Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Burger van twee werelden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Burger van twee werelden

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBELSTUDIE

predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerk te Dordrecht

De apostel Petrus bemoedigt en vermaant christenen om gehoorzaam te zijn aan stadhouders en koningen. God heeft hen immers aangesteld. Daar bovenuit gaat de roeping van ieder christen om dienstknecht van Christus de Heere te zijn, om in woord èn daad het goede te doen.

Het uitgangspunt voor deze bijbelstudie is 1 Petrus 2 vers 11 tot en met 17; "Geliefden, ik vermaan u als invvfoners en vreemdelingen, dat gij u onthoudt van de vleselijke begeerlijkheden, welke krijg voeren tegen de ziel... Zijt dan alle menselijke ordening onderdanig, om des Heeren wil... Want alzo is het de wil van God dat gij, weldoende, de mond stopt aan de onwetendheid der dwaze mensen..., als dienstknechten van God.”

Herkenbare christenen

“Ze wonen in hun eigen land, maar als vreemdelingen. Ze delen in alles mee als burgers, maar hebben alles te lijden als vreemdelingen. Elk land is hun vaderland en elk land is hun vreemd. Ze trouwen als ieder ander. Ze krijgen kinderen maar ze leggen hun nageslacht niet te vondeling. Ze delen hun tafel, maar niet hun bed. Ze leven 'in het vlees', maar niet 'naar het vlees'. Ze vertoeven op aarde, maar ze zijn thuis in de hemel.”

Het gaat hier over de christenen. Nader: de christenen uit de tweede eeuw. Bovenstaand fragment is genomen uit een vroeg-christelijk geschriftje, 'Pros Diogneton' (Aan Diognetus), waarin de anonieme schrijver zijn heidense lezer het christelijk geloof aanbeveelt. Motief ontleent hij aan het voorbeeldige leven dat de aanhangers van dat geloof leiden. "Ze hebben allen lief, maar ze worden door allen vervolgd." De christenen als vreemdelingen...

De brief van de apostel Petrus, geschreven vanuit Rome, is een eeuw ouder. De apostel verblijft daar als de grote vervolging onder keizer Nero begint. Het heeft een enkel jaar later hem ook het eigen leven gekost. Het is in de jaren dat in het hele Romeinse rijk christenen gemarteld en gedood worden vanwege hun geloof. Petrus schrijft zijn brief aan de joodse christenen die uit Jeruzalem zijn verdreven en die nu verspreid over Klein-Azië leven. Als "inwoners en vreemdelingen..." Hij schrijft aan hen om hun leven te plaatsen in het licht van Christus' lijden en heerlijkheid. En om hen te bemoedigen het lijden geduldig te dragen en in het geloof te volharden, opziende tot hun Heere in de hemel. De kerk der eeuwen noemde deze briefde brief van de hoop.”

Bijwoner en vreemdeling

"Geliefden, ik vermaan u als inwoners en vreemdelingen. .." Wat is de inhoud van die vermaning? De ware christen wordt geroepen om te laten blijken dat zijn leven door Gods genade vernieuwd is. Hij heeft Christus leren kennen en dient zich daarom te onthouden van allerlei vleselijke verlangens die strijd voeren tegen de ziel |vers 11]. Hij moet laten blijken dat het

ware geloof vruchten van bekering voortbrengt.

‘De gelovigen op de aarde vormen als het ware een kolonie van de stad van God in de hemel. Ze hebben de dure plicht hun levenswandel daarnaar te richten.’

De machten van de boze woeden, ze teisteren het leven van de christen. Ze hebben Christus gehaat, ze richten zich ook tegen hen die van Christus zijn. "De vijand rukt vast aan, met opgestoken vaan..." De christen weet zich een vreemdeling in deze van God vervreemde wereld. Dat was het geval in de eerste en de tweede eeuw. In de 21e eeuw is het in principe niet anders. In de lijn van Calvijn heeft dr. D. Martyn Lloyd-Jones erop gewezen dat de primaire positie van de christen deze is: bijwoner en vreemdeling in deze wereld te zijn. "Onze verhouding tot de wereld wordt bepaald en geregeerd door deze omschrijving. Als christenen zijn we slechts vreemdelingen en pelgrims, reizigers en gasten in deze tijdelijke wereld.”

Paulus schrijft er over aan de Filippenzen: "Onze wandel, ons burgerschap, is in de hemelen." De gelovigen op de aarde vormen als het ware een kolonie van de stad van God in de hemel. Ze hebben de dure plicht hun levenswandel daarnaar te richten. Het kan niet anders zijn. Het zal ook niet anders zijn. Want wie door een waar geloof Christus Jezus is ingelijfd, zal ook zeker vruchten der dankbaarheid voortbrengen. Als het Hoofd al in de hemel is, zullen dan de leden anders dan hemelsgericht leven? !

Gericht op de ander

Dat laat echter onverlet dat de christen ook in dit leven een taak heeft. "Wat is vanzelfsprekender dan dat de christen zijn plaats inneemt in de wereld en het aardse leven als een goddelijke opdracht ziet? Het geloof richt zich toch niet alleen op het einde en het komende Godsrijk, maar leeft in de spanning van heden en toekomst, van de huidige wereld en haar voleinding? " [dr. W. Aalders]. De goede levenswandel van de christen zal niet in het verborgene plaatsvinden.

Die oproep heeft uiteraard een spits naar de Heere Zelf. Hij heeft recht op het leven van de Zijnen. Ze zijn immers duur gekocht. Het is de reden bij uitstek om de Heere in hun lichaam en ziel te verheerlijken. Maar er komt nog iets bij. En dat noemt Petrus hier. De goede werken hebben ook hun gerichtheid op de ander, in dit geval de heidenen, "opdat zij uit de goede werken die ze in u zullen zien, God verheerlijken mogen in de dag der bezoeking" [vers 12]. Waarom moeten we nog goede werken doen? , zo vraagt onze Catechismus. Eén van de drijfveren is: "dat door onze godzalige wandel onze naaste ook voor Christus gewonnen worde." Opdat ook zij de Heere zullen dienen en vrezen.

De apostel gaat in de verzen 13 en 14 zijn vermaning concreet maken. Hij gaat spreken over de verhouding tot de overheden. "Zijt dan alle menselijke ordening onderdanig, om des Heeren wil..." [vers 13]. Petrus noemt ze met name: de koningen en de stadhouders. Elke menselijke ordening, welke die ook zij... De allereerste roeping is deze onderdanig te zijn. Zich te schikken in hun competentie. Een christen is weliswaar, aldus Luther, in vrijheid heer van alle dingen en niemands onderdaan. Maar tegelijkertijd is hij in dienstbaarheid knecht van alle dingen en ieders onderdaan. Dat hij van Christus is, ontslaat hem niet van de plicht om zich aan de ordonnanties in de samenleving te onderwerpen. Zo wil de Heere het, voegt Petrus er aan toe. De hoogste Wetgever is het immers die koningen en regeringen heeft aangesteld. Door Hem regeren de koningen. En vanwege Hem erkennen we de koningen en de andere regeerders.

"Want alzo is het de wil van God dat gij, weldoende, de mond stopt aan de onwetendheid der dwaze mensen; als

vrijen, en niet de vrijheid hebbende als een deksel der boosheid, maar als dienstknechten van God" [vers 15, 16].

Dienstknecht van God

De vraag laat zich bedenken: en als je nu zelf tot die regeerders behoort? Indien je zelf op enig niveau tot participatie in wetgeving of bestuur in de publieke sector geroepen bent? Me dunkt, op grond van Schriftwoorden als deze: dan bekleed je die functie niet minder of meer dan als christen. Als christen voor wie het in die positie evenzeer geldt, wat de apostel hier in de verzen 15 en 16 schrijft: "Want alzo is het de wil van God (...) als dienstknechten van God.”

Van de christen, inclusief van de christen-politicus en - bestuurder, wordt niets anders gevraagd dan om dienstknecht van God te zijn. Om in woord en daad uiting te geven aan de belijdenis dat de Heere God is. Immers, alles moet Hem eren! En: allen moeten Hem eren! Daarom komen ze op voor de kroonrechten van de Heere en Zijn Christus. "Als vrije", zegt de apostel. Dat is: uiteindelijk niet belemmerd door de intolerante dwang van anderen die hem het recht ontzeggen in het publieke leven voor de Heere en Zijn zeggenschap op te komen.

De onwetenden van vers 15 zijn degenen die in Petrus' tijd de christenen bij de overheid aanklaagden. Ze hadden het recht niet om christen te zijn, zo meenden deze. Misschien nog wel binnen de muren van hun huis, maar zeker niet daarbuiten. Welnu, deze onwetenden zullen de mond gestopt worden (letterlijk: ze worden gemuilkorfd) wanneer u voortgaat goed te doen, zegt Petrus. Wanneer u voortgaat goed te spreken. Als ze ontdekken dat uw woord en uw daad één zijn.

‘Van de christen, inclusief van de christen-politicus en - bestuurder, wordt niets anders gevraagd dan om dienstknecht van God te zijn.’

Dan zal de politiek of het bestuur van een christen niet anders dan theocratisch van aard en intentie zijn. Of we het zo nu noemen of niet. Hij kan het niet van zijn hart afkrijgen om te zoeken naar een bestel waarin overheid en volk zich onderwerpen aan het Woord van de heilige God. De praktijk zal veel teleurstellingen opleveren. Maar de liefde tot Gods wet en tot Zijn dienst drijft ertoe. Het hangt ten nauwste samen met het burger zijn van twee werelden.

“Menigeen is er die in den doolhof der politieke redeneringen geen we^ kent. Zoek den draad dien de Heilige Schrift u in de hand geeft. Menigeen is, te midden van het politieke flikkerlicht, in het duister. Sla uwen Bijbel op, en gij zult ervaren: 'de opening Uwer woorden geeft licht, de eenvoudigen verstandig makende.

Menigeen gevoelt zich tegenover de reuzen, de geweldigen en de mannen van naam in onze tijd, zwak. Grijp naar de wapenrusting des geloofs, en gij zijt, in uw onvermogen, sterk. Menigeen weet van staatsregt en politieke leerstellingen niet veel. Wees met het eene nodige hekend, en, in velerlei gevaar van medegesleept te worden, zult gij één ding weten, waarmee gij tegen den stroom der ongerechtigheid bestand zijt" [mr. G. Groen van Prinsterer].

Eert een iegelijk, hebt de broederschaplief, vreest God, eert de koning... [vers 17].

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juli 2008

Zicht | 72 Pagina's

Burger van twee werelden

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juli 2008

Zicht | 72 Pagina's