Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Provinciale Statenverkiezingen 2003

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Provinciale Statenverkiezingen 2003

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In ruim een jaar tijd zijn er in ons land vier keer verkiezingen gehouden. Op 6 maart 2002 waren er gemeenteraadsverkiezingen, op 15 mei 2002 Tweede Kamerverkiezingen, op 22 januari 2003 weer Tweede Kamerverkiezingen en op 11 maart 2003 Provinciale Statenverkiezingen. De uitslagen van deze verkiezingen lieten voor de SGP een wisselend beeld zien.

drs. J.W. van Berkum WETENSCHAPPELIJK MEDEWERKER GUIDO DE BRÉS-STICHTING

1. Inleiding

Bij de gemeenteraadsverkiezingen en Tweede Kamerverltiezingen in 2002 was sprake van stemmenwinst ten opzichte van de gemeenteraads-en kamerverkiezingen in 1998. In 2003 moest echter bij de Tweede Kamerverkiezingen een verlies worden geincasseerd. Bij de Provinciale Statenverkiezingen was weer sprake van een lichte stemmenwinst ten opzichte van de Statenverkiezingen in 1999. Ondanks deze stemmenwinst moesten helaas per saldo twee statenzetels worden ingeleverd. Het verlies van de SGP bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2003 is hoofdzakelijk verklaard door het Balkenende-effect. Een groot aantal SGP-ers zou op het CDA hebben gestemd, om er voor te zorgen dat het CDA de grootste partij wordt en Balkenende weer minister-president kan worden. Interessant is om te onderzoeken in hoeverre de kiezers die bij de Tweede Kamerverkiezingen altijd op de SGP stemden, maar in 2003 op het CDA hebben gestemd bij de Provinciale Statenverkiezingen weer op de SGP hebben gestemd. Om dit effect te kunnen meten, worden de verkiezingsuitslagen van de Tweede Kamer in 2003 vergeleken met de uitslagen van de Provinciale Statenverkiezingen.

In deze bijdrage kunt u de resultaten van dit onderzoek lezen. Al­ lereerst zal aangegeven worden met welke factoren rekening moet worden gehouden bij de vergelijking van twee verschillende verkiezingen. Er zijn namelijk een aantal factoren dat een vergelijking van deze verkiezingen bemoeilijkt. In de tweede plaats wordt de landelijke uitslag geanalyseerd. Ten derde wordt de uitslag per provincie vergeleken. Vervolgens wordt onderzocht welke opvallende verschillen er per plaats zichtbaar zijn.

2. Vergelijkingsmoeilijkheden

Wie de uitslagen van de Tweede Kamerverkiezingen met die van de Provinciale Statenverkiezingen wil vergelijken, komt voor een aantal problemen te staan. Een eerste probleem is dat bij de Tweede Kamerverkiezingen in alle provincies op de SGP gestemd kon worden, bij de Provinciale Statenverkiezingen was dat maar in zeven provincies het geval. Dat betekent dat in dit onderzoek alleen de uitslagen van de provincies: Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Flevoland, Zuid-Holland en Zeeland kunnen worden meegenomen. Ten tweede zijn er allerlei provinciale verklaringen mogelijk die een verschil in stemmenaantal kunnen verklaren. Stemmenwinst in Zuid-Holland en Gelderland zou bijvoorbeeld te verklaren

zijn, doordat in die provincies de SGP een gedeputeerde had. Verschillen in stemmenaantal kunnen dus niet zondermeer aan het Balkenende-effect worden toegeschreven. Een derde moeilijkheid is dat de provinciale politiek gewoonlijk minder leeft onder de bevolking en dat daardoor minder mensen naar de stembus gaan. Hoewel van de SGP altijd gezegd wordt dat ze een achterban heeft die trouw opkomt, blijkt uit peilingen dat ook onder SGP-ers de vanzelfsprekendheid om te gaan stemmen afneemt. Bij de vergelijking van de verkiezingsuitslagen moet met deze factoren rekening worden gehouden. Doordat het tijdsverschil tussen de twee verkiezingen nog geen twee maanden bedraagt, zal de factor natuurlijke groei in dit geval slechts in zeer geringe mate een rol spelen.

3. Landelijke vergelijking

We beginnen met een vergelijking van de landelijke uitslagen van de Tweede Kamerverkiezingen en de Provinciale Statenverkiezingen in 2003. Ter vergelijking worden niet alleen de uitslagen van de SGP gepresenteerd, maar ook van de Christenunie. Bij deze vergelijking gaat het alleen om de totaalcijfers van de provincies waar de SGP en de Christenunie met een afzonderlijke lijst bij de Provin­ ciale Statenverkiezingen hebben meegedaan en de totaalcijfers van de provincies waar de SGP en de Christenunie met een combinatielijst zijn uitgekozen. In tabel 1 worden deze cijfers gepresenteerd.

Bestudering van de uitslagen in tabel 1, levert het volgende beeld op. De SGP boekt bij de provinciale statenverkiezingen ten opzichte van de kamerverkiezingen op eigen lijsten een winst van 4, 0%. De Christenunie behaalt een winst van 8, 2% op eigen lijsten. Het verschil is fors. Een goede verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat de ChristenUnie een groter Balkenende-effect kende. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2003 heeft de ChristenUnie een groot aantal stemmen verloren aan het CDA. Omdat dit effect bij de Provinciale Statenverkiezingen geen rol speelt kan dat de grote winst van de ChristenUnie kunnen verklaren. De kleinere winst van de SGP kan dan verklaard worden, doordat de SGP relatief minder strategische stemmers had dan de ChristenUnie. Als je minder verliest, kun je ook minder terugwinnen.

Opmerkelijk is dat waar de SGP en de ChristenUnie op eigen lijsten stemmenwinst hebben geboekt, op de combinatielijsten CU/SGP een verlies is geleden van 5, 7%. Een mogelijke verklaring is dat kiezers minder binding hebben met een combinatielijst en dat als ze al eens op het CDA hebben gestemd minder makkelijk weer op een combinatielijst stemmen. Als dat zo is, zou dat een reden te meer zijn dat beide partijen als ze zelfstandig een zetel kunnen halen zoveel mogelijk met een eigen lijst uitkomen.

4. Provinciale vergelijking

Nu we de landelijke uitslag bekeken hebben, gaan we kijken hoe het beeld per provincie eruit ziet. In tabel twee, drie en vier worden achtereenvolgens de verkiezingsuitslagen vergeleken van de provincies waar de SGP met een eigen lijst uitkomst, waar de ChristenUnie en de SGP met een combinatielijst uitkomen en waar de ChristenUnie met een eigen lijst uitkomt.

Uit tabel twee blijkt dat de SGP in drie provincies waar ze met een eigen lijst uitkomt stemmen heeft verloren. Dat zijn achtereenvolgens Drenthe, Flevoland en Overijssel. Het verlies in Drenthe is te verklaren doordat in die provincie het op voorhand vrijwel zeker was dat de SGP daar geen zetel zou halen. Veel mensen stemmen dan blijkbaar toch liever op een partij waarvan te verwachten is dat een zetel wordt behaald. De stemmen die de SGP in Flevoland heeft verloren zijn waarschijnlijk naar de Christenunie gegaan. Deze partij had een bekende en breed gewaardeerde arts op de lijst staan die veel stemmen heeft getrokken. Voor het kleine verlies in Overijssel is niet direct een verklaring te vinden.

De winst in de overige provincies zou verklaard kunnen worden doordat de mensen die bij de Kamerverkiezingen op het CDA hebben gestemd, nu weer op de SGP hebben gestemd. In het bijzonder valt het resultaat in Zuid-Holland op. Bij de Tweede Kamerverkiezingen werden daar veel stemmen verloren en nu is daar een mooie winst behaald. Naast de afwezigheid van het Balkenede-effect zou een verklaring voor de winst ook kunnen zijn dat dhr. M. Houtman SGP-gedeputeerde in deze provincie was die brede waardering genoot. Ook in Gelderland was de relatieve winst groot. Ook daar had de SGP korte tijd een gedeputeerde in de persoon van dhr. N. Zondag. We moeten dus voorzichtig zijn met alle stemmen toe te schrijven aan het feit dat mensen niet strategisch hebben gestemd, maar toch mag vastgesteld worden dat in maart 2003 een groot aantal kiezers op de SGP heeft gestemd, dat dat in januari 2003 niet heeft gedaan.

Hiervoor is al geconstateerd dat op CU/SGP-lijsten veel stemmen zijn verloren. In Noord-Brabant en Noord-Holland was het verlies zelfs meer dan 10%. Alleen in Friesland is op de combinatielijsten winst geboekt. Het verschil tussen Noord-Brabant en Noord-Holland enerzijds en Friesland anderzijds is opmerkelijk. Mogelijk speelt hier het strategisch stemgedrag een rol. In Noord-Holland en Noord-Brabant heeft de CU/SGP slechts 1 zetel en dus weinig invloed. Mensen zijn dan eerder geneigd bijvoorbeeld op het CDA te stemmen. In Friesland heeft de CU/SGP daarentegen 3 zetels.

De Christenunie heeft in alle provincies winst geboekt ten opzichte van de Tweede Kamerverkiezingen. Opvallend is dat de Christenunie in bijna alle provincies meer procentuele winst behaalde dan de SGP. Alleen in Zuid-Holland was de procentuele winst van de SGP groter dan die van de Christenunie (4% tegenover 0, 8%). Het is de vraag of het verschil verklaard kan worden door het feit dat dhr. Houtman gedeputeerde was. Dhr. Houtman is weliswaar SGP-er, maar hij was gedeputeerde namens Christenunie en SGP Het zou dus mogelijk kunnen zijn dat de SGP in Zuid-Holland relatief meer stemmen heeft weten terug te winnen van het CDA dan de ChristenUnie.

5. Gemeentelijke vergelijking

Na deze korte landelijke en provinciale vergelijking onderzoeken we tot slot nog of er gemeentelijk opmerkelijke verschillen te zien zijn. We beperken ons dan tot de gemeenten waar de SGP met een eigenlij st aan de provinciale statenverkiezingen heeft meegedaan. Deze vergelijking levert het vol-

gende beeld op. In de meeste gemeenten heeft de SGP bij de Provinciale Statenverkiezingen stemmen gewonnen ten opzichte van de Tweede Kamerverkiezingen. In 18 gemeenten ging het om meer dan 100 stemmen.

Dit zijn: Gouda (+100), Lopik (+102), Middelharnis (+112), Waddinxveen (+112), Reeuwijk (+118), Vianen(+I25), Schouwen-Duiveland (+125), Goedereede (+126), Veere (+135), Veenendaal (+160), Nijkerk (+182), Elburg (+190), Putten (+244), Terneuzen (+244), Nunspeet (+294), Barneveld (+316), Ede (+367) en Katwijk (+413). Opvallend is dat in een aantal van de hiervoor genoemde plaatsen de SGP bij de Tweede Kamerverkiezingen een groot verlies heeft geleden. Als er nu sprake is van stemmenwinst kan dat betekenen dat de SGP een deel van de CDA stemmers bij de Tweede Kamerverkiezingen heeft weten terug te winnen.

Het aantal gemeenten waar de SGP stemmen verloor is relatief klein. Er zijn enkele uitschieters waar sprake is van een absoluut verlies van meer dan 30 stemmen. Dat zijn: Urk (-611), Zwartewaterland (-142), Staphorst (-79), Zaltbommel (-63), Kesteren (-57), Tholen (-56), Hoogeveen (-51) en Rijssen (-41). Daarbij moet echter niet vergeten worden dat de meeste van deze plaatsen SGP-bolwerken zijn, zodat het relatieve verlies in de meeste plaatsen gering is. Wat de oorzaken van dit verlies zijn, is niet zo makkelijk vast te stellen. Urk hgt in de provincie Flevoland en voor het verlies in die provincie hebben we al een verklaring gegeven. Wat de overige plaatsen betreft, moeten we de verklaring waarschijnlijk zoeken in specifieke plaatselijk of provinciale omstandigheden.

6. Winst én verlies

Samenvattend kunnen we concluderen dat een vergelijking van de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen met de Tweede Kamerverkiezingen een positief beeld voor de SGP oplevert. Nu zijn er natuurlijk altijd verschillen in de uitslagen tussen Tweede Kamer-en Provinciale Statenverkiezingen. Bij de Provinciale Statenverkiezingen in 1999 was er ten opzichte van de Tweede Kamerverkiezingen sprake van een winst van 1, 1%. In 1995 was dat ten opzichte van de Tweede Kamerverkiezingen in 1994 een verlies van 0, 2%. Wanneer we de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen in 2003 vergelijken met de Tweede Kamerverkiezingen in 2002 zien we een verlies van 3, 5%. Dat is te verklaren door de opmerkelijke winst die de SGP bij die Tweede Kamerverkiezingen behaalde. Bij de Tweede Kamerverkiezingen verloor de SGP door het strategisch stemgedrag een groot aantal stemmen. Twee maanden later zien we echter dat de SGP weer 4% stemmenwinst behaalt. Dat is een hoog percentage vergeleken bij de an­dere Provinciale Statenverkiezingen ten opzichte van de Tweede Kamerverkiezingen. Een belangrijke verklaring voor het verschil is dat van strategisch stemgedrag in mindere mate sprake is geweest. In tabel 5 is een overzicht gegeven van de procentuele stemmenmutaties.

Vergelijking ten opzichte van de Tweede Kamerverkiezingen laat dus zien dat van een positieve uitslag kan worden gesproken. Wanneer we de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen in 2003 vergelijken met de Provinciale Statenverkiezingen in 1999 dan moet geconstateerd worden dat de groei van 0, 5% veel kleiner is dan de groei van 1, 8% in 1999 ten opzichte van 1995. Dat betekent dat de SGP weliswaar veel strategische stemmers heeft teruggewonnen, maar dat een deel van haar oorspronkelijke achterban een andere stemkeuze heeft gemaakt. De groei is immers sterk afgenomen. Een permanente campagne blijft dus geboden om de staatkundig gereformeerde beginselen onder het volk tot meerdere erkenning te brengen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juni 2003

Zicht | 52 Pagina's

Provinciale Statenverkiezingen 2003

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juni 2003

Zicht | 52 Pagina's