Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Provinciale Statenverkiezingen 1987

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Provinciale Statenverkiezingen 1987

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

SGP-stemmenaantal ontwikkelt zich in positieve richting

door dis. M. de Bruijne

In een eerste, voorlopige reactie op de uitslag van de Statenverkiezingen sprak onze fractievoorzitter in de Tweede Kamer, ir. B.J. van der Vlies, over 'verwondering en dankbaarheid'. Het aantal statenzetels was daar waar de SGP op een afzonderlijke lijst deelnam aan de verkiezingen gelijkgebleven:15 in totaal. Tegenover het niet onverwachte verlies van een statenzetel in Zuid-Holland stond de winst van een zetel in Gelderland. Vergeleken met de Kamerverkiezingen vorig jaar leek er zelfs sprake van een zekere winst.

Vraagstelling

De centrale vraag die hier beantwoord gaat worden: hoe gaat het met de SGP? Meer concreet: geeft de uitslag van de verkiezingen voor de Provinciale Staten 1987 een dalende dan wel een stijgende lijn te zien voor wat betreft de steun aan het SGP-beginsel? Vorig jaar is na bestudering van de uitslag van de Tweede Kamer-verkiezingen geconcludeerd dan de SGP in vergelijking met 1982, toen ook Kamerverkiezingen werden gehouden, zich stabiliseerde, ja zelfs enigszins herstelde van een jarenlange neergaande trend. Vraag nu: tekent die stabilisatie zich ook af wanneer de Statenverkiezingen van 1987 naast de Statenverkiezingen van 1982 worden gelegd?

Opmerkingen vooraf

Alvorens deze vraag te beantwoorden, dient een aantal opmerkingen te worden gemaakt, opmerkingen die verband houden met de werkwijze en tegelijkertijd enige beperkingen opleggen en tot voorzichtigheid manen bij het trekken van conclusies.

Opmerking 1: het gebruikte materiaal. Welke gegevens liggen ten grondslag aan de uitgevoerde berekeningen? De cijfers betreffende de Provinciale Staten-verkiezingen van de jaren 1978 en 1982 zijn gebaseerd op de na iedere verkiezing door het Centraal Bureau voor de Statistiek uitgegeven CBS-statistieken. De uitslagen van de Tweede Kamer-verkiezingen 1986 en de Provinciale Staten 1987 daarentegen zijn ontleend aan de ANP-verkiezlngsdienst, zoals afgedrukt in het Reformatorisch Dagblad d.d. 22 mei 1986 en 19 maart 1987. Ook al wijken de ANP-cijfers soms iets af van de officiële uitslag, de marges zijn dusdanig gering dat voor een vertekening van het beeld niet te vrezen is.

Opmerking 2: wat vergelijken we? Sommige commentatoren en verkiezingsanalisten hebben de resultaten van de Statenverkiezingen 1987 afgezet tegen onder andere die voor de Tweede Kamer van vorig jaar. Dat is natuurlijk bijzonder aardig om de meest recente ontwikkelingen in hef kiezersbestand na te kunnen gaan, het lijkt me toch minder juist. Het gaat tenslotte om grootheden die niet in alle opzichten vergelijkbaar zijn. Kamerverkiezingen zijn hoe men het ook wendt of keert geen Statenverkiezingen. Factoren die van invloed zijn op de uitslag van de Kamerverkiezingen spelen geen of in mindere mate een rol bij Statenverkiezingen. Een voorbeeld is de inzet van politieke kopstukken. Bewust zijn de Haagse spraakmakers in de campagne voor de provincies wat op de achtergrond gebleven. Premier Lubbers bijvoorbeeld. Vorig jaar was hij nog goed voor het naar hem vernoemde effect, nu bleef hij duidelijk meer achter de coulissen. Al is een 'verlandelijking' van de Statenverkiezingen een schijnbaar niet te stuiten proces, Kamerverkiezingen te vergelijken met Statenverkiezingen leidt ertoe dat, als niet de vereiste behoedzaamheid in acht wordt genomen, een onzuiver beeld wordt opgeroepen, zeker als het erom gaat op basis van de getalsmatige gegevens stellige conclusies te trekken. Daarom zal op deze plaats de allereerste aandacht uitgaan naar de vergelijking van Statenverkiezingen.

Dit betekent niet dat de Kamerverkiezingen geheel buiten beschouwing worden gelaten. Doch waar zij ten tonele worden gevoerd zal dat slechts zijn in een pogen om bepaalde algemene trends te onderkennen. De waarde van dit soort vergelijkingen is minder, ligt slechts in het mogelijkerwijze onderkennen van een bepaalde ontwikkeling, niets meer en niets minder.

Volgende vraag is: hoe ver gaan we terug in het verleden? 1982 of nog verder? In dit artikel wordt teruggegrepen op de Statenverkiezingen van 1982 en 1978. Daardoor is het mogelijk een overzicht te krijgen van de wat langere termijn.

Opmerking drie gaat over de SGP als partij in de verkiezingen. Bij de jongste Statenverkiezingen is de SGP in zes provincies opgegaan in een combinatielijst, hetzij met de RPF (Groningen, Friesland, Flevoland), hetzij met RPF en GPV (Noord-Holland, Noord-Brabant en Limburg). Om het beeld voorde

SGP zo betrouwbaar mogelijk voor ogen te krijgen zijn deze zes combinatielijsten buiten beschouwing gelaten. Het zal duidelijk zijn dat winst of verlies voor een dergelijke lijst moeilijk zo niet onmogelijk te traceren is voor wie wil weten op wiens conto de winst of het verlies te schrijven is.

Aldus blijven er slechts vijf provincies over, maar wel provincies waar de SGP het sterkst is vertegenwoordigd. Provincies waar het merendeel van de SGP-aanhang zich bevindt. Ervan uitgaande dat ontwikkelingen in het SGP-kiezersbestand zich het duidelijkst aftekenen juist In deze vijf provincies, kunnen de daaraan verbonden conclusies geëxtrapoleerd worden richting Nederland als geheel.

Op basis van deze selectiecriteria zijn de volgende provincies onder de loep genomen: Overijssel, Gelderland, Utrecht, Zuid-Holland en Zeeland. Bij Overijssel dient overigens wel een kanttekening te worden geplaatst omdat deze provincie er In 1982 anders uitzag dan zij er nu in 1987 uitziet. De gemeenten Urk en Noordoostpolder zijn namelijk op 1 januari 1986 onttrokken aan Overijssel en sedertdien toegevoegd aan de nieuwe provincie Flevoland. Dat betekent dat bij een vergelijking met de Statenverkiezingen van voor 1986 een correctiefactor moet worden toegepast om de resultaten zo zuiver mogelijk naast elkaar te kunnen leggen.

V.l.n.r. de heren Lubbers, Voorhoeve, Kok en Van Mier/o tijdens de uitslagen van de statenveridezingen 1987 in de NOS-studio te Hilversum. (RD-foto)

Statenverkiezingen 1978-1982-1987

Allereerst worden de drie laatste achtereenvolgende Statenverkiezingen aan een nader onderzoek onderworpen:1978, 1982 en 1987.

De algemene gegevens:

Zoals te zien is in tabel 3 kan een groot verschil in opkomst geconstateerd worden tussen enerzijds het jaar 1978 en anderzijds de jaren 1982 en 1987. Dit gegeven maakt dat het vergelijken van de verkiezingsuitslagen met de nodige voorzichtigheid moet geschieden.

Vast staat dat het SGP-kiezersbestand als trouw gekenschetst mag worden. Dat geldt zowel de 'partijtrouw' (SGP-stemmers die bij de stembus zeggen vorige keer ook SGP gestemd te hebben) als de 'opkomsttrouw' (SGP-ers laten minder snel verstek gaan bij de stembus dan de kiezers van andere partijen). Uitgaande van deze wetenschap is het aannemelijk dat een hogere opkomst leidt tot een daling van het SGP-percentage en omgekeerd.

Wat blijkt wanneer de tabellen 3 en 5 naast elkaar gelegd worden? Het verwachte patroon, namelijk bij dalende opkomst een stijgend SGP-percentage, is wel in 1982 opgetreden, maar niet in 1987. Nog even de cijfers: de daling van de opkomst in 1982 met 11% resulteerde in een SGP-winst van 0, 41 %. Anders is het beeld dat de Statenverkiezingen van dit jaar oproepen. Een opkomstachteruitgang van 2, 4% gaat gepaard met een SGP-achteruitgang van 0, 07%. De tendens vergeleken met vijf jaar geleden is dus negatief.

Twee opmerkingen moeten daarbij gemaakt worden. Ten eerste dat de periode 1982-1987 er één is van vijf jaar. We weten niet wat er in die tussenliggende jaren met het SGP-kiezersbestand is gebeurd. Hier en daar is de veronderstelling uitgesproken dat er tussen 1982 en 1987 sprake was van een dal in de aanhang van de SGP. De resultaten van enkele onderzoeken naar het verloop van de kiezersvoorkeur (opiniepeilingen) wezen in die richting. Als dat het geval is - iets waarover geen zekerheid bestaat, mede ook omdat de betrouwbaarheid van kiezersonderzoeken aan gerede twijfel onderhevig is - dan zou er, ondanks een zich nu schijnbaar aftekenende dalende tendens, weer sprake zijn van een opwaartse beweging in de SGP-aanhang. Deze gedachtengang lijkt steun te vinden in de uitslag van de Kamerverkiezingen van vorig jaar. Verderop zal hierop terug worden gekomen.

Een tweede opmerking die hier zeker op zijn plaats is, betreft de orde van grootte van de zojuist genoemde cijfers. Een achteruitgang van 0, 07% is miniem. Minder dan één-tiende procent, dus niet echt een reden voor verontrusting.

Bestudering van de absolute aantallen leert dat de procentuele vooruitgang van de SGP met 0, 41 procent tussen '78 en '82 goed is voor een absolute vooruitgang van 202 stemmen. Afgezet tegen 356.544 minder stemgerechtigden die naar de stembus gingen is dat een mooi resultaat. Bekijken we '82 en '87 dan blijkt onder de toename van 85.302 uitgebrachte geldige stemmen slechts een beperkt aantal SGP-ers te zitten:1346, dat in 1, 58%.

Vergelijking verkiezingen Staten '87 en Kamer '86

Vervolgens, maar met de in liet begin van dit artikel gememoreerde waarschuwing en beperking, de Statenverkiezingen '87 vergeleken met de Kamerverkiezingen van vorig jaar.

10.312 stemmen meer voor SGP!

Het naast elkaar leggen van de Kamerverkiezingen van vorig jaar en de Statenverkiezingen van dit jaar levert een opmerkelijk feit op: lioewel bijna 1 miljoen minder mensen naar de stembus gingen, kreeg de SGP er ruim tienduizend stemmen bij. Interessant zou zijn te weten waar die 10.312 stemmers vandaan komen.

Er zijn versctiillende mogelijkiieden: zijn iiet nieuwe kiezers? Zijn tiet mensen die vorig jaar tiet CDA van premier Lubbers prefereerden? Zijn het gedesillusioneerde RPF'ers? IVIeer mogelijkheden zijn te bedenken.

Helaas geeft het onderzoek dat Intomart bij iedere verkiezing uitvoert geen antwoord op deze vraag. Intomart namelijk heeft de drie kleine confessionele partijen verwerkt onder de - te - eenvoudige en goedkope noemer van 'klein rechts’.

De winst-en verliesrekening die vorig jaar bij de Kamerverkiezingen werd opgemaakt, liet een duidelijk verlies van SGP-stemmen aan het CDA zien. SGP-kiezers bleken vatbaar voor het zogenaamde Lubbers-effect. Nu de verkiezingen minder in het teken stonden van de vraag Den Uyl of Lubbers in het Catshuis, is het aannemelijk dat een deel van de winst van 10.000 stemmen te verklaren is uit terugkeer binnen de SGP-gelederen van Den Uylafkerigen c.q. Lubbers-stemmers.

Deze conclusie lijkt bevestigd te worden door het Intomart-onderzoek, dat dan wel niet de kleine drie confessionele partijen uitsplitste, maar wel het CDA los presenteerde van de drie. Van de CDAwinst kwam 6% van de kleine confessionele partijen, doch van het CDA-verlies ging 12% naar deze drie toe.

Vorig jaar mei heeft de SGP ook stemmen verloren aan het GPV. Naast het Lubbers-effect een stukje Schutte-effect. Een saldoverlies toen van 1400 stemmen. Nu de landelijke politiek minder op de voorgrond stond is het niet onlogisch te veronderstellen dat naar het GPV weggezogen SGP'ers weer in het oude kamp zijn teruggekeerd. Hier kan het Intomart-onderzoek verder geen uitsluitsel geven.

Tenslotte de RPF. Vorig jaar was er SGP-winst uit de hoek van de RPF. Om redenen eerder vermeld is het erg moeilijk het grensverkeer met de RPF dit keer in kaart te brengen.

Nieuwe kiezers tenslotte. I\/Iensen die vorige keer nog niet stemgerechtigd waren. Onder deze groep scoorde de SGP vorig jaar niet slecht. Een winst toen van 6700 stemmen. In ieder geval is de winst nu van ruim tienduizend stemmen terwijl circa 1

miljoen mensen minder gingen stemmen, hoe dan ook een gunstig teken. Doorredenerend naar Kamerverkiezingen zou dat voor de derde zetel in de Tweede Kamer, vorig jaar nog een restzetel, kunnen betekenen dat die weer volledig 'binnengehaald' zou kunnen worden.

Het is al verschillende keren gezegd: Kamerverkiezingen zijn geen Statenverkiezingen. Toch zou het interessant zijn te bezien hoe de trend zich sedert vorig jaar ontwikkelt. Hieronder volgt daarom een cijfermatige poging de Kamerverkiezingen '86 en de Statenverkiezingen '87 onder één noemer te brengen, en wel zodanig dat het stemmenverloop tussen 1986 en 1987 in kaart kan worden gebracht. Ook hier een aantal opmerkingen vooraf. We gaan er van uit, dat de factoren die het stemgedrag bepalen bij Kamerverkiezingen en Statenverkiezingen gelijk zijn (zie hierboven). Bovendien is weer tot uitgangspunt genomen de situatie in de vijf provincies waar de SGP op basis van een eigen lijst de verkiezingen inging.

Bij de berekeningen is dankbaar gebruik gemaakt van een onderzoek dat is verwerkt in het vorig jaar verschenen proefschrift 'Bewaar het Pand' van dr. C.S.L Janse. Op bladzijde 197 van de commerciële versie van dit proefschrift wordt melding gemaakt van zeg maar de opkomstgevoeligheid van de SGP. Er is een aantoonbaar, tamelijk sterk verband tussen het opkomstpercentage bij Kamerverkiezingen en het door de SGP behaalde stemmenpercentage.

Kort geformuleerd komt het onderzoek dat door dr. Janse is verricht hierop neer: een daling resp. stijging van het opkomstpercentage met 20% betekent voor de SGP dat haar percentage in het totaal van de uitgebrachte stemmen stijgt resp. daalt met 0, 4%. Let wel: deze uitkomst is gebaseerd op een analyse van de Tweede Kamerverkiezingen in de periode 1966-1982. Benadrukt wordt nog eens dat deze 'formule' niet meer is dan een benadering van de werkelijkheid.

De volgende gegevens staan ter beschikking: Kamerverkiezingen 1986: opkomstpercentage is 85, 6 (afgerond 86%). aantal op de SGP uitgebrachte stemmen (Ov, GId, Utr.ZH.ZId) is 142.075.

SGP-percentage op de landelijke opkomst is 1, 55% (142.075:9.142.693).

Statenverl< iezingen 1987

opkomstpercentage is 66, 0.

aantal op de SGP uitgebrachte stemmen (in de vijf provincies) is 152.396.

SGP-percentage op de landelijke opkomst is 2, 14% (152.396:7.111.783).

Stap 1: De Statenverkiezingen 1987 zouden Kamerverkiezingen zijn geweest met een opkomst van 86% (zie Kamerverkiezingen 1986). Dat betekent een stijging van het opkomstpercentage van 20% (66% wordt 86%). In dat geval zouden er niet ruim 7 miljoen, maar ruim 9 miljoen stemmen zijn uitgebracht (is 86% van het aantal kiesgerechtigden 1987, te weten 10.775.418, is 9.266.859, afgerond 9.200.000).

Stap 2: Uitwerking naar de SGP. Percentagestemmen op de SGP uitgebracht in 1987 is 2, 14%. Formule Janse impliceert dat bij een opkomststijging van 20% (zie stap 1) het SGP-aandeel op het totaal aantal uitgebrachte stemmen daalt met 0, 4%. In dit geval dus een daling van 2, 14 naar 1, 74% (2, 14 - 0, 4= 1, 74).

Stap 3: Op een totaal aantal uitgebrachte stemmen van 9.200.000 (stap 1) betekent een SGP-percentage van 1, 74% (stap 2) een totaal aantal op de SGP uitgebrachte stemmen van 160.000.

Stap 4: Resultaat SGP bij Kamerverkiezingen 1986 142.000 'Tweede Kamerverkiezingen' 1987 160.000 Toename van het aantal SGP-stemmen 18.000

Conclusie

Conclusie: waren de Statenverkiezingen '87 Kamerverkiezingen geweest dan had de SGP bij een opkomst van 86% in de provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht, Zuid-Holland en Zeeland 18.000 stemmen winst kunnen boeken in vergelijking met de Kamerverkiezingen van 1986.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 1987

Zicht | 32 Pagina's

Provinciale Statenverkiezingen 1987

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 1987

Zicht | 32 Pagina's