Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De 'c' van het CDA

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De 'c' van het CDA

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Focus

ir. B.J. van der Vlies*

Al weer geruime tijd woedt een discussie over het christelijke karakter van het CDA. Een stoet van CDA-prominenten heeft er zich in gemengd. Opvallende afwezige was tot nu toe, zover mij bekend, de fractieleider van het CDA in de Tweede Kamer, de heer Brinkman, zoals bekend door velen gezien als de toekomstige politieke leider van de grootste politieke stroming in ons land. Doorgaans niet beschroomd om opvattingen ten beste te geven, heeft hij het kennelijk wijzer gevonden zich niet in deze voor zijn partij netelige kwestie te mengen.

Aanleiding tot de discussie vormde de toetreding van de hindoe mr. Ramlal tot de Tweede Kamerfractie. Bij die gelegenheid legde hij de eed af met de bekende woorden "zo waarlijk helpe mij God almachtig". Collega Leerling (RPF) vroeg zich in zijn partijorgaan af hoe dat nu toch mogelijk was, alsof het bij de eed niet ging om de enige ware God, de God van de Bijbel. Een dagblad bracht deze opmerkingen voor een breder publiek en dat was voor de voorzitter van het CDA, de heer Van Velzen, op zijn beurt aanleiding zich in een interview de niet voor tweeërlei uitleg vatbare uitspraak te laten ontvallen, dat het CDA geen christelijke partij is, maar een christen-democratische partij; een volkspartij, niet beslist christelijk, waarin leden en vertegenwoordigers aanspreekbaar zijn op een politieke overtuiging en niet ook op hun geloofsovertuiging.

KAKOFONIE

Een intensieve, soms felle discussie ontbrandde. Lubbers, Diepenhorst, Deetman, Bomers, Oostlander, Brinkel, Van Gennip, Klop, Van Houwelingen, Bijleveld-Schouten en nog wel anderen, mengden zich er in.

Overeenkomst in al deze bijdragen is het gevoelen dat men elkaar in het CDA niet onophoudelijk de maat neemt noch moet nemen. Men gunt elkaar een ruime speling. Verder tekenen zich twee lijnen af. Enerzijds wordt beklemtoond dat het CDA wel degelijk als een christelijke partij moet worden beschouwd. Eerste uitgangspunt immers is om voortdurend naar de betekenis te zoeken van het Evangelie voor het politieke handelen en dat is toch christelijk? Anderzijds zijn er stemmen die het open karakter van het CDA benadrukken, leder die zich vinden kan in de politieke doelstellingen van het CDA, is welkom. Inmiddels steeg een breed protest op uit (delen van) de achterban. De heer Van Velzen haastte zich om zich nader te verklaren. Hij had eigenlijk bedoeld te zeggen dat het CDA geen confessionele partij is, en dat is nog wat anders dan geen christelijke. Hij slaagde er daarmee echter niet in verdergaande discussie te voorkomen.

Deze discussie spitst zich toe op de vraag, opgeworpen door een passage in het nieuwe concept-program van uitgangspunten, namelijk of toetsing van ingenomen standpunten aan de Heilige Schrift nu wel of niet kan en mag.

Minister-president Lubbers vindt dat best mag worden gesproken van een christelijke partij, maar een directe toetsing aan de Bijbel kan niet. Het gaat volgens hem om de vier kernbegrippen solidariteit, rentmeesterschap, publieke gerechtigheid en gespreide verantwoordelijkheid. Die begrippen moeten binden en inspireren. Niemand wordt de maat genomen. Niets moet. Het CDA is namelijk een christen-democratisch appèl. Het is een oproep, aldus de politieke leider van het CDA.

Kamervoorzitter Deetman, oud-minister en ook vice-voorzitter van de commissie in het CDA die zich bezighoudt met het nieuwe program van uitgangspunten voor zijn partij, vindt toetsing aan de Heilige Schrift nu juist de kern van de politieke overtuiging binnen het CDA. Het gaat hem meer om gedrevenheid en overtuiging rondom het program dan om de discussie van wel of geen christelijke partij, een discussie die bij dreigende escalatie bovendien enorme schade zou kunnen doen.

De heer Diepenhorst legt weer een ander accent. Deze gerenommeerde oudgediende in de CDA-gelederen beklemtoont de spirituele rijkdom van het CDA, dat dan toch maar in staat blijkt te zijn orthodoxen, van zowel protestantse als rooms-katholieke signatuur, te bundelen met overtuigd rehgieuze humanisten. De evangelische inspiratie richt zich op de vormgeving in de politiek van de vier centrale christelijke denkbeelden, eerder genoemd, die blijkbaar ook voor een brede buitenwacht aanvaardbaar zijn. Dat zo zijnde, mag geen staatkundig opportunisme worden nagestreefd door de aanhang van buiten extra te accentueren met als doel dan wel als resultaat een brede volkspartij. Het is in zijn ogen verklaarbaar dat christenen, joden, islamieten en hindoes elkaar in een politiek program als dat van het CDA vinden. Wel doet het CDA er goed aan om zich te bezinnen op wat religies in de staatkunde samenbindt en scheidt. Want er zijn grenzen, aldus de eminence grise.

Er leven dus nog al wat opvattingen. Een eensgezinde benadering, die weleer bijvoorbeeld de ARP karakteriseerde als het ging om grondslagen en doelstellingen voor het politieke optreden, om van de toelating tot het lidmaatschap maar helemaal niet te spreken, is ver zoek. Die belijndheid van de oude ARP is te zeer vermengd geraakt met de openheid van de KVP, die in latere jaren bewust streefde naar een brede program-partij. Resultaat is een ware kakofonie aan opvattingen en meningen. Mag het dan volgens de jonge historicus Van der Schans zo zijn dat als je vijf SGP-ers vraagt naar de interpretatie van artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, je vijf verschillende antwoorden kunt krijgen, maar vraag je tien CDA-ers naar het christelijke karakter van hun partij, dan krijg je evenzovele antwoorden.

GEEN WOORDEN, MAAR DADEN

Wat is het CDA nu? Geen kerkelijke partij, een vaststelling waar iemand als bisschop Bomers moeite mee blijkt te hebben. Ook geen confessionele partij, die expliciet is gebonden aan een belijdenisgeschrift van welke kerk dan ook. Geen partij, uitsluitend bestaande uit christenen, dat blijkt in de praktijk en het wordt verdedigd dat niet-christenen een actieve rol spelen in of 'namens' het CDA, Het is een partij van christen-democraten met politieke items die ook anderen kunnen en mogen binden, zij het dat deze items niet mogen worden losgemaakt van de context van de Bijbel. De persoonlijke integriteit van deelnemers aan het CDA is uitgangspunt en behoeft niet te worden bevraagd, deze blijkt wel uit de door die persoon uitgedragen politieke opstelling (partij-ideoloog Oostlander, nu europarlementariër).

Papier is geduldig. Letten wij na al deze woorden op de daden van het CDA, dan is onzerzijds helaas al vaker vastgesteld dat het CDA, in het licht van de Bijbel en de daarin vervatte normen en waarden onopgeefbare punten, veel te ver doorschiet in de sfeer van het compromis. Gedacht moet in dit verband worden aan de abortus-provocatus, de alternatieve leefvormen en om niet meer te noemen de zedelijkheidswetgeving terzake van de prostitutie. Onzerzijds is wel gesteld dat het CDA meer een centrum-democratisch dan een christen-democratisch appèl doet. Het CDA opereert in elk geval in het centrum, het centrum van de macht ook. Dat laatste biedt mogelijkheden, maar levert ook verzoekingen op. Politiek bedrijven in de constellatie van ons land moet noodzakelijk leiden tot het sluiten van compromissen. Maar niet alles is voor een compromis vatbaar. Dat wordt in het CDA te weinig beseft. Daar start ook onze kritiek op het CDA. Het hart ervan is dat uiteindelijk tekort wordt gedaan aan de getuigenissen Gods, de rechten en inzettingen des Heeren voor het openbare leven, voor de inrichting van de samenleving. Erkend moet worden dat het voeren van het predicaat 'christelijk' ook met onverantwoorde pretenties gepaard kan gaan en in de geschiedenis ook wel eens ging. Er zal altijd ootmoed van af moeten stralen. Immers, als het gaat om het oefenen van gerechtigheid, komt de mens ten diepste ook zichzelf tegen. De mens is een van God, zijn Schepper, afgevallen mens. De mens is de zonde toegevallen. Daarom spraken de Bijbelheiligen bij het doen van belijdenis van zonden altijd in de wij-vorm en zelden of nooit in de zij-vorm. Maar er is ook iets van beslistheid als het gaat om de authentieke beginselen gegrond op Gods Woord, van bewogenheid om volharding in ongehoorzaamheid en van hoop waar het perspectief van een leven in Gods wegen voor ogen mag staan. Hoe zullen deze en dergelijke zaken, wezenlijk belangrijk toch, nu gemeenschappelijk worden beleefd, als een 35% van de CDAleden niet kerkelijk zou zijn! Wat komt er dan van een helder getuigenis terecht?

KERK EN POLITIEK

Het Sociaal Cultureel Planbureau heeft onlangs gerapporteerd dat nog slechts één op de vijf Nederlanders vindt dat politieke partijvorming moet uitgaan van godsdienst of wereldbeschouwing. De hoogleraren P.E. Kraemer, Sperna Weiland en Couwenberg hebben de discussie over de 'c' van het CDA in dat licht geplaatst. Het is niet een incident, het is een uiting van een totaal proces. De aan het Binnenhof bekende J. van Rijswijk heeft in zijn dezer dagen verschenen boek Repeterende Breuken beredeneerd dat het CDA en de PvdA vermoedelijk eikaars tegenpolen zullen worden, omdat beide partijen hun electoraat vooral uit het politieke midden zullen aantrekken en zich tegelijkertijd toch van een eigen profiel moeten voorzien. Deze CDA-er, oud-medewerker van eerst de ARP en daarna het CDA, waarschuwt voor het gevaar dat beide partijen in hun gevecht om de kiezer steeds minder van elkaar zullen gaan verschillen. "De christen-democratische en sociaal-democratische grondtonen blijven dan weliswaar in de beginselprograms bewaard, maar zij dreigen in de politieke strijd van alledag door het pragmatisme te worden overwoekerd. Dal zou een betreurenswaardige verarming van ons politiek klimaat betekenen, " aldus Van Rijswijk. Hij weet het, van binnenuit!

Opmerkelijk en leerzaam is de visie van enkele medewerkers van het wetenschappelijk bureau van het CDA. Van Gennip, de directeur van dat bureau, acht het een dure plicht van kerken en pohtiek in deze geseculariseerde tijd een nieuwe relatie te formuleren. Die relatie is te veel op de achtergrond geraakt. Zijn collega Klop belicht nog een ander aspect: "Het identiteitsprobleem van het CDA ligt natuurlijk helemaal niet bij enkele hindoes in de fractie. Als de kerken niet meer oproepen tot persoonlijk geloof, zeg maar rustig zorgen voor herkerstening en evangelisatie, dan is het CDA als christelijke organisatie zo verdwenen. (...) De geloofsoverdracht in de kerken stagneert. Het gebed aan tafel, de Bijbelkennis, alles zakt in elkaar. Ook op scholen trouwens. De kerken moeten nu de slag winnen. Die is nog niet verloren. Als de kerk er inderdaad in slaagt het persoonlijk geloof tot leven te wekken dan is er toekomst. Daar hangt uiteindelijk de 'c' van het CDA vanaf. Als dat niet in de samenleving tot leven komt, dan zal het CDA als christelijke partij steeds kleiner worden. Dan seculariseert het CDA met de kerk mee." Daar valt over na te denken. Dat signaal is leerzaam.

Van Velzen heeft zich naar zeggen vooral willen uitdrukken tegenover wat hij noemde "klein rechts", dat er vooral is in zijn ogen voor bepaalde christenen en is gebonden aan kerkelijke belijdenissen. Mij nu maar beperkend tot de SGP, hij heeft het mis in zoverre dat de SGP van ouds een interkerkelijke partij is, die wel degelijk het hele volk beoogt en dat in navolging van toch ook voor het CDA niet de eersten de besten als Groen van Prinsterer en Hoedemaker. Dat behoort de heer Van Velzen ook te weten. Hij heeft wel gelijk in zijn constatering dat de grondslag van de SGP de Bijbel als Gods Woord is en dat de drie Formulieren van Enigheid, zoals deze zijn vastgesteld in de Nationale Synode gehouden te Dordrecht in de jaren 1618 en 1619 geheel en onvoorwaardelijk worden onderschreven. Dat maakt de SGP tot een confessionele partij. Het absolute gezag van Gods Woord over alle terreinen des levens, dus ook het staatkundige en maatschappelijke(!), wordt door de SGP beleden en nader uitgewerkt in haar Program van beginselen.

De SGP betrekt haar leden uit vele kerken. Daaronder zijn er die slachtoffer zijn of dreigen te worden van het syncretisme, een versmelting van wijsgerige en religieuze opvattingen en meningen van verschillende herkomst. Daaraan lijdt ook het CDA. Dat feit is ons een baken in zee. Wij zijn gewaarschuwd, die zaak gaat - als meer van de tijdgeest die wij beleven-ook ons niet zonder meer voorbij. De wacht moet worden betrokken. Tenslotte, de verdeeldheid der kerken verzwakt het klare getuigenis vanwege de kerken tot de overheid op een aangrijpende manier. Dat mogen wij ons wel aantrekken, daarin tekent schuld zich af. Daarom moet de hand ook in eigen boezem en is het gebed nodig "dat zij allen toch één zijn".

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1992

Zicht | 44 Pagina's

De 'c' van het CDA

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1992

Zicht | 44 Pagina's