Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BEGIN VAN ZICHT OP ISRAEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BEGIN VAN ZICHT OP ISRAEL

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met dit nummer Zicht op Israel wil de redaktie opnieuw de meer algemene lijnen van bijbel naar politiek uit het eerste nummer van deze jaargang konkreet doortrekken. Enerzijds moeten we zeggen dat een mens zonder het bijbels getuigenis er niet op zou komen dat in Israel iets unieks geschiedt, anderzijds dat een politikus zonder bijbels uitgangspunt inzake deze vragen in het drijfzand van de wereld-en wereldse politiek dreigt om te komen.

De joodse mr. A.J. Herzberg schreef in dit verband: „Daar de Arabische leuzen veelal corresponderen met die, welke in de laatste jaren ook elders worden aangeheven, terwijlvoor het Joodse probleem geen analogiën bestaan, klinkt de Arabische propaganda in de oren van het grootste deel der mensheid — en vooral in het minst ontwikkelde deel — heel wat overtuigender dan de Israëlische".

Een ingezonden stuk uit Trouw suggereerde: laat Israel zich het image van bevrijdingsbeweging aanmeten, sukses bij de heersende wereldpolitiek verzekerd! Sommige politici benaderen misschien het zionisme als zodanig maar andere brandmerken het juist als uiting van westers imperialisme. Of van berekenend kapitalisme, zoals Marx het jodendom afschilderde en waardoor ook het socialisme zijn antisemitische perioden heeft gekend. Het is veelzeggend dat juist het antisemitisme de joden willekeurig nu eens als Aziatische infiltranten, dan weer als Westerse imperialisten wenste te zien en zo de afkeer van Israel kon blijven koesteren.

Met dit nummer zetten we tevens een traditie van Onderling Kontakt voort, waarvan nr. 6 van de I4e jaargang (december 1973) Israel aan de orde stelde als , , teken van Gods handelen" en in het krachtenveld van de wereldpolitiek. In dit spoor wil Zicht enkele nummers verder gaan, hoewel o.i. ook over antisemitisme in Nederland politiek en maatschappelijk relevant te schrijven zou zijn. Zolang woorden als: jodenfooi, jodenstreek, jodentoer, heksensabbat en negatieve gedachten rondom de joden tot in onze woordenboeken normaal zijn. En gezien werken van Multatuli, W.A. Paap, G.J.P.J. Bolland en ook A. Kuyper is het antisemitisme in ons land ook vóór de nazi-periode niet enkel onder de oppervlakte gebleven.

Ditmaal kozen wij ervoor te beginnen met de houding van de christelijke kerken tegenover Israel. Vanwege de theokratische gedachte dat overheid en kerk beide bij het licht van Gods Woord hebben te wandelen en de kerk de overheid daarin moet voorlichten. En waar kan men anders dan in kerken en synagogen horen dat God zijn bijzondere bedoeling met dit volk heeft? Het is prachtig als W. Aantjes op de manifestatie Europese Solidariteit met Israël (RAI Amsterdam, 1974) zegt: „Als ooit over de gehele wereld de lichten voor Israël zouden doven, laat dan Nederland nog een brandende lamp zijn". Maar de vrees is gewettigd dat wanneer Nederland in z'n portemonnee wordt geraakt of de politiek van de staat Israel niet welgevallig is - om van grotere dingen te zwijgen - de lamp voor Israel het eerst uitgedraaid wordt met het exkuus: wij hebben geen olie.

Omdat de zaak die God met Israel doet, uiteindelijk alleen door geloofsovertuiging gedragen kan worden hebben de kerken hierin een bijzondere verantwoordelijkheid. Zij moeten het bijbels getuigenis aangaande Israel richten tot hun leden, de overheid en ons volk. Een apart Zicht-katern hierover hopen we uiterlijk oktober a.s. uit te brengen, omdat het te veel werd voor dit nummer. De bijbelse gegevens daaruit tonen dat ook in het Nieuwe Testament de Oudtestamentische lijn doorgaat van Gods bijzondere bemoeienis met zijn volk Israel. En tot in onze tijd toe geldt het verband dat God gelegd heeft tussen volk en land Israel, welk thans alleen in een eigen staat tot zijn recht kan komen. Wij verwijzen naar de in dit nummer opgenomen passages uit het hervormde Israel-rapport, waar we ons graag bij aansluiten. In de kerkgeschiedenis komen deze bijbelse lijnen niet zozeer bij Vroege Kerk, Luther en Calvijn als wel bij de Nadere Reformatie - vooral W. a Brakel, Th. Boston, P. Curtenius. J. Koelman en C. Vitringa - en het Reveil: I. da Costa, A. Capadose, W. de Clerq, tot uitdrukking.

Van de politieke partijen (een slothoofdstuk in de katern) moet gezegd dat maar enkele christelijke, CHU en GPV, genoemde grondlijnen in een werkprogram opnamen; CPN, D'66, DS'70, VVD en vaag de PSP het bestaansrecht van de staat Israel. CDA-akkoord en Keerpunt laten het geheel afweten. Alleen de CPN heeft blijkbaar - zij het in ideologisch kader - in beginsel-en werkprogram de les van de tweede wereldoorlog ter harte genomen. Wij zouden graag de SGP uitnodigen niet langer beneden haar stand te leven en haar beginselprogram te verrijken met een paragraaf waar zij daadwerkelijk getuigenis inzake Israel aflegt.

Verder overwegen we in de volgende jaargang een meer politiek nummer te brengen: over de staat Israel, de Palestijnen, enz. Maar ook politiek heeft dit nummer bij ons voonang: zonder principiële keuze voor het bestaansrecht van de staat Israel - en uitzicht daarop bij de tegenpartij - kunnen andere problemen niet vruchtbaar aangepakt worden.

Voor déze jaargang werken wij aan nummer 5 „Rijksgenoten vroeger en nu": welke lessen trekken wij uit het zelfstandig worden van Indonesië en Nieuw Guinea voor Suriname en de Antillen? In nr. 6 willen we tenslotte de problemen rondom het ondernemerschap in Nederland belichten. Het vorige nummer werd op 't laatst, met een tweevoudig thema: Christenen in Oost-Europa èn China, een dubbel-uitgave. Wanneer u rekende op 40 pagina's per nummer (het maximum dat we ons toegestaan hebben), ziet u dat we nu al weer over de 160 bladzijden heen zijn. Voor reakties, suggesties en financiële bijdragen blijft Zicht open staan.

De sleutel voor dit nummer is u aangereikt; wanneer u het verder opent treft u in Forum deze keer een aantal belangrijke stellingnames inzake Israel aan. In 1949 zag de Hervormde Kerk Israel nog eenzijdig als „teken en spiegel van Gods gericht" en beeld van ons aller weerstand tegen Gods genade; in 1970 is zijn bestaan veeleer teken van Gods bewarende trouw genoemd.

Enkele ontvangen boeken bewaarden we voor uitvoeriger bespreking in een artikel Israel, de kerk en de volkeren. De bundel van Valkenburg (waaruit de citaten in dit nummer komen die niet nader zijn aangegeven) en het boek van Verweij geven o.i. een duidelijk inzicht in resp. de fundering en oppervlakkigheid van Israel-visies in Nederland en een gematigd chiliastische gedachtengang. Bij de vele en velerlei publikaties over Israel vraagt men langzamerhand wel: wie smeedt deze verbrokkeling eens tot een geheel?

Wij vonden prof. Berkhof bereid om als insider ons uit de doeken te doen hoe op wereldnivo Israel tussen Gods raad en kerkeraad geslingerd wordt. Hij verdient ons respekt voor de wijze waarop hij jarenlang theologisch de zaak van Israel in de Wereldraad heeft bepleit. Het ligt werkelijk niet aan hem dat daar nog zo weinig veranderde maar om een uitdrukking van hemzelf te gebruiken aan de omringende duisternis.

We verheugen ons erover dat we niet over Israel zonder Israel hoefden te schrijven. Opperrabbijn Fink en voorzanger Mossel van de Nederlands Israëlitische Synagoge in Den Haag waren bijzonder openhartig in hun reakties in Het leven van twee jongens is meer waard dan de toegang tot de Klaagmuur. Wij van onze kant hopen dat ze dit nummer willen zien als een zoeken niet naar „het goede" maar naar „de waarheid" en zij zich erover verheugen dat christelijke politiek niet per definitie haar basis heeft in een „synagoge van antisemitisme". Ds. Gerssen, sekretaris van de hervormde Raad voor de verhouding van Kerk en Israel, wilde ons nummer afronden met een slotbeschouwing Zicht op Israel, waaraan wij onze titel ontleenden. Ds. Abma luidt in zijn Kroniek het parlementaire jaar 1974/75 uit.

Wij danken de geïnterviewden hartelijk voor hun medewerking en het beschikbaar stellen van enige foto's. Opgemerkt zij nog dat titels, tussenkopjes en aantekeningen in de interviews voor rekening van de bewerker, de tweede ondergetekende komen. Ds. Gerssen zijn we dankbaar voor zijn bijdrage en de adviezen die hij ons wilde geven. Tevens de Israëlische ambassade voor het ontvangen materiaal dat we ook verder zullen gebruiken.

Wij hopen dat deze eerste bezinning van Zicht op Israel iets mag bijdragen tot (h)erkenning van de zaak die God aan Israel doet. Dat voor de kerken het gezicht van hun broeder Israel meer en meer vertrouwd wordt en zij hem in de hoede van overheid en volk aanbevelen. En ook de politici zich ervan bewust worden dat van de volken der aarde ook Nederland slechts door Abraham en zijn nageslacht gezegend zal worden (Genesis 12, 1-3).

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 augustus 1975

Zicht | 72 Pagina's

BEGIN VAN ZICHT OP ISRAEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 augustus 1975

Zicht | 72 Pagina's