Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘U hebt er voor geleerd’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘U hebt er voor geleerd’

Over de opleiding tot predikant

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

'U hebt er voor geleerd', die opmerking zal elke predikant wel eens horen. Dat kan betrekking hebben op het normale predikantswerk, prediking, catechese, pastoraat, het wordt ook wel eens gezegd als er moeilijke vraagstukken aan de orde zijn, waarbij dan snel naar de predikant gekeken wordt. Nu is er wel wat aan het veranderen, maar dat er van een predikant vanwege zijn opleiding zeker het een en ander verwacht wordt, staat buiten kijf. In dit artikel wil ik op die opleiding tot predikant wat nader ingaan. Hierin kunnen slechts enkele houtskoollijnen aangereikt worden.

Vaardig, aardig, waardig
Het is nog niet zo lang geleden dat ik aanwezig was bij de inauguratie van prof. De Muynck, die bijzonder hoogleraar werd aan onze eigen Theologische Universiteit Apeldoorn op de leerstoel ‘Christelijke Pedagogiek’, een leerstoel ingesteld door Driestar Educatief. Het verraste mij, toen hij sprak over doelen in het onderwijs, dat hij de drieslag ‘vaardig, aardig, waardig’ noemde. Het kwam uit een publicatie van de onderwijsraad, en men duidt met die drieslag aan: kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming. Kwalificatie heeft te maken met kennis, vaardigheden en inzicht. Socialisatie betreft het op een goede wijze deelnemen in sociale structuren. Persoonsvorming heeft te maken met de wijze waarop de mens als persoonlijkheid wordt gevormd, wie hij wordt, hoe hij wordt. Ze overlappen elkaar uiteraard sterk en zijn niet van elkaar te scheiden. Mijn gedachten dwaalden even af, want ik vroeg me af: kunnen deze drie aanduidingen nu ook gelden voor de opleiding tot predikant? En inderdaad, in een aan de generale synode van 2013 aangeboden rapport van een TUA-commissie ‘Totaalplan’, dat weer refereert aan het TUA-studentenstatuut, worden drie aspecten vermeld: bekwaamheid, psychosociale attitude en geestelijke instelling. Er is niet zoveel inspanning voor nodig om die drie aspecten te koppelen aan de eerder genoemde aanduidingen die zo mooi op elkaar rijmen. Ze vragen dan wel om een eigen invulling. Bijvoorbeeld: als het woord ‘bekwaamheid’ valt kan het zijn dat juist t.a.v. het predikantschap bij menigeen de tekst van Paulus in gedachten komt: Wie is tot deze dingen bekwaam? (2 Kor. 2: 16). Tegelijkertijd geldt: Onze bekwaamheid is uit God (2 Cor. 3: 15). God geeft Zijn gaven, en alleen zo kan de voorganger ‘goedgeefs zijn met gegeven goed’, naar een woord van één van mijn leermeesters in Apeldoorn, prof.dr. J.P. Versteeg.

Verkondig het Woord
Voorop staat: Een predikant is ‘prediker’. Dat lijkt een open deur, maar dat is het toch niet. Er zijn zoveel dingen die een dominee wil, of kan, of moet doen, en juist dít loopt gevaar ondergesneeuwd te raken. Het is goed om te zien dat verkondigen een primaire taak is van de voorganger. Niet voor niets luidt het woord aan Timoteüs: Verkondig het Woord (2 Tim. 4: 2). Dat is wat anders dan religieus entertainment. Echt verkondigen, preken, is essentieel, en dient dan ook hoofdzaak te zijn in de vorming van de predikant. Het moet geleerd worden, en dat vraagt het nodige.
Het vraagt allereerst dat iemand het Woord kan onderzoeken. De Bijbel spreekt over het onderzoek van de Schriften, want die zijn het die van Mij getuigen (Joh. 5: 39). En dit onderzoeken, en het leren onderzoeken, en wat dat betekent, dat ze getuígen, daar kun je niet serieus genoeg in zijn.
In het besef van: dit is het Woord van niemand anders dan van Hem, die het eerste en het laatste Woord heeft. Onderzoeken, dat betekent allereerst: leren lezen van de Schriften. Al zou het alleen al zijn om biblicisme of op-de-klank-af-exegese te voorkomen. We mogen er zeer aan hechten dat dit gebeurt met de nodige kennis van de grondtalen van de Bijbel: Grieks en Hebreeuws. Er zijn veel vertalingen van de Bijbel, toch en wellicht juist daarom is het meer dan goed als een voorganger de Bijbel kan lezen in de grondtalen. Met de nodige hulpmiddelen, maar toch. Lezen, luisteren, onderzoeken, dat hoort bij theologische wetenschap, en daarom is er bij ons de overtuiging dat er een wetenschappelijke opleiding nodig is. Uitzonderingen bevestigen de regel. Welk Hebreeuws of Grieks woord staat er nu eigenlijk? Dat is ook daar om belangrijk omdat anders heel veel Bijbelcommentaren, waar de teksten worden uitgelegd, niet goed leesbaar zijn. En dat wil je toch als predikant: voordat je gaat spreken, eerst luisteren, dóórluisteren en uítluisteren. Ook: bekijken, in wat voor context staan de teksten? Dat alles kan niet zonder de Geest, daar over straks, maar ook anderen kunnen terecht zeggen: ik meen ook de Geest te hebben. (1 Cor. 7: 40) Ook hier geldt het ‘samen met alle heiligen’ (Ef. 3: 18). Dat het belangrijk is om te onderscheiden waar het op aankomt, dat wordt geleerd als de geloofsleer ter sprake komt. Daarin worden de Schriften verkend, wordt naar het belijden van de Kerk geluisterd, om te horen ‘wat ons in het Evangelie belóófd wordt’ (HC, antw. 22). En al weer: luisteren ook naar anderen, om de leer van de Schriften zo verantwoord mogelijk te verwoorden en uit te leggen, fundamentele lijnen, dwarsverbanden en het ABC van het geloof te laten zien. Niet om een systeem of stelsel te construeren, wel om Bijbels te leren denken en spreken. Dat dit ook voor catechese en vorming belangrijk is, laat zich denken. Bij dat laatste zijn trouwens didactiek, godsdienstpedagogiek, ontwikkelingspsychologie, kennis van werkvormen en wat niet al van groot belang. Het krijgt allemaal een plaats in de opleiding.

Bij dit alles is het belangrijk te beseffen dat de sterk veranderde en veranderende wereld impact heeft op mensen. Er zijn vragen die zich juist in onze tijd toespitsen. De ontwikkelingen van onze moderne en postmoderne cultuur zijn op alle mogelijke manieren merkbaar en voelbaar. Individualisering, globalisering, mondigheid, ontwikkeling, de plaats van de kerk in de samenleving, andere godsdiensten vlak naast de (kerk)deur, om maar enkele verschijnselen aan te duiden, ze hebben invloed op iedereen. Ook aan die context mag in de opleiding niet worden voorbijgegaan, en dit betreft de totaliteit van de opleiding tot predikant: de verkondiging, de catechese, het pastoraat, het leidinggeven aan een gemeente en de missionaire en diaconale roeping van de kerk in de wereld. Dat betekent niet dat we achter allerlei hypes aan moeten draven, goede theologie blijft juist dan belangrijk! Het betekent wel dat we beseffen in de 21e eeuw te leven met alles van dien. En dat de Geest ook zo dingen aan de orde stelt!

Spiritualiteit
Voor een predikant is het wezenlijk dat hij ook zelf een ‘luisterend leven ‘ leidt. Juist voor een predikant geldt: ‘Zie hoe wij aan uw voeten, zitten en luistren stil’ (Gez. 326: 5). Dat heeft te maken met de geestelijke instelling die hier boven aangeduid werd, waar achter Geestelijk leven wil liggen, en die hoofdletter kies ik bewust. Een verkondiger heeft ook persoonlijk weet van het eeuwenoude gebed: Veni creator Spiritus (kom Schepper Geest). In de opleiding van de TUA neemt daarin wat we dan noemen spiritualiteit een behoorlijk grote plaats in, in allerlei verbanden die er zijn en ontmoetingen die plaatsvinden. Alle arbeid vraagt om een sterke en diepe bezieling van een be-ziel-de voorganger. Ik kan daarbij niet voorbijgaan aan een woord van Luther. Als hij de vraag stelt: Hoe word je theoloog, is zijn antwoord: gebed, meditatie en aanvechting. Jawel, ook dat laatste. In meer dan één Psalm wordt erover gesproken. Wie geen vragen kent waar het om christelijk leven en geloof gaat, hoe zal zo iemand kunnen omgaan met vragen van anderen, en misschien bij een antwoord komen? En als er niet altijd een antwoord, er is wel ‘een Woord, dat altijd om ons heen is, en wie het hoort, hoort dat hij niet alleen is’ (Geert Boogaard).

Weid mijn schapen
De opdracht aan Petrus bij zijn ontmoeting met de Opgestane geldt ook voor dominees: weid mijn schapen. De vraag die er aan voorafging luidt: Hebt gij mij lief? (Joh. 21). Een kernvraag voor de predikant. Ook voor het pastorale werk blijken geestelijke instelling en Geestelijk leven belangrijk te zijn. Als de herder de Herder niet kent, hoe kan hij herderlijk bezig zijn? Een geschiedenis die mijn inziens van belang is voor het pastoraat is het verhaal van de Emmaüsgangers. In een boek over pastoraat (van H.C. van der Meulen) wordt daarover veel gezegd. Het gaat over op weg zijn, met elkaar spreken, meegaan, vragen, herkenning, somberheid, wat geschied is, van horen zeggen, niet zien, traagheid van hart, uitleggen, zien, gemeenschap, brandende harten, Schriften die opengaan, opstaan, teruggaan, Jeruzalem, en dat alles met Christus in het midden. Het zijn alle wezenlijke dingen voor het pastoraat, waarin gesprekken dan het ene, dan het andere centraal staat. Zo mag de predikant ook pastor zijn. Waarbij dan ook hier van belang is wat al ter sprake kwam: de psychosociale attitude, wat overigens niet alleen op dit terrein van belang is. Daarin gaat het o.a. om empathie, verbinden, zelfreflectie, een reëel zelfbeeld, weet hebben van sterke en zwakke kanten, zelfkennis, blokkades, grenzen, onmacht en onvermogen. Deze dingen komen o.a. in het vak Praktische en Persoonlijke Vorming ter sprake, naast de colleges over verschillende menswetenschappen.

Nog even over dat woord dat voorbij kwam: aardig. Dat duidde op socialisatie. Dat ‘aardig’ vraagt wel om een kanttekening, want het kan een forse valkuil zijn: altijd aardig willen zijn en aardig gevonden worden. De vriendelijkheid van de voorganger moge alle mensen bekend zijn, maar dat is iets anders dan altijd maar aardig willen zijn. Soms kan dat nu eenmaal niet, ter wille van het Evangelie, en ook omdat een dominee een menselijk mens is (gelukkig maar!).

… die goede leiding geven …
Van een predikant wordt verwacht dat hij leiding geeft, en ook dat vindt in de opleiding een plek. Waarbij twee dingen te bedenken zijn: het gaat niet om op de winkel passen, het gaat niet om slim besturen, het gaat niet om het managen van de gemeente. Een predikant is geen manager, chef of regelaar. Het gaat naast eventuele hele gewone zaken als voorzitter zijn (maar andere voorzitters dan de dominee kunnen heel goed en meer dan eens ook wel beter werk doen!) vooral om geestelijk leiderschap. En dat in deze tijd, in deze wereld, en in deze kerk. Al weer moet dan gezien worden hoe sterk veranderd en veranderend onze samenleving is, wat de nodige invloed heeft. Een predikant heeft zijn eigen deskundigheid, en die ligt vooral op geestelijk terrein, al zijn er die uitermate goed kunnen besturen en kunnen omgaan met grote bestuurlijke verantwoordelijkheden. Maar de predikant zal juist in de moderne samenleving gedachten aan kunnen dragen die te maken hebben met de geestelijke visie en missie van de gemeente waar deze geplaatst is. Hij kan vanuit die optiek bijdragen aan het beleid van de kerkenraad. Het vraagt in de opleiding van de predikant steeds meer aandacht. En wat zijn bekwaamheid, psychosociale attitude en geestelijke instelling ook hier belangrijk.

Ten slotte, de laatste tijd is er steeds meer oog gekomen voor het belang van permanente educatie. ‘Altijd leerling’, heet een belangrijk boek op het gebied van de catechese. Dat geldt niet alleen de catechese, dat geldt alles wat maar te maken heeft met predikantswerk. Op deze wijze kan het werken als predikant gerelateerd worden aan wat geleerd is en te leren is. Dat gebeurt al enigszins in de stageperiode, maar die is, hoe belangrijk ook, erg kort. Op de laatstgehouden synode zijn wat de permanente educatie betref belangrijke besluiten genomen. De leraar dient ook leerling te zijn en te blijven. Degene die denkt dat hij het weet, dient het allereerste nog te leren.

Dit alles overziende wordt er van de predikantsopleiding veel gevraagd. Dat onze eigen TUA de liefde van velen heeft, is bemoedigend. Dat er geleerd wordt aan de TUA in het perspectief van de liefde van en tot God, Vader, Zoon en Heilige Geest geeft bezieling aan alle arbeid! En dat Gods zegen onmisbaar is geeft diepe afhankelijkheid en grote ontvankelijkheid. Ter wille van het: ‘U hebt er voor geleerd!’

C. van Atten
Ds. C. van Atten is emerituspredikant en woont in Leiden

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 maart 2017

De Wekker | 24 Pagina's

‘U hebt er voor geleerd’

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 maart 2017

De Wekker | 24 Pagina's