Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Omgaan met een chronisch(e) ziek(t)e’ (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Omgaan met een chronisch(e) ziek(t)e’ (3)

Zingeving

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de twee voorgaande artikelen hebben we gezien dat het je moeite kan kosten om 'ik' te zeggen wanneer je chronisch ziek bent. Je wordt kwetsbaar en dat levert goede en minder goede helpers op. Daarnaast is er het gevaar van verkeerde antwoorden. Het zijn pleisters op gapende wonden die je geen genezing brengen. In dit derde artikel doen we een voorzichtige poging om iets over zingeving te schrijven.

De ‘waaromvraag’
Elk mens die lijdt stelt zichzelf vroeg of laat de ‘waaromvraag’ naar het lijden dat hem of haar treft. De theoreticus die met een uitgestreken gezicht zegt dat je beter ‘waartoe’ dan ‘waarom’ kunt vragen, is niet bepaald een trooster bij leedgevecht. Drie voorbeelden uit de geschiedenis laten dat zien.
We kennen de vrienden van Job. Zolang ze zwegen en mee wilden lijden, waren ze een troost voor Job (Job 2: 13). Maar toen ze hun antwoorden gaven en het lijden van Job wilden duiden, gingen ze de mist in. Ze vergrootten Jobs lijden door God als zijn tegenstander te presenteren (Job 8: 3-4).
Een tweede voorbeeld zijn de Stoïcijnse filosofen. Zij huldigden de opvatting dat je het lijden maar het beste kunt negeren. In de veronderstelling dat onaanvaard leed geen pijn doet, negeerden zij ten slotte alle emoties. Het duurde niet lang of men ontdekte dat juist de emoties (met pijn en al) ons mens maken! Dat neemt echter niet weg dat het emotionele leven flink op z’n kop kan gaan bij de confrontatie met een chronisch zieke.
Het derde voorbeeld is de filosoof August Comte. Hij duwde op zijn beurt ook de ‘waaromvraag’ weg. Hij zei: ‘Het stellen van de waaromvraag is onvolwassen.’ Comte dacht dat je met een positief denken de waaromvraag irrelevant kon maken. En ook dat is niet waar. Vroeg of laat kom je jezelf tegen met de vraag naar de zin van jouw lijdende bestaan. Als weglopen voor de waaromvraag niet meer helpt, zijn er dan misschien antwoorden die een richting wijzen? We doen een poging.

Van ‘ziek zijn’ beter worden?
Als je het lijden aan een ziekte als zinloos ervaart, kan er dan toch nog iets van zingeving zijn waarin het lijden een plaats heeft? Wim ter Horst wijst erop dat je ook met een chronische ziekte een keuze hebt. Je kunt ervoor kiezen om ondanks het passieve(re) leven actief door het lijden heen te gaan. Niet als een held die op zijn eigen kracht vertrouwt, maar als een gelouterd mens die volkomen hoopt op Gods genade. Wie gaandeweg oog krijgt voor Gods genade in een ziekteproces, die kan na verloop van tijd momenten van zingeving ervaren.

1. Lijden aan een ziekte maakt de hartsgesteldheid van omstanders openbaar. Jouw kwetsbaarheid vraagt de omgeving stelling te nemen. Het confronteert hen met hun eigen sterfelijkheid. Niet iedereen kan daarmee omgaan. Een sprekend voorbeeld vinden we in Johannes 9, als Jezus de blindgeborene ontmoet. De discipelen vragen: ‘Heeft hij gezondigd of zijn ouders?’ Onbewust verraden ze de veroordelende manier waarop ze naar de zieke kijken. In nood leer je je vrienden kennen. Je relaties worden ‘echter’ en kwetsbaarder, omdat anderen voor jou moeten offeren. Dat geldt voor de patiënt zelf en voor degenen die er dichtbij staan. Zij lijden soms intensief mee (co-ziekte).

2. Lijden brengt je terug naar de kern van het bestaan, namelijk het ‘zijn’ zonder meer. Dat gegeven ontdoet je van franje en frutsels. Veel zieken geven na verloop van tijd weinig meer om uiterlijkheden: kapsel, kleding en makeup. Dat is niet per se validiteitverlies, maar het ontstaat door een herschikking van je prioriteiten. Je leert door de dingen heen prikken, omdat je hebt ontdekt wat werkelijk waarde heeft.

3. Lijden kan een leerschool voor echte liefde zijn. Dat is geen liefde die geboren wordt uit prestaties, maar een liefde die het passieve leven aanvaardt. 1 Johannes 4: 11 zegt: ‘Als God ons zo liefhad, moeten wij ook elkaar liefhebben.’ Gods liefde wordt gekenmerkt door het ‘alles overgevende karakter’. God lijdt aan zijn liefde voor mensen (die bovendien zijn vijanden zijn). Als we zo liefhebben, hoeveel kunnen we dan voor zieken opbrengen?

De kracht van gemeenschap
Het passieve(re) leven heeft behoefte om ‘ik’ te kunnen zeggen in een veilige omgeving. Juist in de gemeenschap met anderen ligt veel van de dragende kracht om een ziekte te kunnen volhouden. Familiebanden zijn daarin onmisbaar. De oude uitspraak dat ‘het hemd nader is dan de rok’ telt in het geval van ziekte dubbel. Ook goede vriendschappen zijn onmisbaar. In het leedgevecht kunnen vrienden goede troost bieden. Ze kunnen je beschermen tegen verkeerde vormen van troost.
Uiteraard noemen we hier ook met vreugde de kerkelijke gemeente. Als een kerk goed functioneert, is het bij uitstek de plaats waar ‘het kwetsbare’ in liefde gedragen wordt. De praktijk is soms weerbarstig omdat broeders en zusters het moeilijk vinden om met een chronisch(e) ziek(t)e om te gaan. Daarom is een broeder of zuster die lijdt aan een chronische ziekte ook een voortdurende vraag aan de gemeente. De ontferming van Christus wordt het meest zichtbaar waar de lijdende in liefde aanvaard wordt. Laten we onszelf eens afvragen: ben ik een broeder of zuster bij wie de liefde voor een ziek mens zichtbaar is?

Samen kruisdragen
In de navolging van Christus leren we om elkaars (zonde)last te dragen en zo de (liefde) wet van Christus te vervullen (Gal. 6: 2). Kruisdragen gaat met vallen en opstaan. Dat geldt aan de kant van de zieke, maar ook aan de kant van ‘medelijders’. Simon van Cyrene had andere plannen toen hij van zijn akker naar Jeruzalem ging. Geconfronteerd met de Lijdende had hij geen keus meer. Zijn plannen moesten opzij, want de weg van het kruis gaat voor de weg van glorie. De prijs van de wedloop wordt pas uitgekeerd als de laatste binnen is (1 Kor. 9: 22-27 en Hebr. 12: 1-3). Ons doel is om de eindstreep te halen, maar laten we onderweg elkaar niet voorbij rennen. Wie verzwakt en ziek zijn, delen in dezelfde belofte van de overwinning. Genade wordt zichtbaar waar mensen onderweg elkaar helpen om het kruis te dragen. Om het vol te houden, kijken we steeds naar Jezus, de Leidsman en de Voleinder van het geloof.

S.P. Roosendaal
Ds. S.P. Roosendaal is predikant te Nieuwe Pekela en heeft te maken met verschillende chronische ziekten in zijn gezin.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 augustus 2014

De Wekker | 16 Pagina's

‘Omgaan met een chronisch(e) ziek(t)e’ (3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 augustus 2014

De Wekker | 16 Pagina's