Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Social media in de politiek: bron van onrust?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Social media in de politiek: bron van onrust?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is in de wetenschappelijke literatuur nog niet veel bekend over het effect van social media op de politiek. Is het intensiever gebruik van social media een oppepper voor het maatschappelijke debat, omdat zowel de burger in de wijk als de journalist met de politici op elk moment van de dag over elk onderwerp in discussie lijken te gaan?

De tijd dat politici alleen debatteerden in de volksvergaderzalen is allang voorbij. Sinds Kevin Phillips in 1975 zijn boek Mediacracy: American parties and politics in the communications age publiceerde, wordt steeds vaker de stelling geponeerd dat wij in een mediacratie leven. Onze democratie zou niet in de Tweede Kamer of in de gemeenteraadszaal, maar in de media geregeerd worden. Echter, de laatste tijd komt hier een nieuw fenomeen bij. Politici gebruiken steeds vaker social media. Standpunten en posities in het publieke debat worden dan voordat de werkelijke discussie plaatsvindt, ingenomen en duidelijk gemaakt. Het eigenlijke debat lijkt daarmee verworden tot een herhaling van politieke zetten die reeds via facebook of met name twitter bekend gemaakt zijn.
Uit een onderzoek van marketingfacts.nl onder verschillende politici blijkt dat politici met name social media gebruiken om zichzelf te positioneren en te profileren in de richting van journalisten. Tegelijkertijd wordt als een belangrijk voordeel van social media genoemd dat politici gemakkelijker contact kunnen houden met de achterban. Als nadeel komt naar voren dat er een enorme druk ontstaat om te antwoorden. Tegelijkertijd zeggen politici in genoemd onderzoek dat er een angst ontstaat om fouten of een ‘slippertje’ te maken. Social media betekenen dus nogal wat voor politici. Is dit een gewenste ontwikkeling? Daarom de volgende stelling: Social media in de politiek: bron van onrust?


„Social media bereiken alleen politiek geïnteresseerde burgers”
Chris Aalberts, docent politieke communicatie Erasmus Universiteit Rotterdam

Barack Obama won de Amerikaanse verkiezingen in 2008 met behulp van een groot aantal social media. Deze verrassende overwinning leidde tot grote voorspellingen: social media zouden het politieke landschap volledig veranderen.
Ruim vijf jaar later heeft het social media-succes van Obama zich nergens herhaald en zeker niet in Nederland.

Politici hebben de adviezen van communicatieadviseurs om Obama te imiteren massaal overgenomen. Vooral Twitter wordt door bijna alle Tweede Kamerleden gebruikt. Maar nog steeds is er weinig dagelijks contact tussen burgers en Tweede Kamerleden en nog steeds is een meerderheid van de volksvertegenwoordiging nauwelijks te vinden in de traditionele media. Of ze nu twitteren of niet.

De verklaring voor deze teleurstelling ligt voor de hand. Social media worden door vrijwel alle burgers gebruikt, maar de interesses van de gebruiker bepalen welke content zij consumeren. Alleen politiek geïnteresseerden volgen politici, ongeïnteresseerden doen dat niet. De burgers die politiek het beste geïnformeerd zijn, hebben er een kanaal bijgekregen. Voor anderen zijn social media politiek irrelevant.

Het is ongewenst om te ‘luisteren’ naar burgers op social media want de daar aanwezige ‘vrienden’ zijn slechts een specifiek deel van de achterban: politiek geïnteresseerden.
De meerderheid van de achterban bevindt zich niet op social media en zij kunnen hele andere politieke voorkeuren hebben.

Politici kunnen social media dus negeren, omdat ze via traditionele media hun stemmers veel beter bereiken. Social media zijn zelfs onbelangrijk bij het verkrijgen van traditionele media-aandacht. Er zijn altijd politici die veel aandacht krijgen vanwege hun functie of portefeuille en anderen die sterk qua aandacht en bekendheid achterblijven. Niet iedereen kan tegelijk bij Pauw en Witteman aanschuiven.


„Social media kunnen dominantie traditionele media doorbreken”
Jaap Stronks, online strateeg voor organisaties die middenin de samenleving staan

Nederland is een mediacratie: een handvol landelijke actualiteitenprogramma’s en tv-verkiezingsdebatten bepaalt nog altijd de verkiezingsuitslagen. Als social media die dominantie een béétje kunnen breken, is dat mooi nieuws. Het belangrijkste verschil tussen traditionele media en het internet is niet technisch van aard. Het gaat om macht. Traditionele media hadden vroeger als enige de mogelijkheid om openbaar en grootschalig te communiceren. Dat is overzichtelijk en lekker rustig, maar als een paar tv-optredens de verkiezingsuitslag radicaal beïnvloeden, is het belang van ‘rust’ als het gaat om politiek en media nogal twijfelachtig.

Vooropgesteld: social media zijn niet het een en al. Het debat op bijvoorbeeld Twitter is niet altijd hoogstaand en one-liners regeren. Maar zijn verkiezingsposters en tv-debatten dan zoveel beter?
De opkomst van social media heeft in elk geval gezorgd dat burgers laagdrempelig rechtstreekse relaties kunnen aangaan met volksvertegenwoordigers en politieke partijen in een publieke arena - waar overigens óók kritische journalisten volop aanwezig zijn. En terwijl Twitter uitgroeit tot de openbare frontlinie van het publieke debat, is Facebook de plek waar je laagdrempelig politieke partijen kunt volgen, als eventueel opstapje naar serieuzere politieke betrokkenheid.
Want niet alleen publieke communicatie transformeert tot een proces waar alle partijen aan kunnen deelnemen, ook maatschappelijke betrokkenheid verandert van aard.
De ontzuiling zet door. Met de SGP wellicht als belangrijke uitzondering, wordt de betrokkenheid van burgers bij politieke partijen alleen maar minder vanzelfsprekend.
Partijen dienen betrokkenheid dan ook te organiseren met een laag instapniveau: van Twitter-volger naar nieuwsbriefabonnee, en van eenmalig donateur naar actief lid.
Social media zijn zoals de meeste technologische innovaties zelden de katalysator van veranderingen in de samenleving; ze zijn eerder een reflectie van maatschappelijke onrust, dan de bron ervan. Maar ach, de democratie kan een beetje ‘opschudding’ wel gebruiken.


B. van den Belt MA, redactielid (samenstelling)

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 maart 2014

Zicht | 96 Pagina's

Social media in de politiek: bron van onrust?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 maart 2014

Zicht | 96 Pagina's