Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Geen vertolking van definitief en officieel SGP-standpunt’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Geen vertolking van definitief en officieel SGP-standpunt’

Een terugblik op veertig jaar Zicht

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met het verschijnen van dit nummer is Zicht toe aan zijn veertigste jaargang. Om precies te zijn verscheen in het jaar 1975 het eerste nummer. Het heeft de redactie goed gedacht dit jubileum niet voorbij te laten gaan zonder terug te zien op het verleden. Dit artikel neemt u daarom mee terug naar dat verleden, maar blikt tevens vooruit, mede dankzij enkele opgehaalde herinneringen van enkele (oud)redactieleden.1

Zonder het bestaan van de kweekschool ‘De Driestar’ had Zicht waarschijnlijk een andere gedaante aangenomen dan in 1975 het geval was. Zicht verscheen namelijk allerminst uit het niets: het orgaan had een voorloper in het toen al vijftien jaar bestaande Onderling Kontakt. Rond het jaar 1960 was in Gouda op initiatief van P. Kuijt (1910-1987) onder de vlag van de SGP-Statenkring een jeugdverband in het leven geroepen. Ongeveer veertig jongeren ontvingen eens in de zoveel tijd op zaterdagmiddag hun lessen politieke bewustwording. Al spoedig ontstond de behoefte aan een eigen contactorgaan. Daartoe werd Onderling Kontakt in het leven geroepen.

Onderling Kontakt
Wijlen mr. L.J.M. Hage (1917-2007), die aan ‘De Driestar’ het vak culturele en maatschappelijke vorming (Cuma) doceerde, gaf eens in een interview te kennen dat Onderling Kontakt niet ‘opgericht’ en ‘nog minder vanuit een bepaalde politieke achtergrond in het leven geroepen’ is. Op de kweekschool heerste een gunstig geestelijk klimaat. Mr. Hage nam zijn leergierige en betrokken leerlingen tijdens zijn lessen mee door de Nederlandse cultuur-, filosofie- en kunstgeschiedenis. In dit klimaat was Onderling Kontakt ontstaan. We laten Hage zelf aan het woord:

‘Er was al een schoolkrant, waarin af en toe een artikel bleek te verschijnen boven het peil van een schoolkrant. (…) Dit alles leidde tot een gesprek, dat als thema had: waarom niet in een eigen blaadje met een wat gerichte inhoud, bijvoorbeeld wat politiek of onderwerpen van een bepaald niveau van instructieve aard binnen het kader van onze levensopvatting. De titel, die zou worden Onderling Kontakt, geeft de onderliggende bedoeling weer, namelijk een orgaan gericht op intern gebruik voor de studenten. Het devies van de oprichter was ook het contact tussen de studenten te bevorderen in deze zin: instrueren om een basis te leggen voor discussie. Bij gebrek aan kennis vindt geen discussie plaats, maar een polemiek met herhaling van standpunten, met als gevolg vaak een persoonlijke verwijdering.’2

Het orgaan trok een steeds groter publiek en daarmee de aandacht van het Landelijk Verband van Staatkundig Gereformeerde Studieverenigingen (LVSGS). De stuwende krachten achter het blad, de heren Kuijt en Hage, poogden met een krachtig pleidooi het hoofdbestuur te overreden Onderling Kontakt een officiële partijstatus te geven. Hun opzet slaagde, al bleef binnen het hoofdbestuur de vrees voor het vernieuwingsstreven van de jongeren nog lange tijd bestaan.3 Het blad groeide voortdurend en werd meer en meer een studieblad – een orgaan dat steeds meer inging op politieke en maatschappelijke vraagstukken, met een herkenbaar SGP-karakter – zodat de oorspronkelijke bedoeling vervaagde: het onderlinge contact tussen de studieverenigingen, zoals de titel van het orgaan reeds uitdrukte. In de tussenliggende tijd was het Studie- en Voorlichtingscentrum van de SGP (SVC) opgericht4 – de voorloper van het huidige Wetenschappelijk Instituut voor de SGP. Vanuit het SVC kwam de vraag of Onderling Kontakt van uitgever wilde veranderen en onder diens vlag wilde varen. Van het SVC werd nu eenmaal verwacht dat het een studieblad zou uitgeven. Zo werd in 1975 Onderling Kontakt opgeheven en voortgezet als Zicht. Daarnaast verscheen vanaf datzelfde jaar in de vorm van Ons Contact een orgaan dat het LVSGS kon bedienen.5

Kritiek
De doelstelling van Zicht werd duidelijk verwoord door ds. H.G. Abma (1917-1992) in het eerste redactioneel. Zicht “beoogt door haar aktiviteit de politieke, maatschappelijke en principiële problematiek op een behoorlijk, zo mogelijk en zo nodig wetenschappelijk niveau, vanuit het standpunt van de SGP, te belichten. Geenzins is hiermede bedoeld, dat Zicht een definitief ‘officieel standpunt’ vertolkt.” Juist dat laatste was – zeker gedurende de eerste jaargang – een bron van spanningen, zowel binnen de redactie zelf als tussen de redactie, het bestuur van het SVC en het hoofdbestuur van de SGP. Tevens ontving de redactie in het eerste jaar nogal wat kritiek, zo staat te lezen in het laatste nummer van de eerste jaargang. De spanningen, evenals de kritiek, werden in hoofdzaak veroorzaakt door een verschillende zienswijze op de taken en werkwijze van Zicht. Mocht de redactie slechts schrijven over standpunten en besluiten die het hoofdbestuur genomen had, of bestond er ook een zekere mate van vrijheid om zelfstandig te schrijven over politieke en maatschappelijke vraagstukken, zonder dat het hoofdbestuur zich daarover had uitgelaten? Het merendeel van de redactie stond op het laatste standpunt, zo liet een van de redacteuren van het eerste uur weten, drs. J.J. Tigchelaar. Ongetwijfeld hadden deze spanningen evenzeer van doen met de toenmalige polarisatie en kerkelijke verdeeldheid. Zo schreef het oud-redactielid J. Leune: ‘In bepaalde kerkelijke bladen werd naar de mening van de redactie niet alleen harde onterechte kritiek geuit op de inhoud van Onderling Kontakt en Zicht maar ook op de vertegenwoordigers van de SGP in de Tweede Kamer, van wie met name ds. H.G. Abma het moest ontgelden. Omwille van de lieve vrede stelde het hoofdbestuur zich onvoldoende teweer tegen deze kritiek.’ Men meende dat de redactie zich van het aloude SGP-beginsel verwijderde.

Zicht: toonbeeld van emancipatie?
Deze kritiek moet bezien worden tegen de achtergrond van de onrustige jaren zestig en zeventig. De turbulente ontwikkelingen gingen ook de SGP niet voorbij. Een deel van de achterban wenste dat de partij principieel alleen getuigde in het politieke bestel, terwijl ds. Abma hieraan gestalte probeerde te geven door het voeren van praktische politiek. Deze ‘controverse’ had, zo is reeds beschreven, zijn weerslag op Zicht. Desondanks is een zekere mate van vrijheid kenmerkend voor Zicht, tot op de dag van vandaag. De redactie werkt zo veel mogelijk zelfstandig en onafhankelijk.
Wel loopt er sinds 1987 een belangrijke lijn tussen het bestuur van de Guido de Brès- Stichting en de redactie via wijlen drs. J. Mulder, de studiesecretaris van de Stichting.
Momenteel vervult drs. J.A. Schippers als directeur van het Wetenschappelijk Instituut deze intermediaire rol. Een geruststelling voor zowel het hoofdbestuur als het Stichtingsbestuur moe(s)t het zijn dat de redactieleden zich verbonden wisten en weten met het SGP-gedachtegoed.

Het is ondoenlijk om in het bestek van dit artikel een verantwoorde weergave te bieden van de ontwikkeling die Zicht de afgelopen veertig jaar heeft doorgemaakt. Wel lijkt het mij relevant en interessant een aantal opvallende tendensen te schetsen. Door de jaren heen professionaliseerde Zicht zich voortdurend.
Waren de bijdragen in eerste instantie afkomstig van de hand van de redactieleden zelf, al snel was dat niet meer te doen voor de redactieleden, die dit alles in hun vrije tijd moesten doen. Wel konden zij vissen uit een steeds groter wordende vijver: meer en meer jongeren uit de gereformeerde gezindte kregen de gelegenheid te gaan studeren. Waar de eerste generatie redactieleden veelal geschoold was op De Driestar – waarna sommigen alsnog aan een universitaire studie begonnen – kwam er in de jaren tachtig een generatie jongvolwassenen op die na de middelbare school meteen was doorgestroomd naar de universiteit. De gevolgen daarvan waren ook zichtbaar in Zicht. De meeste scribenten hadden inmiddels een universitaire scholing genoten. Het is interessant om te zien dat de studierichting van de jongeren uit de gereformeerde gezindte niet langer beperkt bleef tot de technische of economische richting: sociale en geesteswetenschappelijke studies werden ook onder de bevindelijk gereformeerden meer en meer geaccepteerd. Het is dan ook niet overdreven om Zicht als een toonbeeld van de emancipatie van de gereformeerde gezindte te zien. Dat geldt zeker ook als gelet wordt op de toename van het aantal gepromoveerden en erkende wetenschappers binnen reformatorische kring.

Een weg vinden in het heden
Ook inhoudelijk vallen een aantal zaken op.
Gedurende de eerste tien jaargangen maakte de ‘kroniek’ vast onderdeel uit van Zicht. Respectievelijk de SGP-vertegenwoordigers in de Tweede Kamer, ds. H.G. Abma, ir. H. van Rossum en ir. B.J. van der Vlies, gaven – zoals Holdijk het omschrijft – ‘een gecomprimeerde persoonlijke verantwoording van de hoofdmomenten van de SGP-inbreng in het Tweede Kamer gebeuren; de Eerste Kamer viel buiten beeld.’ Omdat in De Banier, die toen nog wekelijks verscheen, ook een kroniek verscheen, liet Zicht dit in 1986 los. Juist omdat De Banier wekelijks werd uitgegeven, maakte de meditatie of Bijbelstudie tot 1998 geen vast onderdeel uit van Zicht.
Voorts valt op dat Zicht veel belangstelling toonde voor bekende christelijke politici, die niet van SGP-huize waren. Behalve een vijfdelige serie over de invloedrijke gereformeerde staatsrechtgeleerde mr. D.P.D. Fabius, die tevens lange tijd de partijsecretaris was van de Antirevolutionaire Partij (ARP), en de theoloog dr. Ph.J. Hoedemaker, besteedde de redactie met een speciaal themanummer in 1987 aandacht aan de honderdvijftigste geboortedag van de antirevolutionaire voorman dr. A. Kuyper. Holdijk daarover: ‘De belangstelling voor politici die in de historie van de christelijke politiek een rol hebben gespeeld houdt verband met het inzicht dat wij zonder kennis van het verleden geen verantwoorde weg in het heden weten te vinden.
Daarbij speelde uiteraard een rol dat er lang voordat de SGP ontstond ook al sprake was van politici die bijbels-gereformeerd denken vruchtbaar trachtten te maken voor de politiek. Dat de negentiende eeuw – en minder bijvoorbeeld de oude kerk – als oriëntatiepunt diende, laat zich alleen uit de typisch Nederlandse historie verklaren.’

Tot slot, als wij de jaren negentig bezien, valt het aantal diep ideologisch geladen artikelen op: over theocratie, gewetensvrijheid en het afleggen van de eed. Niet zelden leidde dat tot een discussie in Zicht, maar ook in het geheel van de partij, bijvoorbeeld over de verhouding tussen Willem van Oranje en Petrus Datheen, een discussie tussen dr. K. van der Zwaag en mr. M. van Manen van de stichting ‘In het spoor’. Ideologische discussies moeten in Zicht zeker niet gemeden worden, vindt Van der Zwaag, de huidige hoofdredacteur: ‘Er bestaan per definitie geen gevoelige onderwerpen waar we heel krampachtig over moeten doen. Dat heeft te maken met het onafhankelijke karakter van Zicht. Zo kwam het lidmaatschap van vrouwen van de partij in de kolommen van het tijdschrift amper aan bod, niet omdat we dat niet aan de orde konden stellen, maar omdat de redactie van Zicht eigenlijk vindt dat er heel wat belangrijker onderwerpen zijn waarover wij ons druk moeten maken. Sommige onderwerpen zullen eenvoudig van tafel verdwijnen omdat ze door de tijd achterhaald zijn. Gekscherend gesteld: misschien dat er over een kwart eeuw enkel vrouwelijke Tweede Kamerleden voor de SGP zijn en dat mannen moeten ijveren voor een comeback…’

Redactievergaderingen
Een belangrijke schakel in het productieproces van Zicht vormen de redactievergaderingen. Twee personen maakten meer dan dertig jaar deel uit van de redactie, te weten mr. G. Holdijk (gedurende 1977-2009) en J. Neele (gedurende 1980-2011), bij wie de laatste vijfentwintig jaar de redactievergaderingen plaats vonden. Aan die vergaderingen bestaan louter goede herinneringen, zo laten verschillende (oud)redactieleden weten. Zo schreef Neele: ‘Het feit dat de vergaderingen van de redactie plaatsvonden in een huiskamersessie heeft altijd iets ontspannends in zich. De gemoedelijke sfeer die er dan heerst, komt misschien niet altijd de efficiëntie ten goede, maar daardoor ga je elkaar wel beter leren kennen en waarderen. De voorzitter had dan ook de moeilijke taak de vergadering in goede banen te leiden, maar hij slaagde daar uiteindelijk wel in.’ Ook het huidige Tweede Kamerlid mr. C.G. van der Staaij, die al op jonge leeftijd als redactielid meedraaide, denkt met weemoed terug aan de redactievergaderingen: ‘Het was altijd een genoegen die bij te wonen. Ze waren niet ingericht volgens de normen van efficiënte besluitvorming, maar boden veel ruimte voor gedegen onderling gesprek waar ideeën en inspiratie voor nieuwe artikelen uit opborrelde. De huiselijke sfeer bij de familie Neele in Waddinxveen was een uitmuntende en genoeglijke vergaderplek.’
De professionalisering had ook zijn invloed op de aard van de redactiewerkzaamheden.
Aanvankelijk behoorden het voeren van de administratie en het aanleveren van de kopij bij de drukker eveneens tot het takenpakket van de redactie. Jarenlang heeft mevr. C.J. Neele-Heystek zodoende het administratieve werk voor haar rekening genomen.
‘Langzamerhand kwam er enige professionalisering binnen de structuur van het Studiecentrum, eerst door de benoeming van een studiesecretaris [tegenwoordig: de directeur], die ook tot taak had de Zichtredactie te versterken en later ook door de administratieve ondersteuning vanuit het partijbureau, zodat die taken niet meer door ons behoefden te worden gedaan en lag de kern van de activiteiten alleen nog op de redactievergaderingen,’ licht haar man toe.

De toekomst van Zicht
Als studieblad wenst Zicht te staan buiten de waan van de dag. Graag biedt het tijdschrift, zoals de ondertitel uitdrukt, een gereformeerd zicht op politiek en maatschappij. Die positieve ‘eigengereidheid’ is zeker te waarderen, maar houdt ook een risico in. Enkele jaren geleden werd de verschijningsfrequentie teruggebracht van zes naar vier nummers per jaar. ‘Het is zo veel moeilijker om op de actualiteit in te spelen. Daardoor komen sommige onderwerpen niet aan de orde of soms als de bekende mosterd na de maaltijd,’ laat Neele doorschemeren. Leune voegt daaraan nog iets toe: ‘Houd vast aan de Bijbelse beginselen maar probeer dat steeds in eigentijdse enigszins prikkelende en niet uitgesleten bewoordingen de lezer voor te houden.’ Ook Van der Zwaag wil dat benadrukken: ‘Bezinnende artikelen zijn hard nodig in een tijd waarin de politiek verzakelijkt en vereconomiseert (hoe vaak gaan politieke debatten over cijfers en begrotingen!) en weinig tijd is voor verdieping in culturele en filosofische achtergronden van politiek en maatschappij.’ Kortom, Zicht biedt een belangrijke bijdrage aan studie en bezinning.
Moge de redactie die doelstelling ook in de voor ons onbekende toekomst blijvend handhaven en op die manier een waardevolle bijdrage leveren aan Bijbels genormeerde politiek!

B.J.T. van de Worp MA, historicus


Noten
1 Ik bedank de volgende (oud)redactieleden voor hun schriftelijke beantwoording van enkele vragen. Op alfabetische volgorde: dr. W. Fieret, mr. G. Holdijk, J. Leune, J. Neele, mr. C.G. van der Staaij, drs. J.J. Tigchelaar en dr. K. van der Zwaag.
2 K. van der Zwaag, ‘Politieke idealen zijn verbleekt ten gunste van cijfers en procenten’, interview met mr. L.M.J. Hage, Zicht 21,5 (1995), pp. 170-175.
3 Vergelijk G. Koese, ‘Waarderend kritisch en kritisch waarderend’, interview met ds. M. Golverdingen, In Contact. SGP-jongerenmagazine 3 (2008), pp. 28-29 en J. Exalto, Wordt een heer! Kweekschool De Driestar en de emancipatie van de bevindelijk gereformeerden (Zoetermeer 2013), p. 357.
4 Op 21 maart 1974.
5 Vergelijk H.A. Abma, ‘Overwegingen bij ons laatste nummer’, Onderling Kontakt 15,6 (1974), pp. 2-5; H.G. Abma, ‘Een uitgever maakt kennis’, Zicht 1,1 (1975), pp. 2-3; P. Mulder, ‘Woord vooraf van de redactie’, Ons Contact, 1,1 (1975), pp. 2-5.


Samenstelling Zicht-redactie van 1975 tot 2014

Het blad Zicht is per 1 januari 1975 van start gegaan als opvolger van Onderling Kontakt. Onder laatstgenoemde titel zette het Landelijk Verband van Staatkundig Gereformeerde Studieverenigingen haar uitgave voort ten behoeve van de SGP-jongeren, terwijl Zicht de uitgave werd van de Stichting Studieen Voorlichtingcentrum van de SGP. In mei 1978 werd deze omgezet in de Stichting Studiecentrum SGP. Deze stichting werd in 1992 hernoemd tot Guido de Brès-Stichting, waarvan het bestuur het studiecentrum beheert. Vanaf 2008 werd de naam van het Studiecentrum SGP vervangen door Wetenschappelijk Instituut voor de SGP.
In het onderstaande overzicht staan de namen vermeld van alle redactieleden. Daarvoor is het colofon van de uitgave geraadpleegd. Tussen haken staat de periode vermeld waarin de betreffende persoon redactielid was van Zicht. Daarachter staat de woonplaats vermeld, voor zover de oud-redactieleden nog in leven zijn. Ten slotte vermelden we nog dat administratie van het studieblad werd verzorgd door mw. C.J. Neele-Heystek te Waddinxveen, van 1979 tot en met 1992.

Redactieleden
Ds. H.A. Abma (1975-1977), Laureat, Frankrijk
Ds. J.W. Arendshorst (1975-1978), Wolvega
Mr. W.N.L. Donker (1975-1976), Bodegraven
Mr. I.J.G.H. Hage (1975), Ede
Mr. L.J.M. Hage (1975)
J. Leune (1975-1982), Apeldoorn
Joh. Leune (1975-1976), Woerden
Ds. P. Mulder (1975-1982), Geldermalsen
D.A. Roozemond (1975-1986)
J. Sturm (1975-1980)
Drs. J.J. Tigchelaar (1975-1990), Putten
W.H. Marchand (1976-1979), Hulshorst
Mr. G. Holdijk (1977-2009), Uddel
Drs. J. Schinkelshoek (1978-1980), Den Haag
Drs. J. Freeke (1979-1980)
W. Büdgen (1980-1990), Westzaan
J. Neele (1981-2011),Waddinxveen
H. Freeke (1982-1996)
P. van de Breevaart (1982-1987), Hendrik-Ido-Ambacht
Drs. J. Mulder (1987-2005)
T. van Oostenbrugge (1987-1992), Bruinisse
Drs. S. Stoop (1987-1998), Dirksland
Dr. W. Fieret (1991-1992), Woudenberg
Mr. C.G. van der Staaij (1991-2008), Benthuizen
Ir. A. van Maldegem (1993-2001), Groningen
Dr. K. van der Zwaag (1993-heden), Barneveld
Drs. Joh. Weggeman (1996-2001), Zwijndrecht
Mevr. drs. R. Biemond (1999-2005), Canada
Drs. J.R.C. Janse (2001-2007), Boskoop
Dr. ir. H. Kievit (2001-heden), Barneveld
Drs. J.W. van Berkum (2005-2006, 2011-heden), Gouda
Drs. J.A. Schippers (2006-heden), Rotterdam
Drs. G.C. Verhoeks (2007-2009), Boskoop
Mr. drs. P. Verhoeve (2007-2008), Oudewater
Ir. J. Maljaars (2008-heden), Woerden
Drs. J.D. Veldman (2008-heden), Dordrecht
Drs. P.J. Verheij RA (2009-heden), Alblasserdam
J.M. ten Hove MA (2011-heden), Alblasserdam
H.J. Nijsink MA (2011-heden), Utrecht
B. van den Belt MA, (2011-heden) Kampen
Ing. J.J. van Burg MSc (2011-heden), Axel
Mw. E. van Doorn MA (2011-heden), Rotterdam
Drs. A.I. Hoogeveen (2011-heden), Spijkenisse
W.J. Pijl (2011-heden), Den Haag
Prof. dr. J.J. Polder (2011-heden), Woudenberg
B. Provoost MA (2013-heden), Amersfoort
Mw. C.A. Everse (2014-heden), Den Haag
Mw. R.A. Heijboer (2014-heden), Bodegraven

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 maart 2014

Zicht | 96 Pagina's

‘Geen vertolking van definitief en officieel SGP-standpunt’

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 maart 2014

Zicht | 96 Pagina's