Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Scheer niet alle farao's over één kam (Leren van Abram 1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Scheer niet alle farao's over één kam (Leren van Abram 1)

Bij Genesis 12

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het zou heel goed kunnen zijn dat de geschiedenissen van de aartsvaders van generatie op generatie zijn doorverteld in Israël, en dat ze in de tijd van de ballingschap zijn opgeschreven. Toen was er in alle verwarring van de diaspora grote behoefte aan het vastleggen van de geloofstraditie.

Het lijkt erop alsof deze aarstvadergeschiedenissen zo zijn opgeschreven dat ze vooral een prediking bevatten voor de ballingen. Om te beginnen gaat het voortdurend over optrekken naar het beloofde land. Maar ook zien we rond de aartsvaders partners die allemaal met de volken rond Israël in verband gebracht kunnen worden. Lot is de vader van Moab en Ammon, Eliëzer komt uit Damascus, Hagar is een Egyptische slavin, Ismaël de vader van de Arabieren, Ezau de stamvader van de Edomieten en Laban Arameër. Israël krijgt hier aanschouwelijk onderwijs over zijn plek tussen de volkeren.

Vijandbeelden
Zo zijn er twee gedeelten in het verhaal van Abram die Israël lijken te waarschuwen voor notoire vijandbeelden. Vijandbeelden zijn zo oud als de mensheid. Het lijkt een oerwet dat vijandbeelden de saamhorigheid bevorderen. Of het nu de Joden zijn, de communisten of de moslims, een gemeenschappelijke vijand bevordert de eenheid in een land. Sterke leiders maken daar handig gebruik van. God wil echter niet dat wij er ‘gesneden beelden’ op na houden, afgeronde ideeën over personen, zonder verbinding met de levende werkelijkheid. Niet van Hemzelf, maar ook niet van elkaar en zelfs niet van onze vijanden. God wil dat wij Hem en elkaar steeds weer onder ogen komen. Geen beelden, maar levende omgang!
Een vijandbeeld van de Egyptenaren is allerminst ondenkbaar in Israël. Elk jaar wordt immers de prachtige geschiedenis van de uittocht uit Egypte in de gezinnen verteld op de vooravond van Pesach. Over de verschrikkelijke Farao die zo hardnekkig weigerde naar de Heer te luisteren en over de afschuwelijke Egyptenaren die de Israëlieten als slaven lieten werken en hardvochtig onderdrukten.

Prestatiemaatschappij
Nu wordt in deze hoofdstukken over Abram een ander beeld van een Farao geschetst. Abram is nog maar nauwelijks in het beloofde land aangekomen of zijn vertrouwen op God wordt op de proef gesteld door een hongersnood en hij wijkt uit naar Egypte. Een terugval in zijn geloof. Ur en Babel en ook Egypte staan in de Bijbel model voor een samenleving van hard werken waarvoor je weliswaar enige maatschappelijke zekerheid krijgt, maar waarbij je ten diepste slaaf van het economisch systeem bent. Het is niet Gods bedoeling dat mensen zo leven. Dat wij –ten diepste uit angst dat we te kort zullen komen– ons leven lang blijven zitten op een plek waar we niet tot bloei komen. Daarom wordt Abram uit ‘Babel’ geroepen, om op weg ta gaan ‘zonder te weten wat hij zou eten’. Op de bonnefooi, in goed vertrouwen. Hij geloofde God en die rekende het hem als gerechtigheid, zegt die indrukwekkende zin in Genesis 15 ervan. Zo is Abram de vader van alle gelovigen geworden die ons voorgaat op de weg van het leven als een pelgrimage van vertrouwen, als een waagstuk met God.
Maar soms is er een terugval. Als er meer vertrouwen wordt gevraagd dan wij verwacht hadden. En Abram gaat in Genesis 12 zover dat hij zelfs zijn vrouw Sarai verkwanselt voor wat de farao hem biedt. Dat wil zeggen dat Abram Gods belofte opgeeft, want door Sarai zou er nageslacht zijn, had God beloofd. En juist in de opsomming van de cadeaus die Abram krijgt zien we ten voeten uit hoe het er in Egypte aan toe gaat. Volgens Gen. 12: 16 krijgt Abram schapen, geiten, runden, ezels, slaven en slavinnen, ezellinnen en kamelen. NB: de slaven en slavinnen staan gewoon tussen de ezels en de ezelinnen in! De waardigheid van elk mens is in een prestatiemaatschappij niet veilig. Een mens is te kostbaar om beschouwd te worden als productiemiddel, net als de dieren.

Gehoorzame Farao!
Abram en Israël zitten er dus ook wel eens heel ver naast. Terwijl de Farao in dit gedeelte ongedacht positief wordt afgeschilderd. Als God Egypte met plagen treft (de welvaartsziekten waar je in een prestatiemaatschappij op wachten kunt) luistert deze Farao onmiddellijk. In vs. 17 lezen we dat de Heer de Farao trof met zware plagen en direct in het volgende vers lezen we al dat hij Abram ontbiedt en hem ontsteld vraagt waarom Abram hem niet gezegd heeft dat Sarai zijn vrouw was. Dat is nog eens een andere Farao dan die Israël kent uit de verhalen van Pesach! Deze luistert onmiddellijk, geen enkele verharding van zijn hart. Direct geeft hij Abram zijn vrouw weer terug. De laatste woorden die hij spreekt zijn: ‘Ga!’ En daarmee herhaalt de Farao de opdracht van God in Abrams leven, waarmee het allemaal begonnen was: Ga uit je land en uit de familie naar het land dat ik je wijs!
En zo zegt de schrijver van dit gedeelte, toen hij eeuwen later de geschiedenis opschreef voor Israël: pas op voor ‘gesneden vijandsbeelden’. Scheer niet alle Farao's over één kam. Aartsvaders en Israëlieten kunnen er wel eens heel ver naast zitten en onder de volken rondom Israël kun je ook heel goede dingen tegenkomen en soms kan zelfs uit de mond van je vijand Gods boodschap klinken!

Gespreksvragen
1 Waarom mogen wij geen ‘gesneden beelden’ maken? Geld dat alleen van God, of ook van onze naaste?
2 Welke ‘beeld’ hebben we van onze vaderlandse geschiedenis, en welk van dat van onze vijanden? Op welke punten heeft inmiddels correctie en nuancering plaatsgevonden?
3 In welk opzicht is Abram voor ons een voorbeeld van geloven? Herkennen wij zijn terugval?

H.C. Mijnders
Ds. H.C. Mijnders is predikant te Zwolle

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 2016

De Wekker | 20 Pagina's

Scheer niet alle farao's over één kam (Leren van Abram 1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 2016

De Wekker | 20 Pagina's