Geld en rentmeesterschap

De buitenkant

Wat een heerlijk getuigenis gaat er uit van die eerste christengemeente. Hoe er daar velen waren die geheel vrijwillig hun grond verkochten om de opbrengst daarvan te brengen bij de apostelen, opdat die het zouden verdelen onder de armen. Maar waar de Heere Zijn kerk bouwt, bouwt de duivel zijn kapel. Lees maar mee … Lucas vertelt ons van twee mensen binnen de jonge gemeente. Het zijn Ananias en Saffra. Deze beide mensen zijn gekomen tot het belijden van de Heere Jezus, als de beloofde Messias. En dat was een hele stap in die dagen. Dat betekende verachting en bespotting. Dan telde je in Jeruzalem niet meer mee. Dan werd je uit de tempel geweerd en kreeg je de haat te verdragen van de geestelijke leidslieden. Zo dragen Ananias en Saffra de smaadheid van Christus. Maar dat niet alleen, ze nemen ook deel aan het geestelijke leven van de gemeente. Want als ze zien dat velen in de gemeente overgaan tot de verkoop van hun grond om de opbrengst aan de armen te geven, dan doen zij ook mee. Ook bij de grond van Ananias komt een bordje te staan: “Te koop.”

De binnenkant

Maar hoe aangrijpend: het is allemaal buitenkant. Want wat lezen we van hen: “En hij onttrok van de prijs ook met medeweten van zijn vrouw.” Daar kwam hun zonden en onoprechtheid openbaar. Want ze wilden voor vroom doorgaan, maar konden toch het geld niet missen. En daarom onttrokken ze van de prijs. Het woord ‘onttrekken’ heeft heel duidelijk een negatieve klank. Het is hetzelfde woord dat gebruikt wordt voor het onttrekken van het geroofde van Jericho door Achan. Dat doet ook Ananias. Ze wilden zo graag de naam van een milddadig christen bezitten. Ze wilden onder de schijn van alles voor de zaak van Christus over te hebben, maar een deel geven, omdat hun hart nog zo vast zat aan het aardse. Hier zien we de diepe waarheid: “geldgierigheid is de wortel van alle kwaad”.

De ontmaskering

Daar komt Ananias de zaal binnen waar de apostelen vergaderd zijn. Hij overhandigt de opbrengst van het land: “Waarde Petrus, de Heere heeft ons hart overgebogen om ons land te verkopen en de gehele opbrengst daarvan bij u te brengen, opdat u iets heeft om de armen te geven. Hier is het geld en moge de Heere er Zijn zegen aan verbinden.” Vrome woorden sprak hij uit. Daarop verwachtte hij een vriendelijk woord van Petrus, een woord van erkentelijkheid en dankbaarheid: “Broeder, wat is toch een wonder dat de Heere je zo los kwam te maken van het aardse.” Maar wat is het anders gegaan dan hij ooit gedacht heeft. Petrus staat op en ziet Ananias recht in het gezicht aan. Ernstig, bewogen, maar ook met een heilige toorn spreekt hij tot hem: “Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld, dat gij den Heilige Geest liegen zoudt en onttrekken van de prijs des lands. Zo het gebleven ware, bleef het niet uwe en verkocht zijnde, was het niet in uw macht? Wat is het, dat gij deze daad in uw hart hebt voorgenomen? Gij hebt den mensen niet gelogen, maar Gode.” Wat een aangrijpend antwoord van de apostel Petrus. In één moment ontmaskert hij, verlicht door de Heilige Geest, de schijnvroomheid en het bedrog van Ananias. Wat een ernstige prediking: “Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld?” Dat is de zonde van Ananias, hij heeft de satan vrij spel gegeven.

De vraag

Geliefde lezer, stelt u zich lezend en mediterend de vraag: waarom geef ik ‘mijn’ geld aan de kerk, aan de zending, aan diaconale doelen: Omdat de satan mijn hart heeft vervuld, of omdat de liefde van Christus mij drijft?

Ds. A.A. Egas is predikant van de gemeente Damwoude

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen