Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sions Koning

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sions Koning

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Ik toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion, den berg Mijner heiligheid." (Ps. 2:6).

Waarom... Er zijn veel dingen in het leven waar we vaak niet goed raad mee weten. Een ernstig ongeluk bijvoorbeeld. Of het onverwachtse overlijden van een bekende. Dan rijst het waarom op in onze gedachten. Soms spreken we het ook uit. De waaromvraag komt onmiskenbaar voortdurend naar boven. Sommigen veroordelen deze vraag. Het vragen naar het waarom hoeft echter niet verkeerd te zijn. De Bijbel immers kent deze vraag ook. "Waarom woeden de heidenen, en bedenken de volken ijdelheid? " (Ps. 2:1). Temidden van het rumoer van de volkeren en de druk van de geschiedenis vraagt de dichter naar het waarom. Ook Job stelde temidden van zijn beproevingen deze vraag. "Waarom hebt Gij mij U tot een tegenloop gesteld, dat ik mijzelven tot een last zij? (Job 7; 20). In de aanvechting stelt ook de psalmdichter de waarom vraag. "O HEERE! waarom staat Gij van verre? Waarom verbergt Gij U in tijden van benauwdheid? " (Ps. 10:1). De Heere Jezus heeft als Borg van Zijn kerk het waarom gesproken. "Mijn God! Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten!" (Matth. 27:46). Keer op keer komen we het waarom tegen. Zo ook aan het begin van Psaim 2. Het is dus niet vreemd of per definitie verkeerd ais het waarom zich opdringt. We krijgen echter niet op al onze waaroms antwoorden. Psalm 2 begint met waarom...

Psalm 2 is een Messiaanse Psalm. In Handelingen 4 vers 25 zegt de Schrift dat deze Psalm is geschreven door David en dat de Psalm zijn vervulling vindt in Christus. "Heere! Gij zijt de God, Die gemaakt hebt den hemel, en de aarde, en de zee, en alle dingen, die in de-

zelve zijn. Die door den mond van David Uw knecht, gezegd hebt: aarom woeden de heidenen, en hebben de volken ijdele dingen bedacht? De koningen der aarde zijn te zanten opgestaan, en de oversten zijn bijeenvergaderd tegen den Heere, en tegen Zijn Gezalfde." (Hand. 4:24-26). David wijst door de Geest der profetie op de komende Christus. De kanttekenaar schrijft daarover in het opschrift boven deze psalm. "Profetie van het Koninkrijk van de Messias, onze Heere Jezus Christus, met een ernstig bevel aan de koningen en regenten der aarde, dat zij zich aan deze Koning met gehoorzaamheid zullen onderwerpen". (Opschrift in de Statenbijbel). In deze psalm wordt Christus in Zijn koninklijk ambt getekend en geprofeteerd. In de volheid des tij ds heeft Christus ook van dat koningsambt gesproken. "Pilatus dan zeide tot Hem: ijt Gij dan een Koning? Jezus antwoordde: ij zegt, dat Ik een Koning ben. Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik der waarheid getuigenis geven zou. Een iegelijk, die uit de waarheid is, hoort Mijn stem." (Joh. 18:37). En van dat koningschap heeft ook de engel Gabriel gesproken. "En Hij zal over het huis Jakobs Koning zijn in der eeuwigheid, en Zijns Koninkrijks zal geen einde zijn." (Luk. 1:33). Deze Psalm wijst op het belang van Christus' koninklijk ambt. Dit belang komt in een aantal opzichten naar voren.

De waaromvraag komt onmiskenbaar voortdurend naar boven. Sommigen veroordelen deze vraag. Het vragen naar het waarom hoeft echter niet verkeerd te zijn. De Bijbel immers kent deze vraag ook.

Psalm 2 wijst eerst op het woeden van de heidenen en de volken. Se­ dert Genesis 3 dwaalt het mensdom los van God over de aarde. De heilzame wetten Gods en de scheppingsordeningen worden genegeerd. "Laat ons hun banden verscheuren, en hun touwen van ons werpen." (Ps. 2:3). Van hoog tot laag en wereldwijd leeft de mens in oorlog met God. De geschiedenis is een benauwend proces van voortgaande verwildering en verloedering. Zonder God en zonder meester dwaalt de autonome mens over de aarde. De autonome mens zien we optreden in de persoon van Lamech. "En Lamech zeide tot zijn vrouwen Ada en Zilla: oort mijn stem, gij vrouwen van Lamech! neemt ter ore mijn rede! Voorwaar, ik sloeg wel een man dood, om mijn wonde, en een jongeling, om mijn buile!" (Gen. 4:23). We zien hem optreden in de dagen van Noach. "Maar de aarde was verdorven voor Gods aangezicht; en de aarde was vervuld met wrevel." (Gen. 6:11). We zien hem in de dagen na de zondvloed. "En zij zeiden: om aan, laat ons voor ons een stad bouwen, en een toren, welks opperste in den hemel zij, en laat ons een naam voor ons maken, opdat wij niet misschien over de ganse aarde verstrooid worden!" (Gen. 11:4). We horen hem bij de muren van Jeruzalem waar Rabsake de God van Israël hoont en bespot. "Zo zult gijlieden spreken tot Hizkia, den koning van Juda, zeggende: aat u uw God niet bedriegen, op Welken gij vertrouwt, zeggende: eruzalem zal in de hand des konings van Assyrië niet gegeven worden." (Jes. 37:10). We zien de boze machten in de Gog en de Magog. (Ezech. 38). We zien het in de personen van Pilatus en Herodes. Machten die zich om Gods geboden, gerechtigheid en recht, niet bekommeren. Machten die angst in boezemen voor de toekomst. Ook vandaag zijn er zulke machten. We denken aan de toenemende secularisatie. We denken aan de opkomst van de radicale islam. We denken aan de genotscultuur en het hedonisme. Het is om angstig en moedeloos van te worden. "Waarom woeden de heidenen, en bedenken de volken ijdelheid? " Het spoelt als een geestelijke zondvloed over onze cultuur. Wie zou niet vrezen? Wie ziet niet een bezeten wereld en een losgeslagen cultuur? Wie brengt niet in herinnering de steden van Klein-Aziè, waar eertijds talloze christelijke gemeente wa-

ren? Wie denkt niet aan Noord-Afrika, dat in één enkele eeuw door de miltante islam onder de voet is gelopen. Beangstigend! Toch is het woeden van de heidenen niet het laatste woord in deze Psalm. Integendeel. "Ik toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion, den berg Mijner heiligheid." (Ps. 2:6). De Heere regeert over Zijn gemeente. En Christus is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde.

Psalm 2 wijst op het koningsambt van Christus. De Messias heeft drie ambten. Hij is gezalfd (aangesteld) tot profeet, priester en koning. Deze Psalm legt de nadruk op het Koningschap van Christus. De Heere Jezus heeft alle macht ontvangen op de hemel en op de aarde. God de Vader heeft Zijn Zoon aangesteld tot Koning over Sion.

Als koning zal de Heere Jezus in de eerste plaats richten. De machten lijken soms de overhand te hebben. De satan gaat om als een briesende leeuw. De wereld loopt storm tegen de ordeningen Gods.

De zondag wordt als rustdag afgeschaft. De losbandigheid neemt hand over hand toe. Vooral op seksueel terrein. Het huwelijk wordt in diskrediet gebracht of van haar wezen beroofd (homohuwelijk). Het recht struikelt op de straten. De armoede neemt steeds meer toe. Terwijl we in de westerse wereld baden in overvloed, komen in Afrika de mensen om van de honger. Het leven is in de moederschoot niet absoluut veilig. Het oudere leven lijkt voor velen een ballast. Van dit en nog veel meer is God geen ledig aanschouwer. Zijn ordeningen en inzettingen kunnen niet zomaar vernietigd worden. Het kwaad wordt gestraft. "Gij zult hen verpletteren met een ijzeren scepter; Gij zult hen in stukken slaan als een pottenhakkersvat." (Ps. 2:9). Deze Koning als rechter over het kwade is een waarschuwing voor de goddelozen. "Nu dan, gij koningen, handelt verstandiglijk; laat u tuchtigen, gij rechters der aarde!" (Ps. 2:10). Het is ook een verademing voor Gods verachte kinderen. Het onrecht en de verloedering komen een keer aan een einde. De Heere zal ieders werk in het gericht brengen. De gerechtigheid en de vrede zullen elkaar kussen in Sions Koning. Op de jongste dag zal Sions Koning oordelen.

Temidden van de verwildering regeert Christus Zijn gemeente. Hij waakt en beschermt Zijn l< ; inderen. Zijn machtige arm beschermt de vromen en redt hun zielen van de dood. Het welbehagen zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan. Zijn heilsboodschap van vrede en gerechtigheid gaat uit in een gebroken wereld.

Sions Koning is echter ook een boodschap van heil in het heden. Temidden van de verwildering regeert Christus Zijn gemeente. Hij waakt en beschermt Zijn kinderen. Zijn machtige arm beschermt de vromen en redt hun zielen van de dood. Het welbehagen zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan. Zijn heilsboodschap van vrede en gerechtigheid gaat uit in een gebroken wereld. In Christus is vrede. "Want Hij is onze vrede. Die deze beiden één gemaakt heeft, en den middelmuur des afscheidsels gebroken hebbende, " (Ef. 2:14). In Hem ligt ook toekomst. "En ziet. Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen." (Matth. 28:20). Hij blijft dezelfde. "Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en in der eeuwigheid." (Hebr. 13:8). In Hem is heil verwachting. Hij is de gezalfde des Vaders. Hij regeert over Zijn kerk. En door alle eeuwen heen vergadert Hij zijn gemeente. Die gemeente is een groot volk. "Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde tot Uw bezitting." (Ps. 2:8). Die kerk is ook een gelukkig volk. "Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij op den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig zijn allen, die op Hem betrouwen." (Ps. 2:12). Door alle eeuwen heen bouwt Christus Zijn gemeente.

Eenmaal zal er een schare zijn die niemand tellen kan. !

De boodschap van Psalm 2 is door David ruim 3000 geleden ; schrifte-lijk vastgelegd. Tot troost, bemoe-diging en onderwijzing az van de gemeente Gods. De • vroeg christe-lijke kerk heeft ruim m 2000 jaar geleden uit deze boodschap ) onder-wijs en bemoediging ontvangen. De machten hebben n het laatste en enige woord niet! Christus heeft overwonnen. "En nu dan, Heere, zie op hun dreigingen, en geef Uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid Uw woord te spreken; Daarin, dat Gij Uw hand uitstrekt tot gene-^ing, en dat tekenen en wonderen geschieden door den Naam van Uw heilig Kind Jezus." (Hand. 4:29-30). De gemeente Gods in de 21e eeuw heeft in deze psalm een rijke belofte van Gods trouw en genade. Zijn Woord zal niet ledig tot Hem wederkeren. Er komt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde waarop gerechtigheid wonen zal. Dat nieuwe Jeruzalem komt uit de hemel en daalt neer op een vernieuwde aarde. Dat is houvast in moeilijke tijden. Daarin mogen de kinderen Gods zich verheugen.

"Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij op den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig zijn allen, die op Hem betrouwen." (Ps. 2:12).

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2005

Zicht | 48 Pagina's

Sions Koning

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2005

Zicht | 48 Pagina's