Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Polarisatie: bedreigend en verrijkend

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Polarisatie: bedreigend en verrijkend

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Pechtold waarschuwt voor polarisatie’, ‘Registratie Roma zorgt voor polarisatie’ en ‘Polarisatie over - schaduwt herdenking 11/9’. Zomaar een paar kranten - koppen medio september. Polariseren is terug van weggeweest

Sinds 11 september 2001 is de wereld voorgoed veranderd. Een vaak gehoorde uitspraak. Maatschappelijke tegenstellingen zouden door de aanslagen op het World Trade Center in New York op scherp zijn gezet door een doelbewuste aanval van een islamitisch netwerk op het geseculariseerde en decadente Westen. Dit sterk versimpelde beeld verdient bijstelling. De polarisatie, die het politieke klimaat van vandaag de dag stempelt, kleurde Nederland evenzeer in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw.

Historiografie
Bijna een eeuw lang zag het politieke landschap in Nederland er keurig verkaveld uit. Vanaf de invoering van de parlementaire democratie in 1848 tot aan het begin van de Tweede Wereldoorlog in 1940, pasten confessionelen, liberalen en socialisten in steeds afwisselende meerderheden op de winkel. Hoewel confessionelen en niet-confessionelen op grond van het principe van de antithese tegenover elkaar stonden, was er toch geen sprake van polarisatie. Aan de top van de diverse zuilen was er sprake van veelvuldig contact en meestal een vruchtbare samenwerking. Dit enigszins statische politieke bestel veranderde voorgoed na 1945. Geen enkele vooroorlogse partij kwam ongeschonden uit de strijd. Toch duurde het tot het midden van de jaren zestig vooraleer er ingrijpende veranderingen plaatsvonden in de Nederlandse politiek. Denk aan de desintegratie van de katholieke zuil, de opkomst van D66, de sterk toenemende invloed van de media en niet te vergeten: secularisatie en kerkverlating. Als gevolg van het proces van ontkerkelijking zagen protestanten en katholieken hun ledenaanhang in rap tempo slinken. Nu burgers zich minder bewust waren van hun zuil, namen tegenstellingen in de politiek toe. Niet toevallig struikelden medio jaren zestig maar liefst drie kabinetten: Marijnen (1964- 1965), Cals (1965-1966) en Zijlstra (1966-1967). Door het wegvallen van de zuilen vielen oude zekerheden weg.

Polarisatie in de jaren zestig en zeventig
Twee momenten in de jaren zestig illustreren de intrede van de polarisatie in de politieke arena. In 1966 liet KVP’er Schmelzer het kabinet van zijn partijgenoot Cals vallen, vanwege onenigheid over de rijksbegroting. De achterliggende oorzaak was echter het ongenoegen onder de rooms-katholieken over politieke samenwerking met de PvdA. Drie jaar later kreeg de KVP de rekening gepresenteerd. Op een partijcongres van de PvdA sprak de partij zich ervoor uit dat ze na de komende verkiezingen niet met de KVP zou samenwerken in een nieuw te vormen kabinet. Ondanks de wankelende centrumlinkse en centrumrechtse kabinetten van de jaren zestig, bleef Nederland een land waar men elkaar zocht op basis van consensus. Dat veranderde pas in de jaren zeventig. In 1973 trad ‘het meeste linkse kabinet ooit’, het kabinet-Den Uyl, aan. Ondanks allerlei conflicten en strubbelingen wist deze progressieve samenwerking haar termijn uit te zitten. Toen Den Uyl in 1977 tien zetels won, lag een tweede kabinet onder leiding van de sociaaldemocraten in het verschiet. Maar de verhoudingen met KVP en ARP – in 1977 met de CHU op weg naar een fusie tot het CDA – waren danig verstoord. Ruim 200 dagen formeren leidden ertoe dat niet de PvdA, maar CDA en VVD elkaar het regeringpluche toebedeelden.

Polderen na ‘Wassenaar’
Dit beruchte ‘polarisatietijdperk’ eindigde in 1982. In dat jaar sloten de overheid en de organisaties van werkgevers en werknemers het Akkoord van Wassenaar, waarin de Staat en belangenorganisaties compromissen uitruilden over allerlei onderwerpen op de arbeidsmarkt. Het ‘Akkoord van Wassenaar’, dat symbool staat voor het zogeheten poldermodel, functioneerde tot 2001. De premiers Lubbers en Kok stonden, mede door relatief economisch goede tijden, garant voor evenwicht. Na de opkomst van Pim Fortuyn, de moord op deze flamboyante politicus in mei 2002 en met het aantreden van het kabinet Balkenende I in 2002, veranderde het ‘Land van Ooit’ met haar spreekwoordelijke poldermentaliteit voorgoed. Onvrede over globalisering, de politieke component van de Europese integratie, de negatieve gevolgen van multiculturele samenleving en de economische malaise van de kredietcrisis zorgden voor een herhaling van het gepolariseerde klimaat in de jaren zeventig. Het polariseren is terug van weggeweest.

Begripsbepaling
Volgens de dikke ‘Van Dale’ staat polariseren voor: “De vorming van tegenstellingen, van uitersten, van tegengestelde polen”. In het actieplan Polarisatie en Radicalisering 2007-2011 van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt polarisatie als volgt gedefinieerd: “De verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving die kan resulteren in spanningen tussen deze groepen en toename van de segregatie langs etnische en religieuze lijnen”. Hier ligt het zwaartepunt niet bij ideologieën die tegenover elkaar staan, maar rond de actuele problematiek inzake de dossiers immigratie en integratie.

Over de wenselijkheid van polariseren schreef de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) vorig jaar de veelbesproken bundel ‘Polarisatie: bedreigend en verrijkend’.1 Uit deze publicatie (what’s in a name) rijst een sterk verdeeld beeld. Sommige auteurs zien polarisatie als ‘het tegen elkaar opzetten van groepen in de samenleving’. Anderen kiezen voor een heel andere insteek, zoals ‘een debat voeren op het scherp van de snede’. Omdat polarisatie in de meeste gevallen met etnische en religieuze conflicten wordt geassocieerd, heeft het begrip een negatieve klank gekregen. Onterecht, want door het bespreekbaar maken van onderwerpen die lange tijd taboe waren, zoals de multiculturele samenleving, worden conflicten uitgesproken.

Negatieve polarisatie
Om bij de begripsdefinitie te blijven: polariseren langs etnische of religieuze lijnen kan verstrekkende gevolgen hebben. Een blik buiten de landsgrenzen maakt dat pijnlijk duidelijk. Het schoolvoorbeeld van het op de spits drijven van tegenstellingen is wel voormalig Joegoslavië. Dit immense en gevarieerde land herbergde Kroatische katholieken, orthodoxe Serviërs, islamitische Bosniërs. En dan zijn nog maar enkele volken en religies genoemd. Etnische, religieuze en culturele verschillen liepen dwars door de staatkundige gebiedsgrenzen. En vrijwel elke bevolkingsgroep had wel een minderheid die zich ophield in ‘vijandelijk’ territorium. Toen een golf van nationalisme aan het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw over de Balkan raasde, waren de rapen gaar. Bloedige oorlogen tussen broedervolken verstoorden wreed het Joegoslavische eenheidssprookje. Een prototype van een religieus conflict is de volkerenmoord van de Turken op de Armeniërs, in 1915. Toen de diplomatieke bescherming van Engeland tijdens de Eerste Wereldoorlog wegviel, konden de Turken eindelijk ongestoord korte metten maken met de Armeense minderheid in het oosten van het land. Meer dan een miljoen christenen vonden daarbij de dood. Bovenstaande etnische en religieuze conflicten zullen in Nederland niet in deze aard en omvang voorkomen. Dat komt omdat ons land een etnische en religieuze meerderheidscultuur kent met een dominante positie, zeker in cultureel opzicht, van het christendom. Maar polarisatie kan wel leiden tot grote spanningen. Denk bijvoorbeeld aan de uitlating van Pim Fortuyn die de islam in 2002 bestempelde als een ‘achterlijke godsdienst’. Ook het optreden van cineast Theo van Gogh was vaak verre van stijlvol en recent pleitte PVV-fractievoorzitter Wilders nog voor het invoeren van een ‘kopvoddentaks’. Naast onnodig polariseren, zetten dergelijke uitspraken de deur open voor discriminatie, racisme en het wegzetten van bevolkingsgroepen op basis van hun religie. Een lastig te meten gevolg van polarisatie is de mate van verwijdering tussen bevolkingsgroepen. Dit is zeer wel mogelijk in het geval dat groepen niet (meer) de moeite op kunnen brengen om te investeren in wederzijdse contacten. Uitsluiting en instabiliteit van de gehele samenleving liggen dan op de loer.

Positieve polarisatie
Is het verscherpen van tegenstellingen enkel kwalijk? Nee, polarisatie kent wel degelijk positieve kanten. Het leidt bijvoorbeeld tot openheid en betrokkenheid. Polarisatie verlevendigt het politieke en maatschappelijke debat. Ik durf de stelling aan dat een samenleving zonder polarisatie niet functioneert. Polarisatie hoort bij een democratie. In een democratisch stelsel worden verschillende belangen vertegenwoordigd, waardoor het debat sowieso een polemisch karakter kent. Door te polariseren kan de emancipatie van minderheden versneld worden, betoogt de Leidse rechtsfilosoof Afshin Ellian. Nergens in Europa zijn zoveel migranten betrokken bij het maatschappelijke debat over integratie en immigratie als in Nederland. Verder kan polariseren een samenleving sterker maken. In 2008 plaatste Wilders de film ‘Fitna’ op het internet. De verwachte rellen en negatieve gevolgen voor de reputatie van Nederland in het buitenland bleven uit. Ondanks enkele opstootjes, ontstond er geen hetze tussen autochtonen en allochtonen. Wat opvalt, is dat degenen die het meest klagen over de polarisatie van de samenleving dat doen uit angst het eigene en het vertrouwde te verliezen. Rechtse opinieleiders verwijten politici als Cohen, Halsema en Pechtold dat zij waarschuwen voor polarisatie, omdat zij als vertegenwoordigers van de elite bang zijn hun Nederland te verliezen aan populisten.

Polarisatie versus populisme
Waarom polariseren politici? In de eerste plaats omdat dat stijlmiddel wordt opgepakt door de media. Kranten en actualiteitenzenders geven liever een podium aan iemand die controversiële standpunten huldigt, dan aan een gezagsdrager die de nuance zoekt. Daarbij komt dat er meer dan ooit zwevende kiezers zijn. Deze, vaak wantrouwende, stemmers bereik je door de bank genomen niet met een ‘pappen-en-nathouden-praatje’, maar door het innemen van heldere, niet zelden boude standpunten. Dat verklaart ook het succes van populistische partijen. Het succes van de LPF, PVV en SP kwam niet uit de lucht vallen. Deze partijen verwoor - den in helder taalgebruik de heersende onvrede over integratie, kapitalisme, klimaat en de Europese Unie. Opmerkelijk genoeg kan polarisatie een positief gevolg hebben voor partijen die fungeren als elkaars tegenpolen. In de Tweede Kamer botsen D66 en PVV bij vrijwel elk debat. In de media profileren beide partijen zich vaak ten opzichte van de andere partij. Bij de laatste Kamerverkiezingen legde dat zowel D66 als PVV geen windeieren. De sociaal-liberalen haalden zeven zetels winst, terwijl Wilders en de zijnen maar liefst vijftien zetels plusten.

Het fenomeen polarisatie was echter misschien nog wel het best zichtbaar gedurende de formatie van het kabinet Rutte I. Alle bekende tegenstellingen werden uit de kast gehaald. De combinatie VVD-CDA met gedoogsteun van de PVV zou ‘rechts’ zijn en eenzijdig: ‘Alleen rechts kan zijn vingers aflikken bij het regeerakkoord’. Bovendien zou dit rechtse kabinet de maatschappelijke samenhang ondermijnen door autochtonen en allochtonen te positioneren als ‘wij’ ten opzichte van ‘zij’. Anderzijds werd met verbazing gereageerd op hoe ‘links’ de sociale paragraaf van Rutte I oogt. Ongetwijfeld zullen de komende vier jaren, gesteld dat deze combinatie de rit uitzit, vuurwerk opleveren. De messen kunnen weer geslepen worden.

Polarisatie en ethiek
Hoever mag je gaan in het uitvergroten van tegenstellingen? Mag met een beroep op Artikel 1 van de Grondwet alles gezegd worden, inclusief kwetsend taalgebruik? Dat is immers de lijn die VVD en PVV uitdragen. Het was minister Heinsbroek die, als bewindsman van de LPF, in 2002 voorstelde om een normen- en waardendebat op poten te zetten. Helaas is dit initiatief vrij geruisloos een stille dood gestorven. In het licht van dat debat zouden de drie christelijke partijen zich af moeten vragen in hoeverre zij zorgen voor overbodige polarisatie. Om een goed getuigenis te geven van de navolging van Christus mag er best flink geageerd worden als het gaat over abortus, euthanasie of homorechten. Retoriek en overdrijving mogen, al naar gelang het onderwerp, in meer of mindere mate toegepast worden. Maar altijd dient te worden bedacht welk doel ermee wordt gediend. Gaat het dan om electoraal te ‘scoren’ of om op te komen voor de waarden en normen die de Bijbel aanreikt? Voor elke christenpoliticus behoren de Tien Geboden leidend te zijn. Uit Wet en Evangelie vloeien waarden als gerechtigheid, barmhartigheid en naastenliefde voort. Gerechtigheid vereist recht doen aan de ander, zijn woorden en argumenten niet verdraaien. De waarde van barmhartigheid vraagt om een benadering waarin de zwakte van een ander niet wordt uitgebuit ten faveure van de eigen benadering. Beter is het de kracht te zoeken in de eigen uitgangspunten en argumentatie. Het gebod tot naastenliefde betekent dat de opponent als medemens wordt bejegend, niet als een demon, niet beledigend, maar respectvol. Binnen deze begrenzingen mag er volop gepolariseerd worden. Dat dient de duidelijkheid en helderheid. Zinvolle polarisatie vormt geen bedreiging, maar is een verrijking van het politieke en maatschappelijke debat.


Noot
1. Raad voor de Maatschappelijke Ontwikkeling (red.), Polarisatie. Bedreigend en verrijkend, Amsterdam 2009

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 2010

Zicht | 68 Pagina's

Polarisatie: bedreigend en verrijkend

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 2010

Zicht | 68 Pagina's