Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Briefwisseling

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Briefwisseling

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In deze briefwisseling schrijven twee predikanten die het gewone gemeentewerk hebben verruild voor het werken met gedetineerden: ds. W.J. Plantinga en ds. P.J. van Dam. Zij geven een inkijkje in hun werk en stellen elkaar vragen over de betrokkenheid van de kerken bij hun werk en over hun eigen ervaring met betrekking tot die betrokkenheid.

Beste Pieter,

Bij mij is het eerste contact met justitie begonnen toen ik na vier jaar in de gemeente de gedachte kreeg om, naast het werken in de gemeente, één dag er iets bij te doen. Het leek me verrijkend om naast het gemeentewerk te werken met gedetineerden. Mijn kerkenraad destijds was het hiermee eens en zo kwam het contact. Maar naarmate het allemaal concreter werd, kreeg ik van de hoofdpredikant van justitie te horen dat zij voor fulltimepredikanten wilden gaan. Ze hadden gemerkt dat het belangrijk is dat predikanten zichtbaar aanwezig zijn in de inrichtingen. Iets wat ik helemaal herken! Het is van absolute meerwaarde om helemaal vrij te zijn voor dit werk.

Dit hele proces heb ik destijds als leiding van God ervaren, maar hierdoor is het afscheid nemen van de gemeente sneller gegaan dan aanvankelijk gedacht. Hoewel ik mij als justitiepredikant als een vis in het water voel, mis ik, net als jij, soms het gemeentewerk: de tijd om preken voor te bereiden, het contact met gemeenteleden in alle levensomstandigheden, de catechisaties etc. Soms kriebelt het wel eens en daarom sluit ik ook niet uit ooit weer in de gemeente aan de slag te gaan.

Volgens mij zou het een gezonde ontwikkeling zijn dat het normaler wordt gevonden dat predikanten voor een bepaalde periode een bijzondere opdracht vervullen, maar daarna weer terugkeren naar de gemeente. Dat is goed voor het justitiepastoraat: justitiepredikanten voelen zich echt verbonden met en gezonden door hun kerk. Het is ook waardevol voor de kerken: want wat de predikanten hebben gezien en geleerd in het bijzondere pastoraat, kunnen ze weer doorgeven in de kerken.

Geven en ontvangen. Dat zie ik ook bij de vele vrijwilligers uit de kerken die hier actief zijn, je vroeg er in je brief naar. Tijdens de zondagse kerkdiensten zijn er altijd vrijwilligers aanwezig om koffie te schenken en gesprekken te voeren. Maar ook tijdens de drie PrisonAlpha’s (Alphacursus in de gevangenis) die hier jaarlijks in Zoetermeer gehouden worden. Zij geven veel: ze bakken heerlijke, zelfgemaakte (appel)taart, houden een inleiding, voeren gesprekken, hebben oprechte aandacht. Het zorgt ervoor dat de gedetineerden zich welkom voelen en je ziet de dankbaarheid van de gezichten stralen.

Tegelijkertijd hoor ik van dezelfde vrijwilligers dat ze zelf ook veel terug ontvangen. Eén vrijwilliger, ook ouderling in zijn gemeente, vertelde mij dat hij tijdens de gesprekken met de gedetineerden zo snel de diepte in kan gaan: ‘Was dat in mijn gewone huisbezoeken ook maar zo! Deze ontmoetingen bemoedigen mij enorm.’ Die ervaring heb ik zelf ook regelmatig. Het is bemoedigend om te zien en te horen dat God in hun leven aan het werk is. Wat zijn jouw ervaringen met vrijwilligers? En herken je die wisselwerking tussen geven en ontvangen?

In mijn vorige brief stelde ik je de vraag of je een idee hebt waarom de mannen hier relatief veel met geloof bezig zijn. Zelf denk ik dat het er voor een groot deel mee te maken heeft dat ze hier in een afhankelijke positie zitten. Ze staan ineens met lege handen. Van de ene op de andere dag zitten ze hier, ver weg van familie. Ze tobben met hun delict. Ze vragen zich af hoe het verder gaat met hun huwelijk. Er staat druk op de relatie met hun kinderen. Hun baan, hun huis, er zijn geen zekerheden meer.

Vorige week had ik een gespreksgroep waarin het ging over bidden. Iemand die al heel lang in voorarrest zit, vertelde: “dominee, als ik mijn gebed niet had, dan was ik al lang bitter geworden. Dankzij het geloof krijg ik kracht in deze onzekere tijd”.
Hij had ervaren dat zijn lege handen gevuld werden door God. Op zulke momenten leer ik weer, ook voor mijzelf(!), scherper te zien dat God juist daar is waar mensen komen met lege handen. Daar waar wij de touwtjes uit handen geven.

Ten slotte ben ik wel benieuwd of jij aan nazorg doet. Regelmatig breng ik mannen in verbinding met een kerk ‘buiten’. Het is zo belangrijk dat ze ook na hun detentie de waarde van een geloofsgemeenschap ervaren. Ze mogen ook daar ontvangen en doorgeven … Toch is het niet altijd eenvoudig om die verbinding te leggen. Wat is jouw ervaring daarmee? Een mooi initiatief vind ik de z.g. Kerken met Stip, kerken die hebben uitgesproken zich gastvrij te willen opstellen voor ex-gedetineerden. Wat is jouw ervaring daarmee?

Pieter, ik moet stoppen. Ben benieuwd naar je reactie! Gods zegen gewenst in alles!

Hartelijke groet,
Wytze


Hoi Wytze,

Bedankt voor je brief! Goed te horen op wat voor manier jij in justitieland verzeild bent geraakt!

Graag wil ik eerst ingaan op je opmerking over de positieve ervaring van het predikant zijn buiten onze kerken. Moet die mogelijkheid er niet zijn voor alle geestelijken?

In de jaren 1988/89 ben ik een zogenaamde jaarling geweest binnen het leger. Dat was een mogelijkheid om een jaar door de gemeente waar je predikant was vrijgesteld te worden om als legerpredikant te werken. Na dat jaar kon je weer terug naar de gemeente waar je aan verbonden was. Dat jaar heb ik als heel positief ervaren. Het was verfrissend en verrijkend om buiten het kerkelijke verband te werken. Jammer, dat die mogelijkheid er nu niet meer is. Het was voor mij en de gemeente waar ik toen werkte heel goed!

In je eerste brief schreef je over een gedetineerde in jouw P.I. die een Bijbel van mij in Teylingereind had gekregen. Jammer, dat hij na Teylingerend in het volwassenencircuit is terechtgekomen. Het is hem blijkbaar niet gelukt een leven op te bouwen, waarin hij niet meer met justitie in aanraking zou komen. Hoe ervaar ik dat? Zeg ik na zo’n bericht: Waar doe ik dit werk eigenlijk voor? Heb ik deze jongen/man voor niks een Bijbel meegegeven en gesprekken met hem gehad?

Voor ons allemaal is het heel lastig los te komen van patronen in je leven, waaraan je gewend bent geraakt. Het is een weg van vallen en opstaan en van heel veel geduld met jezelf om dat te bereiken. Dat geldt voor ons allemaal en die ervaring delen ook de jongens die hier zitten. Ik vind het één van de mooiste ervaringen in mijn werk, als ik zie, dat het een jongen lukt dat verkeerde patroon achter zich te laten en werkelijk een andere koers in te slaan. Daar heb ik veel respect voor. Dat lukt niet alle jongens.

Is het werk, dat ik in Teylingereind doe, daarom zinloos, werken tegen beter weten in? Nee! Onze God zegt ons, dat we nooit voor niks uitdragen wat Hij ons handen heeft gegeven. Hij stuurt dat niet zomaar de wereld in. Dat Woord doet wat Hij wil.

Dat hoor en zie ik. Regelmatig sta ik verbaasd over jongens die verhalen uit de Bijbel blijken te kennen. Bij navraag hoor ik, dat ze dat niet in hun opvoeding hebben meegekregen. Ze hebben die verhalen ergens opgepikt. Er was een meester of juffrouw uit de basisschool die die verhalen goed verteld heeft. Door een kerk in hun buurt werd een week georganiseerd waar van alles gedaan werd rondom deze verhalen uit de Bijbel. Ze zijn ze niet vergeten. Dat verbaast me. Elke dag krijgen we zo’n bombardement aan informatie over ons uitgestort en bij alles wat ze kunnen horen en zien, zijn deze verhalen blijven hangen. De sfeer die er om deze verhalen heen was, de positiviteit van een meester of juffrouw, de aandacht tijdens zo’n week van de kerk, het heeft blijvende indruk gemaakt.
Ik zie daarin de trouw van onze God. Hij zorgt ervoor, dat dat door die meester of juffrouw, door die mensen van de kerk, niet voor niks is gedaan.

Dat geeft mij het vertrouwen te doen wat van mij gevraagd wordt. Ik ben blij, als ik resultaten zie. Zijn die resultaten op dit moment niet zichtbaar, dan weet ik, dat Hij verdergaat, als een jongen Teylingereind verlaat. Ik heb een poosje met hem mee mogen lopen. Hij heeft zijn verhalen kunnen vertellen. Ik heb hem verteld, dat Jezus zegt, dat Hij het licht van de wereld is en dat bij die wereld ook Teylingereind hoort. Ook als je hier zit en de duisternis is compleet voor je eigen ervaring, dit woord staat en geldt voor ons allemaal. Ik weet ook, dat dat Licht pas wat kan doen, als je jezelf ervoor openstelt. Dat is een levenslang proces. Begint dat proces bij een jongen niet hier, maar pas later, dan hoop ik, dat ik die boodschap zo heb doorgegeven, dat hij wel heeft gezien, dat dit ook vandaag van levensbelang is.

We hebben maar twee keer gekregen van de redactie van de Wekker. Ik zou nog wel meer onderwerpen met je willen delen. Werken in justitieland betekent ook, dat je samenwerkt met geestelijk verzorgers van andere godsdiensten. Dat doe jij nog meer dan ik. Ik werk hier samen met mijn goede vriend de imam. Jij hebt daar in Zoetermeer ook nog een pandit en een rabbijn. Wat heeft dat met jouw geloofsbeleving gedaan? Dat zal hier in dit nr. van De Wekker niet lukken. We moeten maar een keer afspreken in Den Haag om daar bij een kop koffie en gebak verder door te praten over dat prachtige werk dat we mogen doen.

Hartelijke groeten,
Pieter van Dam

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 oktober 2013

De Wekker | 20 Pagina's

Briefwisseling

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 oktober 2013

De Wekker | 20 Pagina's