Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ingezonden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ingezonden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„In 1 Johannes 11 : 1 staat; »Mijne kinderkens! ik schrijf u deze dingen, opdat gij niet zondigt. En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben eenen voorspraak bij den Vader, Jezus Christus, den rechtvaardige.” Johannes schrijft hier aan de rechtvaardigen;” hij rangschikt zich zelven onder deze: «Indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak…..” ’En welk een voorspraak! Hij zorgt voor onze belangen op de beste plaats, voor den troon van God. Hij zeide: »Doch Ik zeg U de ;waarheid: het is U nut, dat ik weg ga.” (Joh. XVI : 7). Hij ging heen, om onze hoogepriester en onze voorspraak te worden. Hij heeft menige moeielijke zaak te bepleiten gehad; maar Hij heeft er nooit één verloren; en indien gij uwe onsterfelijke belangen aan Hem toevertrouwt, zal Hij u "onstraffelijk stelten voor Zijne heerlijkheid in vreugde” (Judas 24).
De zonden van een Christen zijn allen vergeven, zoodra zij voor God beleden worden; en zij ZULLEN nooit meer genoemd worden. Dit is een zaak, waarop van Gods zijde niet meer wordt teruggekomen. Indien onze zonden zijn teniet gedaan, is er ook mede afgerekend. Dit is ook zeer duidelijk. Veronderstel, dat ik een zoon heb, die, terwijl ik thans hier ben, kwaad doet. Als ik thuis kom, slaat hij zijn arrnen om mijn hals en zegt: »Vader! ik deed, wat gij verboden hadt; ik heb er berouw over: vergeef het mij!” Ik antwoord hem dan: »Mijn zoon! ik wil het u vergeven,” en ik kus hem.— Hij wischt zijn tranen af, en gaat vroolijk heen. Maar den volgenden dag zegt hij: »Vadert ik zou gaarne willen dat gij mij mijn zonden van gisteren vergaaft. Dan zou ik zeggen: »Wel, mijn zoon! die zaak is afgeloopen, en ik wil niet, dat er meer over gesproken wordt.”— »Maar ik wil het zoo gaarne, dat gij mij vergeeft; het zou mij geruststellen, als ik u nog eens hoorde zeggen: ik vergeef u.”— Zou dat een handelwijze zijn, waarmede -mijn zoon mij eerde? Zou het mij niet grieven, dat mijn jongen aan mijne woorden twijfelde? Maar om hem genoegen te doen, zeg ik hem wederom: »Mijn zoon! ik vergeef u.” Doek als hij dan den volgenden dag weder over de oude zonde begon te spreken, en andermaal daarvoor vergiffenis vroeg, zou mij dat niet in’ de ziel grieven? Zoo ook, mijne lieve vrienden! indien God ons vergiffenis heeft geschonken, laat ons dan het verledene laten rusten! Laat ons vergeten wat achter ons is en ons uitstrekken naar hetgeen vóór ons is en jagen naar het. voorgehouden wit tot den prijs der roeping Gods in Christus Jezus! (Filipp. III : 14). Laat do zonden van het verledene rusten; want: »Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve en ons reinige van alle ongerechtigheid” (1 Joh. 1 : 9).
Laat mij u zeggen, dat dit beginsel ook gehuldigd wordt bij de gerechtshoven. Een geval kwam voor bij het gerechtshof van oen zeker land, — ik zal maar niet zeggen welk — dat een man oneenigheid had gehad met zijne vrouw en hij had haar vergiffenis geschonken; doch daarna bracht hij haar toch voor het gerecht. Toen het bekend werd, dat bij haar eerst vergeven had, zeide de rechter, dat de zaak dan ook afgedaan was. De rechter erkende het goed recht van het beginsel, dat, als een zonde eenmaal vergeven is, het met de zaak uit is. En denkt, gij, dat de Rechter der geheele aarde u en mij vergiffenis schenken, en dan later toch weer op de zaak terugkomen zou? Onze zonden zijn voor tijd en eeuwigheid weggedaan, wanneer »d vergeeft; en wat wij hebben te doen is: onze zonden te belijden en er afstand van te doen.”
Br. en Z., lezers en lezeressen van »Het Wekkertje”! hoeveel levenservaringen liggen er niet achter U en mij, die ons luide toeroepen, dat de praktijk van het leven luide tegen dit woord getuigt.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 1892

Het Wekkertje | 4 Pagina's

Ingezonden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 1892

Het Wekkertje | 4 Pagina's