Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GroenLinks en het secularisme

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GroenLinks en het secularisme

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De politieke partij GroenLinks bestaat twintig jaar. Deze uitgesproken vrijzinnige partij heeft het seculiere denken hoog in haar vaandel staan. Daarvan getuigt een recent jubileumboek en de laatste kwartaaluitgave van het blad De Helling, gewijd aan godsdienstvrijheid en emancipatie.

De titel van het jubileumboek laat zien hoe de partij zich ontwikkelde van een partij die activistisch op de straat stond naar een partij die koerst “naar de staat”, zich gouvernementeel opstelt met het oog op regeringsdeelname.
GroenLinks is in 1989 voortgekomen uit de fusie van de Communistische Partij van Nederland (CPN), de Pacifistisch Socialistische Partij (PSP), de Politieke Partij Radicalen (PPR) en de Evangelische Volkspartij (EVP). De kleuren groen en rood symboliseren de partij.
Rood staat voor socialisme, maar de laatste jaren lijkt het linkse rood zich te mengen met liberaal blauw, waaruit paars ontstaat, óók een geliefde kleur bij deze groene partij.
De partij ontwikkelde zich in haar geschiedenis naar het politieke midden, al blijft de partij radicaal als het gaat om het milieu, economische krimp en mondiale solidariteit.
Op sociaaleconomisch gebied was de verschuiving het grootst: een ontwikkeling van plansocialisme naar aanvaarding van de markeconomie, met een actieve en regulerende rol van de staat. De democratisering van staat en samenleving bleef op de agenda staan, maar de eisen werden ook hier voorzichtiger en minder radicaal. GroenLinks bleef de multiculturele samenleving verdedigen maar sprak vaker van een vrijzinnige samenleving.

Minder radicaal, meer liberaal
GroenLinks is niet specifiek liberaal, maar wel liberaal op het punt van ethische kwesties als abortus, homoseksuele relaties en verdraagzaamheid. In 2010 vond driekwart van de leden dat een zwangere vrouw altijd een abortus moet kunnen krijgen als ze baby niet wil hebben. Liberalisme op cultureel en ethisch gebied gaat ook vaak samen met kosmopolitisme, openheid voor andere culturen en zeden. Europese eenwording kreeg binnen de partij ook gaandeweg meer waardering.
De doorsnee GroenLinkser was hoogopgeleid, onkerkelijk, milieubewust, pro-Europees, tolerant, en naar eigen mening zeer links. De partij lijkt dan ook op de D66. Toch wordt tussen deze twee partijen minder gewisseld qua stemgedrag vergeleken met het grensverkeer tussen PvdA, SP en GroenLinks. Concluderend: GroenLinks is minder utopisch en radicaal, maar niet minder groen en ook niet minder links geworden. De partij lijkt volgens Paul Lucardie en Gerrit Voerman klaar voor regeringsdeelname, zowel programmatisch als organisatorisch.

Individueel recht
In het laatste themanummer van het blad De Helling (orgaan van het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks) over godsdienstvrijheid en secularisme1 zet voormalig lijsttrekker Femke Halsema uiteen hoezeer dat vrijheid van godsdienst voor haar in de eerste plaats een individueel recht is. Elk mens in Nederland mag volgens haar geloven wat hij wil en dat uitdragen. De staat komt een belangrijke taak toe om deze individuele vrijheid te beschermen en mensen ervan te weerhouden om (anders)gelovigen te vernederen of te beledigen. Zij vindt als “seculier en progressief politicus” deze fundamentele vrijheid van groot belang en zij vertaalt dit concreet naar de vrijheid van de moslima om te leven naar haar eigen inzichten (dus zonder verplichte hoofddoek en de knellende banden van de moslimgemeenschap), en de gelijkwaardigheid van hetero’s en homo’s. In dat kader keert zij zich ook tegen het uitsluiten van vrouwen van het passief kiesrecht door de SGP en het weren van homoseksuelen op reformatorische scholen.

De Tilburgse theoloog Erik Borgman stelt in reactie op Halsema dat zij nog steeds denkt dat de staat het neutrale instrument is dat slechts in goede handen hoeft te zijn om ten goede te werken. “Dat bepaalde terreinen juist van overheidsinmenging moeten worden gevrijwaard om goed te kunnen functioneren, lijkt zij niet in te zien. Laat staan dat religie één van deze sferen is.”

Een belangwekkend artikel in het nummer van De Helling is van Yolanda Jansen, docent sociale en politieke filosofie aan de Universiteit van Amsterdam. Het gaat over “Secularisme, scheiding van kerk en staat en islam”.
Zij stelt dat in Nederland en veel andere Europese landen steeds vaker een beroep wordt gedaan op een strikte scheiding van kerk en staat in beleidsvorming ten aanzien van de islam. Regelmatig worden ook de geschiedenis van het secularisme en de Verlichting aangeroepen als antwoord op de crisis van het multiculturalisme. Dit sterker wordende secularistische debat is volgens haar herkenbaar in Frankrijk waar na 1989 de laïcité2 lange tijd een gematigd en liberaal antwoord op de racistische strategieën van Le Pen. Ook in andere Europese landen lijkt secularisme het fatsoenlijke alternatief voor populistische anti-islam betogen. “Voor linkse politiek lijkt het een goede, zelfs veelbelovende optie voor de omgang met de islam. Want hoewel secularisme niet per se de zichtbaarheid van de islam in Europa bevordert, gaat het hier niet, zo is de gedachte, om de uitsluiting van de islam, of eventueel zelfs om racisme ten aanzien van moslims.” Secularisme wordt juist opgevat als de neutraliteit van de staat ten aanzien van alle religies. “Religies dienen vrijgelaten te worden door de staat, mits ze de gewetensvrijheid van anderen maar respecteren en mits hun waarden en praktijken niet indruisen tegen de grondrechten van ieder individu in de liberale rechtsstaat.”

In Nederland zijn op dit moment twee vormen van versterkte interesse voor het secularisme aanwijsbaar. Institutioneel wordt de scheiding van kerk en staat aangehaald om onder meer het subsidiebeleid voor islamitische organisaties te versoberen. Jansen wijst op de nieuwe burgemeester van Amsterdam, Eberhard van der Laan, die heeft aangekondigd het subsidiebeleid voor de scholing van imams (dat onder Job Cohen werd beredeneerd op grond van “compenserende en/of inclusieve neutraliteit”) te willen afschaffen met een beroep op een scherpere scheiding van kerk en staat. Yoeri Albrecht, directeur van De Balie, en filmmaker Eddy Terstall stelden: “Wellicht keert links eindelijk terug naar zijn seculiere wortels. Weg van het groepsdenken, terug naar het mensdenken.
De gebruikelijke religiofilie lijkt al bijna ouwe koek. Gewetensvrijheid lijkt terug op de linkse agenda”.3
Jansen kritiseert het beroep op de laïcité in verband met de afwijzing van financiële steun aan religieuze, vaak islamitische organisaties. Er wordt meestal niet bij vermeld dat in Frankrijk, net als in Nederland, een financieringssysteem van de overheid bestaat voor christelijke scholen en voor het onderhoud van christelijke gebouwen. Evenmin wordt verwezen naar die vormen van islam die wel van bovenaf, door de overheid gefinancierd – en gestuurd – worden. Ook wordt in de Franse debatten vaak gesuggereerd dat het secularisme de enige garantie is voor de gewetensvrijheid en respect voor de mens. De laïcité garandeert echter niet de neutraliteit van de staat ten aanzien van religie: ze maakt namelijk zelf deel uit van de politieke geschiedenis en is een instrument voor de Franse staat om bevolkingsgroepen en individuen te besturen en te controleren. Juist dit machtsaspect van de laïcité blijft volgens Jansen vaak onderbelicht in hedendaagse lofzangen op de intellectuele verworvenheden van de verlichting en de scheiding van kerk en staat.
Wat Nederland betreft staan de integratietests en inburgeringseisen in de internationale sociologie inmiddels bekend als behorend tot “de meest cultureel gekleurde, secularistische en assimilationistische van de hele Europese Unie”, aldus Jansen. Het is de vraag of ze nog liberaal te noemen zijn. Sinds 11 september 2001 is de nadruk op hoofddoeken en moskeeën als ‘indringers’ in de vermeend neutrale publieke ruimte in alle Europese landen toegenomen. Het hedendaagse anti-islam denken, dat beweert niet over moslims maar enkel over ‘de islam’ te gaan, begint volgens Jansen te lijken op de typisch moderne vorm van antisemitisme waar de Franse geassimileerde Joden in de Derde Republiek mee te maken kregen. Haar conclusie: “Secularisme als discours in een Europa dat de neutraliteit van de staat ten aanzien van religie op geen enkele wijze echt realiseert, staat in dienst van een onrechtvaardige politiek. Daar hoef je geen ‘religiofiel’ voor te zijn. Het serieus nemen van vrijheid, gelijkheid en een beetje solidariteit is voldoende.”

Een interessante bijdrage die vanuit linkse c.q. vrijzinnige hoek vragen stelt bij het secularisme en het alom geprezen laïcité-beginsel. Bij GroenLinks blijkt het secularisme evenwel een duidelijke vooronderstelling die zo nu en dan leidt tot intolerante bejegening van christenen en moslims die er absolute waarheidsopvattingen op na houden. In dat opzicht lijkt de partij veel op D66. Een kritische zelfreflectie naar de eigen vooronderstellingen zou geen kwaad kunnen om te beseffen dat politieke neutraliteit, zeker in levensbeschouwelijk opzicht, een onmogelijke zaak is.

N.a.v. Paul Lucardie & Gerrit Voerman, Van de straat naar de staat? GroenLinks 1990-2010; uitg. Boom, Amsterdam, 2010; 269 blz.; € 24,50; “Godsdienstvrijheid en emancipatie”, winternummer De Helling, kwartaalblad voor linkse politiek (uitgegeven door het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks).

Noten
1. Verschenen in december 2010.
2. Dit begrip betekent dat de staat en het publieke domein gevrijwaard zijn van elke vorm van godsdienst.
3. De Volkskrant, 22 oktober 2010.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 maart 2011

Zicht | 76 Pagina's

GroenLinks en het secularisme

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 maart 2011

Zicht | 76 Pagina's