Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kerk gepasseerd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kerk gepasseerd

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr.C.P. Polderman publiceerde in eigen beheer eind 2002 onder de intrigerende titel De kerk gepasseerd^ een boek over (de geschiedenis van de) sociale zekerheid. Het past bij de vele publicaties over het zorgstelsel.

door drs. J. Mulder

DIRECTEUR VAN DE GUIDO DE BBÈS-STICHTING, STUDIECENTRUM SGP

Polderman gaat in het bijzonder in op de rol van de kerken op het terrein van de sociale zorg. Hij concludeert dat 'sprake is geweest van een min of meer vloeiende overgang van 'kerk' naar 'overheid' en van overheid naar 'verzekeringsbedrijf'. Hij stelt dat praktisch gezien de kerken op het terrein van de sociale zorg hebben afgedaan.

Onderzoek

De centrale vraag in de studie is: 'Wat zijn de achtergronden van de verschuivingen in de sociale zorgtaken in Nederland in de achterliggende twee eeuwen? ' In vijf hoofdstukken werkt Polderman de beschrijvende vraagstelling uit. Na kennisneming van de politieke en juridische aspecten van de armenzorg c.q. sociale zorg (hoofdstuk 1), gaat hij in op de veranderingen in de sociale zekerheid in de afgelopen 50 jaar (hoofdstuk 2). Hoofdstuk 3 gaat over de teloorgang van de kerkelijke armenzorg. In hoofdstuk 4 beschrijft hij de invloed van secularisatie. Tenslotte past de auteur in hoofdstuk 5 de zgn. quaestiomethode toe om zijn mening te geven. Het geheel wordt afgesloten met enkele conclusies op de onderzoeksvraag. Enkele bijlagen completeren de studie.

Conclusies

De slotconclusie van de auteur is dat de kerken de sociale zorg uit handen hebben gegeven. Hij concludeert (p. 129) 'dat het probleem niet in de eerste plaats in de omstandigheden op macro-en mesoniveau, maar in de persoonlijke levenssfeer op micro niveau moet worden gezocht. Concreet: ij de burger, die zich niet (meer) laat gezeggen door God en Zijn (liefde) geboden, bij het individu dat op zijn eigen manier 'gelooft' en los van het grote gebod uit Matth. 22:34-40 ('God lief te hebben boven alles en de naaste als zichzelf') leeft. Ontvalt de burger (respect voor) dit liefdegebod, dan leeft hij voor zichzelf en laat hij zijn rechten gelden. Dat is individualisme ten top!', aldus de auteur.

De gevolgen hiervan zijn zichtbaar geworden in de samenleving en alles overziende, schrijft hij op p. 129, 'zal het voor een christen duidelijk zijn dat sociale zorg los van naastenliefde gedoemd is te mislukken. Vanuit christelijk oogpunt bezien hebben verzekeringsregelingen niets met sociale zorg te maken. Het zijn kille commerciële regelingen die een materialistische leefwijze ondersteunen en het hart leeg laten.’

Enkele opmerkingen

Het is niet zo eenvoudig om een oordeel te geven over de inhoud van het boek. Toch wil ik een paar algemene opmerkingen maken.

Het vraagstuk van de sociale zorg gaat de overheid ook aan. Polderman onderkent dit, maar laat in het boek de sociale taak van de overheid te veel buiten beeld. Misschien is het juist voor christenen een probleem dat de overheid een taak moet worden toegekend. In dit verband is het wellicht zinvol eens na te gaan wat anno 2003 het betekent 'koningen zullen uw voedsterheren zijn' (Jes. 49:23). Dit punt (lees de overheid, jm) is met name van belang wanneer, als gevolg voor het doorbijtende zuur van de secularisatie, velen buiten het verband van de kerken zijn geraakt en mitsdien de kerk wordt gepasseerd. Ik ben het oneens met zijn stelling dat alleen (p.l24) christelijke hulp bestaansrecht heeft, ook al erken ik dat sociale zorg niet neutraal gegeven wordt.

Polderman denkt te positief over de mogelijkheden van de kerkelijke sociale zorg en de bereidheid van mensen om zorg te verlenen. Ondanks alle theologische en meditatieve opmerkingen in het boek, blijft bij mij toch een wat optimistisch mensbeeld hangen. We kunnen het samen best wel regelen. Ik denk het niet. Is er zoveel nieuws onder de zon? Ook de mogelijkheden van de goedwillende mensen en kerken hebben een einde. Wie zorgt er dan voor de rest? Zijn alle mensen die zorg behoeven welkom in de kerken? De geschiedenis van de armenzorg bewijst dat de kerken hun taak niet altijd even zorgvuldig hebben opgepakt. Wie met oudere mensen over de diaconie spreekt. krijgt behalve fijne mededelingen over de ontvangen sociale hulp ook schokkende feiten te horen. We moeten de realiteit onder ogen zien. Gelukkig is er dan nog de overheid met haar regelingen. Het ontbreekt mijns inziens in het boek aan een realiteitsgehalte. Wellicht ontbreekt daarom in het boek een aanzet voor een alternatief stelsel vanuit kerkelijk optiek. Dat klemt te meer wanneer alleen christelijke hulp bestaansrecht heeft.

De opzet en uitwerking van de vraagstelling is rommelig. Het kost moeite om de draad van het betoog vast te houden. De auteur heeft de gewoonte van de hak op de tak te springen en niet ter zake doende info erbij te halen. Daar komt bij dat verwerking van de informatie ergens gestopt is in het jaar 2000. Nadien zijn er ook ontwikkelingen geweest die in een uitgave eind 2002 meegenomen hadden kunnen worden. De tabellen( bijv. p. 53, 57) als ook de lijst van de kabinetten en ministers van sociale zaken (schema 4 stopt in 1950!) aan informatie hebben gewonnen wanneer meer recente gegevens waren verwerkt. De politiek van paarse kabinetten wordt net maar genoemd, terwijl toen juist knoppen zijn omgedraaid. Het kabinet-Balkenende wordt niet eens vermeld. Datzelfde euvel wreekt zich ook bij de politieke partijen die uiterste summier de revue passeren. Wat betreft de jaartallen onder de foto's is een ongebruikelijke vermelding gekozen, namelijk het geboortejaar (en wanneer bekend) ook het jaar van sterven. Functioneel is dat beslist niet. Het is van belang te weten wanneer bijv. iemand minister van sociale zaken was en niet wanneer hij/zij leefde. Zonder in te gaan op drukfouten (zelfs op de omslag) en redactionele zaken, wil ik volstaan met te wijzen op een historische onjuistheid in Schema I (p. 132). De SGP wordt daar getekend als een afsplitsing van de ARP. Dat is niet juist, want de oprichters van de SGP waren geen lid van de ARP. De SGP is als nieuwe partij opgericht naast de bestaande CHU en ARP

De waarde van het boek is de signaalfunctie die het heeft richting de sociale taak van de kerk in een geseculariseerde samenleving en de klem op ieders verantwoordelijkheid voor God en de naaste. Het is goed om dit nog eens onder ogen te zien en de vraag te stellen: 'Hoe ziet de kerk haar sociale taak in het geheel van de samenleving? ' Geldt ook nog steeds: 'Doe wel aan alle mensen, maar meest aan de huisgenoten des geloofs? ' Het is een juiste lijn dat ieder in de eerste plaats bij zichzelf begint, vervolgens de sociale verbanden waarin men leeft erbij betreft en daarna de overheid nadrukkelijk aanspreekt op haar sociale taak van het doen van recht en gerechtigheid voor kerkmens en niet-kerkelijken.

N.a.v. C.P. Polderman, De kerk gepasseerd. Van kerkelijke zorg naar verzekeringscontract, Middelburg 2002. De auteur geeft het boek in eigen beheer uit via Pro Regio te Middelburg. ISBN 90-9016455-3. Tel. 0118-639879. De prijs is € 18, 00

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 maart 2003

Zicht | 44 Pagina's

De kerk gepasseerd

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 maart 2003

Zicht | 44 Pagina's