Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kerkorde in dienst van het Evangelie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kerkorde in dienst van het Evangelie

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Gaat dan heen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb." (Math. 28: 19). Dat is hoe de kerk in deze wereld mag staan: gezonden, door Christus Zelf, om het grote nieuws van het Evangelie door te geven, onder de belofte van de Koning van de kerk, dat Hij haar bij dat gezonden zijn niet aan haar lot over zal laten, maar met haar zal zijn, tot aan de voleinding van de wereld.

Dat is de kerk: de levende gemeente van Christus, door Hem weggeroepen uit de wereld, om bij Hem te horen en gezonden in de wereld om het Evangelie door te geven en voor te leven totdat Hij terugkomt. Maar naast dit ‘plaatje’ van de kerk, zouden we ook een ander plaatje kunnen zetten, namelijk van de kerk als gevestigde, geïnstitutionaliseerde kerk, de kerk als organisatie waarin allerlei wetten en regels gelden, met als kroon op dat alles: een kerkorde. En die twee plaatjes staan voor ons gevoel heel ver van elkaar af.
Zó ver, dat er wel gezegd is dat kerk-recht een contradictio in terminis (tegenspraak in termen) is. De Duitse rechtsgeleerde Rudolph Sohm (1841-1917) zei: ‘kerkrecht is met het wezen van de kerk in tegenspraak’. Immers, ‘het wezen van de kerk is geestelijk, het wezen van het recht is wereldlijk’. Elke vorm van rechtsorde deed voor hem afbreuk aan de rechtstreekse en levende manier waarop de gemeente door de Heilige Geest geleid wil zijn (Joh. 16: 13). En Sohm was niet de enige die hiermee worstelde. Kán het eigenlijk wel samen: kerk en recht? Kan het wel: kerkrecht dat betrokken is op de roeping van de kerk? Een kerkorde in dienst van de evangelieverkondiging?

Recht
Ja, ik geloof dat dat inderdaad kan. Het is mijn stellige overtuiging dat goed kerkrecht een zegen is voor de kerk. En dat een goede kerkorde bescherming biedt, en hulp kan aanreiken, juist ook in missionaire situaties. Sterker nog, ik geloof dat goed kerkrecht principieel gezien per definitie missionairgericht is. Maar om daarvan iets te laten zien moet ik even een stapje terug, naar die voorvraag over kerk en recht.

De opvatting dat kerk en recht elkaar uitsluiten komt voort uit angst voor formalisme en het verliezen van de band met de levende Heer van de kerk. En die waarschuwing is legitiem. Maar de stelling dat kerk en recht onverenigbaar zijn is niet houdbaar. Het wezen van de kerk is inderdaad geestelijk (1 Kor. 3: 16, Gal. 5: 25), maar dat sluit zichtbare vormen niet uit. En de opvatting van recht als ‘wereldlijk’ verliest uit het oog dat het recht zijn oorsprong vindt in God Zelf.

Al in het Oude Testament blijkt hoezeer God een God van recht is, dat Hij het recht liefheeft, en dat Hij recht doet. In de Psalmen bijvoorbeeld wordt, naast de vele plaatsen waar de HERE gevraagd wordt om ‘recht te doen’, ook in directe zin Gods recht bezongen (bv. Psalm 99: 4, Psalm 111: 7). En in Jesaja, waar het thema ‘recht’ vaak terugkomt, zegt de HERE het van Zichzelf: “Want Ik, de HERE, heb het recht lief” (Jes. 61: 8). En als de HERE het recht liefheeft, dan moet dat ook bij Zijn volk te zien zijn, ook dat vind je al in het Oude Testament. Bijvoorbeeld in Spreuken 21: 3: “Gerechtigheid en recht doen, is de HERE welgevalliger dan offers” en in Micha 6: 8: “Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de HERE van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God”. Het recht hoort bij God. Tegenover de wanorde en chaos, die het werk van de duivel zijn, bloeit het recht overal waar God komt, en maakt het vreugde en leven mogelijk.

Heil
Hoe diep de grondtoon is van die vreugde blijkt heel mooi uit een tekst die vaak gebruikt wordt in verband met kerkorde en kerkrecht, 1 Kor. 14: 33: “want God is geen God van wanorde, maar van vrede”. Opvallend is dat tegenover ‘wanorde’ hier niet staat: ‘orde’, maar: ‘vrede’ ... Dat heeft alles te maken met het volle heil, in Christus gegeven (vgl. Jes. 53: 5: “de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem”). Het gaat om de vrede als onderdeel van het heil door de verzoening van Christus, de vrede die samenhangt met het recht van Zijn rijk (Jes. 9: 6: “groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid”, vgl. ook Jes. 42: 3,4).

Het recht van de kerk is gestempeld door haar visie op recht: verzoening. Daarmee is het recht van de kerk per definitie missionair gericht: het wil de weg van de verzoening openhouden, en ruim baan maken voor het heil van Christus. Die concentratie op de verzoening zie je ook terug in de vier hoofddelen van onze kerkorde: het deel over de ambtsdragers (met de nadruk op de verkondiging als bediening van de verzoening), over het kerkverband (waar men elkaar helpt om bij de leer van de verzoening te blijven), over de sacramenten (waar de verzoening zichtbaar mag worden), en over de tucht (waar de weg naar de verzoening teruggewezen wordt). Steeds gaat het erom, dat de weg voor de doorwerking van het Evangelie wordt vrijgehouden.

En daarin gaat het Nieuwe Testament ons voor. Met name in Handelingen lees je over momenten in het leven van de eerste gemeenten, waar je beginnetjes van ‘kerkrecht’ aan zou kunnen wijzen. En steeds merk je dan, dat het daarbij niet ging om formalisering, maar om de vraag hoe de voortgang van het Evangelie het best gediend kon worden. Wanneer in Handelingen 6 blijkt dat de Griekssprekende weduwen achtergesteld worden, worden er zeven mannen gekozen die zich voortaan zullen wijden aan de dagelijkse verzorging van de weduwen, zodat de apostelen zich kunnen houden aan het gebed en de bediening van het Woord (Hand. 6: 3,4), met als uiteindelijke doel wat er staat in vers 7: “En het woord Gods wies en het getal der discipelen te Jeruzalem nam zeer toe …”.

Iets dergelijks geldt van de collecte ten behoeve van de armen in Jeruzalem. Dat Paulus bij andere gemeenten aandrong op deelname, was niet vanwege een wens tot meer institutionalisering van de kerk, maar vanuit het oogpunt van onderlinge hulp en liefde, die de doorgang van het Evangelie bevorderen, niet alleen in Jeruzalem, maar ook bij de gevende gemeenten (vgl. wat Paulus zegt in 2 Kor. 8: 1, over het ‘delen in de genade van God’). Ook bij het apostelconvent in Jeruzalem (Hand. 15) was de diepste drijfveer voor het zoeken van elkaars hulp: de zorg dat Gods Woord verder zou gaan, en vrucht zou dragen. En te denken is ook aan de vereisten voor de ambtsdragers, die in de brieven genoemd worden, en die alles te maken hadden met de geloofwaardigheid van het Evangelie die niet in gevaar mocht komen (zie o.a. 1 Tim. 3: 2-7).

Belijdenis waarmaken
Het gaat in het recht van de kerk steeds om de doorgang van het Evangelie, en om recht doen aan wat de kerk ten diepste is. Je zou kunnen zeggen: kerkrecht is bedoeld om de belijdenis van de kerk in de werkelijkheid van haar organisatie waar maken. Al die mooie dingen die het Nieuwe Testament zegt van de kerk: dat ze van Christus is, heilig en Hem toegewijd, geroepen uit de wereld om bij Hem te horen, en gezonden in de wereld om het Evangelie te verkondigen – al die dingen moeten ook vorm krijgen in hoe de kerk concreet functioneert.

Kerkrecht is dus meer dan een stel onderling afgesproken regels als geldend recht in de kerk; het unieke, en mooie, van het recht van de kerk is, dat het voortkomt uit Gods recht vóór Zijn kerk, uit wat Hij Zelf in Zijn Woord over Zijn kerk zegt en van Zijn kerk wil. Mooi vind ik in dit verband de titel van een bundel opstellen over kerkrecht van ds. L.C. van Drimmelen, voormalig docent kerkrecht aan de VU: ‘Een troon voor het Woord’. In het voorwoord zegt hij over die titel: “Een goede kerkorde schetst de contouren van een kerk waarin het Woord van God het voor het zeggen heeft ... In die zin is een goede kerkorde een troon waarop de Woordkoning zetelt.”

Geestelijk
Ten diepste dient de kerkorde dus een geestelijk doel: het aanreiken van instrumenten waardoor de kerk haar roeping kan volbrengen. Die bedoeling kan fout uitpakken, wanneer de orde die gemaakt wordt verkeerd is. Maar behalve regels die geen recht doen aan Gods recht voor zijn kerk, kan verkeerd gebruik van goede regels net zo veel schade aanrichten. Juist vanwege het geestelijke karakter van het kerkrecht, kan het hanteren van het kerkrecht ook alleen maar op een geestelijke manier gebeuren.

Dat maakt het omgaan met recht in de kerk altijd zo’n zaak van balanceren, maar tegelijk ook zo mooi. Het vraagt om wijsheid van de Geest, en om gebed. Het vraagt om een steeds zoeken naar hoe het recht in dienst staat van het Evangelie, een voortdurend in het oog houden van de voortgang van het Evangelie als hoogste doel. Juist ook in situaties waarin nieuwe wegen gezocht moeten worden.

Want onze kerkorde mag dan wel principieel missionair gerícht zijn, dat wil niet zeggen dat ze in de praktijk nou zoveel concrete handreikingen geeft voor missionair werk. Dat is vanuit de tijd waarin de kerkorde ontstond ook niet zo vreemd, maar het betekent wel dat onze tijd voor nieuwe vragen stelt, waarop vanuit de grote lijnen van het kerkrecht een antwoord gevonden moet worden. Deels heeft onze kerkorde dat ook al gedaan: het opnemen van het artikel over de zendingsgemeenten (art. 21, sub 1) en de evangelist (art. 4, sub 6) zijn daar voorbeelden van. Maar ook waar de kerkorde geen specifieke richtlijnen geeft voor missionair werk, zijn er allerlei kerkordeartikelen die te gebruiken zijn in missionaire situaties.

Missionaire praktijk
Onlangs ging ds. D. Quant in een inleiding voor de classis Haarlem in op een aantal van zulke kerkorde-artikelen. Hij noemde als voorbeeld o.a. art. 38 KO, over plaatsen waar geen kerkenraad is, maar wel leden, waarbij die leden door de classis onder de zorg van een naburige kerkenraad kunnen worden gesteld (een artikel dat aangeeft hoe de kerken zorgen voor een kader, daar waar het Evangelie geen gehoor meer vond en nu weer wel). En art. 64 en 68 KO over de invulling van de tweede kerkdienst (een artikel dat juist in missionaire setting uitdaagt om het aspect van het ‘leren’ vorm te geven). Ook wees hij op het belang van een artikel als art. 60 KO, over de geldigheid van de doop (een vraag die juist bij missionair werk opkomt).

Het grootste deel van zijn inleiding besteedde hij echter niet aan één specifiek artikel, maar aan één van de grondlijnen van het gereformeerd kerkrecht: de presbyteriaal-synodale kerkstructuur. Juist het voor gereformeerde kerken zo kenmerkende steeds weer zoeken naar een heilzame verbinding tussen de plaatselijke gemeente met haar ambtsdragers en het geheel van de kerken, levert voor het missionaire werk veel moois op. Het betekent namelijk dat plaatselijke initiatieven met de zorg van zusterkerken omgeven zijn, en dat er raad en daad van die zusterkerken gevraagd en verwacht mag worden - zoals er omgekeerd ook bereidheid verwacht mag worden om die raad en daad te aanvaarden.

Christus regeert
Uiteindelijk gaat het erom dat we in de kerk, zoekend naar wat ‘recht’ is, steeds weer uitkomen bij de erkenning dat Christus, als Koning van de kerk, regeert. Dat bewaart voor het gaan van eigen wegen, het bewaart ook voor recht dat niets te maken heeft met de roeping van de kerk. Eerbiedig achter Hem aan kan het niet anders of die twee plaatjes van de kerk zullen toch wat op elkaar gaan lijken.

Miranda Renkema
Mevr. drs. M. Renkema-Hoffman, lid van de redactie, maakt deel uit van het deputaatschap kerkorde en kerkrecht

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 augustus 2015

De Wekker | 20 Pagina's

De kerkorde in dienst van het Evangelie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 augustus 2015

De Wekker | 20 Pagina's