Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ziende op Jezus (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ziende op Jezus (II)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

»Ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus” Hebr. 12 : 2a.

Wat moeiëlijk schijnt te zijn, is daarom nog niet onmogelijk. In de woestijn dreigde Israël door vurige slangen vernield te zullen worden. Mozes richt op Gods bevel eene koperen slang op en ieder, die, van de slangen gebeten, op die verhoogde koperen slang zag, werd genezen. Bij de belegering van Jeruzalem in de dagen van koning Hiskia scheen alles verloren. De Sanherib’s hoonden en lasterden den God van Israël voor de poorten der benauwde stad. Maar uit die stad ging een gebed op tot God: honderd vijfentachtiigduizend Assyriërs worden door eenen verdervenden engel in één en nacht gedood en Israëls redding is volkomen.
In en door Christus hebben de geloovigen toegang tot God door den H. Geest. Onder velerlei benamingen en eeretitelen wordt de Zone Gods in de H. S. voorgesteld, om daardoor de uitnemende heerlijkheid van Zijnen Persoon duidelijk te doen uitkomen.
En waar de schrijver aan de Hebreën de christenen tot lijdzaamheid en volharding tracht op te wekken, doet hij dit door hen te wijzen op Jezus, den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs.
De woorden oversten Leidsman, gelijk onze staten vertaling heeft overgezet, hebben andere taalgeleerden vertolkt in: Kapitein des geloofs = Prins des geloofs; Beginner des geloofsBeginsel des geloofs, enz., alle uitdrukkingen en omschrijvingen, die onderling wel eenigszins verschillen, maar in hoofdzaak alle hierop neerkomen, dat hierdoor aangetoond wordt, dat Jezus, aangemerkt als Middelaar, den broederen in alles gelijk geworden is uitgenomen de zonde, als geheel eenig en volmaakt voorbeeld in lijdzaamheid en volharding, die om de vreugde, Hem voorgesteld, het kruis verdragen en de schande veracht heeft.
Daarbij is Hij de Heere, die door Zijnen Geest en Zijn Woord het geloof werkt, de Zijnen onderwijst omtrent den aard en de natuur van het geloof. Daarin oefent Hij ook de Zijnen, gelijk zij ook in Zijne kracht bewaard worden tot de zaligheid, voor ben bereid. En gelijk Jezus het Begin en de overste Leidsman is, zoo is Hij ook de Voleinder des geloofs.
»Hij is,” zoo zegt een voortreffelijk godgeleerde : »de Voleinder en Volmaker des geloofs, dewijl Hij met Zijne komst ‘t geloove meer ten einde en tot grooter volmaaktheid heeft gebracht. Na de huishouding des O. T. was het geloof als in zijn begin. De vaderen zagen op hetgeen daarna geschieden zoude.”
Wat eertijds met schaduwen omzwachteld was is geopenbaard met de komst van . Christus en tot volle heerlijkheid gekomen.
En ook anderzijds werkt en volmaakt de Heere het geloof in een ieder Zijner gunstgenooten in ‘t bijzonder.
In ‘t voorbeeld van Simon Petrus blijkt dit zonneklaar. Had de Heere niét voor Simon gebeden, dat zijn geloof niet zou ophouden? In Hebr. 7 : 25 lezen we, dat Christus eeuwig leeft, om voor hen, d. i. voor al de Zijnen, te bidden. Moest door eigen wijsheid, door eigen kracht of door eenig menschelijk vermogen de overwinning verkregen, voorzeker was dan alle hoop ijdel. Maar ziende op Jezus, wat Hij heeft gedaan, waartoe dit alles dient, zoowel Zijne vernedering als Zijne verhooging, zie, dan breekt het licht door de wolken, dan herleeft de hope der bedrukten, dan is er een bevredigend antwoord op de vraag: boe zal ik staande blijven en volharden ten einde toe.? Hij. die de Beginner en Voleinder is, is Heere der Heeren en Koning der Koningen. Hij is de sterke God, op wiens schouderen de heerschappij rust. De Almachtige, de Onoverwinbare, de Getrouwe, de onveranderlijke tot in eeuwigheid. Voor Hém heeft de bel. Op Zijne wenken worden de vijanden vermaald tot stof. Zijne gerechtigheid is overvloediger dan al onze zonde. In Zijne vernedering en in al Zijn lijden draagt Hij, als de Borg van al Zijne uitverkorenen, de schuld zijns volks. Hij brengt verzoening aan voor hunne ongerechtigheden.
In Zijne verhooging schittert zijne Majesteit en ongekenden glans. Dood en graf zijn door Hem overwonnen,— leven en onverderfelijkheid door Hem aan ‘t licht gebracht; — wie is een vorst gelijk hij ? In al onze benauwdheden is Hij benauwd geweest. In alles is Hij verzocht geweest, uitgenomen de zonde. De wereld heelt Hem trachten te bekoren, de Satan heeft gepoogd Hem te overwinnen, maar zelfs geen kruisdood kon Hem afschrikken, geene vergelding van haat voor liefde kon Hem weêrhouden te sterven voor Zijn volk. De last van Gods toom noch de angsten der helle konden Hem bewegen ook maar één oogenblik te wankelen in liefde en in trouw, Hij heeft de Zijnen liefgehad tot in den dood.
Wat is daarom die groote wolke der getuigen nog, bij Hem vergeleken ? Sterk was het geloof van Abraham, die op hope tegen hope heeft geloofd. Sterk was het geloof van Mozes, die liever verkoos met het volk van God kwalijk gehandeld te worden dan voor eenen tijd de genieting der zonde te hebben Maar al dergelijke voorbeelden, hoe uitnemend en veelbeteekenend ook, zij vormen eene wolke van ons omringende getuigen, maar zij zijn geene leidslieden; alleen Jezus is het begin en het einde, de Alpha en de Omega, Nergens zegt God dan ook in Zijn Woord: »Zie op dezen of op dien,” maar wel: »zie op Jezus.”
En vest uw oog op Hem in alle moeite en strijd, in alle angst en aanvechting, dan moogt ge daarbij tot aanmoediging letten op de vromen, en zien naar de oprechten, want het einde van hen zal vrede zijn.
Alleen dan, als ge uwen oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, uit het gezicht verliest, dan zult ge vreezen in den storm, dan zult ge beven, als de vijand u nadert, dan zult ge u zwak gevoelen tegenover elke macht, welke zich tegen u opmaakt. Maar ziende op Hem, hebben Jezus’ getrouwen niets te vreezen.
Hij heeft den weg voor al de Zijnen gebaand. Die Hem volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar ‘t licht des levens hebben. Troostvol en bemoedigend roept de Heere al Zijn volk in de verdrukking dezer wereld toe: »hebt goeden moed; Ik heb de wereld overwonnen!”

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1892

Het Wekkertje | 4 Pagina's

Ziende op Jezus (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1892

Het Wekkertje | 4 Pagina's