Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Staatsburgerschap als roeping

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Staatsburgerschap als roeping

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

dr. CA. Tukker predikant van de hervormde gemeente te Epe

predikant van de hervormde gemeente te Epe

Onder deze titel sprak de minister van justitie, dr. E.M.H. Hirsch Ballin, voor het Studium Generale van de Hogeschool Katholieke Leergangen te Tilburg op 6 maart 1993.

De minister stelde dat inzake de wetgeving op de euthanasie, de gelijke behandeling en het draagmoederschap de meerderheid van de Tweede Kamer, waaronder het CDA, een standpunt innam dat christenen niet misstaat. Enerzijds werd immers het Wetboek van Strafrecht ongewijzigd gehandhaafd, anderzijds werd bij de euthanasie de mogelijkheid geboden tot beroep op een noodtoestand, die overigens maximaal toetsbaar is.

In het geval van gelijke behandeling werd de Nederlandse Grondwet gehandhaafd in de bescherming van wat mensen ten diepste eigen is, en tegehjk werd voorkomen dat deze eigenheid in stelling wordt gebracht tegen de fundamentele vrijheid van overtuiging in onderwijs en kerk. Wat betreft het draagmoederschap, besloot de Tweede Kamer in meerderheid tot maximale strafbaarstelling.

In alle drie de gevallen, zo besloot de minister, misstaat het christenen niet om aan de ingenomen standpunten in de politiek mee te werken.

De christen als staatsburger

Wat houdt nu dat 'meewer­ ken' in? Allereerst de aanvaarding van een pluralistische maatschappij. Vroeger spraken we van pluriformiteit. Daar bedoelden we de veelvormigheid van een maatschappij of een kerk of een stuk onderwijs mee aan te geven. Nu spreken we van pluralisme, en we geven met dat woord te kennen, dat een maatschappij, een kerk, een school per definitie veel meningen in zich omvat en aan veel overtuigingen per definitie een plaats verschaft. De minister citeert met instemming Albert Görrer die ooit stelde, dat we niet alleen in zo'n pluralistische maatschappij léven, maar die ook liefhebben. En hierop nu moet zich de roeping van de christen als staatsburger richten.

Nu meent dr Hirsch Ballin dat deze roeping spanningen oproept. Immers, christenen moeten in kerk en politiek de uitholling van normen en waarden keren en zich vooral niet aanpassen aan een ideële leegte van aanpassing en vervlakking, terwijl ze tegelijk toch de waarden van die vrije en veelvormige samenleving moeten aanvaarden. Terecht noemt de minister dit een ontzaglijk moeilijke opgave, die zijns inziens alleen maar zo kan worden uitgevoerd, dat aan uitgebluste culturen de boodschap van hoop en barmhartigheid van morele integriteit en vergeving wordt gebracht, een boodschap waarvan ten diepste het Evangelie getuigt. De christen als staatsburger keert zich niet af van deze wereld, maar neemt haar ook niet als gegeven aan. Dat is het spanningsveld van zijn of haar roeping.

'Een doorgevoerde democratie is het einde van altéstaatsgemg'.

In dit verband spreekt Hirsch Ballin over tolerantie. Dit is niet een gewetenloze instelling van "ik laat jou je gang gaan, als je mij ook maar met rust laat", doch een handhaven van de eigen waarden, wil het respect voor het vreemde (de ander) gewaarborgd blijven. De innerlijke kracht van de in Nederland levende christelijke cultuur doet ons andere naar Nederland komende culturen open tegemoet treden. Hierbij is een hecht cultureel draagvlak nodig en - gezien een recent onderzoek naar waardenontwikkeling in Europa-ook in principe aanwezig. De minister constateert dan ook dat de waarden van de democratische en sociale rechtsstaat christenen op een bijzondere manier dierbaar moeten zijn.

Maar als het nu allemaal anders is...

Dr. Hirsch Ballin heeft kennelijk een appèl willen doen op christenen om tolerantie via hun roeping positief te verwezenlijken. Dat is eens schoon gebeuren en een aan te bevelen bezigheid. Er zitten echter enkele zwakke kanten aan. Ten eerste stelt de minister zich duidelijk op een roomskatholiek standpunt inzake de uitleg van christelijke waarden en normen. Hij komt terecht bij ware menselijkheid en oprechte tolerantie, waarbij het handhaven van christelijke normen en waarden gegarandeerd is, zonder dat overigens dat normen en waarden nader uitgelegd worden. Van zulke veronderstellingen kan men slechts uitgaan, wanneer men meent dat deze waarden en normen nog duidelijk aanwezig zijn. Uit zijn instemming met Kerkhofs onderzoek naar waarden ontwikkeling in Europa en zijn positieve waardering van de resultaten ervan blijkt dat Hirsch Ballin zich inderdaad op dit standpunt stelt.

Het is de vraag of dit voldoende basis is om aan christenen in hun staatsrechtelijke roeping zo'n taak toe te wijzen. Albert Schweitzer heeft vaak gezegd dat om te willen wat Christus wil, wij onze wil aan Hem moeten overgeven. Ik vrees dat onze minister deze stap te gemakkelijk overslaat en dus een positief christendom als aanwezig veronderstelt, dat bij nader onderzoek misschien niet (meer) de basis levert waarop onze bewindsman hoopt.

Ten tweede is het duidelijk, dat de minister de christenen oproept om niet alleen een ideële, maar ook een politieke leegte op te vullen. Nu in de zorgsector, bij het milieu en op andere terreinen de verzorgingsstaat het af laat weten, moet de creativiteit van positieve christenen wel te hulp worden geroepen. Staatsburgerschap als roeping ... Dr. Hirsch Ballin vergeve het mij, maar ik zie niet in dat de positieve instelling en opstelling van christenen taken van de hoge overheid kunnen vervangen. Uiteraard begrijp ik, dat de minister in dit verhaal lijnen trok en niet op details inging. Maar een trouw rooms-katholiek man als hij moest van botsing van ambten en dus van roepingen weten. Anders gezegd: een doorgevoerde democratie is het einde van alle staatsgezag. En na wat we van 'christelijke' zijde dienaangaande hebben meegemaakt, zeggen we erbij: "christelijk of niet-christelijk".

Ten derde vind ik de voorbeelden die de minister terzake van een ideëel vacuüm aanvoert, niet erg overtuigend. Hij ontdekt namelijk lege zielen in Italië en in de Oosteuropese landen. Ik deel zijn mening, meen echter tegelijkertijd dat de spanning voor christenen die in óns land proberen in tolerantheid hun normen en waarden inhoud te geven, op een ander terrein liggen. Degenen die asiel in Nederland zoeken, de allochtonen en de (voormalige) rijksgenoten, staan heel vaak niet voor een ideële leegte, maar vertegenwoordigen in veel gevallen een grotere kracht dan degenen die zich hier christen noemen. Ik voel niets voor centrum-democratische politiek, maar ik denk wel dat, wil je vandaag de dag in Enschede wonen en min of meer Turks verstaan om te overleven in je eigen vaderland, je toch wel iets meer politieke ondersteuning van de overheid mag verwachten dan de schone verwijzing naar de staatsrechtelijke roeping der christenen. Misschien wil onze minister deze praktische puntjes nog eens toelichten in een vervolg op zijn lezing, waarvan ik overigens erg genoten heb.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 1994

Zicht | 44 Pagina's

Staatsburgerschap als roeping

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 1994

Zicht | 44 Pagina's