Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Ik ben de Heere uw heelmeester.” (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Ik ben de Heere uw heelmeester.” (I)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Exodus 15:26.

Een jaar geleden hoorde men schier niets dan klachten over de geweldige koude. ‘t Was een strenge winter, gelijk slechts weinigen ooit hadden beleefd. Thans is de winter minder streng, maar de klachten vermenigvuldigen. Nu niet over de felle koude, maar wegens het dagelijksch toenemen der kranken.
De eerst zoo weinig getelde, maar de nu zoo alom woedende en. steeds ernstiger karakter aannemende ziekte, influenza genaamd, heerscht epidemisch in geheel Europa en daar buiten. Yan af de paleizen der vorsten tot in de nederige stulp van den daglooner, overal dringt deze zoo vreemde ziekte door. De sterfgevallen nemen in onderscheidene plaatsen onrustbarend toe. Zóó zelfs, dat in een onzer voornaamste steden de vorige week het normale middengetal meer dan viermaal was vermenigvuldigd. En wat is ertegen deze ziekte te doen? In den geneeskundigen raad van Zuid-Holland werd nog kort geleden uitgesproken, dat hieromtrent nog weinig te zeggen was, en dat omtrent één of ander medicament ter aanbeveling niets kan worden vastgesteld, aangezien de medische wetenschap nog in het onzekere verkeerde ten aanzien van deze ziekte. Pokken, cholera en typhus kent men beter en het is niet zonder oorzaak, dat men deze ziekten zoozeer vreest. Maar de Heere God kan ook door andere plagen en ziekten ons bezoeken. Wie gelooft, dat er geen kwaad in de stad is, dat de Meere niet doet! Ziet in de thans heerschende ziekte eene roepstem des Almachtigen, waarmede de Heere tot de volkeren komt! Hoort de roede en wie ze besteld heeft! Gelijk de dood niet komt zonder oorzaak, zoo liggen ook aan alle ziekteverschijnselen oorzaken ten grondslag, waaruit zij middelijkerwijs ontstaan. Of deze echter in ‘t water, in de lucht, in den wind, in den bodem of in iets anders moeten worden gezocht, blijft betrekkelijk hetzelfde. Veel blijft in dezen voor de wetenschap een geheim. Maar wat ieder weten kan, is dit, dat alle middelen en tweede oorzaken berusten in de hand van Hem, wiens goddelijke voorzienigheid,wiens bijzondere en algemeene regeering over alle dingen gaat. Gezondheid en krankheid, rijkdom en armoede, vruchtbare en onvruchtbare jaren, alles komt van Zijne band, die met het heir des hemels en met de inwoners der aarde naar zijn welbehagen doet.
De bijzondere, alom heerschende ziekte herinnert ons aan de plagen, weleer over Egypteland gekomen. Hoe vreeselijk waren die gerichten Gods! Israël had het gezien, wat de Heere den Egyptenaren gedaan had. En toen datzelfde Israël op weg was naar het beloofde land, sprak de Heere tot ben door Mozes, zijnen knecht, en zeide: »Is het, dat gij met ernst naar de stem des Heeren, uwes Gods, hooren zult, en doen wat recht is in Zijne oogen, en uwe ooren neigt tot Zijne geboden, en houdt al Zijne inzettingen; zoo zal Ik geene van de krankheden op u leggen, die Ik op Egypteland gelegd heb, want Ik ben de Heere, uw heelmeester”.
Gehoorzaamheid aan God zou Israêl bevrijden van zware plagen en krankheden, als zij in Egyptenland hadden aanschouwd. De Heere, hun heelmeester, zou niet alleen hunne krankheden genezen, maar ook voor die bijzondere krankheden hen bewaren. Hiermede is het antwoord gegeven op de vraag, wat als eerste en diepste oorzaak voor de thans heerschende ziekte moet worden aangemerkt. Zoo lang en zooveel, zoo ernstig en zoo aanhoudend is van Godswege gewaarschuwd, maar, helaas! de volken wijken hoe langer hoe verder af van God. Zijne geboden en inzettingen worden niet geacht, Zijne oordeelen niet gevreesd, op Zijn Woord wordt niet gelet. Toch is de Heere niet veranderd. Eenmaal is de mate der ongerechtigheid vol geworden. Eenmaal komt een einde aan de zoo lang getergde goedertierenheid en verdraagzaamheid Gods.
Zóó menigmaal heeft de geschiedenis dit geleerd.
En wie zal bestaan voor den Almachtige, als Hij ter gerichte nadert/ Niets ter wereld is in staat om de hand des Heeren af te wenden. De openbaring der zonde heeft een toppunt bereikt. Men spot met alles wat heilig is. Erger dan in Sodom wordt de zonde straffeloos gediend. Gods Naam wordt gelasterd, Zijne sabbatten ontheiligd, Zijne liefde veracht, Zijn Woord verworpen. De waarheid wankelt op de straten. Zou de Heere dit niet zien en zoeken? Wee onzer, dat we zoo gezondigd hebben, en wee daarenboven, als we ons niet verootmoedigen en wederkeeren tot der vaderen God!
Nog zien we maar beginselen, maar het staat te vreezen, dat nog grootere ellenden, nog zwaardere oordeelen ons wachten. En terwijl dood en verderf om ons woeden, terwijl het leven van zoovelen aan onze rechter- en aan onze linkerhand door den onverbiddelijken dood wordt afgesneden, klinkt de roepstem des Heeren, die van liefde en barmhartigheid getuigt, ons nog in de ooren: »Ik ben de Heere, uw heelmeester.”
Al staat alle menschelijke wetenschap verlegen, en al is de geheele wereld radeloos tegenover zooveel ellende en smart, reddeloos is de toestand geenszins; bij den Heere zijn uitkomsten, zelfs tegen den dood.
Te vergeefs zal men hulp verwachten van heuvelen en bergen. Te vergeefs zal men zoeken naar middelen om het kwaad af te wenden, tenzij men wederkeere tot de gehoorzaamheid aan God. Hij is de Heere, barmhartig en genadig, die de ongerechtigheid en de zonde vergeeft.
Tegenover al het zuchten en al het geween, tegenover al de rouw en al het verdriet, tegenover al het weemoedig en wanhopend vragen van de wijsheid dezer eeuw, vrage een iegelijk die gelooft, met den profeet uit Israël; „Is er geen balsem in Gilead? Is er geen Heelmeester aldaar?”

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 januari 1892

Het Wekkertje | 4 Pagina's

„Ik ben de Heere uw heelmeester.” (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 januari 1892

Het Wekkertje | 4 Pagina's