Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZENDING, WERELDDIAKONAAT EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZENDING, WERELDDIAKONAAT EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

door Drs. G. Nieuwenhuis

Inleiding

Een aantal jaren geleden zijn er enkele O.K.-katernen verschenen waarin geschreven werd over wat toen nog ontwikkelingshulp heette. Bij die ontwikkelingshulp ging het eenvoudig gezegd om de overdracht van kennis en kapitaal van de ontwikkelde landen aan de ontwikkehngslanden. In het begrip hulp zit echter iets eenzijdigs, het geeft een afhankelijkheidsrelatie aan; de rijke landen geven en de arme landen onh'angen hulp. Daarom is men in latere jaren gaan spreken over onXwkkeWngssamenwerking, om daarmee aan te geven dat het moet gaan om een samenwerking tussen gelijkwaardige partners en dat er niet alleen in de Derde Wereld maar ook in onze eigen hoogontwikkelde samenleving veel moet veranderen. Daarbij wordt gedacht aan veranderingen in de wereldhandelsstrukturen, in de internationale arbeidsverdeling en in de zogenaamde geldende machtsstrukturen in deze wereld.

Het is niet de bedoeUng om in het kader van dit artikel dieper in te gaan op alle veranderingen die zich de laatste tien jaar in het denken over ontwikkelingshulp/ontwikkelingssamenwerking hebben voltrokken maar om het één en ander op te merken over de verhouding en de samenhang tussen zending, werelddiakonaat en ontwikkelingssamenwerking. Allereerst wordt ingegaan op het eigene van elk van deze aktiviteiten en vervolgens over de onderlinge samenhang.

Zending

Zending is de opdracht die Christus aan Zijn gemeente heeft nagelaten. Zij heeft tot doel de uitbreiding en de komst van Gods Koninkrijk. Zending is niet allereerst het werk van mensen maar van de Heere zelf, zoals beschreven wordt in antwoord 54 van de Heid? lbergse Catechismus: , , de Zone Gods Die zich uit het ganse menselijke geslacht een gemeente tot het eeuwige leven heeft uitverkoren en deze gemeente door Zijn Geest en Woord vergadert, beschermt en onderhoudt".

Daarom dient in alle zendingswerk de Woordverkondiging gericht op gemeentevorming en - toerusting de meest centrale plaats in te nemen. Bij alle veranderingen die zich de afgelopen decennia in het doen van zendingswerk hebben voltrokken, dient bovenstaand uitgangspunt bewaard te blijven. Daarmee wil niet gezegd worden dat zending zich tot Woordverkondiging zou moeten beperken. In vele gevallen is aan het profetische getuigenis een priesterlijk betoon van barmhartigheid verbonden. De zending heeft zich daarom vrijwel vanaf haar begin ook bezig gehouden met het lenigen van allerlei diakonale noden met name op medisch en onderwijskundig terrein.

Alhoewel het doen van zendingswerk meer en meer het karakter krijgt van het verlenen van assistentie aan de kerken die in Afrika en Azië als vrucht op het zendingswerk zijn ontstaan, blijft de opdracht tot zending bestaan tot op de dag van de wederkomt van Christus. Nog

zijn er plaatsen op deze wereld waar het Evangelie niet eerder verkondigd is en ook hebben de „jonge" kerken overzee assistentie nodig bij de uitoefening van hun zendingsroeping.

Assistentie, die grotendeels bestaat uit het opleiden van theologisch en ander kader. Anderzijds zijn er kerken in Afrika en Azië en Latijns Amerika die de kerken in Europa, Noord-Amerika en Australië helpen bij de verkondiging van het Evangelie in een samenleving, die steeds meer ontkerstend raakt.

Vandaar dat tegenwoordig gesproken wordt van zending in zes continenten.

Werelddiakonaat

Het diakonaat over de grenzen is vooral na de Tweede Wereldoorlog sterk tot ontwikkeling gekomen als zelfstandige aktiviteit naast het zendingswerk.

In het werelddiakonaat staat hulpverlening aan de verre naaste in nood centraal. Het ontleent zijn grond aan de Bijbelse opdracht tot het betonen van barmhartigheid aan de in nood verkerende verre naaste. De Heere Jezus zelf is hierin voorgegaan door zieken te genezen en hongerigen te voeden. Ook in de Handelingen der Apostelen lezen we over diakonaal dienstbetoon binnen de gemeenten en tussen de gemeenten onderling.

Diakonale hulp overzee wordt op allerlei manieren gegeven. Zij valt ruwweg in 2 kategorieën te onderscheiden;

— hulp die voor korte tijd en op korte termijn verleend wordt zoals hulp aan vluchtelingen en hulp aan slachtoffers van aardbevingen, overstromingen, hongersnoden e.d.

Bij deze vorm van hulpverlening gaat het rüet zozeer om hulp van kerk tot kerk maar om spontane direkte hulp aan hen, die waar dan ook, in nood verkeren.

Naast de kerken zijn er verschillende andere organisaties op confessionele grondslag die zich met dit soort hulpverlening bezig houden.

- hulpverlening van een meer structureel Icarakter die zich over een langere termijn uitstrekt.

Te denken valt hierbij aan hulpverlening op het gebied van de landbouw, de weduwen en wezenzorg, hulp aan lichamelijk en geestelijk gehandicapten en hulp op onderwijs en sociaaleconomisch gebied.

Zoals de zending de jonge kerken overzee assisteert bij de uitvoering van hun zendingsopdracht dient het werelddiakonaat de jonge kerken bij te staan in het vervullen van hun roeping tot dienstbetoon.

Samenvattend kan gesteld worden dat werelddiakonaat veelal een zaak is en ook dient te zijn van hulpverlening door kerken aan kerken met uitzondering van die gevallen waarin sprake is van hulp in akute noodsituaties.

Ontwikkelingssamenwerking

Ontwikkelingssamenwerking is ontstaan als gevolg van de steeds groter wordende kloof tussen de rijke en de arme landen.

Het doel van ontwikkelingssamenwerking is het bereiken van een meer rechtvaardige verdehng van de op deze wereld aanwezige rijkdommen en hulpbronnen. Een doel dat niet bereikt kan worden door het verlenen van financiële, technologische en personele hulp aan ontwikkelingslanden, maar door het bewerkstelligen van structurele veranderingen in de relaties tussen de ontwikkelde en ontwikkelings-landen. Men tracht dit te bereiken door het houden van Wereldhandelsconferenties waarop getracht wordt de bestaande handelspatronen ten gunste van de ontwikkelingslanden te veranderen.

Een andere mogelijkheid is een betere internationale arbeidsverdeling. Ontwikkelingssamenwerking vindt plaats zowel via allerlei internationale organen van hulpverlening zoals de F.A.O. en de Wereldbank als tussen landen onderHng en heeft een veel grotere omvang als de hulp die door zending en werelddiakonaat wordt verleend.

De vraag is of ontwikkelingssamenwerking ook als een taak of een opdracht van de kerk beschouwd moet worden. Sommige kerken menen van wel en stellen 2% van hun jaarlijkse begroting beschikbaar voor allerlei ontwikkelingsprojekten.

Afgezien van het feit dat de rol van de kerken in het geheel van de ontwikkelingssamenwerking slechts zeer bescheiden is, dient mijns inziens het deelnemen in en het zich inzetten voor ontwikkelingssamenwerking niet een zaak van de kerken maar van individuele christenen te zijn. Gezien de grote verschillen in welvaart en welzijn in deze wereld is ontwikkelingssamenwerking op zich in het licht van Gods Woord zeker noodzakelijk en gewenst.

De vraag is dan wel op welke wijze hieraan gestalte wordt gegeven. Alleen die ontwikkelingshulp die gegeven wordt door mensen die weten dat het waarachtig welzijn van de mens niet alleen en allereerst is gelegen in de verhoging van de levensstandaard zal werkelijk bijdragen aan een betere samenleving. Dat wil zeggen een samenleving van mensen die niet alleen beter opgeleid, gevoed en gekleed zijn, maar die ook weten dat zij al die gaven van God gekregen hebben en die daarom ook tot eer van God en tot heil van hun naaste moeten aanwenden. Ontwikkelingssamenwerking mag daarom voor niemand een neutrale zaak zijn maar zal moeten gebeuren vanuit het besef dat de aarde „des Heeren" is.

Onderlinge relaties

Konkluderend kan gesteld worden dat zending, werelddiakonaat en ontwikkelingssamen-

werking alle drie nodig zijn en hun eigen bestaansrecht hebben bij de vervulling van de geestelijke en materiële noden waarin vele mensen en vaak hele samenlevingen in de Derde Wereld verkeren.

Het gaat dikwijls om aktiviteiten die in eikaars verlengde liggen zodat het niet altijd eenvoudig is om te zeggen waar precies de grenzen liggen tussen zending en diakonale hulpverlening en tussen diakonale hulpverlening en ontwikkehngssamenwerking, zeker niet als het gaat om de aard van de aktiviteiten die verricht worden.

Zo zou enerzijds geargumenteerd kunnen worden dat medisch werk overzee tot het zendingswerk behoort omdat het mede dient als een middel om mensen met het Evangelie in aanraking te brengen. Anderzijds kan gesteld worden dat medisch werk het betonen van barmhartigheid tot doel heeft en daarom gerekend moet worden tot de diakonale hulpverlening. Het gaat er enerzijds om zending en werelddiakonaat ofwel Woordverkondiging en dienstbetoon waar mogelijk zo nauw mogelijk met elkaar te verbinden en ze anderzijds niet in elkaar op te laten gaan. Niet altijd is er naast zending ook diakonale hulpverlening nodig en of mogelijk en andersom. Ten aanzien van de verhouding tussen werelddiakonaat en ontwikkelingssamenwerking geldt dat het weliswaar in een aantal gevallen om dezelfde aktiviteiten gaat, maar dat het kader waarin deze aktiviteiten staan principieel verschilt.

Bij diakonale hulpverlening over de grenzen gaat het behoudens akute hulp bij rampen e.d. om interkerkelijke hulpverlening waarbij de jonge kerken overzee in hun diakonale taken ondersteund worden vanuit de „oude" kerken of door andere hulpverleningsorganisaties op confessionele grondslag, waarbij ik dan van mening ben dat in Bijbels licht de hulpverlening van „kerk" tot „kerk" de voorkeur verdient.

De hulp die in het kader van ontwikkelingssamenwerking wordt gegeven gaat veelal niet uit van de kerken en krijgt ook geen gestalte via de kerken overzee maar is gericht op de samenlevingsverbanden in de ontwikkelingslanden in hun totaliteit.

Dat wil overigens, zoals al eerder gezegd is, niet zeggen dat daarbij geen christenen of christelijke organisaties zouden moeten worden ingeschakeld en dat ook de christenen overzee er geen baat van hebben. Wel betekent dit dat de kerken zowel hier als overzee er hooguit indirect bij betrokken zijn en ook dienen te zijn.

Samenvattend

Zending en werelddiakonaat mogen en moeten nauw met elkaar verbonden worden omdat beiden gefundeerd zijn in de opdracht van Christus aan Zijn gemeente en binnen de gemeente ook op een zelfde wijze gestalte krijgen in Woordverkondiging en diakonale hulpverlening. Tussen de aktiviteiten van zending/werelddiakonaat enerzijds en ontwikkelingssamenwerking anderzijds bestaat deze nauwe relatie niet vanwege de verschillen in de fundering van de uitgangspunten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 1983

Zicht | 32 Pagina's

ZENDING, WERELDDIAKONAAT EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 1983

Zicht | 32 Pagina's