Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

SGP en islam: fundamenteel verschillend

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SGP en islam: fundamenteel verschillend

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor veel aanhangers van de seculiere levensbeschouwing in Nederland is het een uitgemaakte zaak: religieus fundamentalisme komt niet alleen van de islam, maar ook van de SGP. Het is één pot nat. Drs J.A. Schippers betoogt dat seculiere bijziendheid blind maakt voor de fundamentele verschillen.

Politieke groeperingen die aan religie een betekenis toekennen in het publieke domein worden regelmatig met het etiket fundamentalistisch beplakt. Zoals vroeger het scheldwoord 'dwepers' te pas en te onpas werd gebruikt, zo wordt thans de term 'fundamentalisten' toegepast. Religieus fundamentalisme wordt niet alleen gekoppeld aan de islam, maar ook aan orthodoxe gereformeerden en evangelische christenen. In het Nederlandse politieke landschap is dan met name de Staatkundig Gereformeerde Partij een gemakkelijlt doelwit. Niet weinigen zijn van mening dat de SGP met de Bijbel in de hand onderdrukking van vrouwen, homo's en moslims predikt. JVIocht deze partij aan de macht komen, dan menen sommigen dat er een dictatuur ontstaat met een hoog 'Taliban-gehalte' die geen plaats biedt aan andersdenkenden. Dagblad Trouw kopte in januari 2006 boven een artikel: "Klop die onverdraagzame SGPers het stof der eeuwen uit de broek.”

In deze bijdrage wil ik allereerst het verschijnsel van fundamentalisme kort typeren. Daarna wordt het verwijt van religieus fundamentalisme aan het adres van de SGP op z'n waarde getaxeerd, onder andere door een aantal diepgaande verschillen met de islam. c.q. het islamisme te benoemen. Of het verwijt van fundamentalisme nu terecht of onterecht is, het brengt alle SGP'ers nog eens scherp de roeping van de apostel Petrus te binnen om "weldoende de mond te stoppen aan de onwetendheid der dwaze mensen" (1 Petrus 2: l'iy. Daarom is het en dat in de derde plaats - van belang om in te gaan op de houding en de toon die SGP-vertegenwoordigers aanslaan in het actuele publieke debat.

Typering van het fenomeen

Bij fundamentalisme gaat het om een ingewikkeld verschijnsel. In het kader van dit artikel volsta ik met drie karakteristieken." Allereerst is het modern, dat wil zeggen: iets van onze tijd. Dat lijkt een tegenstrijdige typering, want fundamentalisten verdedigen (al) oude leerstellingen en geloofswaarheden. Maar het gebeurt op een eenzijdige en rationalistische manier zodat een systeemleer ontstaat waarin de traditie als het ware opnieuw wordt uitgevonden en op formule gebracht. En juist daarin schuilt het moderne.

In de tweede plaats is fundamentalisme absoluut. Men kan niet leven met een verscheidenheid aan opvattingen binnen het kader van een geloofsleer of belijdenis. Voor gelovigen wordt een uniforme leef-en denkwijze voorgeschre-

Drs. J.A. Schippers DIRECTEUR STUDIECENTRUM SGP

ven die houvast moet bieden in een tijd waarin alles onzeker wordt en de samenleving op drift lijkt te raken. Wie enigszins afwijkende opvattingen heeft, wordt als ketter gebrandmerkt, uit de groep van 'ware gelovigen' gezet en bij de te bestrijden vijandige groeperingen ingedeeld. Een derde kenmerk is dat fundamentalisme exclusief en superieur is. Het eigen gelijk staat bij voorbaat vast. Andersdenkenden kunnen geen gewetensvolle afweging maken omdat ze nu eenmaal niet van dezelfde principes uitgaan. Men dient ze daarom te wantrouwen, er geen gesprek mee aangaan. Wanneer dat onvermijdelijk is, dan is de beste werkwijze om de eigen mening aan hen op te dringen.

‘Het etiket 'fundamentalistisch past de SGP niet; zij krijgt dit ten onrechte opgeplakt. Een andere vraag is of staatkundig-gereformeerden het verwijt zo nu en dan niet onbedoeld over zichzelf afroepen.’

Is de SGP fundamentalistisch?

Bij een oppervlakkige waarneming voldoet de SGP aan een paar kenmerken van fundamentalisme. Zo houdt de SGP vast aan het betrouwbare gezag van de Bijbel als het Woord van God en onderschrijft zij de drie gereformeerde belijdenisgeschriften uit de 16e en 17e eeuw. De SGP is ervan overtuigd dat de samenleving op een andere manier moet worden ingericht en niet volgens de huidige seculiere opvattingen. En in de derde plaats heeft de SGP moeite met een absolute gelijkstelling van alle godsdiensten, waarbij er geen onderscheid wordt gemaakt tussen de ene en de andere religie.

Maar is het voorgaande voldoende om een karakteristieke partij als de SGP als ondemocratisch weg te zetten in de hoek van fundamentalisten? Naar mijn opvatting niet, want er zijn ook zaken te noemen waarop de SGP zich duidelijk onderscheidt van zogenoemde 'radicale elementen'. Te denken valt dan aan het gegeven dat de SGP geen geweld gebruikt, noch zal gebruiken om eigen doelstellingen of idealen te bereiken. Ook aanvaardt de SGP de democratische rechtsstaat en wil zij die niet 'op tactische wijze' aanwenden - met als ultieme doel de afschaffing van de democratie. In lijn hiermee respecteert de SGP de opvattingen en meningen van andersdenkenden bij het naar voren brengen van haar principes en uitgangspunten. De SGP staat voluit voor erkenning en handhaving van de vrijheid van geweten en godsdienstbeoefening, ten onzent voor het eerst neergelegd in artikel 13 van de Unie van Utrecht (1579). Het is in strijd met de SGP-beginselen om dwang toe te passen in zaken die het geloof of de (politieke) overtuiging van iemand betreffen.

In hoofdlijn is hiermee aangegeven dat de SGP het etiket 'fundamentalistisch' niet past en dus onterecht krijgt opgeplakt. Een andere vraag is of staatkundig-gereformeerden het verwijt zo nu en dan niet onbedoeld over zichzelf afroepen, gelet op de standpunten rondom theocratie, homohuwelijk, vrouwenstandpunt, multiculturele samenleving om maar niet meer te noemen. Soortgelijke gedachten uiten moslims ook, wat zou kunnen duiden op punten van verwantschap tussen islamitische en reformatorische gelovigen. In dat licht is het goed om wat nader in te gaan op een aantal diepgaande verschillen tussen orthodox-gereformeerde en conservatieve islamitische opvattingen.

Scheiding van kerk en staat

De moderne seculiere democratische rechtsstaat heeft het principe van de scheiding van kerk en staat hoog in zijn vaandel geschreven. De overheid behoort daarom de onderscheiden godsdiensten op gelijke wijze te behandelen en in levensbeschouwelijk opzicht een neutrale positie in te nemen. De kerk mag de overheid niet de wet voorschrijven en

evenmin mag de staat zich bemoeien met binnenkerkelijke zaken.

Wat betreft de laatste zin: de SGP wenst geen kerkstaat of staats-Icerk. Daarmee onderscheidt zij zich als gereformeerde partij enerzijds van de rooms-katholieke opvatting, waarin het geestelijl'ce gezag van kerk en paus prevaleert boven het wereldlijke gezag van de overheid. Anderzijds distantieert de SGP zich van de lutherse en anglicaanse tradities waarin het staatshoofd tevens het hoofd is van de landskerk.

Wel stelt de SGP vast dat de overheid niet neutraal kan zijn ten aanzien van godsdienst en levensbeschouwing. Ook de Nederlandse overheid was en is dat ten enenmale niet. Op dit punt is de seculiere meerderheid blind voor eigen levensbeschouwelijk gekleurde - en helaas nogal eens anti-christelijke - stellingname. Wat een democratische overheid, regering of parlement ook besluit, het is nimmer levensbeschouwelijk neutraal. Dat is geen verwijt, maar een feit.

Gegeven de principiële onmogelijkheid van een neutrale staat, pleit de SGP voor een overheid met de Bijbel. De overheid behoort in het openbaar te belijden dat zij haar gezag ontvangt van God en dat de Heere, de Schepper van hemel en aarde, regeert over de gehele werkelijkheid. Dat is de theocratische norm die heel goed samengaat met de vorm van de democratische rechtsstaat. Het is een misvatting wanneer wordt geponeerd dat de SGP zich hiermee buiten de democratische orde plaatst. Andere politieke partijen pleiten vanuit hun (vage of verzwegen) levensbeschouwelijke opvattingen voor een a-religieuze, socialistische, liberale of libertijnse overheid. Waarom zouden deze 'religieus-neutrale' partijen zichzelf wèl de nodige armslag veroor­ loven die zij aan de SGP niet gunnen? Op de achtergrond van deze discongruentie resoneert de wijdverbreide seculiere gedachte mee dat godsdienst een private aangelegenheid is, behorend tot de persoonlijke levenssfeer van burgers. Op deze wijze is godsdienst of religie weggedefinieerd uit het publieke domein. Hiermee wordt echter het publieke aspect (beter: het belijdende karakter) van godsdienst miskend en voorbijgegaan aan de specifieke kleur van de eigen levensbeschouwing.

‘Vanuit de bijbelse gedachte dat elk mens voor God gelijk staat, kan de SGP zich vinden in zeer veel gelijkheidsbepalingen in het recht.’

Ten aanzien van de islam moet worden vastgesteld dat het wereldlijke gezag in dienst staat van en ondergeschikt is aan het godsdienstige gezag. Bij de shiitische islam in Iran oefenen de geestelijken, ayatollahs genaamd, niet alleen kerkelijke, maar ook politieke macht uit. Het pleidooi voor een scheiding tussen 'moskee en staat' is derhalve niet minder dan een fata morgana, geprojecteerd vanuit westerse opvattingen. Volgens de islamitische geloofsleer kan dit eenvoudigweg niet, omdat de sferen van godsdienst en politiek in de islam niet gescheiden en evenmin sterk onderscheiden zijn. De poging om een euro-islam of reformistische islam te conci­ piëren waarin de uitgangspunten van de sharia en die van de democratische rechtsstaat met elkaar worden verzoend, berusten op seculier wensdenken. Iemand die de islam wil reformeren, krijgt een fatwa van een rechtzinnige imam of ayatollah over zich heen en wordt tot takfir, ketter verklaard.

Alle mensen gelijk? !

Eén van de uitgangspunten van de seculiere rechtsorde is de gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Het eerste artikel van de Nederlandse grondwet stelt dat allen die zich in Nederland bevinden in gelijke gevallen gelijk worden behandeld. Onder andere is discriminatie wegens geslacht daarom niet toegestaan.

Vanuit de bijbelse gedachte dat elk mens voor God gelijk staat, kan de SGP zich vinden in zeer veel gelijkheidsbepahngen in het recht. In de visie van de SGP is het onrechtvaardig wanneer de

overheid op willekeurige wijze haar burgers behandelt, zodat de ene groepering een voorkeursbehandeling verkrijgt en een andere wordt achtergesteld. ledere burger is gelijk voor de wet. Alle mensen zijn gelijkwaardig. Waar de SGP bezwaar tegen aantekent, is een onbijbels emancipatiestreven, waarin er bijvoorbeeld naar wordt gestreefd dat man en vrouw volstrekt identieke posities moeten bekleden in de maatschappij. Dit is gelijkheidsdwang die voortspruit uit een revolutionaire ideologie. Verenigingen moeten daarom de ruimte krijgen om een eigen lidmaatschapsbeieid te voeren. Man en vrouw hebben elk een eigen roeping en in onderlinge afstemming kunnen zij eigen taken en verantwoordelijkheden behartigen. Deze vrijheid mag niet worden ingeperkt ter wille van een dubieus en doorgeslagen gelijkheidsstreven.

Het traditionele islamitische denken over man en vrouw is duidelijk te onderscheiden van het gereformeerde.' Volgens de sharia heeft een vrouw minder rechten dan haar man bij zaken als huwelijk en echtscheiding, voogdij, erfrecht, getuigen in rechtszaken, bekleden van openbare functies en uitoefening van politiek gezag.

In het islamitische recht heeft de vrouw op allerlei terreinen een zwakkere juridische positie dan de man. De praktijk in veel moslimgemeenschappen is dat de man zijn vrouw kan verbieden om naar buiten te gaan en dat geweldpleging tegen vrouwen in de huiselijke sfeer moreel niet laakbaar noch strafbaar is. Het komt voor dat een vrouw of jong meisje ter dood wordt gebracht omdat zij de eer van de familie heeft geschonden. Polygamie wordt door de islam gelegitimeerd. Deze misstanden kunnen verklaard worden vanuit de idee dat de vrouw eigendom is van de man. Indien nodig, kan hij doen met haar wat hij wil.”

Hoewel veel moslimmannen hun vrouwen respectvol bejegenen, moet toch gezegd dat de hiervoor genoemde gedachte dat de vrouw het eigendom is van de man wezensvreemd is aan de gereformeerde visie op de verhouding van man en vrouw. Het bijbelse principe dat de man het hoofd is van de vrouw, conform de orde die God in de schepping heeft gelegd, duidt erop dat de man de eerste verantwoordelijkheid draagt. Dit staat de gelijkwaardigheid van man en vrouw niet in de weg, want zij kregen van God bei­ den de opdracht om vruchtbaar te zijn, om de aarde te bebouwen en te bewaren.' Ook heeft de vrouw een eigen verantwoordelijkheid tegenover God en moet zij haar man niet gehoorzamen wanneer hij dingen van haar vraagt die onjuist of onbillijk zijn. De vrouw wordt daarom opgeroepen om de man te corrigeren wanneer hij zijn verantwoordelijkheid niet nakomt of zijn roeping verzaakt.

Tegenover de principiële gelijkwaardigheid van alle mensen als schepselen van God hanteert men in islamitische kringen'' een rangorde van mensen. Op het eerste plan staan de moslims, de ware gelovigen. Christenen en joden nemen een tweederangs positie in, mits zij het primaat van de islam erkennen. Op het derde plan staan de ongelovigen of afvalligen. Net als joden en christenen moeten zij bekeerd worden. Zijn ze weigerachtig, dan moeten ze bestreden en soms zelfs uitgeroeid worden. Dit laatste geldt met name de afvalligen, want het recht om van geloofsovertuiging te veranderen geldt alleen voor niet-moslims. Op het laagste, vierde niveau deelt men de joden in die na 1948 in Israël zijn gaan wonen en zich dus onttrekken aan het primaat van de islam.

Deze gelaagde indeling van de mensenmaatschappij roept herinneringen op aan de middeleeuwse standenmaatschappij of doet denken aan het hindoeïstische kastenstelsel. Dat dit haaks staat op de rechtsstaat waarin burgers voor de wet gelijk zijn, is zonneklaar. Het schema verklaart ook

waarom erkenning van de staat Israël zo'n probleem is voor moslims. Want die erkenning zou tegelijk een miskenning impliceren van het primaat van de islam. Optimistische westerse bemiddelaars in het conflict tussen Israël en de Palestijnen zal hoogstwaarschijnlijk dit gegeven tot op heden zijn ontgaan.

Houding staatkundiggereformeerden

Gegeven het voorgaande, is het voor vertegenwoordigers van de SGP in het openbaar bestuur van belang om alert te zijn op bestaande misvattingen over en karikaturen van de SGP. In de communicatie naar anderen toe dient een stuk zorgvuldigheid betracht te worden. Dat kan door tijdig na te gaan hoe een boodschap of stellingname op anderen overkomt. Sommige termen en begrippen mogen voor staatkundig-gereformeerden vertrouwd zijn, terwijl zij bij buitenstaanders een wereld van verwarring en onbegrip oproepen. We kunnen terecht boos of verontwaardigd zijn over de typering van SGP'ers als de 'Tahban van het westen', maar een al te klakkeloos of ondoordacht gebruik van de term 'theocratie' geeft voedsel aan karikaturale vooroordelen. Zo dienen theocratie en democratie niet als een tegenstelling te worden voorgesteld, alsof zij elkaar uitsluiten. Dat een theocratische politiek in gereformeerde zin verstaan juist wel tolerant is, niet totalitair' en daarom geen afbreuk doet aan de democratische rechtsstaat, is voor oppervlakkige journalisten en toehoorders echt geen gesneden koek. Zij begrijpen vaak evenmin dat de erkenning van de overheid als dienares van God ook een nietchristelijke overheid geldt. De apostel Paulus schreef zijn brief aan de gemeente van Rome immers toen daar een volstrekt heidense keizer de dienst uitmaakte. En déze Romeinse keizer die nota bene zichzelf als god liet vereren. noemde Paulus slechts een dienares" van God. Christenen zullen daarom een niet-christelijke overheid ook gehoorzaam zijn en loyaliteit bewijzen. Het gebruik van geweld om politieke veranderingen te realiseren, past hier helemaal niet bij. Gereformeerde theocraten kennen geen enkele religieuze legitimatie daarvoor, ' en het kan goed zijn deze verifieerbare feiten bij herhaling te noemen.

‘Is het aan de orde stellen van deze ondermijning van de rechtsstaat dan werkelijk ongeoorloofd? Het is toch niet de bedoeling dat de democratische rechtsstaat zichzelf met democratische middelen om zeep helpt? ’

Tijdens debatten waarin de zaken op scherp worden gesteld om de positie duidelijk te maken, is het voor een goed begrip nodig en wenselijk om ook oprecht respect uit te spreken voor andersdenkenden. De boodschap mag niet zo overkomen dat bij anderen de gedachte postvat dat SGP'ers de waarheid zélf in pacht hebben. Morele betweterij camoufleert immers vaak geestelijke armoede. Maak daarom helder onderscheid tussen zonde en zondaar, in de wetenschap dat de zondige neiging tot overtreding van Gods geboden ons van huis uit allemaal eigen is. Onze bejegening van andersdenkenden dient daarom ge­normeerd te zijn door het christelijke gebod tot naastenliefde, waarvan geen mens is uitgesloten. De morele decadentie in onze maatschappij waarin veel, zoniet alles 'moet kunnen', de teloorgang van allerlei waardevolle (omgangsjvormen van beschaving maken dat de toekomst van onze westerse samenleving en haar in het christendom gewortelde cultuur op het spel staan. Wanneer dan het ongenuanceerde principe van 'de meeste stemmen gelden' steeds meer en breder wordt gehuldigd, is het risico niet denkbeeldig dat de maatschappij zichzelf in het ravijn van de chaos stort. Dat gaat ons SGP'ers aan het hart. Is het aan de orde stellen

van deze ondermijning van de rechtsstaat dan werkelijk ongeoorkjofd? Het is toch niet de bedoeling dat de democratische rechtsstaat zichzelf met democratische middelen om zeep helpt? Het is moeilijk, maar niet onmogelijk om deze zorg zo te verwoorden dat anderen die herkennen en proberen deze te delen.

‘Reformatorische christenen moeten bewust weerstand bieden aan de verleiding om zichze]f' in eigen bolwerken te verschansen, onbenaderbaar of onbereikbaar voor niel-christelijke medeburgers.’

In de richting van onze achterban - breder: de Nederlandse christenheid is het van belang om aanpassing aan seculiere opvattingen tegen te gaan. Het klassieke christelijke geloof als grondslag voor moraal en recht biedt nu eenmaal de beste verdediging tegen de vloedgolf van decadentie. Daarnaast kan de geestelijke vorming vanuit bijbelse waarden onze samenleving beter weerbaar maken tegen de aantrekkelijke rechtlijnigheid van de islam.

Reformatorische kerkmensen zouden zich daarom niet meer en meer moeten terugtrekken in hun eigen organisaties, maar veeleer midden in de maatschappij hun werk doen en present zijn. Door te participeren in netwerken zoals buurt-of speeltuinverenigingen, patiëntencomités van ziekenhuizen, cliëntenraden van verpleegtehuizen, besturen van water­ schappen of openbare bibliotheken kunnen christenen niet alleen hun invloed aanwenden, '" maar ook de gelegenheid creëren om op een daarvoor geschikt moment te getuigen van de hoop die in hen is. Reformatorische christenen moeten daarbij bewust weerstand bieden aan de verleiding om zichzelf in eigen bolwerken te verschansen, onbenaderbaar of onbereikbaar voor niet-christelijke medeburgers.

Ten slotte: het komende Koninkrijk der Hemelen is niet van deze wereld. Dat getuigenis gaf Jezus Christus tegenover de Romeinse stadhouder Pontius Pilatus." Die geloofswetenschap bevrijdt van krampachtigheid, van de zondige neiging tot een eigenmachtige realisatie - een ontijdig vooruitgrijpen op de stad van God. Daarin staat het staatkundig-gereformeerde politieke denken diametraal op de jihadistische islam, gericht als deze laatste is op uitbreiding van aards territoir. iVlaar gereformeerde politiek berust evenmin op de autonome volkssoevereiniteit zoals moderne democraten die voorstaan. Zij erkent dat het gezag en het recht op transcendente wijze veilig verankerd is, vrij van aantasting en on­ dermijning. De regering van God over alle mensen en dingen is daarom voor alles een bevrijdende geloofswerkelijkheid. Ons politieke handelen, ook al is het onvolkomen en niet vrij van gebreken, staat in het perspectief van de wederkomst van Christus. Dat geeft diepe zin en betekenis aan het politieke optreden, meer nog dan een aangenomen motie of voorstel.

Noten

1. Dat wil zeggen: Doe het goede voor de ander en geef (de) ander(en) geen redenen om u te lasteren. Zie hiervoor de iianttekeningen van de Statenvertahng.

2. Zie ook: J.A. Schippers, Voorkeur en tegenstem. Partij kiezen m een democratie, Den Haag 1997, p. 74.

3. Zie drs E.J. Brouwer, De islam m huis. Een politieke positiebepaling, Den Haag 2005, p. 33-34.

4. Het boek van Betsy Udink, Allah & Eva, Amsterdam 2006, beschrijft een groot aantal zeer schrijnende situaties waarin Pakistaanse moslimvrouwen verkeren. Onthutsend om te lezen.

5. Genesis 1 vers 27-28.

6. Volgens de aanwijzingen van Mohammed en de hadith,

7 De SGP kent de overheid een beperkte taak toe Ook hecht de SGP sterk aan de klassieke vrijheidsrechten die een staatsvrije sfeer creëren voor burgers, een ruimte waar de overheid niet in behoort te treden.

8 Romeinen 13 vers 4. Dienares of dienstmaagd, dat is vertaald naar het recente verleden: een keukenmeid; vertaald naar onze tijd een hulp in de huishouding.

9, Mr C.G, van der Staaij, Theocratie en democratie, Den Haag 2005, p. 15.

10, Drs. M.W. van Buuren, Tussen stemmen en sturen. Besluitvorming en burgerschap in de netwerksamenleving, Den Haag 2006, p. 85 e.v.

11, Johannes 18 vers 36

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 2006

Zicht | 52 Pagina's

SGP en islam: fundamenteel verschillend

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 2006

Zicht | 52 Pagina's