Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jakobus of de kuip?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jakobus of de kuip?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als jongen groeide hij op onder de rook van Rotterdam. Met aan de andere kant van de Maas een voetbalclub en “De Kuip” als stadion. Vanuit zijn opvoeding werd hij gestimuleerd daar vér bij weg te blijven. Hij kan zich dan ook niet heugen dat hij déze regel ooit overtrad. Maar, hoe ver hij er ook bij vandaan bleef, één van de regels van het clublied was zo aansprekend, dat hij die meezong voordat hij er erg in had …

Nog een paar dagen en we hopen de jaarlijkse dankdag voor gewas en arbeid weer te houden. Nog sterker dan bij de biddag aan het begin van het seizoen, zie ik verlegenheid met de jaarlijkse dankdag. Te vragen hebben we vaak genoeg. De lijst met dingen en zaken in ons leven, die we vol verlangen aan de Schepper voorleggen, is meestal lang. We hebben misschien wel schroom ze te benoemen, maar onze verlangens lijken eindeloos. Gaandeweg, gedurende het jaar, wordt het al lastig om aan te geven welke gebeden verhoord zijn en welke nog op verhoring wachten. Wordt het wel een goede oogst of maar een “gewone”? Hebben we nu wel die wereldbaan gekregen of bleek het toch maar een middelmatige job te zijn. Is het diploma nu echt gebedsverhoring of hebben we er zelf heel hard aan getrokken? Was de genezing na ziekte de zorg van God, of was het puur geluk omdat we bij één van de beste artsen terechtkwamen? Aan het einde van het seizoen vinden we het lastig om de balans op te maken en oprecht dankbaar te zijn en onze dank concreet te uiten. We weten deze meestal op sobere en ingetogen manier te tonen. Het is soms best wel fijn een nuchtere Hollander te zijn.

Geen woorden maar daden
Hierover nadenkend komt bij mij het eerste deel van die bewuste regel uit “De Kuip” weer boven drijven: Geen woorden maar daden. Het voelt als dubbelzinnig om nu met woorden aan te tonen dat het belangrijk is onze dankbaarheid door onze daden te tonen, maar als ik twee lege bladzijden had ingediend, had u naar mijn bedoelingen alleen maar kunnen gissen. Daarom schrijf ik verder. Om te onderstrepen dat de dankdag overwegend een dag van heilig doen zou moeten zijn en minder van woorden en woorden en woorden. Uiteindelijk gaat het er niet om of we weten waarvoor we dankbaar moeten zijn en hoe groot die dankbaarheid moet zijn. Op de keeper beschouwd is het ook niet van belang dat we ons dankbaar voelen en ons hart ervan overloopt. Waar het wel om gaat is dat onze dankbaarheid door de ander gezien en ervaren wordt: geen woorden maar daden. Zichtbaar tot in de hemel.

Jakobus: de apostel van het doen
Voor wie de verwijzing naar het clublied van een voetbalploeg wekkeronwaardig vindt en niet passend bij dankdag 2015, wil ik wijzen op de woorden van de apostel Jakobus. Als er één leerling van de Here Jezus is geweest, die een scherp oog had voor de verbinding tussen hoofd, hart en handen, is hij het. Zo schrijft hij bijvoorbeeld: “En wees daders van het Woord en niet alleen hoorders. Anders bedriegt u uzelf. Als iemand immers een hoorder van het Woord is en geen dader, lijkt hij op een man die het gezicht waarmee hij geboren is, in een spiegel bekijkt, want hij heeft zichzelf bekeken, is weggegaan en is meteen vergeten hoe hij eruitzag. Hij echter die zich in de volmaakte wet verdiept, die van de vrijheid, en daarbij blijft, die zal, omdat hij niet een vergeetachtig hoorder geworden is, maar een dader van het werk, zalig zijn in wat hij doet” (Jak. 1: 21-25). Iets verder zegt hij het in andere bewoordingen nog een keer: “Wat voor nut heeft het, mijn broeders, als iemand zegt dat hij geloof heeft, en hij heeft geen werken? Kan dat geloof hem zalig maken? Als er nu een broeder of zuster zonder kleding zou zijn en gebrek zou hebben aan dagelijks voedsel, en iemand van u zou tegen hen zeggen: Ga heen in vrede, word warm en word verzadigd, en u zou hun niet geven wat het lichaam nodig heeft, wat voor nut heeft dat dan? Zo is ook het geloof als het geen werken heeft, in zichzelf dood” (Jak. 2: 14-17).

Danken doet delen
Denkend aan de komende dankdag hoop ik dat in alle huizen en alle kerken, bewust en met een actieve houding, God in de Hemel gedankt zal worden voor alles wat Hij in het afgelopen seizoen gaf. En dat we dat niet uitstellen tot de zondag er na of vergeten. Maar de vraag die hier wel uit wegloopt, is of wij op de goede manier dankbaar zullen zijn. We kunnen wel met devoot gevouwen handen God danken dat de welvaart het afgelopen jaar licht gestegen is (en de huizenmarkt en werkgelegenheid weer aangetrokken zijn), maar kunnen we dat doen en tegelijkertijd meelopen in een demonstratie tegen een te groot aantal vluchtelingen in ons dorp? Is het echt ondenkbaar dat God ons zegende om juist (een deel) daarvan met hen te delen? We kunnen God wel op onze knieën danken dat ons al zeventig jaren vrede in West-Europa is geschonken, maar is dat een rechtvaardiging om de poorten van Fort Europa te sluiten en daarmee duizenden vluchtelingen buiten, onder aan de muur, te laten creperen? Is het dan opeens toch onze prestatie, onze inzet en onze arbeid die wij mogen en moeten beschermen? Onze cultuur? Onze normen en waarden? Zou dit ook een vorm van dood geloof kunnen zijn?

Goede werken
Binnen de reformatorische traditie bestaat huiver om over goede werken te spreken. Gestimuleerd door het radicale oordeel van de reformatoren over de ontsporingen in de middeleeuwse Rooms-Katholieke Kerk, hebben wij er moeite mee goede werken een plek te geven. Bewust of onbewust worden de woorden van Jakobus afgezwakt, of genuanceerd. Als de ideeën van Jakobus nu uit zijn eigen brein ontsproten waren zou daar nog wat voor te zeggen zijn. Zoals je je van een clublied ook niets aan hoeft te trekken. Maar Jakobus had dit niet van zichzelf! Hij had het regelrecht geleerd van zijn oudste broer: onze Here en Heiland Jezus Christus. Zo trof het mij onlangs in de zondagse verkondiging, dat Jezus bij de roeping van Matteüs met grote klem tegen de Farizeeërs het volgende zegt: “Wie gezond zijn, hebben geen dokter nodig, maar wie ziek zijn. Maar ga heen en leer wat het betekent: Ik wil barmhartigheid en geen offer; want Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars” (Mat. 9: 12-13). En vooral die barmhartigheid bleef bij mij haken!

Offeren of barmhartigheid?
Wie dankdag zegt, zegt dankdagcollecte. In sommige kerken is het nog altijd een spannend moment als de opbrengst van de collecte bekendgemaakt wordt. Gegeven de hoogte van de bedragen kan geconcludeerd worden dat er door menig gemeentelid een offer gebracht wordt. U hoort mij niet zeggen dat dit voor God geen waarde heeft, maar als ik het goed lees gaat het verlangen van de Here Jezus uit naar mensen die barmhartigheid betonen aan mensen om hen heen. Die wezen, weduwnaars en weeskinderen met liefde en warmte omringen uit dankbaarheid. Die zieke mensen bezoeken in de wetenschap zelf gezond te zijn en die gezondheid niet voor eigen genoegen te hebben gekregen. Die achter de poorten van Fort Europa de vluchtelingen weten te vinden en hen liefdevol opvangen en niet met vuurwerk, spandoeken en bivakmutsen een volgende serie trauma’s bezorgen. Barmhartigheid en geen offer …

En misschien bevinden zich binnen de vluchtelingenstroom een paar gelukszoekers. Hoe erg is dat nu echt? Veel spannender is de vraag of er een engel tussen zit! “Laat de broederliefde blijven. Vergeet de gastvrijheid niet, want hierdoor hebben sommigen zonder het te weten engelen onderdak geboden. Denk aan de gevangenen alsof u zelf ook gevangen bent, en denk aan hen die slecht behandeld worden, alsof u ook zelf lichamelijk slecht behandeld wordt. Heb. 13: 1–3)”.

Ik hoop eerlijk gezegd dat u dat van dat clublied snel vergeet, maar dat de woorden van Jezus en Zijn jongere broer Jakobus u altijd bij zullen blijven. En dat u de Geest krijgt ze op dankdag en alle andere dagen te doen, waar u maar kunt!

J.A. Voorthuijzen maakt deel uit van de redactie en is ouderling van de kerk van Kampen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 2015

De Wekker | 20 Pagina's

Jakobus of de kuip?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 2015

De Wekker | 20 Pagina's