Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

“Geen ethiek zonder pijn”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

“Geen ethiek zonder pijn”

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

INTERVIEW

Interview met prof. dr. M. Kaptein

Drs. J. A. Schippers, directeur Guido de Brès-Stichting

Zo’n twintig jaar terug was ethiel< in het bedrijfsleven geen zaai< waar veel aandacht naar uitging. Slechts enkele bedrijven hadden een gedragscode opgesteld. Dat was de situatie toen Muel Kaptein in 1991 docent Ondernemingsethiek werd aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. In dit interview geeft hij zijn visie op de actuele 'morele' stand van zaken.

Na een korte kennismaking steekt prof. dr. M. Kaptein, hoogleraar aan de genoemde universiteit, van wal: "Ondernemingsethiek is een verplicht vak voor studenten Bedrijfskunde. Mijn ervaring is dat de meeste studenten het vak met interesse volgen. Dat komt mede doordat ondernemingsethiek in de laatste twee decennia echt tot bloei is gekomen. Deze ontwikkeling blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat in de jaren negentig zo'n twintig procent van de grotere bedrijven een gedragscode hanteerde, terwijl dit nu, in 2008, gestegen is tot ruim tachtig procent. Dat is natuurlijk geweldig positief!”

“Maar er zit tegelijk een nadeel aan, " zo nuanceert Kaptein. "Voorheen hadden ondernemers vaak een intrinsieke motivatie om aan ethiek te doen. Tegenwoordig is er de externe aandrang van wetgeving en marktpartijen. Het loont om aan ethiek te doen, zogezegd. Bedrijven kunnen zich profileren en er bij hun marketing soms handig gebruik van maken. Ethiek, vertaald in bijvoorbeeld een verantwoorde omgang met het milieu, fungeert steeds meer als wapen in de concurrentiestrijd. Ondernemingen kunnen zich ermee onderscheiden van branchegenoten.”

“Maatschappelijk verantwoord ondernemen, verder afgekort tot MVO, is erg in trek. Maar de belangstelling lijkt te verminderen door de teruglopende economische ontwikkeling. Is 'MVO' een luxe-artikel of is er volgens u sprake van een blijvende verandering?

Volgens Kaptein zie je in de samenleving beslist wijzigingen optreden, al verschilt het wel per sector. "Neem bijvoorbeeld de auto-industrie. De automerken en - modellen die het milieu minder belasten scoren thans veel betere verkoopcijfers. Daarbij zijn natuurlijk ook de gewijzigde wetgeving en de manier van belastingheffing factoren van betekenis. Maar ook die wijzigingen berusten op een andere waardering voor het leefmilieu. En de gestegen olieprijs is uiteraard ook van invloed.”

In het algemeen stelt u vast dat wanneer moraal wordt ondersteund door wetgeving en door een economisch mechanisme, zij gemakkelijker stand kan houden. Maar hoe ligt dat hij Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen?

De Rotterdamse hoogleraar hoeft niet lang na te denken: "De aandacht daarvoor is de afgelopen jaren enorm toegenomen. Ik denk wel dat de basis die ten grondslag ligt aan het huidige succes van MVO flinterdun is. Ondernemers zijn veelal bereid iets extra's te doen omdat ze er goede sier mee kunnen maken of omdat ze zich daarmee kunnen onderscheiden van de

grijze massa. Voorwaarde hiervoor is wel dat ze voldoende financiële ruimte hebben om zich dat te kunnen veroorloven. Echte ethiek, en dan bedoel ik: serieus ethisch handelen, komt voort uit een intrinsieke motivatie. Niet omdat je er iets mee kunt verdienen. Mijn motto is: 'geen ethiek zonder pijn'. Wie in ethisch opzicht verantwoord wil handelen, moet vrijwel altijd meer doen dan wat de wet en markt vragen. Je bent dan gemotiveerd om niet alleen naar de letter van de wet te handelen, maar daar boven uit ook naar de geest van de wet. En niet alleen doen wat op de markt wordt beloond, maar doen wat in zichzelf goed en waardevol is.”

‘Echte ethiek - serieus ethisch handelen - komt voort uit een intrinsieke motivatie. Niet omdat je er iets mee kunt verdienen.’

“Door het fenomeen van globalisering, internationalisering en de financiële crisis neemt de druk op ondernemingen toe. Ik spreek bijvoorbeeld geregeld ondernemers die moeten concurreren met Aziatische of Zuid-Amerikaanse ondernemingen. Wanneer deze ondernemingen er een lagere moraal op na houden en daardoor veel goedkoper kunnen concurreren, dan leidt dit tot fundamentele vragen. Je eigen moraal hanteren, leidt ertoe dat je jezelf uit de markt prijst. Je moraal aanpassen, leidt ertoe dat je jezelf verliest. Dat zijn existentiële vragen.”

Wat zou de politiek of de overheid aan deze situatie kunnen doen?

“Het gaat hier om een probleem waarvan de oorzaken alleen in internationaal verband kunnen worden aangepakt", zo betoogt Kaptein. "De taak van de overheid is om te zorgen voor een level play ing field - gelijke wettelijke randvoorwaarden voor iedere onderneming. Aanzetten daarvoor zijn er wel, bijvoorbeeld door middel van de OESO-code', de ILO-code^ Ook de wetgeving vanuit de Verenigde Staten van Amerika heeft een grote invloed omdat die wetgeving van toepassing is voor de gehele onderneming wanneer die in de VS is gevestigd - dus ook voor de dochterondernemingen waar ook ter wereld-en ook op ondernemingen uit een ander land die zaken doen in de VS.”

“Als je mij vraagt waarom het overheden dan toch niet lukt om een level playing field te creëren, dan stuiten we op de kern van het probleem: er ontbreekt een centrale regie. Verder moeten we ook enig realisme aan de dag leggen. We moeten bedrijven niet overvragen, We moeten bedrijven niet zo zwaar aan banden leggen dat ze daardoor geen redelijke winst meer kunnen maken. Winst is voor ondernemers immers een noodzakelijke voorwaarde om te kunnen bestaan. Zonder winst geen bestaan. En zonder bestaan verliest de onderneming de mogelijkheid om überhaupt aan MVO te kunnen doen.”

Balans

Winst is één van de drie P's die centraal staan in het concept van MVO: Profit, People and Planet; in goed Nederlands: vi'inst, mens en milieu. Volgens Kaptein is het zaak om de drie P's in balans te houden. "Voor een ondernemer vergt dat een grote mate van creativiteit. Juist innovatieve ondernemingen zijn tot gedurfde combinaties van de drie P's in staat. Nieuwe producten bedenken die goed zijn voor het milieu, de mens en daardoor juist ook de eigen winst. Als kanttekening wil ik hier wel bij plaatsen dat er op deze wijze een instrumentalisering ontstaat van het concept van MVO. Het succes of effect is dan doorslaggevend. Vanuit mijn vakgebied en persoonlijke visie als christen meen ik dat dit eenzijdig is, omdat deugden en intenties niet buiten beeld mogen blijven. De gezindheid van een ondernemer, de intrinsieke motivatie om goed te doen en het goede te zoeken voor mens, milieu en de onderneming blijft van onschatbare betekenis.”

Ethiek speelt een veel grotere rol voor ondernemers en zij hebben er ook meer belangstelling voor dan menigeen (die buiten het bedrijfsleven staat) veronderstelt. Klopt dat? Is dat ook uw waarneming?

“Het beeld bij de buitenwacht is veelal dat ondernemers geregeerd worden door hebzucht, macht en aanzien. Ethiek is dan ver te zoeken. De huidige kredietcrisis laat inderdaad de zwarte kant van zakenmensen zien. Het economisch systeem stimuleert mensen wat dat betreft om te gaan voor financieel succes, status, beter te moeten zijn dan je naaste. Tegelijkertijd, als je met zakenmensen spreekt, zie je vaak wel dat ze duidelijke ethische opvattingen hebben, dat ze met ethische dilemma's worstelen en zichzelf een ethische verantwoordelijkheid toedichten. Maar vaak is er geen ruimte om dit te etaleren. Ethiek is juist ook belangrijk voor het zakendoen. Je wilt elkaar kunnen vertrouwen, daarom moet je er zeker van zijn dat de ander eerlijk en integer is en niet na de deal blijkt dat je een kat in de zak hebt gekocht. De kredietcrisis laat juist het belang van ethiek en moraal zien.”

‘Je eigen moraal hanteren leidt ertoe dat je jezelf uit de markt prijst. ]e moraal aanpassen leidt ertoe dat je jezelf verliest.’

Boeiend en bloeiend vakgebied

Ondernemingsethiek blijkt een boeiend vak. Kaptein, die naast hoogleraar ook directeur Integriteit is bij KPMG vertelt er met enthousiasme over. Maar het is ook een bloeiend vak. Toen Kaptein in 1991 docent ondernemingsethiek werd, kreeg het aspect van integriteit aandacht van de overheid doordat minister Dales van Binnenlandse Zaken het op de politieke agenda plaatste. "Diverse overheidsorganisaties klopten toen bij de Erasmus Universiteit aan en vroegen hoe je integriteit in een organisatie handen en voeten kunt geven. Dat was eigenlijk de katalysator voor mijn onderzoek. Ik ben in 1998 gepromoveerd bij prof dr. C.P. Veerman op een model om de integriteit van een organisatie te meten. Aan het model liggen vragen ten grondslag, zoals: Worden medewerkers gemotiveerd tot correct ethisch handelen? Spreken medewerkers van hoog tot laag elkaar daarop aan? Of wordt gesjoemel van medewerkers of directieleden in de doofpot gestopt? De ervaring leert dat een doofpot op den duur een beerput wordt. Daarom is het zo ontzettend belangrijk om in een organisatie de vragen over ethisch handelen bespreekbaar te maken.”

U combineert twee parttime functies, één aan de universiteit en één bij een adviesonderneming. Wat is het aantrekkelijke van deze combinatie? Misschien kunt u dit met een paar (praktijk)voorbeelden toelichten.

Curriculum vitae Muel Kaptein

Geboren in 1969 te Dordrecht

Gehuwd met Tonny Kaptein-Van Dongen, vijf kinderen in de leeftijd van 6 tot 12 jaar

Promotieonderzoek naar het meten van ethiek van ondernemingen, gepromoveerd in 1998

Vanaf zijn 32e hoogleraar Bedrijfsethiek en integriteit aan de faculteit Sociale Wetenschappen, onderdeel Bedrijfskunde [Rotterdam School of Management] van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Directeur bij KPMG Integriteit, waarvan 12V'2 jaar geleden de oprichter, een afdeling met 25 adviseurs op het gebied van ethiek en integriteit van organisaties

Belangrijkste publicaties: 'The Living Code' (Greenleaf, 2008), 'The Six Principles for Managing with Integrity' (Articulate Press, 2005); 'Onderneming & Maatschappij: Op zoek naar vertrouwen', met als co-auteur J.P. Balkenende (Van Gorcum, 2003); 'The Balanced Company' (Oxford University Press, 2002); 'De Integere Manager' (Van Gorcum, 2002), 'Binnenkamers' (Meinema, 2001), 'Ethics Management' (Springer, 1998) en 'Ethische Bedrijfscodes in Nederlandse Bedrijven' (NCW, 1991).

“Wetenschap bedrijven is geen doel op zich. Wetenschap dient er mijns inziens toe om studenten kennis en vaardigheden aan te reiken en om onderzoek te verrichten waar de maatschappij mee geholpen is. Tegenwoordig wordt de kwaliteit van universiteiten steeds meer bepaald aan de hand van het aantal artikelen van het personeel in internationale toptijdschriften. Het schrijven van artikelen wordt dan een doel in zichzelf. Ik vind dat zorgelijk omdat universiteiten grotendeels worden betaald door de overheid. Doordat ik deels in de praktijk werk, houdt mij dat scherp op welke vragen er in de praktijk leven, zodat ik dat vervolgens wetenschappelijk kan onderzoeken. Met de resultaten van het onderzoek heb ik vervolgens een boodschap naar de praktijk. Om een voorbeeld te geven: bedrijven worstelen met het probleem dat hun gedragscode al snel verwordt tot een dode letter. Daarom heb ik onlangs onderzoek verricht naar hoe bedrijven hun eigen gedragscode levend maken en wat de succesfactoren zijn. De publicatie wordt beschikbaar gesteld aan alle bedrijven die hebben deelgenomen aan het onderzoek. Voor studenten worden trouwens colleges ook boeiender wanneer je kunt laten zien hoe theorieën uitpakken in de praktijk.

Wat is uw mening over de stelling: 'Moraal komt op uit de markt’?

“Dat wat op een markt gebeurt, is resultante van beslissingen die producenten en consumenten individueel en onafhankelijk van elkaar nemen. Uit het gedrag van marktpartijen komt de moraal naar voren. Met andere woorden: de markt toont de moraal, " aldus Kaptein. "Maar ik zou mij niet willen beperken tot de markt, omdat zij niet alle signalen opvangt. De zwakkeren, mensen zonder koopkracht, tellen niet mee op de markt. De manier waarop mensen omgaan met de zwakkeren in de samenleving, toont ook een belangrijk deel van wat wij ‘de moraal’ noemen.”

“Moraal doet er zeker toe, juist in de markt. Het gaat dan bijvoorbeeld over het betrouwbaar zijn in het nakomen van afspraken. 'Ja is ja', dat komt de welvaart van een land ten goede, zo blijkt uit allerlei onderzoeken. Marktpartijen concurreren met elkaar, dat zie ik als de drijfveer om het beter te doen dan anderen. Maar tegelijk geldt dat marktpartijen elkaar over en weer moeten kunnen vertrouwen. Een consument heeft nu eenmaal geen zicht op de volledige interne gang van

zaken in een onderneming. Daarom is de individuele ethiek van alle betrokkenen ook een factor van grote betekenis. Of je nu een ondernemer, leidinggevende of een werknemer bent, voor alledrie geldt dat zij zich voor hun handelen moeten (kunnen) verantwoorden naar de omgeving, de samenleving. Ten slotte is het voor het goed functioneren van de markt van belang dat deze is omgeven door goede wetgeving en een doeltreffende handhaving daarvan door de overheid." "Het is niet fair wanneer iemand zich voor zijn handelen niet verantwoordt, maar zich verschuilt achter 'de markt', of: 'de wetgeving staat het toe', of: 'dat is een interne kwestie in de onderneming, daar heeft u niets mee te maken'. Tegelijk moet je ook nuchter zijn en rekening houden met de onvolmaaktheid van het bestaan. Voor welhaast elke ondernemer en elke organisatie geldt dat je altijd dilemma's houdt. In de realiteit blijkt niet alles te verzoenen. Daarom is bescheidenheid en terughoudendheid zo'n belangrijke christelijke deugd.

U bedoelt dat we als christenen niet te snel over anderen moeten oordelen?

“Precies. Wie ergens over wil oordelen, moet zich eerst afvragen of hij alle feiten kent en goed op de hoogte is van de omstandigheden. De ervaring leert mij dat ethische kwesties zelden zo helder zijn dat er sprake is van zwart of wit. Daarmee wil ik niet de Tien Geboden relativeren. Als christen moet je beslist standvastig zijn en geen loopje nemen met de Bijbelse ethiek. Bescheidenheid past ons. In de praktijk stuit je bij veel ondernemers, ook christelijke, op onbegrip als je voor het argumenteren van ethische keuzes direct aan de Bijbel refereert. Maar het frappeert wel dat je, wanneer je met een seculier medemens aan het zoeken bent naar een uitweg uit een ethisch vraagstuk, je soms tot eenzelfde conclusie komt als je op grond van de Bijbel zou komen.”

‘Het is niet fair wanneer iemand zich voor zijn handelen niet verantwoordt, maar zich verschuilt achter «de markt», of: «de wetgeving staat het toe».’

Ethische bezinning is dus bepaald geen monopolie van (hijbelgetrouwe) christenen. Maar stralen we dat als christenen in de politiek soms niet teveel uit? En hoe kunnen we dit tegengaan?

“Ik ben geneigd om te zeggen dat we nooit te veel het belang van ethiek kunnen uitstralen. We hebben immers ook de taak om een lichtend licht te zijn. Waar anderen ons wel op mogen aanspreken is dat we niet mogen claimen dat we het alleenrecht hebben op ethiek. Dat doet geen recht aan onze medemens, ook al mogen we nog zo overtuigd zijn van ons gelijk. Anderen mogen ons ook aanspreken op onze consistentie. Naarmate wij ethiek hoger in ons vaandel hebben, moeten we ons daar naar gedragen. Wanneer we het milieu zien als de schepping van God dan zouden wij toonbeeld moeten zijn van milieubewustzijn. Wanneer wij de overheid zien als door God verordineerd, dan zouden wij een toonbeeld moeten zijn van een hoogstaande belastingmoraal. En wanneer wij de medemens echt liefhebben, dan zouden wij een voorbeeld moeten zijn van naastenzorg. Juist uit het gedrag spreekt onze ethiek.”

Welke verantwoordelijkheid heeft de overheid om MVO aan te sturen en te stimuleren? Welke interventie van de overheid vindt u nodig of wenselijk?

De nationale overheid heeft volgens mij een belangrijke rol bij de invoering en naleving van internationale gedragscodes voor ondernemingen en organisaties in eigen land. Daarbij komt dat de overheid een voorbeeldfunctie heeft voor anderen. Zij kan bijvoorbeeld

niet van ondernemers verlangen om op termijn voor honderd procent duurzaam te gaan inkopen als de overheid daar zelf niet eens naar streeft.

Verder heeft de overheid een rol bij het stimuleren en subsidiëren van onderzoek met betrekking tot MVO. Daar kunnen ondernemingen vervolgens hun winst mee doen. Het kenniscentrum MVO-Nederland ten behoeve van het Midden-en Kleinbedrijf is een goed voorbeeld van een instelling die ondernemers ondersteuning biedt als zij met MVO aan de slag willen. Ten slotte hoort MVO ter sprake gebracht te worden bij internationale handelsmissies. Het is heel zinnig om zo ook in internationaal verband te laten zien dat de Nederlandse overheid serieus invulling geeft aan MVO-doelstellingen.

Bij ‘MVO’ gaat de aandacht primair uit naar ondernemingen, maar er zou eigenlijk ook een tegenhanger moeten zijn, bijv. 'Maatschappelijk Verantwoord Consumeren.' Kunnen ondernemingen het consumentengedrag beïnvloeden en bijsturen? Of is dit meer een taak van de overheid?

“Er is zeker ook een tegenhanger. Het kapitaal dat wordt belegd via duurzaam beleggen loopt in de miljarden.

Duurzaam inkopen wordt steeds populairder.

Verantwoord consumeren is een krachtig middel om bedrijven te belonen die verantwoord ondernemen en om bedrijven die dit niet doen hiertoe te dwingen. De overheid kan consumenten hiertoe aanzetten door middel van voorlichting, subsidies en belastingmaatregelen. Dit gebeurt ook. Daarnaast kunnen bedrijven het gedrag van consumenten sturen door de producten die zij aanbieden, de prijsstelling ervan en de informatie erover. Allerlei keurmerken zijn een manier om de duurzaamheid van producten te communiceren. Commercials die de duurzaamheid van een product belichten, beïnvloeden het gedrag van consumenten.”

Hoe kijken uw studenten aan tegen het vak ethiek? Kun je zeggen dat de algemene teloorgang van v/aarden en normen (ook in de opvoeding en in het basis-en voortgezet onderwijs) de noodzaak van ethische bezinning in je studententijd temeer onderstreept?

“Het vak ethiek wordt goed gewaardeerd. Je merkt de opkomst van een nieuwe generatie, vaak aangeduid als Generatie Z. Ze zijn maatschappelijk geëngageerd, maar laten zich weinig of niets opleggen. Ze willen vooral zelf ontdekken waarvoor ze staan en welke principes voor hen belangrijk zijn. Toch vind ik over het algemeen dat de ethische vorming van studenten weinig aandacht krijgt. Op veel universiteiten wordt het afgedaan met één vak van maximaal twaalf colleges. De vormende taak van universitair onderwijs zou veel prominenter mogen worden. Door de schaalvergroting van universiteiten en het onderwijs schiet dit er juist bij in. In een collegezaal gevuld met zeshonderd studenten mag je geen hoge verwachtingen hebben van het vormende aspect. De politiek zou eens kritisch mogen kijken naar het aspect hoe onze jonge burgers in het onderwijs worden gevormd.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 2008

Zicht | 64 Pagina's

“Geen ethiek zonder pijn”

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 2008

Zicht | 64 Pagina's