Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ernstige waarschuwing.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ernstige waarschuwing.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

«Hoort de roede en wie zo besteld heeft.» Micha 6 : 9b.

In de alom heerschende ziekte (de influenza) klinkt eene stemme Gods, die tot Nederland en tot al de volken roept: «Hoort de roede en wie ze besteld heeft!» Niet het water, niet de lucht, niet do wind, maar de Heere God is het, die de kinderen der mensehen met krankheden bezoekt, Hoe en waaruit men ook de oorzaken der algemeen heersehende krankheid verklaren wil, met den profeet uit Israël dient men te vragen : «Zal er een kwaad in de stad zijn, dat de Heere niet doet?« God spreekt tot ons door zijn Woord. Doch als de menschen zijn Woord niet willen hoeren en zich voortdurend daartegen verzetten, dan spreekt Hij ook door roeden. Zoo sloeg God do eerste wereld, wegens hoog geklommen zonden en gruwelen, met eene water-roede. Vooraf echter had Noach honderd en twintig jaar lang de oordeelen Gods aangekondigd. Ten laatste nam God allen door den zondvloed weg; alleen Noach en de zijnen vonden genade in de oogen des Heeren.
Tienmaal achtereen werd later Egypteland door God met roeden geslagen. De laatste maal zoo geweldig, dat het gansche land weende en in rouwe was vanwege al de ellenden, ‘t Was dood en verderf allerwege. Zoo menigmaal heeft God zijn oude volk Israël met de roede bezocht, om hunne veelvuldige afwijkingen van den Heere, gelijk de gewijde geschiedenis ons dit vermeldt.
Op het gebed van zijn in nood verkeerend volk sloeg de Heere weleer de Assyriërs zoodanig met roeden, dat in één nacht honderd vijfentachtig duizend dooden zijn gevallen.
God spreekt niet slechts door eene roede, maar Hij roept. De roede komt niet zonder oorzaak, en die oorzaak is geen andere dan de zonde. Dat de menschen zelfs met Gods oordeelen durven spotten, bewijst hoe groot de blindheid en de verharding is, waarin zij leven. Doch wat zou het zijn, als er eens zooveel dooden waren, als er nu kranken zijn. Nu zijn reeds in ‘t midden der week winkels, kantoren en fabrieken gesloten wegens de vele zieken, die er zijn. Scholen en kerken zijn op sommige plaatsen ontvolkt, maar .... wat zou het dan zijn?!
Nu is het nog eene zachte roede, die van Gods liefde en ontferming getuigt, bij al de openbaringen van zijn heilig ongenoegen over de zonde. Doch vergeten wij het niet: op lichtere straffen hebben wij zwaardere te duchten, als het volk en de volken naar de stemme Gods niet hooren. Zoo lang en zoo veel is aan ‘t heil der volken gearbeid! Aan zoo menig harte, nu nog verhard, heeft de Heere Jezus geklopt. Zooveel zijner dienstknechten heeft de Heere gezonden, om den goddeloozen het «wee» en den rechtvaardigen het «wel» aan te zeggen. Van sabbat tot sabbat laat God de bazuin des Evangelies blazen. Vriendelijk, ernstig en dringend komt de roepstem en de noodiging Gods tot zondaren. Ook de drukpers dient als middel in Gods hand, om op allerlei wijze het woord Gods, als het licht, alom in de duisternis van onkunde en ongerechtigheid te ontsteken. En wie, die onder de christen-natien heeft geleefd, zal kunnen zeggen, als de Heere komt: «Ik heb Gods wil niet geweten en zijnen weg niet gekend?
Toch neemt de afval toe en vermenigvuldigt de ongerechtigheid met den dag.
Zal de Heere het dan niet zien en zoeken ?
Kunstmatig stellen velen zich te werk, om de jeugd van God, van zijn heilig Woord en van zijn dienst afkeerig te maken.
Allerlei middelen worden beproefd, om het zoogenaamd verouderd volksgeloof te bannen. Op vele fabrieken en werkplaatsen, ik menige kazerne, in vele ziekenhuizen on hospitalen is het voor iemand, die God vreest, schier niet uit te houden, wegens het vloeken en lasteren van Gods heiligen Naam. O, dat ons volk dan de roede mocht hooren en bedenken, wie Hij is, die de roede heeft besteld! Nog zijn de barmhartigheden Gods zoo groot!
Aan Israël vraagt de Heere: «O mijn volk! wat heb ik u gedaan? En waarmede heb u vermoeid? Betuigt tegen Mij.»
En wat zullen wij op deze vragen onzes Gods antwoorden ?
Wat zult gij kinderen des verbonds antwoorden? Heeft het u aan iets ontbroken?
Christenen! Hoedanig is uw leven en uw verkeer voor God ïn de wereld? Laat gij uw licht schijnen voor de menschen en zijt gij, als het zont der aarde, in al uwe openbaringen een levend protest tegen de zonde en tegen den afval onzer eeuw? Tracht gij uwe hand tot redding van uwe naasten uit te strekken, of zegt ge, als Kaïn: «ben ik mijns broeders hoeder?» Kan uwe binnenkamer getuigen van uw bidden en worstelen, of zijt ge slaperig en sluimerig als de maagden in de u bekende gelijkenis ? Gaat de breuke der dochter Zions u ter harte, of zijt ge, als de Laodicensen, noch heet noch koud? Wierp de stem van de roede Gods, die van zoo menig krankbed en uit den mond der stervenden u bereikt, ja die van uit de graven onzer ontslapenen over de aarde ruischt, u in ‘t stof voor Jezus voeten, of denkt en spreekt gij, gelijk zoovelen doen, zonder opmerkzaamheid, zender gevoel?
Op de prediking van Jona verootmoedigden zich de Nineviten. Boete en berouw was het antwoord des volks. En de Heere zag het, dat zij zich bekeerden «en bet berouwde God over bet kwaad, dat Hij gesproken had hun te zullen doen, en Hij deed het niet.»
En nog luidt de belofte des Heeren: «Die zijne zonde belijdt en laat,zal barmhartigheid geschieden.»
Kinderen Gods! breidt uwe handen uit naar den Hemel ais Ezra, en klimmen uwe smeekingen op tot God als van een Daniël, opdat de roede Gods worde geheiligd aan de harten der menschen en de inwoners der wereld gerechtigheid mogen loeren!
Want wie zal bestaan, als God met ons in ‘t gerichte wil treden !

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 januari 1890

Het Wekkertje | 6 Pagina's

Ernstige waarschuwing.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 januari 1890

Het Wekkertje | 6 Pagina's