Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een huwelijk, een lat-relatie, of geen relatie?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een huwelijk, een lat-relatie, of geen relatie?

Over diaconaat en getuigenis

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is nog niet zo lang geleden dat een voorganger van een Rotterdamse gemeente stelde dat de toekomst van de kerk niet gelegen is in het spreken van de kerk, maar in wat gedaan wordt door de kerk. Radicale navolging van Jezus! Geen woorden maar daden! Aan de andere kant denk ik aan wat ik las van een predikant in dezelfde stad, vrijgesteld voor het diaconaat, die stelde dat we beter een poos kunnen stoppen met diaconaat want daar groeit de plaatselijke kerk niet van. Geen daden maar woorden! En daarnaast is de mening te horen: dienen en getuigen moeten samen optrekken. Alleen woorden en daden samen!

Deze visies zetten ons midden in de problematiek, waar iedereen die bezig is met diaconaat of missionair handelen vroeg of laat mee te maken krijgt. Hoe dient de relatie tussen die twee te zijn? Moet er wel een relatie zijn? Of is het ene de opstap is voor het andere? Concreet: mag het diaconaat opgevat worden als een brug naar verkondiging? Brood uitdelen, maar alleen als de ontvangers daarna in de kerkdienst komen? Andersom: kun je steun geven aan een TV-actie van de publieke omroep voor Artsen zonder Grenzen zonder dat er ook maar iets van getuigenis van Christus doorklinkt? Dit artikel wil wat houtskoollijnen trekken, een uitvoerige behandeling zou op zijn minst een boek vragen.

Jezus Christus: het Woord
Wat heeft de Bijbel ons te leren? Allereerst zien we dat Jezus in het Evangelie van Johannes het Woord wordt genoemd. Hij spreekt niet alleen het Woord, maar Hij ís het Woord, in Zijn leven, in Zijn sterven, in Zijn opstanding, in Zijn zitten ter rechterhand Gods, in Zijn wederkomst. In dat alles is Hij het Woord. Woord van God. Dat wil zeggen dat ook al zegt Hij in bepaalde situaties niets, en dat gebeurt in de Bijbel, ook al zwijgt Hij, Hij is niettemin Woord van God. Hij is in alles sprekend de Vader, ook als Hij niet spreekt. Wij kunnen de implicaties daarvan nauwelijks beseffen, die zijn groter dan wij kunnen denken. In elk geval is ‘woord’ ook communicatie. In Hem communiceert God met ons. In Hem spreekt God en in Hem is Hij aanspreekbaar. In Hem vindt de ware ‘communie’ plaats, in zijn spreken en zijn zwijgen, in zijn handel en in zijn wandel , in zijn doen en in zijn laten.
Als we kijken naar de Heer van de kerk, zien we Hem als één die dient. We mogen er niet aan voorbijgaan dat Zijn dienst ook is dat Hij zichzelf geeft als offer voor de verzoening van de zonden. Zijn dienst van de verzoening is al een getuigenis op zich! Het is dus een unieke dienst die Hij verricht. Verder zien we de Koning van Gods koninkrijk zich helemaal bewegen in de lijn van Psalm 72, de koningspsalm. Hij verschaffe recht aan de ellendigen des volks, Hij redde de armen, maar verbrijzele de verdrukker. Voorwaar, hij zal de arme redden, die om hulp roept, de ellendige, en wie geen helper heeft; hij zal zich ontfermen over de geringe en de arme, hij zal de zielen der armen verlossen. Zijn dienen is dan ook heel concrete hulpverlening: zieken genezen, brood uitdelen, eenzamen bezoeken, opkomen voor de mensen aan de kant en aan de rand. Niet altijd gaat dat gepaard met een verbaal getuigenis, al zijn de daden van Jezus een getuigenis op zich. In de geschiedenis van de man met de verschrompelde hand is dit bijvoorbeeld het geval (Matt. 12:10 vv.). Bij de eerste wonderbare spijziging kan hetzelfde opgemerkt worden (Matth. 14: 13 vv.). Soms gaan de daden van Jezus gepaard met verkondiging van het heil, diaconaat en getuigenis. Gedacht kan worden aan de genezing van de maanzieke jongen (Matth. 17:14). En meer dan eens spreekt Jezus zonder dat er sprake is van concrete hulp aan iemand in nood (Matth. 18: 1 vv.). Concluderend: van Zijn werk geldt: het laat zich moeilijk in een bepaald en vaststaand schema persen.

De gemeente van Christus
We mogen geen is-gelijk teken zetten tussen Christus en Zijn gemeente. We horen wel in de Schriften dat de gemeente lichaam van Christus is. Dat wil ook zeggen dat het doen en laten, de handel en wandel, het spreken en zwijgen van Zijn gemeente en zijn volgelingen in Zijn Naam vanuit de Schriften, niet los van elkaar gezien kunnen worden. Het is allemaal een deel van die ene beweging , beter: ‘missio Dei’, zending van God naar de mensen toe. Hoe dan ook. En hoe dat alles dan valt en landt, dat is niet onbelangrijk, maar ligt ten diepste in de handen van God. Wij kunnen van Hem het een en ander leren als het gaat om getuigenis en diaconaat. Met andere woorden: soms is er alleen het diaconaat, gewoon het goede doen, en dat is het dan. Waarbij dan wel gezien dient te worden dat daden altijd een web van betekenis hebben, en nooit los van alles functioneren. Soms is er alleen het getuigenis, dat het heil in Christus verkondigt. En soms gaat diaconaat gepaard met het getuigenis, of andersom . Ds. Ge Drayer wijst er in Diacoon (29e jrg. 2012) op dat je op moet passen met het al te sterk denken in strikte systemen en schema’s omdat veel afhankelijk is van de cultuur waarin een en ander plaats vindt. Ook mag de geschiedenis van culturen niet vergeten worden. In onze cultuur kan de kerk anders omgaan met hulp geven al of niet verbonden met missionaire arbeid dan in de 3e wereld.
Een andere belangrijke lijn is te vinden in 1 Petr. 3: 13 vv. En wie zal u kwaad doen, als gij u beijvert voor het goede? Maar heiligt de Christus in uw harten als Here, altijd bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop, die in u is. Laat het zo mogen zijn dat de gemeente van Christus en de volgelingen van Christus zo leven en zo handelen en wandelen, dat mensen gaan vragen: Hoe is het mogelijk? Waar haalt u het vandaan? Van wie hebt u dat? Daarop kan antwoord gegeven worden. Het antwoord is in de kern: Christus.
Laat daarbij wel opgepast mogen worden dat diaconaat niet zoiets als het wormpje aan de hengel van de evangelisatie/zending (Diacoon, idem) wordt. Diaconaat heeft een eigen betekenis, een eigen plaats en een eigen doelstelling. Het mag niet zo zijn, dat we daklozen een maaltijd voorzetten, maar dat ze eerst moeten luisteren naar een preek, en daarna pas mogen eten. Daarom maak ik ook een kanttekening bij het motto: ‘Kerken helpen kerken helpen’. Hoe waardevol op zichzelf ook: als een seculiere organisatie in bepaalde gebieden effectiever en breder kan opereren dan kerken is het m.i. geboden om ook die organisaties te steunen. Niet elke kerk beschikt over schepen om vluchtelingen die dreigen te verdrinken te redden. Als Artsen zonder Grenzen die schepen wel heeft zullen christenen die organisatie daarin willen steunen, overigens daarin niet alleen.
Dat geldt ook van missionair bezig zijn. Er zijn situaties waarin er simpelweg verkondiging plaats vindt, of uitnodiging om naar de plaatsen van verkondiging te gaan. Liefst zo eerlijk mogelijk en zonder tricks en trucs, zonder lokkertjes en leukigheden. Spreken daar waar gesproken mag en kan worden.
Het kan zelfs zo zijn dat diaconaat niet moet handelen maar moet spreken. Immers, een belangrijke lijn van het diaconaat is naast barmhartigheid ook gerechtigheid. Aan mensen dient ook recht gedaan te worden. Psalm 72 duidt daar al op. Meer dan eens heeft nood een structureel karakter, denk aan kinderarbeid, denk aan situaties waarin de allerzwaksten worden uitgebuit. Barmhartigheid en gerechtigheid vragen dan dat er gesproken wordt op al die manieren waarop de kerk van Christus kan spreken. En het hangt van de situatie af hoe er gesproken wordt. Getuigenis kan hulpverlening nodig hebben, en hulpverlening getuigenis!
En waar er een relatie is tussen verkondiging en hulpverlening: Van Prof. Versteeg herinner ik me een meditatie waarin hij zegt dat als je wilt verkondigen, te denken is aan I Cor. 13:13. Hij gebruikt als voorbeeld een kerk met naast elkaar ramen met de symbolen van geloof, hoop en liefde. Als je ín de kerk zit of staat en je kijkt gewoontegetrouw van links naar rechts zie je de volgorde: geloof, hoop en liefde, als je buiten de kerk staat zie je eerst het raam van de liefde, dan dat van de hoop, vervolgens het raam van het geloof.
Principieel gezien is de relatie getuigenis en dienst een twee-eenheid. Het zijn beide aspecten van het komen van Christus bij de mensen. Ze hebben alles van een huwelijk. Maar zoals het in een goed huwelijk gebeurt: soms zie je de gehuwden samen, soms zie je ze elk afzonderlijk.

Doxologie: lofprijzing
Tenslotte wil ik graag een aspect benadrukken dat niet onbelangrijk is. We komen dat aspect tegen in de Bergrede, Matt. 5, met de zaligsprekingen. Om een paar woorden daaruit te nemen: Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid. Zalig de barmhartigen.
Zalig de zachtmoedigen. Gij zijt het zout der aarde. Gij zijt het licht der wereld
. En dan komt het: Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader die in de hemelen is verheerlijken. Verheerlijken: in het Grieks een vorm van het woord ‘doxa’, waarvan ons woord doxologie is afgeleid. Dat woord verheerlijken betekent zo veel als: roemen, eren. We komen het woord tegen in de engelenzang: Ere zij God! Het is een belangrijke dimensie in de Bijbel.
Er is nog een Bijbelgedeelte dat in dezelfde richting wijst: II Cor. 8. Daar gaat het over de collecte voor Jeruzalem. Omdat er nood is in de gemeente van Jeruzalem gaat Paulus als een ijverige diaken rond in de gemeenten waar hij komt. Hij vraagt om steun voor die Jeruzalemse gemeente. We lezen dan in vers 12: want door dit duidelijk blijk van hulpbetoon prijzen zij God. Juist die doxologische dimensie is een lijn die we m.i. niet mogen vergeten. Dat dienen we ons bewust te zijn. Van wat voor aard en inhoud en diepte dat eren is wordt niet vermeld. Of het altijd gebeurt, of het altijd die reactie oproept? Wie zal of kan dat zeggen? We hoeven er niet op te gaan wachten. En we hebben rekening te houden met de situatie en de cultuur waarin een en ander gebeurt. Een seculiere samenleving is wat dat betreft anders dan een voluit religieuze samenleving. Zelfs daar is niet alles mee gezegd. We weten niet alles. Er zijn geheimen van God die ons besef en denken te boven gaan. Het is goed om dat voluit te beseffen.

Kees van Atten
Ds. Kees van Atten

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 2016

De Wekker | 24 Pagina's

Een huwelijk, een lat-relatie, of geen relatie?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 2016

De Wekker | 24 Pagina's