Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Filemon: 1-7 (Filemon 1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Filemon: 1-7 (Filemon 1)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een drietal Bijbelstudies luisteren we naar de brief van de apostel Paulus aan Filemon. Het is het kortste van Paulus' brieven in de Bijbel en waarschijnlijk tijdens zijn gevangenschap in Efeze geschreven. Er valt veel uit te leren in een tijd waarin ongeloof en verkilling van de liefde allerlei verhoudingen ruïneren. Alleen genade geneest en heelt.

De aanleiding tot het schrijven van dit briefje is het weglopen van Onesimus, een slaaf, bij zijn baas Filemon vandaan. Op zeker moment is hij bij Paulus terechtgekomen. Daar kwam hij tot geloof. Hoewel Paulus hem graag bij zich had gehouden, stuurt hij hem toch terug naar waar hij hoort te zijn: bij Filemon. Maar zal Filemon zijn ontrouwe slaaf die hem schade heeft berokkend nog accepteren? Met veel tact en fijngevoeligheid schrijft Paulus een aanbevelingsbrief waarin hij, met een appèl op de liefde van Filemon, hem als het ware smeekt zijn gedeserteerde slaaf weer in dienst te nemen. In de volgende schetsen zullen we er uiteraard meer van horen. Nu beperken we ons tot de eerste zeven verzen. Paulus noemt hier de afzenders van zijn brief en de geadresseerden die hij met genade en vrede begroet. Vervolgens spreekt hij een dankgebed uit voor het geloof en de liefde van Filemon.

Afzenders
Als eerste introduceert Paulus zichzelf als afzender. Het valt op dat hij zich hierbij niet aandient als apostel van Jezus Christus zoals hij dat in de meeste andere brieven van zijn hand wel doet, maar als een gevangene. En dan niet zomaar een gevangene die vanwege een of andere misdaad achter slot en grendel is gekomen, maar als een gevangene van Christus Jezus. Dat betekent dat Paulus vanwege Christus en Zijn Evangelie in de boeien zit. Hij moest lijden om Christus’ wil, wat Christus zijn discipelen als toekomstige apostelen al had voorzegd in Lukas 21: 12. Wie Christus volgt en dient, zal dat op een of andere manier merken: tegenwerking, spot en voor velen in de wereld gevangenschap. Doordat Paulus zich een gevangene van Christus en niet apostel noemt, wil hij Filemon laten voelen dat hij hem niet iets beveelt, maar iets vraagt.
Ook Timotheüs wordt als mede-afzender genoemd. Hij kende de inhoud van de brief en stemde ermee in. Hij draagt er dus ook verantwoordelijkheid voor. Timotheüs is één van Paulus’ trouwste medewerkers en werd na zijn besnijdenis ingeschakeld in het zendingswerk (Hand. 16: 1-8). Paulus typeert hem als een broeder. Een broeder in het geloof en in het werk van de Evangelieverkondiging.

Geadresseerden
De eerste geadresseerde tot wie Paulus zich richt is Filemon, de geliefde. Zijn naam betekent ‘liefhebbend’. Als Paulus hem ‘de geliefde’ noemt dan maakt hij dus een woordspeling op de naam van Filemon. Paulus heeft een band van broederliefde met Filemon. Aangezien zowel Onesimus als de even later genoemde Archippus in Kolosse woonden (Coll. 4: 9 en 17), kunnen we aannemen dat ook Filemon daar woonde. Archippus was een medearbeider van Paulus. Hij is blijkbaar betrokken geweest bij de verbreiding van het Evangelie in Kolosse. Hoewel Paulus in zijn brief met name Filemon aanspreekt, wil hij dat ook anderen er kennis van nemen: Appia, de geliefde, Archippus, zijn medestrijder in het Evangelie, en de gemeente die in het huis van Filemon samenkomt. Algemeen wordt aangenomen dat Appia de vrouw en Archippus een zoon van Filemon is. In hun huis komt de gemeente van Kolosse als een gezin samen. Dus letterlijk een huisgemeente. Een huis van God, waarvan geldt dat als er twee of drie in de Naam van Christus bijeen zijn, Hij in hun midden is.
De geadresseerden worden door Paulus begroet met: genade en vrede van God, onze Vader, en van de Heere Jezus Christus. Alleen dan en zo zal een gemeenschap zijn als ze leeft uit de bron van Gods genade en vrede in Christus.

Dankgebed
Bidden en danken, danken en bidden gaan in het leven een christen hand in hand. Wat is er een overvloed aan zegeningen die stof tot dank geven. Paulus is een dankend en biddend mens. Telkens wanneer hij in zijn gebeden aan de lezers van zijn brief denkt en inzonderheid aan Filemon, dan dankt hij zijn God. Waarom? Omdat hij gehoord heeft van hun liefde tot en hun geloof in Christus. Geloof dat door de liefde werkt. Dat brengt vrucht voort. Paulus heeft dat ook vernomen. Dat de liefde ook onderling functioneert. Liefde tot alle heiligen, tot allen die de Heere toebehoren en Hem zijn toegewijd.

Tegelijk is het Paulus’ bede dat de gemeenschap die zijn lezers onderling in het geloof beoefenen en beleven krachtig openbaar komt in een kennen van al het goede dat Christus in hun hart heeft gewerkt en in hun leven heeft geschonken. Ieder waar gelovige ontvangt in relatie met Christus gaven, goede gaven, genade gaven, geestelijk en zelfs materieel. Ze moeten onderkend worden opdat we elkaar er binnen de gemeente mee dienen.
Iemand bij wie dit al merkbaar is, is Filemon. Als Paulus ervan hoort dan wordt hij blij en getroost. Filemon heeft door zijn liefdebetoon zijn medegelovigen innerlijk opgebeurd. Ze zijn er geestelijk door opgeknapt. Zou Paulus er niet op aan kunnen dat deze broeder in Christus straks ook Onesimus weer in liefde aanvaardt?


Gespreksvragen
1. Lees het briefje Filemon eens door en probeer de kernboodschap ervan samen te vatten.
2. Jezus zegt in Joh. 16: 33: In de wereld zult u verdrukking hebben? Is een comfortabel christenleven zoals wij dat kennen wel normaal?
3. Wij komen ’s zondags als gemeente samen in een kerkgebouw. Zou het voor de geestelijke opbouw van elkaar goed zijn om ook bijvoorbeeld per wijk bij iemand thuis samen te komen om God Woord te onderzoeken?
4. Ieder gelovige krijgt gaven van de Heilige Geest. Heb je ze bij jezelf ontdekt en wat doe je ermee?

G. van de Groep
Ds. G. van de Groep is emerituspredikant en woont in Heerde

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 mei 2014

De Wekker | 20 Pagina's

Filemon: 1-7 (Filemon 1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 mei 2014

De Wekker | 20 Pagina's