit van het pastoraat
Het pastoraat moet prioriteit krijgen in de gemeente. Nee, met trouw pastoraat timmer je niet aan de weg. Je kunt er vandaag aan de dag niet mee scoren. En het kost veel tijd. En dus ook geld.
Maar het is onze heilige roeping van de Here. Wij hebben de opdracht om te zien naar de kudde van de Here. Te weten welke problemen bij de mensen spelen. Te weten ook welke mensen er aan het ronddwalen zijn.

De verworvenheden van het gemeenteopbouwwerk zullen we moeten uitbuiten en zoveel mogelijk onderling pastoraat moeten stimuleren. Prima die kleine kringen. Prima die bezoekers die op pad gaan. En alstublieft, rust ze toe. Zo dat ze met liefde, maar ook met voorzichtigheid in warm contact echt pastoraal meeleven.
Maar naast dit onderling pastoraat zijn er bekwame en geschoolde mensen in het pastoraat nodig. Mensen die speciaal in al die bijzondere situaties aandacht kunnen geven, waar gewone gemeenteleden geen raad mee weten.
Ik pleit voor een blijvend gespecialiseerd pastoraat. Het zij door predikanten, hetzij door pastoraal werkers.
In het Bijbelse beeld van de herder kent de herder zijn schapen. We moeten overzicht houden, de gemeente kennen, weten welke problemen spelen. Welke gevaren dreigen. En er op ingaan. Naar de mensen toe. Daarbij kunnen de pastorale mensen uit kleine kringen ook functioneren als doorgeefluik.

Andersom de schapen kennen de herder. Ook dat is belangrijk. Dat de gemeenteleden weten, wie voor hun deel van de gemeente de aangewezen pastor is. Dat ze die pastor ook een beetje kennen. Bijvoorbeeld door zijn/haar aanwezigheid bij wijk- en kringbijeenkomsten. Zo groeit er vertrouwen en kunnen mensen ook gemakkelijker aankloppen voor pastoraat.

Dat betekent dat het beleid van de kerkenraad hierop gericht moet zijn. Niet te grote eenheden per predikant/pastor. Laten er beleidstaken van predikanten overgenomen worden door bekwame gemeenteleden. Zo dat predikanten zich veel meer kunnen wijden aan de grote opdracht van de Opperherder: “Hoedt de kudde Gods!’

Adri Dingemanse
Ds. A. Dingemanse is predikant voor doven namens de Christelijke Gereformeerde Kerken en woont in Zwolle.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 september 2012

De Wekker | 20 Pagina's

Waar is de herder?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 september 2012

De Wekker | 20 Pagina's