Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ingezonden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ingezonden

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waarde Broeder!

Het heeft mij en velen gesmart, dat na de laatstgehoudene Synoden, de toon van zoovele Christ. Gereformeerden en van meer dan een blad veranderd is. Welk een verschil in de beschouwingen van »de Roeper” van nu en van voorheen! Ook door »het Wekkertje” werd een stilzwijgen gewenscht en bewaard over de voorgenomen vereeniging der beide Gereformeerde Kerken.
Ware dit niet alzoo geweest, ik zonde u reeds vroeger om opname van eenige regelen hebben gevraagd. Dat ik, die mij gedrongen heb gevoeld van de Doleerenden tot de Bescheidenen over te gaan, niet gezind ben, mij zoo spoedig weder bij de eerste te laten inlijven, gevoelt ge. Het was n echter niet mogelijk, dat voornemen van zwijgen en doen zwijgen in uw blad vol te houden, blijkens het door u geplaatste woord van br, G. Renkema, Ezn. De zaak is ook van te groot gewicht voor leden der gemeenten, om niet nevens het pro ook het contra te hooren. Gij erkent zelf, dat ernstig gevaar dreigt, waartegen gij, en ook ik, bij herhaling onder bitteren tegenstand heb gewaarschuwd. Waarlijk, de zaak mag wel van alle zijden eerst worden bezien; er moet gewikt en gewogen worden, biddende tot den Heere om licht over alle de gevolgen, opdat men niet te laat gevoele in een strik geloopen te zijn. En op overhaasting schijnt het te worden aangelegd.
Wij hebben groote liefde voor vele doleerende broederen, die wij kennen; wij bewonderen de geleerdheid, de werkkracht, den ijver, de welsprekendheid van den leider der doleantie, en het verwondert ons niet, dat wie met hem in aanraking komt als het ware betooverd wordt en medegesleept. Toch mag niemand ons dwingen voor alles het hoofd te buigen en zijn woord als een Evangelie te gelooven. Vergun dan ook mij heden eene vraag aan onze Christelijke Gereformeerde broederen te doen, daar toch ieder gevoelt, dat onder de hoofdbedoelingen eene plaats inneemt: ineensmelting der Theologische School met de Vrije Universiteit, met andere woorden : Kampen moet opgaan in Amsterdam!
De door mij bedoelde vraag is: kunt ge vrede hebben met het onderwijs in de Theologie, zooals het aan die Universiteit gegeven wordt, en u vereenigd gevoelen met de leeraren daar gevormd? Discipelen gaan in den regel nog verder dan hun meester.
Er is in den laatsten tijd ook van de beste vrienden van Dr. Kuyper een gemompel gehoord over het veelvuldig stilstaan der collegies. Er is door velen gevoeld, dat de practische vorming te veel ontbreekt. II; bedoel echter nu de leer. welke wordt ingescherpt.
Om die te leeren kennen, leze men onder anderen: »Voor een distel een mirt.” Ik laat daaruit enkele zinsneden volgen, en doe dan de vraag aan de B. B. en Z. Z.: »kunt ge daarmede vrede hebben?”
Dr. K. dan schrijft (pag. 11): »Ge brengt uw kindeke ten doop. niet als stond het buiten Christus, maar als in Christus geheiligd, en niet als staande buiten het lichaam van Christus, maar als zijnde van het lichaam des Heeren een lid. Ge weet dit wel niet met zekerheid, want eene bijzondere openbaring geeft de Heere daar niet voor. maar ge hebt uw kindeke als zoodanig te rekenen. Zoo is dus de vaste onderstelling bij de opvoeding van elk gedoopt kindeke, dat er verborgen genade in schuilt, en dat uwe opvoeding slechts strekt om dat verborgen genadezaad in den akker van uw kindeke te besproeien en het onkruid uit te wieden, opdat het dit verborgen genadezaad niet verstikke.”
Pag. 77: »Bij den heiligen doop grijpt iets anders plaats dan bij den doop van Johannes. Nu niet enkel de uitwendige doop met water door een mensch, maar gelijktijdig de inwendige doop door Christus uit den Hemel. Ontbrak dat laatste, dan zou er geen Christelijke doop, maar nog alleen een Johannesdoop zijn.”— Pag. 80 en 81. »Eigenlijk moet de doop de geboorte op den voet volgen en reeds bij het kindeke van drie en meer weken moet bet on gedoopt-zijn afgekeurd, Handelde men gereformeerd, dan liet men zijn kindeke terstond na de geboorte doopen op Zondag of in de week.”
Dr. K. leert dus, dat wij alle kinderen, geboren uit geloovige onders, moeten houden voor wedergeboren en daarom moeten doopen, terwijl bij den doop tegelijk de Heilige Geest door God wordt medegedeeld. Gaarne zoude ik, indien er ruimte in uw blad voor ware, aanwijzen boe onbijbelsch deze beschouwing is: — hoe on gereformeerd die is. werd reeds door onzen vriend en broeder Prof. De Cock in »de Bazuin” aangetoond.
Laat mij er bijvoegen wat Brakel van de kinderen der geloovigen zegt (I, 967 e. v. v.) »In zich zelven zijn ze gelijk alle andere kinderen, zoodat de grond om hen te doopen niet is eenige genade, die zij in zicbzelven hebben, noch op den grond der eeuwige verkiezing, welke voor ons verborgen is. He doop is geen uitwendig teeken, waardoor. waarop of waarbij God de wedergeboorte werkt, — de genadewerkingen Gods zijn niet gebonden aan den tijd en de handeling des doops,” enz. enz.
Men leze Van der Kemp Catech., Zondag 27. pag. 547, onder: »Doopsdwalingen weerlegd.”
»Daar zijn zeer geleerde mannen, die meenen, ja, dat al die kinderen door den doop het beginsel en bet zaad der wedergeboorte bij wijze van een vermogen deelachtig worden en het zaad der wedergeboorte in velen voor langen tijd onder de kluiten van de begeerlijkheid der jongheid en des vleesches bedekt en bedolven blijft, totdat die door eene werkelijke bekeering uitspruit en zich levendig vertoont— Deze zaak smet den Heiligen Geest vervuld zijn van ’s moeders lijf” is niet onmogeiijk, zoo min als ’t onmogelijk is. dat een eerstgeboren kind ’t vermogen heeft om te redeneeren en te zondigen en zekerlijk met en in Gods beeld zou geboren zijn,zoo vader Adam ware staande gebleven; maar dat zoo alle uitverkorene kinderen der bondgenooten vóór .den doop zouden wedergeboren worden, is niet wel te gelooven.—
’t Is wel zoo, dat de doop de wedergeboorte onderstelt en verzegelt, maar niet altijd als daar reeds zijnde, maar als toekomende en dat de gedoopte uitverkorene kinderen der bondgenooten de wedergeboorte zeker zullen deelachtig worden.”
Met bovengenoemde beweringen van Dr. K. staat eene andere in verband, te lezen in Heraut No. 742, in de recensie van het Pinksterlied van W. J. Mennes: »Op het Pinksterfeest te zingen: »Daal Gij nu ook neder, o Geest van den Vader!” is feitelijk het pinksterwonder loochenen. Pinksteren toch beteekent juist, dat de Heilige Geest toen in Gods Kerk is neergedaald en sinds die kerk nooit heeft verlaten. In den zin van het pinksterfeest kan Hij dus niet op ons nederdalen, want Hij is bij ons en heeft woning bij ons gemaakt. Ook de bede; »O, Heilige Vader! schenk ons het geloove” gaat niet. Wel: versterk ons geloof, verrijk ons geloof, maar niet: »schenk ons bet geloove.” Immers eene schare, die dit bidt, belijdt hiermede nog geen geloof te hebben, en boe zou zulk eene schare zoo iets bidden kunnen?”
Is dat nu gereformeerd of riekt het naar Schleier-macher. die aldus schrijft in Der Chr. glaube (II 364 v.v.): »Christus heeft der menscheid eenen nieuwen Geest gegeven: deze Geest woont in de christelijke gemeente en het doel van den doop is de opname in de gemeenschap dezes Geestes: dus kan Johannes’ doop niet even gelijk gesteld worden met den Christelijk en doop.”—
Werd mij, geliefde broeder! de gelegenheid gegeven, ik zoude nog gaarne uiteenzetten wat de H. Schrift omtrent wedergeboorte en bekeering, omtrent den Heiligen Doop en de gave des Heiligen Geestes leert. Voor ditmaal misschien reeds meer dan genoeg. Weet den Heere bevolen, die op u en mij rijkelijk Zijnen Heiligen Geest doe nederdalen!

F.P.L.C. VAN LINGEN
ZETTEN, 19 April 1892.

P.S. De zaak is te gewichtig en de aandrang te groot, om plaatsing van stukken als het bovenstaande te weigeren. Men leze en oordeele. Beginselen zijn aan ’t woord.

RED.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1892

Het Wekkertje | 4 Pagina's

Ingezonden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1892

Het Wekkertje | 4 Pagina's