Leerrijk allerlei

EENE OPMERKING

Eene dame wandelde met haar zoontje op een kerkhof. De knaap las: »Hier slaapt mijne deugdzame echtgenoote.” Iets verder: »Rust in vrede, brave zoon!” enz. Toen hij bijna overal dergelijke lofspraken gelezen had, zeide hij: »Mama! op welk kerkhof begraaft men de slechten?

Drie Z’s heeft God voor zichzelven behouden: Zorgen, Zegenen en Zaligmaken.

DE WAARHEID VAN PSALM 50:15 BEWEZEN.

»Een knaap had een zieke hand, die zoo slim werd, dat de geneesheer besloot haar af te zetten, om het leven van den jongen te redden. De dag voor de operatie werd vastgesteld. Toen de knaap het besluit van den arts gehoord had, ging hij naar eene eenzame plek in den tuin, viel op zijne knieën, en smeekte God, zijne zieke hand toch te willen herstellen. Den volgenden dag kwam de geneesheer om de hand te zien, en tot zijne verwondering was de hand aanmerkelijk beter, zoodat de operatie niet door behoefde te gaan. Langzamerhand werd de hand gezond als de andere. De knaap groeide op en werd een man.” Zoo vertelde een prediker, en toen hij zijn rechterhand in de hoogte hield, zeide hij: »Deze hand kan u getoond worden, als een gedenkteeken van een gebed, dat God in Zijne grenzenlooze barmhartigheid verhoord heeft, en als een bewijs voor de waarheid van de woorden uit Psalm 50 vers 15, waar wij lezen: » Roept Mij aan in den dag der benauwdheid; Ik zal er u uithelpen, en gij zult Mij eeren.” “

GRAFSCHRIFT OP MARGARETHA LUTHER

Domino cum sanctis hic Magdaleno Lutheri
Fillia, et hoc strato tecta quicsco meo
Fillia mortis peccato semine nata,
Sanguine sed vive, Christe redempta tuo.

Dat is vertaald:

»Hier word aan Luther’s kind de Sabbatsrust beschoren,
Die nablijft voor Gods volk. Wat was de ontwaking zoet!
Ik was een kind des doods, uit zondig zaad geboren,
Maar ‘k leef nu bij mijn Heer, gekochte met Zijn bloed!”

Door Dr. M. LUTHER zelf vervaardigd.

LIED AAN VADER AUGUSTINUS
R.-Cath. priester, Anno 1507.

Groote Vader Augustinus! neem gij onze beden aan!
Moog’ de Schepper, waar zij rijzen, ons genadig gadeslaan.
Roem der herders, leid’ uw kudde zeeg’nend op de rechte baan!
Gij, die de armoê niet veracht hebt, zijt en blijft der armen vrind.
Gij, die ‘t goede trouw betracht hebt, wordt van goeden trouw bemind,
Gij verkwikt ons met den honing, dien ge in ‘t Woord des Heeren vindt!
Wat in ‘t duister scheen gewindeld, maakt ge ons helder, zonneklaar,
Brood bereidt ge ons uit de wonden van des waerelds Middelaar,
Levenswater uit de psalmen van des Heeren harpenaar.
Gij begrijpt de heiige regels, die de priester volgen moet,
Wil hij ‘t rechte pad bewand’len met eenen onverzwakten voet,
Wil hij ‘t Beter-Land bereiken, waar hij ‘t Huis des Vaders groet!
En in roem en heerschappij e zij der vorsten vorst alleen!
De Drieëenheid zij geprezen door de volgende eeuwen heên:
Zij slechts doet als hemelburgers ons het Heil’ge binnentreên !

P.S. Wat is het R.-Cath, van nu, verre van den waren Godsdienst afgedwaald!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen