Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Woord is diep en wijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Woord is diep en wijd

19 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerk mag zich niet isoleren van overheid en p> olitiele

door drs. K. van der Zwaag

redacteur kerkelijk leven by het Retormatorisch Dagblad

De tijd van de verkiezingen is weer aangebroken. Is bezinning hierop alleen een zaak voor de politiek of ligt hier ook een roeping voor de kerk? Hoe staat het met het kerkelijk meeleven met de plaatselijke en nationale politiek? Hoe functioneert de voorbede? Is het verschijnsel tijdrede nog relevant voor kerk en politiek? We vroegen enkele kerkelijke zegsmannen om commentaar in dit verkiezingsjaar. 'Het Woord is diep en wijd', zegt drs. C. Blenk terecht. De kerk kan zich immers niet afzijdig houden. Een bezoek van de predikant aan de publieke tribune van de raadszaal is dan ook gewenst.

Drs. Blenk, hervormd predikant in Delft, vindt dat er een appèl op de overheid gedaan moet worden. 'De kerk moet profetisch spreken tot de overheid. Zi] mag niet alles overlaten aan de politieke partijen. Zij heeft een eigen verantwoordelijkheid, vooral landelijk maar ook plaatselijk. Als de "theocratie" afbreekt, is juist daar de 'profetie'. Zo was het althans in Israël', zo voegt hij er aan toe.

Prof.dr.T.M. Hofman, hoogleraar aan de Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Apeldoorn en gepromoveerd op de verhouding tussen kerk en staat in het gewest Holland in de zeventiende eeuw, ziet een taak van de kerk weggelegd in het geheel van de samenleving. Hij vindt de term 'profetische voorlichting' daarvoor een te zwakke aanduiding. Beter is volgens hem het woord profetisch getuigenis. 'In deze moderne samenleving dient de kerk het koningschap van Christus ter sprake te brengen. Maar al te vaak zien wij dat Zijn koninklijk ambt schromelijk wordt miskend. Grote terreinen van het openbare en politieke leven zijn de eeuwen door aan Zijn koninklijk gezag onttrokken. Dat had en heeft desastreuze gevolgen voor de samenleving. Het streven van de gereformeerde kerken in de Nederlanden was reeds in de 16e en 17e eeuw duidelijk gericht op de kerstening van de hele maatschappij. Reeds m deze vroege periode van het gereformeerd protestantisme zien wij duidelijk het profetische getuigenis in de richting van de overheden gaan'.

Ds.P. Mulder, predikant van de gereformeerde gemeente in Capelle aan den IJssel en oud-bestuurslid van het Landelijk Verband van Staatkundig Gereformeerde Studievererugingen, vindt dat de kerk de roeping heeft het Woord Gods te laten klinken. 'Dat zal bij gelegenheid ook m profetisch getuigende zin gebeuren in de richting van de overheid. De Heere is immers de Schepper en Onderhouder. Hij heeft recht op aller leven en aller gehoorzaamheid. De geboden des Heeren zijn heilzaam voor iedereen en voor heel het volk. In het onderhouden van Zijn geboden ligt zegen, maar m het veriaten van Zijn geboden ligt geestelijk onheil en in die weg is de toom Gods te vrezen. Dit geluid naar de overheid te laten klinken, is roeping van de kerk'.

Niet in geschrift

Maar hoe gebeurt het in de praktijk^-Komt de kerk werkelijk wel eens in aanraking met de plaatselijke overheidi M. Dankers, ouderling van de oud gereformeerde gemeente te Den Helder, zegt dat zijn kerk ter plaatse zich nooit in geschrifte richt tot de gemeenteraad of B & W. Er zijn wel eens incidentele kwesties waardoor kerk en overheid met elkaar in aanraking komen. 'Jaren geleden schreef de gereformeerde kerk vrijgemaakt aan gemeenteraad en marine over de vlootdagen op zondag. Wij zelf volstonden met een passage in ons ambtsgebed dat echter alleen de oren van eigen mensen bereikte. De pastores van de plaatselijke raad van kerken hebben geprotesteerd tegen het openstellen van de winkels op zondag, maar daar zijn we als oud gereformeerde gemeente niet in vertegenwoordigd'.

'Toen we vorig jaar de happening van Sail hadden tegelijk met de vlootdagen, was er op zaterdagmorgen een gebedsdienst in de christelijke gereformeerde kerk. Allerlei vrije groepen waren er ook bij. Wij kregen ook een uitnodiging. Maar wat moeten we doeni In zo'n geval kijken de broeders schuin naar mij: "Als jij wilt - misschien wat voor \oui" Ik vraag me echter af of er daar en toen nog sprake kon zijn van profetische voorlichting. De HeUerse Courant meldde dat de burgemeester "het heel leuk vond, dat ook de kerken zich presenteerden". Dan kun je met bepaald zeggen dat er veel invloed van de kerk op de overheid is'.

Zondagopenstelling

Ds. Mulder meldt dat er in Capelle aan den IJssel protest is geweest tegen de zondagsopenstelling van winkels. 'Op initiatief van onze kerkenraad is toen door meerdere protestantse kerkenraden gezamenlijk een brief naar de raad gezonden. Helaas besloot de raad toch tot (beperkte) zondagsopenstelling. Door onze kerkenraad is verder gereageerd inzake een plan tot vervroegde ruiming van graven op de plaatselijk begraafplaats. Weer was er afstemming met andere kerkenraden. De raad heeft toen besloten het voornemen in elk geval voor enige jaren op te

schorten. Als derde voorbeeld is te noemen dat de kermis voor het eerst toestemming kreeg op zondag open te zijn. Ons protest mocht toen helaas niet baten. Wel kwam er een gesprek op gang tussen enkele kerken in de buurt en het gemeentebestuur met als resultaat dat tijdens de kerktijden geluidsoverlast werd voorkomen'.

'In onze burgerlijke gemeente is er gelukkig een gestructureerd overleg tussen de burgemeester en vertegenwoordigers van de kerken. Aan dit overleg, eens of tweemaal per jaar, wordt steeds door een van onze ouderlingen deelgenomen. Min of meer principiële zaken, als bovengenoemde punten, maar ook: reclame langs de openbare weg, coffeeshops, 4 en 5 meiherdenking, komen aan de orde of worden van onze zi]de op de agenda geplaatst'.

„De Kamerleden wilden de te berde gebrachte verstandelijke argumenten nog wel overwegen, maar het beroep op Gods Woord werd duidelijk genegeerd".

Meeleven met politiek

Het meeleven met de politiek geschiedt nogal eens op nationaal niveau. Ouderling D. de Wit (Gereformeerde Gemeenten in Nederland) meldt dat de particuliere synode van zijn kerkverband zich in het verleden regelmatig heeft gewend tot de regering. Soms was dat alleen, soms ook samen met de Gereformeerde Gemeenten en de Oud Gereformeerde Gemeenten. Hij noemt als voorbeelden het nieuwe beleid van waterstaat terzake van het verschuiven van onderhoudswerkzaamheden aan de \A'egen naar de zondag, de poliovaccinatie, de wijziging van de Winkelsluitingsv/et en de nota Samenlevingsvormen (met de daarin voorgestelde wijzigingen in het familierecht). 'In de laatste twee gevallen zijn getuigenissen gericht tot regering en parlement samen met de deputaten van de Gereformeerde Gemeenten en de Oud Gereformeerde Gemeenten. Deputaten werden uitgenodigd voor een gesprek met de Tweede-Kamercommissie. Men is welwillend aangehoord. De Kamerleden wilden de te berde gebrachte verstandelijke argumenten nog wel overwegen, maar het beroep op Gods Woord v/erd duidelijk genegeerd'.

Maar ook in de eigen burgerlijke gemeente van Gouda kreeg het spreken van de kerk volgens De Wit gestalte. Dat gebeurde onder meer doordat de kerkenraad zich schriftelijk tot het college van B & W wendde met een afschrift van de brief aan de gemeenteraad. Meerdere malen lichtte de raadsfractie van de SGP de kerkenraad in over bepaalde principiële aangelegenheden. Hierdoor had de kerkenraad gelegenheid zich tot B & W te wenden, al of niet samen met andere kerkenraden. 'Zo vond dit plaats naar aanleiding van de toenemende openbare zondagsontheiliging in Gouda, waarbij ook aandacht is gevraagd voor een ongestoorde kerkgang van jonge en oude mensen. Ook naar aanleiding van een bezoek van de burgemeester aan een plaatselijke erotheek, een bezoek dat als bedoeling had te overleggen over het reclame maken in het openbaar. Dit bezoek leidde helaas tot het verstrekken van een vergunning tot het plaatsen van reclameborden met opdringende en aanstootgevende afbeeldingen'.

De Wit weet ook nog melding te maken van een optreden in verband met de openstelling van winkels op zondag. Ook is er intensief contact geweest van de drie Goudse gereformeerde gemeenten met het gemeentebestuur over het stichten van een crematorium al of niet op de bestaande algemene begraafplaats. 'Naar aanleiding hiervan zijn er op uitnodiging van betrokken wethouders gesprekken geweest. Ook is een commissievergaderig bijgewoond waarbij gebruik is gemaakt van de geboden gelegenheid om onze principiële bezwaren mondeling uiteen te zetten. Verder zijn er tenslotte vóór de behandeling in de gemeenteraad bezoeken gebracht aan de voorzitters van de fracties'.

Plaatselijk verschillend

Het meeleven met de gemeentepolitiek kan plaatselijk erg verschillen. Prof. Hofman weet uit eigen ervaring zich het initiatief te herinneren dat zi|n kerkenraad in Rijnsburg heeft genomen om te komen tot een gezamenlijk standpunt van de plaatselijke kerken inzake de winkelsluiting op zondag. 'Het lukte ons als kerken een dringend appel te doen op B & W en de gemeenteraad voor handhaving van de zondagsrust en - heiliging. De kerk moet echter niet alleen bij zorgpunten naar buiten treden. Het is goed, dat de kerk zo mogelijk ook meeleeft bi] hoogtepunten in het plaatselijke politieke leven, als er bijvoorbeeld een nieuwe burgemeester wordt geïnstalleerd. Vaak worden in dorpen de kerkenraden daarvoor nog uitgenodigd om met een delegatie aanwezig te zijn. Deze mogelijkheden voor meeleven moeten wij zeker dankbaar aangrijpen. De kerk dient te bouwen aan een goede relatie ook op plaatselijk niveau met B & W. Daardoor zal de kans voor een actieve opstelling in de samenleving groter worden'.

Volgens de hoogleraar zijn er in een grote burgerlijke gemeente minder mogelijkheden, tenzij het plaatseli|ke bestuur geestelijke affiniteit heeft met het christelijke gedachtegoed. 'Het is dan ook goed om als kerk de overheden te betrekken bij allerlei belangrijke gebeurtenissen in de kerk als kerkbouwactiviteiten, intrede en afscheid van predikanten, alsmede jubilea. Toegegeven moet v/orden, dat vaak in dorpen de mogelijkheden op deze punten aanzienlijk groter zijn dan in de steden. Toch verdient het aanbeveling ook dan het plaatselijke bestuur te laten weten, dat men er als kerk is en dat men oog heeft voor de overheden en hun taken"'

De Wit merkt op dat de plaatselijke overheid wel aanspreekbaar is, maar als regel toch haar eigen gang gaat. 'Men luistert, men is vriendelijk, een enkele wethouder (van D66) is wel eens onder de indruk geweest van een bepaald betoog, maar men handelt toch naardat de helft plus één aangeeft. In het geval van de aankoop van grond voor de bouw van ons kerkgebouw aan de Gerbrandyweg is echter wel veel medewerking ervaren van een PvdA-wethouder.

Na enkele teleurstellende uitslagen van stemmingen in de gemeenteraad voor een grondtransactie heeft de gemeenteraad in haar geheel tenslotte toch een inspanningsverplichting op zich genomen om onze gemeente aan grond te helpen. Dit is ook gerealiseerd, na de ingebruikneming van het kerkgebouw, waarbij de genoemde PvdA-wethouder door de kerkenraad was uitgenodigd en deze tegen mij (onder vier ogen) zei: Ik ben jaloers op jullie; jullie hebben wat, wat ik mis'.

Op publieke tribune

Drs. Blenk is predikant in een grote stad, eerst in Amsterdam en nu in Delft. 'Ik probeer in elke gemeente een raadsvergadering bij te wonen vanaf de publieke tribune. Daarvoor bid je toch4-Dat deed Van Ruler ook. En andersom^ In de eerste gemeente, een dorpsgemeente, zat de hervormde burgemeester in de kerkelijke oppositie. In de tweede gemeente, een provinciestad, zat de rooms-katholieke burgemeester juist vaak in de hervormde kerk. In de derde gemeente, de hoofdstad, wist de burgemeester waarschijnlijk niet van ons bestaan af. Een geheel andere situatie dus. Maar toen de centraal-hervormde weerstand was gebroken, zette een van de wethouders zich in voor restauratie van onze kerk (toen de bijgebouwen een publieke functie kregen). In onze huidige gemeente zat de vorige burgemeester wel eens in de kerkdienst en vroeg de nieuwe burgemeester juist zelf contact aan de met de centrale kerkenraad'.

Soms moet de kerk volgens drs. Blenk actie ondernemen men boven het plaatselijke vlak. 'Toen de laatste christelijke school in onze Amsterdamse wijk verdween, de "Smalle Pad-school", spanden wij een Arobprocedure aan bij de Raad van State. Het was helaas tevergeefs. Er kunnen landelijke zaken spelen die ook de plaatselijke situatie raken, zoals de Algemene Wet Gelijke Behandeling. Toen deze wet in de Eerste Kamer speelde, ben ik daarheen geweest. Gelukkig wilde minister Van Tijn geen ketterjacht bij christelijke organisaties en richtte hij zich tegen discriminatie van buitenlanders. Er kunnen plaatselijk ook dingen ge­ beuren die bovenplaatselijk beslist worden: denk aan de Iraanse asielzoekers in Delft, die van moslim christen werden, en met uitzetting werden bedreigd. Ze moesten bi| terugkeer zwijgen over hun geloofsovergang. Mede dank zij de mzet van de kleine christelijke partijen is de fout gelukkig hersteld'.

Niet betweterig

Prof. Hofman vindt wel dat er voorzichtigheid in acht genomen moet worden. 'Twee klippen dienen in de contacten met de overheden vermeden te - worden. Allereerst past het niet uit de hoogte en betweterig de les te lezen. Wel mogen wij de overheden aanspreken op hun verantwoordelijkheden, maar daarbij kunnen wij zelf niet buiten schot blijven. Ten tweede moeten wij niet ons spreken afhankelijk maken van onze berekening om al of niet succes te oogsten. Het profetisch getuigenis in deze samenleving mag niet verstommen, ook al wordt het misschien nauwelijks of niet serieus genomen. De Koning van de kerk heeft bij Zijn afscheid nadrukkelijk gewezen op alle macht die Hem gegeven is in hemel en op aarde'.

'Al IS de kerk geslonken tot een minderheid in de samenleving, dat mag haar niet vervormen tot een zwijgende minderheid. Wel dienen wij als gereformeerde christenen te beseffen, dat ons spreken nooit met allerlei pretenties over onszelf gepaard mag gaan. Hoe ligt verkapte zelfingenomenheid vaak op de loer. Als wij ons praktisch (politiek) handelen en onze verdeeldheid in het licht van Gods heilige Wet en Zijn heilig evangelie zien, dan rest ons ootmoed. Als wij zelf leren leven coram Deo, beseffen wij de rijkdom en heilzaamheid daarvan voor heel onze samen-

leving. Daarvan kan een christenmens met zwijgen'.

Ds. Mulder vindt de relatie tussen kerk en de plaatselijke SGP van groot belang. 'Het is relevant dat een van de ouderlingen in het bestuur van de plaatselijke SGP-kiesvereniging zitting heeft. De contacten met de SGPgemeenteraadsfractie zijn gelukkig zodanig goed dat wanneer de kerkenraad overweegt over een bepaald punt contact met het gemeentebestuur op te nemen, afstemming van de juiste timing via deze fractie plaats heeft'.

De plaatselijke situatie zal volgens hem zeker wel mede bepalend zijn voor de mate waarin en de wijze waarop de kerk in contact treedt met de overheid. 'Dat de kerk daarbij ingaat op concrete situaties, lijkt mij heel juist. Dat heeft mijns inziens de voorkeur boven een te algemeen spreken van de kerk. Hoewel ik mij heel goed voor kan stellen dat de kerk toch van tijd tot tijd de overheid wijst op het recht van God en het heilzame van het onderhouden van Zijn geboden. Is er anderszins geen bijzondere gelegenheid geweest dan zou het misschien af en toe eens ter gelegenheid van de algemene politieke beschouwingen kunnen plaatsvinden'.

„Het is voor de kerken van belang op> de hoogte te zijn van wat er speelt in de burgerlijke gemeente. Daarbij is aandacht vanuit de kerk voor gemeenteraadsleden geen overbodige luxe".

Voorbede

Cruciaal in de gereformeerde traditie is altijd de voorbede voor de overheid. De gesprekspartners onderschrijven allen het belang ervan. Bij Dankers functioneert de voorbede zeker, al is dat meestal in de leesdienst. 'Mijn collega bidt altijd voor de koningin. Laatst nog toen ze zestig jaar werd vrij uitgebreid. Ik zelf haal de "prinsen van Oranje" nog wel eens aan. Mijn collega vindt dat wel mooi en neemt het over. Die heeft het ook over "diegenen in 's lands vergaderzalen die nog buigen voor uw Woord". Maar horen Schutte en Leen van Dijke daar ook biji, vraag ik me wel eens af. En burgemeester Hardonki Ik zelf noem burgemeester Hoekzema (WD) en de wethouders. Als fractie-assistent praat ik wel eens met de PvdA-wethouder. Hi] kent mensen bij ons in de kerk, want hij heeft op de Rijkswerf gewerkt. "Wij bidden voor jou" zeg ik dan. "Dat stelt hij op prijs", zegt hij'.

Prof. Hofman zegt dat er in de erediensten op zondag is vrijwel wekelijks aandacht voor de overheden op allerlei niveaus in onze samenleving is. Daarbij is bijzonder het element van de gerichte voorbede van groot belang. 'Concrete plaatselijke noden en vreugden mogen daarin niet ontbreken', vindt hij. 'Soms geeft de tekst uitdrukkelijk aanleiding om de verhouding tot de overheden aan de orde te stellen in de prediking. Ook in leerdiensten kan dit zeker dienstbaar zijn. Het is voor de plaatselijke kerken van belang echt op de hoogte te zijn van wat er speelt in de burgerlijke gemeente waartoe men behoort. Daarbij is echte aandacht vanuit de kerk voor gemeenteraadsleden geen overbodige luxe'. Ds. Mulder sluit zich hier helemaal bij aan.

Stemadvies?

Zo positief men staat tegenover de voorbede, zo terughoudend is men tegenover een stemadvies. Dankers IS hierin duidelijk: 'Nee, dat geven we niet. Als ik niet bad voor de goede uitslag op de zondag voorafgaande aan de verkiezingen zouden ze ongemerkt voorbijgaan. Gaan ze allemaal wel stemmeni, vraag ik me wel eens af'.

Drs. Blenk: 'Ik geef als predikant beslist geen stemadvies bij de verkiezingen. De kerk mag zich niet vereenzelvigen met een bepaalde partij, helemaal niet als er meerdere christelijke partijen tegelijk zijn. Een dienaar des Woords mag zich dus ook niet vereenzelvigen met een partij, al heeft hij natuurlijk zijn voorkeur. Maar hij moet vanuit de Schrift wel een appèl doen op de gemeente, om haar verantwoordelijkheid te verstaan. De predikant mag wel de gemeente wel helpen keuzen te ma­ ken. Juist omdat ik niet partijgebonden ben, kan ik dat doen'.

Prof. Hofman wil de algemene lijn houden als het gaat om christelijke politiek. 'Vooral rondom de verkiezingen is aandacht voor christelijke politiek van groot belang. Wij dienen elkaar aan te spreken op onze verantwoordelijkheid in het uitbrengen van onze stem. Er mag immers geen scheiding zijn tussen ons christen zijn in de kerk en ons leven als burger in de samenleving'.

Ds. Mulder: 'In onze plaatselijke kerkbode verzorg ik persoonlijk een rubriek waarin ook op maatschappelijke zaken wordt ingegaan. In die rubriek schrijf ik ook over verkiezingen. Daarbij is er de oproep tot gebed en het verstaan van onze verantwoordelijkheid voor 's Heeren aangezicht. Zo u dat een stemadvies wilt noemen: dat wordt door mij dan inderdaad gegeven'.

Tijdrede

De SGP kent vanouds het verschijnsel tijdrede. Maar is het anno 1998 nog actueeli Of is het veelal geen verkapte preeki Dankers noemt de tijdrede degelijk wel relevant voor de bezinning op het functioneren van de overheid en de politiek. 'Er komt echter weinig van terecht. Als ik bel om een tijdrede, zeg ik altijd: U kunt gerust de preek van afgelopen zondagmorgen houden, als u maar voor de burgemeester bidt. De mensen, en met name de jeugd en de catechisanten zeggen: "Dankers, wanneer laat je die en die hervormde dominee nog eens komen". Het gaat om iemand die hen aanspreekt. Het verschijnsel tijdrede is dus zeer nuttig voor de slechting van de kerkmuren'.

'Als er bij ons in de kerk een tijdrede is komt er ook altijd een van de beide raadsleden (een GPV-er of een RPF-er) en die verwelkom ik dan voor ik het woord geef aan de predikant. Als voorzitter van de SGP leg ik in de consistoriekamer de situatie uit en vraag om voorbede voor de Raad, B & W, de problematiek van de visserij en de teruglopende werkgelegenheid bij defensie. Maar niet zelden vergeet de desbetreffende tijdredenaar het toch'.

Drs. Blenk: 'Een tijdrede kan zeker. Prof. Wisse begon ermee. Waarome

Kennelijk vanwege de tijdloze preken. Maar hij waarschuwde zelf in zijn Memoires tegen geknutsel. Hat gaat wel om een verantwoorde doorlichting van het tijdsgewricht. Dan moet je beide polen kennen: je tijd en de Schrift. Zo'n tijdrede mag voor mij interkerkelijk zijn, maar waarom ook niet kerkelijke Wij preken toch met tijdloos^ Zeker niet op bid-en dankdagen'.

Het verschijnsel tijdrede vraagt een nauwkeurige afweging, zo vindt prof. Hofman. 'Het gevaar dreigt, dat wij dit middel misbruiken om allerlei negatieve geluiden te spuien en ondertussen op geen enkele wijze constructief meedenken aan een concrete opstelling van kerk en christen in de samenleving. Men mag nooit de Bijbel misbruiken voor eigen politieke propaganda. Men moet altijd eerlijk omgaan met de bijbeltekst in het (heils)historische kader waarin dit bijbelwoord klinkt. Derhalve zal een doorwrochte lezing over politiek in bijbels licht vaak meer mogelijk­ heden bieden om de zaken concreet uit te werken. Dat neemt niet weg dat de verkondiging ook een taak heeft op het terrein van het politieke, maatschappelijke leven. Toch is die taak heel harmonieus te verweven met de prediking op zondag'.

Ds. Mulder vindt daarentegen de ti|drede een heel goed middel om de bezinning vanuit de Schrift omtrent het maatschappelijk-politiek tijdsgewricht gestalte te geven. 'We moesten de tijdrede maar niet afschaffen; het zou verdere verzakelijking in de hand kunnen werken. Wel zou ik wensen dat de tijdrede meer uit de sfeer van een preek werd weggehaald. Dat zou goed kunnen gebeuren door bij het laten houden van een tijdrede gelegenheid te geven tot het stellen van vragen. Wel moet de tijdrede dan echt een tijdrede zijn, waarbij vanuit de Schrift ingegaan wordt op de algemene geestelijkmaatschappelijk ontwikkelingen'.

Is het Woord diep en wijdi Op grond van de uitspraken hierboven kunnen we concluderen dat de kerk geen vreemde mag zijn in de wereld van de pohtiek. Positief punt in het spreken tot de overheid is dat zij zelfs andere kerken weet te vinden in bepaalde acties op plaatselijk en nationaal niveau. Het zijn wel vaak dezelfde kwestie die tot gezamenlijke actie leiden, zoals de Winkelsluitingswet, zondagsarbeid, poliovaccinatie en andere - vooral ethisch gevoelige-zaken. De kerken vinden het van belang om het meeleven met de plaatselijke politiek te stimuleren maar zijn terughoudend om de politiek op de kansel te brengen door bijvoorbeeld een stemadvies te geven. Wel neemt de voorbede voor de overheid een belangrijke plaats in. Over tijdrede wordt wel verschillend gedacht, zo bleek uit het bovenstaande. Maar dat het Woord op de tijd betrokken moet zijn, daarover zijn allen het eens.

Laten we dat als leus aan het verkiezingsjaar meegeven: een Woord op zijn öjd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 1998

Zicht | 28 Pagina's

Het Woord is diep en wijd

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 1998

Zicht | 28 Pagina's