Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Struikelen over het Oude Testament

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Struikelen over het Oude Testament

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 19 januari vond aan de Theologische Universiteit Apeldoorn een symposium plaats ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van prof.dr. H.G.L. Peels als hoogleraar Oude Testament. Al daarvoor, sinds 1986, was hij er als docent werkzaam; een groot deel van de dienstdoende predikanten in onze kerken is dus door hem opgeleid. Dit jubileum is gelukkig geen afscheid, dus ik hoef hier niet te schrijven over de eruditie, vriendelijkheid (‘een talent voor vriendschap’, noemde iemand het) en persoonlijke betrokkenheid van de jubilaris bij zijn studenten.

Wel wil ik wat doordenken over een waarneming van prof. Peels in een interview in het Reformatorisch Dagblad, namelijk de toegenomen moeite met de donkere zijden van het Oude Testament, onder andere het geweld. Hij signaleert dat de houding tegenover het Oude Testament verandert. Vroeger was er bij velen de vaste overtuiging dat dit het Woord van God is en dat onze vragen daarvoor moeten zwijgen. Tegenwoordig klinkt vaker ‘dit maak ik niet meer mee.’ Peels spreekt zelfs van ‘een nieuw opkomende afkeer van het Oude Testament.’

Moeite
Dat mensen moeite ervaren met het Oude Testament of er zelfs afstand van nemen, is niet nieuw. Al in de tweede eeuw n. Chr. stelde Marcion de God van het Oude en Nieuwe Testament tegenover elkaar, onder andere vanwege het geweld dat God in het Oude Testament gebruikt. Hoe is echter de recente, toenemende moeite met het Oude Testament, ook onder christenen, te verklaren?

Als eerste speelt onze moeite met geweld en lijden in het algemeen mee. Anders dan in voorgaande eeuwen komen velen in onze cultuur nauwelijks direct met lijden of de dood in aanraking. We kunnen er dan ook steeds slechter mee omgaan. Bij een ingrijpend verlies zijn velen ofwel radeloos van verdriet, ofwel het gewone leven moet zo snel mogelijk verdergaan. Beide reacties laten zien dat we het lijden eigenlijk geen plaats kunnen geven in ons gewone bestaan. Juist door de vrede en welvaart waarin we leven, hebben we steeds meer moeite met lijden of geweld, ook in de Bijbel.

Als tweede is religieus gemotiveerd geweld veel zichtbaarder dan vroeger. De aanslagen op de Twin Towers in New York op 9/11/2001 lijken in dat opzicht een keerpunt te zijn. De afgelopen jaren vonden ook in Europa verschillende aanslagen plaats door radicale moslims. Dat roept de vraag op of het Oude Testament eigenlijk wel zo anders is dan de ideologie achter IS. Die vraag komt des te meer op omdat zeker in het publieke debat alle godsdiensten als gelijk worden beschouwd. Jeroen Pauw stelde enige tijd geleden dat ‘al die heilige boeken verschrikkelijk zijn en altijd oproepen tot geweld.’ Na de nodige kritiek nam hij ‘altijd’ terug, maar de gelijkschakeling van alle godsdiensten en het gesuggereerde verband tussen godsdienst en geweld zijn tekenend. Het Oude Testament wordt als ‘bloedboek’ getypeerd (Dimitri Verhulst).

Een derde oorzaak van de toegenomen moeite lijkt een andere visie op de Schrift te zijn. Waar vragen vroeger wellicht snel beantwoord werden met een beroep op het Schriftgezag, lijken nu persoonlijke opvattingen zwaarder te wegen (‘dit maak ik niet meer mee’), meestal zonder doordenking van de consequenties daarvan.

Gevolgen
De toegenomen moeite met de schaduwzijden van het Oude Testament, zeker als dat leidt tot afkeer ervan, heeft echter ingrijpende gevolgen.

Allereerst: wie afstand neemt van het Oude Testament, zet ook het Nieuwe Testament op het spel. Het Nieuwe Testament is immers verworteld in het Oude, getuige de zeer vele citaten uit, toespelingen op of veronderstelde kennis van het Oude Testament. Jezus zelf zegt dat Hij niet gekomen is om de wet of de profeten af te schaffen, dat de Schriften getuigen van Hem, en dat er geen woord van verloren zal gaan. Allerlei elementen waar wij moeite mee hebben, worden zonder een woord van afkeuring in het Nieuwe Testament aangehaald. Wie zich van het Oude Testament afkeert, dreigt bovendien de band met Israël door te snijden, van wie en met wie we dit deel van de Schrift ontvangen hebben.

Vervolgens dreigt het gevaar dat wij onze hedendaagse normen gaan opleggen aan de Schriften. Wij kunnen onze morele intuïties niet uitschakelen, maar als we ze opleggen aan de Bijbel, kunnen ze ons ook zomaar in de weg staan om de Bijbelse boodschap goed te horen. Die komt immers uit een tijd en cultuur die in allerlei opzichten verschilt van de onze. Premier Rutte, van huis uit historicus, benadrukte in een discussie over Nederlands verleden onlangs dat we niet onze morele normen moeten opleggen aan het verleden. Al bleek het voorbeeld van het Mauritshuis ongelukkig gekozen, het principe is terecht. Bovendien is het wezenlijk dat wij niet de Schrift lezen en beoordelen, maar dat in de omgang met de Schriften de Heilige Geest ons doorlicht en oordeelt.

Als derde: wie in de Schrift gaat schiften, dreigt het juiste zicht te verliezen op wie God is. De levende God heeft zich immers in deze geschriften en in deze geschiedenis met Zijn volk Israël geopenbaard. Het verbod om een beeld van God te maken betekent ook dat ik mij niet een God mag vormen naar mijn denkbeelden, oud of modern.

Uitweg
In het licht van een toenemende moeite met het Oude Testament is het des te meer van belang om eerlijk te luisteren naar de Schriften. Prof. Peels is velen van dienst geweest met zijn zorgvuldige onderzoek naar de wraak van God (zijn dissertatie) en met zijn publicaties over de ‘schaduwzijden van Godsopenbaring’ in het Oude Testament (Wie is als Gij?; Heilig is Zijn Naam; God en geweld in het Oude Testament). Ook in de gemeente mogen we lastige vragen niet uit de weg gaan; laten die eerlijk benoemd, onderzocht én beantwoord worden. Preken uit het Oude Testament is des te meer nodig. Je kunt onderwaardering (of erger) van het Oude Testament ook voeden door bijna altijd uit het Nieuwe Testament te preken. Een paar jaar geleden hoorde ik van een collega die een serie preken hield over ‘struikelteksten’, die gemeenteleden aandroegen. Preken over zulke teksten kost ongetwijfeld meer moeite en voorbereiding dan een serie over bekende stof. Het zou ook met een paar collega’s kunnen, waarbij je de preken in elkaars gemeente houdt. Zulke stof vraagt ook van een gemeente inspanning. Maar het is wel van belang om te leren luisteren naar de hele Schrift, zoals de Heilige Geest ons die gegeven heeft.

Daarbij zal de fundamentele eenheid van Oude en Nieuwe Testament naar voren komen. Die laten zich niet tegenover elkaar stellen als een boodschap van wraak versus liefde, vergelding versus vergeving. Ook in het Oude Testament blijkt Gods grote liefde en Zijn bijna eindeloze geduld met een hardnekkig volk. Hij kan er niet toe komen om Israël over te geven aan het oordeel, hoe verdiend dat ook is. ‘Mijn hart keert zich in Mij om … Want Ik ben God en geen mens, de Heilige in uw midden’ (Hos. 11). Ook in het Nieuwe Testament is sprake van Gods toorn en vergelding; de Heere Jezus zelf spreekt over het eeuwige oordeel voor wie niet in Hem gelooft. Tussen het Oude en Nieuwe Testament is sprake van voortgang in de heilsgeschiedenis, maar ook een grote mate van continuïteit in de verkondiging wie God is, in Zijn toorn en Zijn ontferming.

Ten slotte zal onze omgang met de Schriften aankomen op een luisterhouding van geduld en eerbied. ‘Liever langer luisteren’, naar een gevleugeld woord van prof. Peels. Luisteren naar geschriften uit een heel andere tijd en cultuur dan de onze. En tegelijk eerbiedig luisteren naar wat de levende God ons daarin te zeggen heeft. Het Oude Testament staat middenin de rauwe werkelijkheid van dit leven. Dat roept vragen op en ook in de Schrift zelf worden grote vragen gesteld. We krijgen niet op al die vragen een sluitend antwoord en op veel punten zal onze moeite waarschijnlijk blijven. Juist dan komt het aan op luisteren, wachten, bidden. ‘Ontdek mijn ogen, dat ik het zie … de wonderen van Uw onderwijs.’ (Ps. 119: 18).

A. Versluis
Ds. A. Versluis is predikant te Ouderkerk aan de Amstel en lid van de redactie

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 februari 2018

De Wekker | 24 Pagina's

Struikelen over het Oude Testament

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 februari 2018

De Wekker | 24 Pagina's