Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Graag zoveel mogelijk SGP’ers op het bordes!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Graag zoveel mogelijk SGP’ers op het bordes!

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ditmaal reageert drs. A.A. van der Schans op de stelling: 'De SGP behoort bereid te zijn tot regeringsdeelname' . Een politieke partij die niet aan de regering wil deelnemen is te vergelijken met een slager die geen vlees wil verkopen. Anderzijds is participatie in de hedendaagse democratie voor bij belgetrouwe christenen niet probleemloos.

De verrassende deelname van de Christenunie aan de regering laat de SGP niet onberoerd. Werd de SGP in 2003 bij de vorming van het kabinet Balkenende-II zelf voor de eerste keer in haar geschiedenis uitgenodigd om deel te nemen aan de informatiebesprekingen, deze keer was dat in de verste verte niet aan de orde. Het boegbeeld bij uitstek van de huidige SGP, ir. B.J. van der Vlies, verklaarde daags na het bekend worden van het onderhandelingsresultaat ferm dat hij zijn handtekening niet onder dit regeerakkoord zou zetten. Niet iedereen in zijn partij zei hem dat na. Zal het er ooit nog een keer van komen dat SGP'ers aan de regering op landelijk niveau gaan deelnemen? De kans daarop acht ik heel klein. Vanwege de omvang van de SGP en - wat nog zwaarder telt - de toenemende kloof tussen de beginselen van de SGP en de dominante tijdgeest. Deze gedachtegang laat de vraag naar de wenselijkheid van regeringsdeelname van de SGP onverlet. Daarover gaat het in dit beknopte artikel.

Durf te regeren

Eigenlijk is de vraag naar de wenselijkheid van de SGP aan regeringsdeelname een beetje potsierlijk. Immers, een politieke partij die niet aan de regering wil deelne­ men is te vergelijken met een slager die geen vlees wil verkopen. Alleen zeggen hóe anderen dienen te regeren, maar daar zelf niet aan mee willen doen, versterkt de overtuigingskracht van een politieke partij bepaald niet. Hoe komt het dan dat SGP'ers in verleden en heden de vraag naar de wenselijkheid van regeringsdeelname ontkennend beantwoorden?

Het is bekend dat ds. G.H. Kersten

een opvatting over regering en parlement had die niet in overeenstemming was met het wezen en de kern van een moderne democratie. In zijn redenering was de regering er om te regeren. "Durf te regeren, ongeacht den wuften volkswil, " zo was zijn opvatting die hij de toenmalige regeringen niet onthield. Maar deze "wuften volkswil" is nu juist de kern van een moderne democratie, of we het goed vinden of niet. Zijn visie op het parlement als een podium waarop een aantal meningen te horen waren, waarnaar de regering volgens eigen criteria kon handelen, was vreemd aan de essentie van de parlementaire democratie zoals deze zich in de 19e en 20e eeuw heeft ontwikkeld. Het moge duidelijk zijn dat deze feitelijke ontwikkelingsgang van ons politieke stelsel de principiële legitimiteit van de overtuiging van ds. Kersten niet teniet doet.

Drs. A.A. van der Schans, DOCENT DRIESTAR HOGESCHOOL TE GOUDA

Zwaartepunt ligt in parlement Het gesteggel over de staatsrechtelijke vraag waar het zwaartepunt in een democratie ligt, namelijk bij de regering of het parlement, is een non-discussie. Montesquieu heeft met zijn trias politica - de scheiding van de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht - nu juist een balance of powers beoogd. Als er dan tóch een keus gemaakt moet worden uit de machtsverdeling in onze moderne samenleving tussen regering en parlement, kies ik ervoor het zwaartepunt te leggen bij het parlement. De volksvertegenwoordiging kan immers de regering naar huis sturen, niet andersom. Wel willen meedoen in dit parlement met de daar geldende spelregels, maar nooit willen participeren in de regering, is heel vreemd. Ten principale ligt er geen verschil tussen een parlement dat bij meerderheid van stemmen bijvoorbeeld een abortuswet vaststelt en een minister die deze wet dient uit te voeren. De vraag in SGPkring naar de wenselijkheid van SGP-burgemeesters en - wethouders wordt veel minder of niet gesteld. Hier wordt in ieder geval minder de principiële discussie gevoerd over het verschil tussen raad en college. De verandering van monisme naar dualisme in gemeenteland is ook niet van invloed geweest op het beantwoorden van genoemde vraag. Het bestuur in ons land wordt gevormd door regering én parlement. In de gemeente en provincie door Gemeenteraad én College van B& W respectievelijk Provinciale Staten én Gedeputeerde Staten.

Toch zijn christenen niet klaar met het constateren van de zo juist beschreven werkelijkheid van onze parlementaire democratie. Er liggen wel degelijk fundamentele vragen naar de principiële wenselijkheid en mogelijkheid van het meedoen in de Westerse democratie en het blijven vasthouden aan de bijbelse uitgangspunten en de daarop gegronde overtuigingen. In de SGP wordt de participatie aan de democratie nog al eens verantwoord met de redenering dat de democratie de vorm is en niet de norm. Dit is echter een schijnoplossing en bevredigt dan ook niet. Want we proberen op deze manier aan de werkelijkheid te ontsnappen.

‘Burgemeester in oorlogstijd’

Dat brengt mij bij de genoemde fundamentele vragen. Altijd weer doet zich voor christenen in de politiek de vraag voor naar 'de absolute eis van Gods Woord en de zedelijke draagkracht van het volk' (Severijn). Hier wringt de principiële schoen. In de politiek moeten compromissen gesloten worden. Sommigen noemen dat vuile handen maken. Terwijl deze mensen zelf soms alleen maar met de handen in de zakken staan. De doelstelling van de SGP, pregnant verwoord in artikel I van het beginselprogram, namelijk het streven naar een regering (ik zou zeggen een bestuur) van ons volk geheel op de grondslag van de in de Heilige Schrift geopenbaarde ordening Gods, verdient het geproclameerd te worden. Onbeperkt en onbekrompen. Maar als de vorm (de praktijk van de parlementaire democratie) waarin dit gebeurt steeds meer beperkingen oplegt aan de essentie van het bijbels getuigenis, komen de grenzen voor een christen in zicht. Aan het 'burgemeester blijven in oorlogstijd' om te redden wat er nog te redden valt, kan een keer een eind komen. Kortom, de participatie aan de democratie zoals die zich in onze samenleving ontwikkeld heeft, is voor bij belgetrouwe christenen problematisch (geworden). Artikel 1 van de grondwet conflicteert heftig met artikel I in het beginselprogramma van de SGP.

Compromis treft alle levensterreinen

Hoe hier mee om te gaan'? Anders gesteld: zijn er grenzen aan het compromis in de politiek en waar liggen deze? In de eerste plaats: een compromis inzake bijbelse waarden kan er zijn vanwege de gebrokenheid van ons bestaan en de 'hardigheid des harten'. Wanneer we de spanning van dit compromis niet ervaren, mag de vraag gesteld worden of het pragmatisme niet een way of life geworden is. Als christenen in de regering én in het parlement zwijgen over onbijbelse zaken (ongeacht of deze vastgelegd zijn in een wet of niet) volgen we onder het mom van de democratie de meerderheid in het kwaad. Uiteraard geldt dit niet alleen in het politieke leven. De roeping van de christen geldt evenzeer zijn leef-, woon-en werkomgeving. We moeten de feitelijkheid van het compromis dan ook niet reserveren voor het poli-

tieke leven. Heel het leven van gezin, huwelijk, kerk en samenleving heeft en krijgt te maken met het compromis. In de tweede plaats kan en mag een compromis alleen gesloten worden als dit een tijdelijk karakter heeft. Het kan geen keus voor altijd zijn. Nogmaals: dat geldt in elke situatie van het leven. In de derde plaats: zijn we werke­ lijk bewogen om onze medemensen? Dan zullen we in en buiten het politieke leven de mens als beelddrager van God accepteren, maar zijn onbijbelse opvattingen en daaruit voortvloeiende levenswijze bekritiseren en tegengaan. Of het wenselijk is dat de SGP aan de regering deelneemt? Nou en of! Maar dan alleen met haar onopgeefbare bijbelse uitgangspunt dat het alle mensen betaamt God eerbiedig lief te hebben en te dienen. Bij onze roeping in het publieke domein zullen we net als Paulus een zuiver geweten dienen te hebben (Handelingen 24 VS 16). Een geweten dat is gevormd door de Bijbel en telkens weer getoetst dient te worden aan dat Woord van God.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 2007

Zicht | 56 Pagina's

Graag zoveel mogelijk SGP’ers op het bordes!

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 2007

Zicht | 56 Pagina's