Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bezinning op nieuwe vragen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bezinning op nieuwe vragen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zendingsgemeenten staan aan de frontlinie. Ze komen in aanraking met vragen die in de breedte van de kerk nog niet doordacht zijn. Deze kerk staat in een oude traditie waarvan de waarde bij jonge zendingsgemeenten niet altijd gezien wordt. Ze kunnen dus veel voor elkaar betekenen. De generale synode van 2010 gaf deputaten evangelisatie de opdracht om te zien hoe onze zendingsgemeenten en onze kerken elkaar in wederkerigheid kunnen dienen.

De aandacht is de afgelopen jaren gericht op drie onderwerpen: sacramenten, leiderschap en pastoraat. Deputaten en zendingsgemeenten zijn in een boeiend gesprek verwikkeld wat nog niet direct klaar is.

Sacramenten en sacramentsbeleving
Wanneer we in onze kerken spreken over de sacramenten, doop en avondmaal, doen we dat vanuit het perspectief van het verbond. God sluit zijn verbond met zijn gemeente, de gelovigen en hun kinderen, die in het verbond dat God al met Israël begon worden ingelijfd. Nu is de beleving van zo iets als een ´verbond´ in onze tijd sterk veranderd ten opzichte van vorige generaties. Onze cultuur legt meer nadruk op de originaliteit van ieder mens, dan op de continuïteit met het voorgeslacht, terwijl dat bij het verbond wel een belangrijke vooronderstelling is.

Dit heeft gevolgen voor de beleving van de sacramenten, die bij uitstek tekenen van het verbond van God zijn. Bij de doop gaat het altijd om twee aspecten: Gods belofte waarmee Hij als eerste naar ons toekomt en het antwoord dat Hij vraagt als reactie op zijn belofte. Wanneer iemand die niet gedoopt is tot geloof komt, krijgt hij of zij het teken van de belofte van God, die er al was voordat de nieuwe gelovige ging geloven. Maar in de beleving springt het moment van volledige overgave aan God sterk naar voren. De doop kan als bezegeling van dat moment een intense geloofservaring zijn, waar men God uitbundig voor groot wil maken. Zulke momenten zijn er – gezien de context van de zendingsgemeenten – vaker in deze nieuwe gemeenten, waardoor het accent op de geloofskeuze een prominentere plaats kan krijgen in de beleving. Dat sluit ook aan bij onze cultuur.

Is dat dan heel anders dan een doopbediening in een gevestigde kerk, waarin kinderen bij het doopvont worden gebracht (zoals overigens ook het geval is in de zendingsgemeenten, als kinderen van gelovige ouders ten doop gebracht worden)? In zo’n dienst ligt vaak meer nadruk op de continuïteit van Gods werk, op zijn belofte die er al was voor wij er iets van begrijpen of beleven. Maar ook daar wordt gebeden om een gelovig antwoord van het gedoopte kind en drukken ouders uit dat zij hun kinderen op die weg willen leiden. Beide brandpunten: Gods belofte en het gelovige antwoord, komen in allebei de situaties naar voren, maar per situatie is er wel een verschil in nadruk op het ene of andere focuspunt.

Tijdens de gesprekken die de deputaten voor evangelisatie voerden met zendingsgemeenten bleek dat een uitwisseling van hart tot hart ten aanzien van de beleving van de verschillende soorten van doopsbediening naar twee kanten toe goed deed en weer eigen vragen opriep. Hoe kan de enthousiaste blijdschap over het komen tot het geloof, dat er ook in gevestigde kerken is, daar meer tot uiting komen? En hoe kan de bezinning op de betekenis van het verbond in doop en avondmaal in de catechese en de vorming van de nieuwe leden op de weg van het geloof een goede plaats krijgen in de zendingsgemeenten?

Een zelfde soort uitwisseling vond plaats ten aanzien van de bediening van het heilig avondmaal. Ook hier is sprake van verschillende accenten. In de vormgeving zijn er soms grote verschillen. Maar wanneer wij met elkaar in gesprek zijn over ons verbonden zijn met Christus en hoe we daarin versterkt worden in de sacramenten, komen we telkens dicht bij elkaar. Uit de gesprekken die we voerden bleek ons dat het kan helpen als leidinggevenden in zendingsgemeenten en in al langer gevestigde kerken op dit niveau een blijvende uitwisseling onderhouden. Dat kan de toerusting en het onderwijs in de zendingsgemeenten ten goede komen en tegelijk een verrijking zijn voor de praktijk in bestaande kerken. Ook daar zitten postmoderne kerkgangers, die zoeken hoe de individuele beleving van de viering van de sacramenten op een goede manier vorm kan krijgen.

Leiderschap
Vaak groeit een zendingsgemeente sterk door het werk van een evangelist met bijzondere gaven in het uitdragen van de liefde van Christus. Als mensen tot geloof komen, moeten zij uiteraard nog een lange weg gaan van groei in kennis. De leiding van de geloofsgemeenschap die zo ontstaat, is meestal in hoge mate afhankelijk van één of twee mensen waarvan zowel in pastoraal opzicht als in het leiderschap in de gemeente veel gevraagd wordt.

Drs. Alrik Vos heeft in zijn mastersscriptie aangetoond, dat leidinggevenden in de zendingsgemeenten een ander persoonlijkheidsstructuur hebben dan hun collega’s in bestaande kerken. Dat is noodzakelijk gezien de pioniersfase waarin deze gemeenten zich bevinden. Tegelijk is het juist daarom ook van groot belang dat er een voortdurende uitwisseling blijft tussen voorgangers van zendingsgemeenten en van bestaande kerken, om van elkaars bevindingen te leren.
Drs. Herman Carlier die in samenwerking met deputaten evangelisatie ook onderzoek deed op dit terrein, wees er op dat de gereformeerde traditie een grote openheid kent ten aanzien van de vormgeving van leiderschap in de gemeente van Christus. Niet voor niets gebruikt onze kerkorde voor de ambten het Bijbelse woord ‘diensten’. Kerkelijke structuren kunnen naar gelang de behoefte van de context veranderen, mits deze voortdurend genormeerd wordt vanuit de Schrift.

Evangelisten weten zich net als andere zendelingen vaak pioniers, die voor nieuwe uitdagingen staan om leiding te geven aan de gemeente vanuit Gods woord.
Staande in de gereformeerde traditie enerzijds, staat men anderzijds met twee benen in een wereld waarin tal van onverwachte kwesties naar hen toekomen. Juist daarom is het nodig aandacht te geven aan blijvende toerusting van het kader van de zendingsgemeenten en aan de vorming van deze pioniers en dit ook al onder studenten te stimuleren.

Deputaten evangelisatie doen daarnaast een voorstel aan de komende synode om predikanten de mogelijkheid te bieden voor een vorm van stage in zo’n zendingssituatie in Nederland. Dit zal naar twee kanten toe positief kunnen zijn. Tijdens het onderzoek waarin elke deputaat een aantal zendingsgemeenten bezocht, bleek dat deze ontmoetingen ook het missionaire getuigenis van bestaande gemeenten ten goede kunnen komen.

Pastoraat
Het pastoraat in zendingsgemeenten stelt tevens voor eigen uitdagingen. De missionaire context maakt dat het aantal mensen met een specifieke pastorale nood veel groter is dan in een ‘gewone’ gemeente.
Ook is het de vraag waar het pastoraat moet ophouden. Juist de contacten met hen die nog geen lid zijn van de gemeente verdienen extra aandacht. Datzelfde kan ook gelden voor het pastoraat in gevestigde kerken, maar de praktijk is dat het pastoraat zich daar veel sterker beperkt tot hen die al langere tijd lid zijn van de gemeente. Op dit punt kunnen gewone gemeenten meer missionair worden, als er meer oog komt voor de uitdagingen die er op pastoraal gebied zijn aan de rand en net buiten de eigen gemeente. Anderzijds kan de pastorale ervaring en het nadenken daarover vanuit de Bijbel, zoals die in de kerken ontwikkeld is, voor de nieuwe zendingsgemeenten van betekenis zijn. Ook hier zullen persoonlijke ontmoetingen, waarbij men van hart tot hart kan spreken over de eigen pastorale praktijk, helpend zijn. Dat bleek onder meer tijdens de onlangs gehouden ontmoetingsdag voor missionair werkers uit onze kerken, waar het pastoraat in missionaire context het thema van de dag vormde.

Zendingsgemeenten zijn bij uitstek plekken die God gebruikt om nieuwe gelovigen aan zijn kerk toe te voegen. Nieuwe gemeenten en oudere kerken kunnen veel leren van elkaar en mogen, net als in Handelingen 15: 3, zich samen verblijden in wat God doet.

Bram Dingemanse en Michael Mulder
Michael Mulder en Bram Dingemanse zijn consulent voor evangelisatie en grootstedelijke gebieden.


Onlangs werd de Chinese student Terry Zhang gedoopt in de gemeente van Rotterdam Charlois ICF. Hij gaf hij daarbij dit getuigenis: “Vandaag is de belangrijkste dag van mijn leven. Vandaag is een dag om te blijven gedenken. En vandaag, op deze plaats, maak ik de wereld bekend: Ik ben een christen en ik belijd dat Jezus Christus de Zoon van God is, het Lam van God. Ik heb Jezus Christus aanvaard als mijn Redder en ik heb besloten om het kruis op mij te nemen en de Here te volgen; van deze dag af wil ik hongeren naar het Woord van God, de wil van God volgen, ik wil alles in het gebed voor God brengen en vaak in gemeenschap met God verkeren. Ik dank en prijs God voor deze dag, laat Hij verheerlijkt worden in mijn leven.”

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 april 2013

De Wekker | 20 Pagina's

Bezinning op nieuwe vragen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 april 2013

De Wekker | 20 Pagina's