Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een gelovige gemeente is heilig en veilig (1 Thessalonicenzen 2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een gelovige gemeente is heilig en veilig (1 Thessalonicenzen 2)

1 Thessalonicenzen 3: 11-14, 4: 1-12

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de vorige uitgave van De Wekker kon u het eerste deel lezen van de Bijbelstudie over Paulus’ eerste brief aan de christengemeente te Thessaloniki. De ongeruste Paulus stuurde na zijn plotselinge vertrek uit de stad, vanwege gevaarlijke tegenstand, later Timotheüs naar de gemeente om polshoogte te nemen. Timotheüs deed verslag van zijn bezoek en was behoorlijk positief. Vervolgens schreef Paulus een brief aan de jonge gemeente. Het eerste deel van deze studie ging over de eerste tien verzen van de brief. In dit deel kijken we naar gedeelten uit het derde en vierde hoofdstuk.

Van danken naar bidden
In de eerste tien verzen dankt Paulus God dat hij van Timotheüs veel goeds mocht vernemen over de gemeente: bruisende geloofswerken, liefdesinspanningen, volharding in hun hoop en nog meer. Als Paulus een waarderingssite voor christengemeenten zou bijhouden, zoals booking.com voor hotels doet, dan zou hij Thessaloniki wel een 8,5 geven. Het geheim van de gemeente te Thessaloniki was persoonlijk geloof in het Evangelie van Jezus, de Gekruisigde en Opgestane. Na nog verteld te hebben over zichzelf en de andere gemeentestichters gaat Paulus in hoofdstuk drie bidden voor de gemeente.

Bidden om broederliefde

Werd er in hoofdstuk 1 vooral gedankt, nu wordt er vooral gebeden. ‘Waarom’, vraagt u zich misschien af, ‘het ging toch behoorlijk goed in Thessaloniki?’ Toch vond Paulus het nodig om voor liefde in de gemeente te bidden. U leest in vers 3: 12: ‘En u moge de Heere doen toenemen en overvloedig maken in de liefde tot elkaar en tot allen.’ Paulus bidt dat de liefde voor, in en buiten de gemeente de spuigaten uitloopt!
Paulus specificeert deze liefde later in 4: 9 met het Griekse woordje ‘broederliefde’. Alles bij elkaar genomen, bidt Paulus eigenlijk: ‘Dank U, Heere, voor die 8,5 in Thessaloniki, maar laat ook de broederliefde daar bruisen.’

Broederliefde – in het Grieks ‘filadelfia’ – kan een uitgesleten term worden die we te vanzelfsprekend gebruiken in de kerk: ‘Broeders en zusters’. Maar weet u hoe dat bij de Thessalonicenzen binnenkwam toen Paulus daarvoor bad? Bijna als liefde vanwege bloedverwantschap, als: ‘Wij zijn echt broer en zus.’ Dat was natuurlijk niet zo, maar ze waren wel geestelijke kinderen van dezelfde hemelse Vader.

Geen vriendenliefde
Dat Paulus nu bidt voor liefde tussen geestelijke kinderen van dezelfde hemelse Vader, geloofsbroeders – en zusters, en niet voor bijvoorbeeld liefde tussen vrienden, is volgens mij opmerkelijk en belangrijk om ook in 2018 bij stil te staan. Volgens onze cultuur is vriendenliefde beter. Met broers en zussen word je (meestal) geboren en met hen groei je op. En natuurlijk, dat is voor thuis, voor op verjaardag en zo prima, maar is dat het ook voor in de gemeente? Zou daar vriendenliefde niet beter zijn? Dat er een klik is vanwege gemeenschappelijke interesses, dezelfde hobby’s, opleiding, achtergrond, en bijvoorbeeld vanwege kinderen in dezelfde leeftijd, geeft dat toch niet gemakkelijker meer band in de kerk? Toch bidt Paulus daar niet om. Christus’ apostel wist heus dat Jezus vriendenliefde ook belangrijk vindt, maar als onmisbaar voor in de kerk zet Paulus hier toch eerst in op broeder- en zusterliefde. Ook in zijn andere brieven richt de apostel zich op de broeders en daarmee ook op de zusters in Christus’ gemeente.

Ik meen dan ook te mogen zeggen dat het Jezus’ bedoeling met Zijn gemeente niet eerst is dat u daar vooral vrienden vindt met gelijke interesses en leefsituaties. Zoals we dat bij kinderen wel zien; meisjes spelen met meisjes en worden elkaars vriendinnen omdat ze elkaars barbies zo leuk vinden. Jongens worden elkaars vrienden omdat ze elkaars autootjes geweldig vinden. Volgens Jezus’ plan met de kerk, zoals we in Handelingen lezen en ook kunnen opmaken uit de apostolische brieven aan de gemeenten, is de kerk zeker niet eerst een vriendenclubje. Eerst is het Jezus’ lokale gemeente met heel verschillende mensen. Mensen die net als in Thessaloniki door Zijn Vader uit een verloren wereld vol afgoden uitgekozen en verzameld zijn en door Zijn Vader aan Hem gegeven zijn. Dit alles om door Jezus’ bloed en lichaam aangenomen te worden tot kinderen van de hemelse Vader om elkaars broeders en zusters te worden. Lokaal samen Gods gezin.

Doel van de broederliefde
Waarvoor die broederliefde waar Paulus om bad in het bijzonder nodig was, lezen we met name in 4: 2-8. Op het vlak van relatie en seksualiteit moet het in de gemeente geleken hebben op de wereld en niet op Gods gemeente. Paulus heeft het over ontucht en hartstochtelijke begeerten. Paulus bedoelt dan waarschijnlijk overspel, hoererij, porno kijken, kortom ontering van de lichamen.

Zoals de apostel in andere brieven schrijft is seksualiteit bedoeld voor in het huwelijk. Dat is zo, omdat het daar tot volheid komt, zoals de Schepper het bedoeld heeft. Als je je van de genoemde zonden niet bekeert, dan beschadig je niet enkel jezelf en vele anderen, maar beschadig je ook de relatie met God (4: 1). En ook wordt je gemeente niet de prachtige bruid van de Bruidegom Jezus, Die Zijn bruid komt ophalen voor het eeuwig Bruiloftsfeest (4: 13). Ernstig als je bedenkt dat God dit alles ook nog eens wreekt (4: 7). Is dit te radicaal van Paulus? Moet je zeggen: waar bemoeit hij zich mee? Nee, hij roept op tot heiliging en beveelt het namens de Heere Jezus (4: 2).

Wat mij opviel is dat Paulus deze waarschuwende oproep omgeeft met de oproep om te bidden om meer onderlinge liefde (3: 12) en met zijn specificeren van deze liefde als broederliefde (4: 9). Wil Paulus daarmee zeggen dat de Heere broederliefde in wil zetten om het in de gemeente heilig en veilig te krijgen, zoals de Heere het wil? Ik mag niet gering spreken over het hebben van vrienden. Hoe belangrijk kan dat zijn! Maar vriendschap kan overgaan en met vriendelijkheid alleen kom je er ook niet. Soms moet er geconfronteerd, gewaarschuwd, gecorrigeerd worden. Als er alleen sprake is van vriendschap, kan het blijven bij: ‘Wat jij wilt. Als jij er gelukkig van wordt. Wie ben ik om me ermee te bemoeien?’ Als duur gekochte en aangenomen kinderen van God, als broeders en zusters in de Heere Jezus, durf je te zeggen: ‘Mijn broeder, zuster, je speelt met vuur, je doet jezelf tekort, anderen en bovenal God. Je bent duur gekocht en voor veel meer bestemd.’ Dat klinkt niet lievig, wel liefdevol. U hebt dan het heil op het oog van uw broeders en zusters, die ook kinderen zijn van de hemelse Vader. Nogmaals, vriendschap heeft zeker betekenis, maar de broederliefde overstijgt dat toch als het gaat om heilig en veilig met elkaar te leven?

Broederliefde en wetticisme
Paulus omlijst de radicale oproep ‘onthoudt jullie van ontucht’, met gebed om broeder- en zusterliefde ook om wetticisme te voorkomen. Om te voorkomen dat gemeenteleden ‘om de regels op zichzelf’ aangesproken worden. God – Die Zelf zo geduldig is en het zo met Zijn gemeente uithoudt, genadig en vergevend is – wil aan al Zijn kinderen onmetelijke zondaarsliefde geven, hoe groot hun zonden ook zijn. En daarvoor geeft Hij in de gemeente ook de broederliefde.

Paulus bad om meer broederliefde in Thessaloniki. God is door Zijn Heilige Geest de Gever ervan. Hoe is met de broederliefde in uw gemeente? Om maar weer met een toepassing te eindigen: Bidt u ook om meer? Hoe belangrijk!

Gespreksvragen
1. Ervaart u in uw gemeente ook de broeder- en zusterliefde waar Paulus om bidt? Ervaart u het ook in uzelf?
2. Waarvoor heeft uw gemeente de broederliefde het meest nodig? Om niet lievig, maar liefdevol te zijn en elkaar te durven confronteren met onheilig leven en ertegen te waarschuwen? Of om er wetticisme mee te voorkomen?
3. Met ‘heilig en veilig leven’ in de één na laatste alinea bedoel ik dat heilig voor God leven veiligheid geeft tussen mensen onderling. Ervaart u dat zelf ook concreet? En wordt dat in uw gemeente naar uw mening concreet genoeg gedeeld?
4. Leeft Paulus’ gebedsverlangen van vers 3: 13 in uw gemeente en ook bij uzelf? Hoe zou dat kunnen toenemen? Denk aan de conclusies uit het eerste deel van deze driedelige Bijbelstudie.

Wim-kees van Slooten
Ds. Wim-kees van Slooten is predikant te Mussel

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 oktober 2018

De Wekker | 24 Pagina's

Een gelovige gemeente is heilig en veilig (1 Thessalonicenzen 2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 oktober 2018

De Wekker | 24 Pagina's