Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nederland staat er relatief gunstig voor

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nederland staat er relatief gunstig voor

Gevolgen economische crisis voor pensioenstelsels

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geen (week)dag gaat voorbij, of er staat wel iets in de krant over de economische crisis en de gevolgen ervan. Enige tijd terug werd duidelijk dat ook de pensioenfondsen hun kapitaalreserves fors zagen afnemen door de dalende beurskoersen. Voor Zicht aanleiding om daarover een aantal vragen voor te leggen aan drs. D. van As RA.

David van As werkt bij één van de meest degelijke en betrouwbare overheidsinstellingen: De Nederlandsche Bank. Tot zijn takenpakket behoort het toezicht op pensioenfondsen in Nederland. Het is voor hem een enerverende tijd nu de pensioenreserves onder druk staan door de dalende beurzen en teruglopende economie. Hoe is het beeld in Nederland op dit punt in vergelijking met andere landen in Europa? Staat Nederland er qua oudedagsvoorzieningen er gunstiger of juist minder gunstig voor? En op welke termijn valt herstel te verwachten.

Robuust stelsel
“Nederland kent een wereldwijd bekend sterk kapitaalgedekt pensioenstelsel. Daarin spaart elke werknemer, vaak met hulp van de werkgever, voor z’n pensioen. Andere landen hebben hun pensioenvoorzieningen veel sterker op omslagelementen gebaseerd, zoals dat bij ons met de AOW het geval is. In een omslagstelsel wordt niet gespaard, maar brengen alle werkenden het geld op dat nodig is voor de uitkeringen ten behoeve van de gepensioneerden.” “Onze pensioenfondsen hebben het zwaar te verduren door de neerwaartse ontwikkelingen op de financiële markten. Niettemin hebben we nog steeds een zeer robuust stelsel. De herstelplannen tonen aan dat fondsen op de langere termijn weer verwachten uit hun tekortsituatie te komen. Of dit ook voor de korte termijn herstelplannen geldt, is zeer de vraag. De crisis is niet voorspelbaar, en daarmee is de kans op het moeten korten op pensioenrechten niet uitgesloten voor de komende jaren. Nederland heeft echter een fors pensioenvermogen opgebouwd, dat is niet zomaar verdwenen. In die zin staan wij er veel gunstiger voor dan andere landen in Europa.”

Is het toezicht op pensioenfondsen in Nederland goed geregeld, in vergelijking met andere lidstaten van de
Europese Unie?
“Het externe toezicht is goed geregeld, het interne toezicht bij de pensioenfondsen moet nog meer handen en voeten krijgen. De Pensioenwet, het Financieel Toetsingskader en de risicogebaseerde toezichtsaanpak is enkele jaren geleden geïmplementeerd. Uiteraard moeten we wel evalueren of deze voldoende waarborgen hebben geboden om de deelnemers te beschermen. Evaluatie hiervan is altijd goed.”

Europese pensioenrichtlijnen: goede zaak of overbodig?
“Pensioenen zijn in Europa met name nog een nationale aangelegenheid. De Pensioenrichtlijnen van de Europese Unie zullen belangrijker worden als pensioenfondsen meer grensoverschrijdend gaan werken. Er vindt, waar dat aan de orde is, samenwerking plaats tussen toezichthouders.”

Pensioentoezicht op Europees niveau
Het voorstel dat onlangs werd gedaan om het toezicht op pensioenfondsen te centraliseren op Europees niveau, heeft dat een meerwaarde? Welke voordelen en welke nadelen zitten eraan?
“Centralisering van pensioentoezicht op Europees niveau heeft, in vergelijking met grensoverschrijdende banken en verzekeraars, weinig toegevoegde waarde. Wel is het belangrijk soortgelijke buffers en spelregels te hebben ter voorkoming van toezichtsarbitrage. Dat is een situatie waarin een pensioenfonds dat grensoverschrijdend werkt, krijgt te maken met uiteenlopende aanwijzingen van de toezichthouders.”

Het voorstel is afgewezen. Zou het gunstig zijn om de pensioenstelsels toch te internationaliseren c.q. op Europees niveau te tillen? Voor pensioenfondsen zijn schaalvoordelen immers aantrekkelijk? Of komt daardoor juist de solidariteit onder druk te staan?
“Pensioenstelsels zijn vooral op nationaal niveau geregeld, met het oog op de interne solidariteit van een stelsel in een bepaald land. Solidariteit moet niet te grootschalig worden georganiseerd, omdat daarmee de betrokkenheid bij het pensioenfonds van belanghebbenden afneemt. Dan wordt het in feite een staatsaangelegenheid en een publiek product dat in de eerste pijler1 past. De kracht van het Nederlandse paritaire stelsel zit juist in deze solidariteit en collectiviteit. Pensioenen in de tweede pijler zijn een private afspraak tussen werkgevers en werknemers, waar de overheid alleen een toezichthoudende rol vervult.”

Duurzaamheid op lange termijn
Veel landen in de EU kennen een omslagstelsel voor pensioenen. Door de demografische ontwikkeling komen de overheidsfinanciën onder zware druk te staan. Sommigen spreken van een ‘tikkende tijdbom’ onder de huishoudboekjes van de Europese overheden.2
Is het terecht wanneer mensen zich daarover zorgen maken? Welke maatregelen zou de Europese Unie of zouden de EU-lidstaten moeten nemen om ervoor te zorgen dat de overheidsfinanciën op orde blijven?
De houdbaarheid van de overheidsfinanciën heeft door de huidige crisis een veel breder perspectief gekregen. Alle landen worstelen met het vraagstuk hoe zij met de vergrijzing om zullen gaan. Mijn pleidooi is op korte termijn de stabiliteitsbevorderende stappen te blijven nemen, maar tegelijk maatregelen op lange termijn te nemen om de overheidsfinanciën op orde te houden. Een verhoging van de AOW-leeftijd hoort hier onvermijdelijk bij.”

Noten
1 Oudedagsvoorzieningen zijn in te delen in een zgn. pijlerstructuur, waarbij de eerste pijler de publieke voorzieningen betreft (in Nederland bijvoorbeeld de AOW); de tweede pijler betreft de pensioenfondsen die sectorsgewijs of per bedrijfstak zijn georganiseerd (bijvoorbeeld: Pensioenfonds Bouwnijverheid); de derde pijler betreft de individuele pensioenvoorziening (zoals lijfrente en pensioensparen).

2 Met name Italië, België, Duitsland en Spanje.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juli 2009

Zicht | 60 Pagina's

Nederland staat er relatief gunstig voor

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juli 2009

Zicht | 60 Pagina's