Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brieven over belangen van Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brieven over belangen van Kerk en Staat

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waarde Vriend !

Het reeds vroeger aangekondigde vlugschrift van Dr. A. Kuyper, „Separantie en Doleantie”, is thans verschenen en zal ongetwijfeld door velen gelezen en herlezen worden. Niet slechts voor Doleerenden, maar ook voor Christelijke Gereformeerden heeft deze brochure groote waarde, omdat men daarin zwart op wit de vraag beantwoord vindt hoe Dr. Kuyper over „Separatie” en „Doleantie” denkt, en in betrekking tot beider oorsprong en gevolgen en betrekkelijk de verhouding waarin „Separatie’, en „Doleantie” tot elkander staan, en hoe zij beide kunnen en naar zijn oordeel behooren vereenigd te worden.
En ofschoon wij niet gaarne alle Doleerenden verantwoordelijk zouden willen stellen voor hetgeen Dr. Kuyper als zijn gevoelen uitspreekt, weten we toch van welk een invloed in den regel zijn oordeel bij en onder de Doleerenden is. Gelijk te verwachten was, en gelijk die verwachting door het motto versterkt werd, bleek ons, dat men in deze pennevrucht van den Amsterdamschen Hoogleeraar een zoo krachtig mogelijke verdediging vindt van de „Doleantie”. De Doleerenden lezen we o. m. op pag. 9, „stichtten dan eene kerk, niet omdat zij zelven dit practisch gewenscht vinden, maar omdat Gods Woord dit aan de belijders des Heeren gelast; en ze stichtten deze kerk niet op de wijs, die hun het profijtelijkst dunkt, maar gelijk de Heere dit in zijn Woord beveelt.” Zoo, beweert Dr. Kuyper, deed men vroeger en zoo deed men ook nu En verder, op pag. 18, zich over kerkstichting uitsprekende, beweert de schrijver, dat het niet aan ieder vrijstaat tot nieuwe kerkstichting over te gaan in eene stad of dorp waar reeds een geïnstitueerde kerk bestaat. Doch hierbij is natuurlijk onderstelt, „dat de geïnstitueerde kerk dier plaats goed geinstitueerd zij, en niets in haar Stipulatiën hebbe, waartegen de aankomende of nieuw bekeerde in zijne consciëntie voor God bezwaar gevoelt.”
Als Dr. Kuvper deze logika streng doortrekt, zouden wij Z. H. G. wel eens willen vragen waar bij dan denkt uit te bomen, ook op het standpunt der Doleerenden. Dat men zoo redeneert om zich tegenover de Christ. Gereformeerden te verdedigen, is begrijpelijk; maar dat men zelf voor de consekwenties van zijn eigen principe niet terugdeinst, is voor mij onbegrijpelijk. Even zonderling komt mij voor wat men leest op pag. 8. Daar vindt men de vraag beantwoord, of het wel aangaat van de Christ. Geref. te eischen hun regelement terug te nemen, zonder zelf als Doleerenden ook iets op te offeren. Dr. Kuyper wijst geheel deze voorstelling af, doch merkt alleenlijk op, dat een jonge en een oude firma daarin nooit kunnen gelijk staan.
De oude firma (de Christ. Geref.) heeft, als ik goed lees, omdat zij oud is veel zonden en gebreken; de jonge firma (Doleantie) kan die niet hebben, omdat zij daarvoor te jong is. De lezer oordeele zelf. Gaarne, mijn vriend! wilde ik dit vlugschrift in zijn geheel principieel bespreken. Doch ik zou dan veel dingen moeten herhalen, die ik reeds vroeger heb uitgesproken. Principieele bespreking en weerlegging van het kerkbegrip van Dr. Kuyper kunt ge uitgebreid lezen in het dezer dagen verschenen werk van Ds. Ten Hoor, van Franeker, dat, overgedrukt uit de «Vrije Kerk,» thans op nieuw en afzonderlijk bij den heer Donner te Leiden is uitgegeven. Tot onze verbazing heeft Dr. Kuyper in zijn vlugschrift hier geen enkel woord van gerept, — iets wat er, naar mijn bescheiden meening, toe bijdragen zal, dat het doel van Kuyper zeker niet zal bereikt worden. Met grof geschut is nu bij vernieuwing de vesting van 1869 aangevallen. En al wat door Christ. Geref. daaromtrent gezegd is, blijft onbeantwoord, — ook wat Ds. Gispen desaangaande in «de Bazuint geschreven heeft. Met genoegen las ik in Dr. Kuypers geschrift, dat ook door hem het volstrekte recht van iedere plaatselijke Christ. Ger. Gemeente erkent wordt, en hij daarmêe toestemt, dat zelfs geene Synode bij machte is, dit recht te betwisten. Evenzoo deed de schrijver een goed werk met de kwestie over her- of vereeniging de wereld uit te helpen. En gaarne vereenig ik mij met de zinsnede, dat «vooral de persoonlijke verdachtmaking onder hen, ’die broederen in Christus zijn, de wereld uit moet», doch met deze opmerking — die Dr. Kuyper niet voor persoonlijke verdachtmaking aanmerke — als men onzerzijds beleefdelijk neêrlegging vraagt van objectief gestelde bezwaren. —
Waarschijnlijk zal nog in deze maand onze koningin in eene vereenigde zitting van de beide Kamers der Staten-Generaal den eed afleggen als Regentes, In het Groot-Hertogdom Luxemburg is dit reeds geschied door Z. H. Hertog Adolf van Nassau. Met leedwezen vernemen we, dat de toestand van onzen koning niet vooruitgaande is. Binde de Heere de behoeften en nooden van land en volk Zijn volk op ’t harte, en bidden wij in ’t bijzonder veel om den vrede van Jeruzalem.
Heilbiddend, als steeds:
Uw vriend

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 november 1890

Het Wekkertje | 4 Pagina's

Brieven over belangen van Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 november 1890

Het Wekkertje | 4 Pagina's