Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Euroscepsis krijgt zwaardere stem in Europees Parlement

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Euroscepsis krijgt zwaardere stem in Europees Parlement

Verkiezingen

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De verkiezingen van eind mei hebben het politieke landschap in het Europees Parlement (EP) behoorlijk veranderd. Wat is het algemene beeld? In dit artikel doen wij eerst een aantal algemene observaties. Vervolgens bespreken wij specifiek de uitslagen van een aantal Europese landen.

Wat is het algemene beeld na de Europese verkiezingen van 22-25 mei 2014 in Europa?
Duidelijk is dat de christendemocraten, verenigd in de Europese Volkspartij, een fors verlies geleden hebben. Ze blijven wel de grootste fractie in het EP. De sociaaldemocraten hebben een lichte winst geboekt. Samen hebben deze fracties nog altijd een duidelijke meerderheid in het EP. Ook valt op te merken dat extreem links groeit, terwijl de liberalen juist flink verloren hebben. De meest in het oog springende uitkomst van de Europese verkiezingen is de sterke groei van het aantal partijen die kritisch en in de meeste gevallen zelfs sceptisch tegenover de Europese Unie (EU) staan. Het Franse Front National en de Britse UKIP zijn hiervan de duidelijkste voorbeelden. Ook in verschillende andere lidstaten zien we deze trend.

Tendenzen in diverse lidstaten
De Oostenrijkse FPÖ is verdubbeld ten opzichte van 2009, van twee naar vier zetels. De partij is daarmee één zetel kleiner dan de christendemocratische en sociaaldemocratische partijen uit Oostenrijk afzonderlijk. De Finse Partij van Timo Soini (voorheen de ‘Ware Finnen’) is ook verdubbeld, van één naar twee zetels. Op sociaal gebied is deze partij overigens links georiënteerd. In Duitsland heeft de eurokritische partij Alternative für Deutschland (AfD) vanuit het niets zeven zetels gekregen. In Ierland zien we Sinn Fein vanuit het niets op drie zetels komen terwijl de Ierse Labour en de socialisten geheel uit het EP verdwijnen. In Denemarken is een duidelijke winst zichtbaar voor de eurokritische Deense Volkspartij.

Hoewel ook in Nederland winst voor Wilders was voorspeld, moest deze partij een zetel inleveren, maar de PVV was in de vorige verkiezingen al groot geworden (samen met het CDA was het in 2009 de grootste Nederlandse partij met vijf zetels).

Het partijenlandschap overziend, ontstaat de indruk dat de partijen die eurosceptisch/anti- Europa zijn, zich vooral in het noorden van de Europese Unie bevinden: Scandinavië, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en in zekere mate ook Duitsland. In Zuid-Europa kunnen genoemd worden: de extreem-linkse Griekse Syriza en extreem rechtse Gouden Dageraad (gezamenlijk goed voor meer dan de helft van de Griekse stemmen) en de Italiaanse vijfsterrenbeweging van Grillo die tegen de euro is, maar ook heel de politiek in Italië wil hervormen en opschudden.

Een tegengestelde beweging zien we in Tsjechië waar in het algemeen winst is voor de pro-Europese conservatief-liberale partijen en de eurokritische ODS zeven van de negen zetels in moet leveren. Dit Centraal Europese land kende overigens een bijzonder lage opkomst van 19,5 procent. Slowakije spande hierbij echter de kroon met een teleurstellende opkomst van 13 procent. Dit staat in schril contrast met de opkomst van 90 procent in België en Luxemburg. Daarbij moet worden aangetekend dat in deze landen een stemplicht geldt, of beter gezegd een opkomstplicht. De opkomstplicht geldt in vier EU-lidstaten, naast de genoemde landen ook in Griekenland (opkomst 58%) en Cyprus (opkomst 44%). Alleen in Luxemburg wordt de opkomstplicht daadwerkelijk gehandhaafd.
Van de landen zonder stemplicht had Malta de hoogste opkomst met 75%. De gemiddelde opkomst in de EU-28 bedroeg 43,09% tegenover 43,0% in 2009. De gemiddelde opkomst in de vijftien oude lidstaten (van voor 2004) bedraagt 54,7% tegenover 32,9% in de dertien nieuwe lidstaten. Als mogelijke verklaring hiervoor wordt wel genoemd dat de kiezers in de voormalige Oostbloklanden vanouds geen fiducie hebben in de werking van de democratie: je kunt wel gaan stemmen, maar het maakt voor het resultaat toch niet uit.
Enkele landen verdienen een nadere beschouwing.

Nederland
Nederland is het enige land dat partijen heeft in alle Europese politieke fracties. Omdat zowel D66 als de VVD deel uitmaken van de liberale fractie, vaardigt Nederland relatief veel liberalen af (respectievelijk vier en drie).
De grootste afvaardiging vanuit Nederland is het CDA met vijf zetels. Dat is opvallend, omdat het CDA de afgelopen jaren een neerwaartse ontwikkeling doormaakte. De partij had de vorige keer ook vijf zetels en heeft nu opnieuw de meeste zetels van de Nederlandse partijen. D66 had weliswaar een hogere procentuele score, maar door de lijstverbinding met ChristenUnie-SGP kreeg het CDA een restzetel. De hoge score van het CDA hangt ongetwijfeld samen met de regionale profilering van een aantal kandidaten die vanouds bij het CDA veel voorkeurstemmen ontvangen. Voor een partij met vijf zetels is het uiteraard veel gemakkelijker om regionaal campagne te voeren dan voor een partij met één of twee zetels. Een aantal kandidaten heeft zich niet alleen op een regio gericht, maar ook op een sector. Zo hebben verschillende CDA-kandidaten sterk ingezet op de agrarische sector en ook de met voorkeurstemmen gekozen VVD’er Huitema heeft dat gedaan.
Dat ChristenUnie-SGP zich de afgelopen jaren sterk heeft gemaakt voor een beter beleid voor visserij, is overigens niet onopgemerkt gebleven. Op plaatsen waar veel vissers wonen, heeft de waardering daarvoor geleid tot winst voor ChristenUnie-SGP.

Duitsland
Duitsland kent de grootste afvaardiging in het Europees Parlement: 96 van de 751 leden.
Het meest opvallende aan de Europese verkiezingen in Duitsland was de afwezigheid van de traditionele kiesdrempel. Had vorig jaar de Bundestag besloten om de kiesdrempel voor de EP-verkiezingen te verlagen van vijf procent naar drie procent, begin dit jaar verklaarde het Duitse Constitutionele Hof dat ook deze kiesdrempel ongeldig was. Met als resultaat een versplintering van de politieke afvaardiging in het EP. De CDU/CSU verliezen acht zetels en de SPD wint er vier. Daarmee heeft de huidige brede coalitie in Duitsland ruim 60 procent van de stemmen ontvangen.
Opvallend, maar in lijn met de nationale verkiezingen, is het grote verlies van de liberale FDP dat nog slechts drie van de twaalf afgevaardigden overhoudt. Eveneens in het oog springend is de grote winst van de nieuwe, eurokritische partij Alternative für Deutschland (AfD), die in één keer zeven zetels krijgt in het EP. Zelfs al was de kiesdrempel van kracht geweest, dan nog had deze partij met zeven procent van de stemmen het EP gehaald. De AfD is een van de maar liefst acht nieuwe Duitse partijen in het EP, die verder allemaal één zetel krijgen. Opvallende nieuwkomers zijn de Piratenpartij, de Familiepartij, een Duitse variant van de Partij voor de Dieren, en de extreem rechtse neonazipartij NDP.

Verenigd Koninkrijk
Het Verenigd Koninkrijk (VK) heeft geen vertegenwoordiging in de christendemocratische fractie. De meeste stemmen gingen naar de eurosceptische UKIP die wil dat Groot-Brittannië uit de EU treedt (24 zetels). Labour (20 zetels) is iets kleiner, evenals de conservatieven (19 zetels), de partij van premier Cameron die eurokritisch is maar wel in de EU wil blijven. Het is zelfs voor het eerst in meer dan honderd jaar dat niet de sociaaldemocraten of conservatieven de grootste zijn bij een landelijk gehouden verkiezing in het VK. De grote winst voor UKIP zal de druk op de conservatief- liberale regering verhogen om zich kritischer op te stellen in Europa. De meeregerende liberaaldemocraten van de half-Nederlandse Nick Clegg (voor meer Europa en vergelijkbaar met D66) zijn bijna weggevaagd (11 van de 12 zetels verloren). De extreemrechtse BNP heeft geen zetel meer.

Italië
In Italië is het meest in het oog springend de grote winst voor de sociaaldemocratische PD, de huidige regeringspartij van de in februari aangetreden premier Matteo Renzi. De partij stijgt van 23 naar 31 zetels in het EP en heeft bijna 41 procent van de stemmen binnengehaald. In eigen land mag Renzi flink aan de bak want het land kent de op een na hoogste staatsschuld van de EU, 135% van het BNP, waar volgens Europese normen maar 60% is toegestaan. Begin juni ontving Italië daarvoor een corrigerende tik van de Europese Commissie. Even opvallend als de winst van de PD is het verlies van de centrum-rechtse partijen die hun 34 zetels zagen slinken tot 17. De partij van Berlusconi, Forza Italia1 heeft nog wel de grootste afvaardiging binnen de christendemocratische fractie in het EP, maar verliest twee zetels. Na alle commotie valt dat verlies nog mee. Daarnaast blijven alleen een kleine centrumrechtse coalitie en de Südtiroler Volkspartei bestaan binnen de EVP. Ook de rechtse separatistische Lega Nord verliest fors, en gaat van negen naar vijf zetels. Deze dalende trend was al langere tijd zichtbaar.
Misschien wel de meest opvallende factor bij de Italiaanse verkiezingen is de enorme winst van de anti-establisment (en eurokritische) vijfsterrenbeweging van de komiek Beppe Grillo, die met ruim 21 procent de tweede partij van Italië wordt en maar liefst 17 zetels in de wacht sleept.

Griekenland
De financiële en economische crises in Griekenland en de daaruit voortvloeiende bezuinigingsrondes resulteerden in hogere lasten, verlies van werk, versobering van de sociale zekerheid en minder toegankelijke gezondheidszorg. Die hebben veel kwaad bloed gezet en grotendeels de eurokritiek veroorzaakt. Zowel de zittende christendemocratische Nea Demokratia (-twee zetels) en de sociaaldemocratische PASOK (-vijf zetels) verliezen fors terrein.
Zowel extreem links als extreem rechts (beide eurokritisch) winnen fors. In Griekenland is de winnaar van de Europese verkiezingen de links-radicale Syriza, een samenraapsel van allerlei socialistische, marxistische en communistische bewegingen, dat van één naar zes zetels stijgt in het EP. Samen met de stabiele communistische partij heeft radicaal links bijna 40 procent van de stemmen gekregen. Aan de rechterzijde van het politieke spectrum is de winst van de Gouden Dageraad het meest opmerkelijk (drie zetels).
De naam mag dan romantisch ogen, de realiteit is grimmig. De partij wordt beschouwd als neonazistisch, het partijwapen in de vorm van een meander vertoont veel gelijkenis met de swastika, en beoogt een radicaal immigratiebeleid.

Hongarije
In Hongarije hebben rechtse partijen een opvallend groot aandeel. De christendemocraten hebben 12 zetels (van de 21 Hongaarse zetels), de extreem-rechtse Jobbik is stabiel met drie zetels maar neemt met dit resultaat wel voor het eerst de tweede plaats in. Twee sociaaldemocratische partijen en de Groenen hebben alle drie twee zetels gekregen. Deze uitslag is een duidelijke bestendiging van de sterke positie van de regeringspartij van premier Orbán in het Hongaarse politieke landschap.

Roemenië
Vanuit Roemenië halen alleen de christendemocraten en sociaaldemocraten zetels, naast een zetel voor een onafhankelijk lid. Roemenië is daarmee vertegenwoordigd in slechts twee politieke fracties. De christendemocraten zijn met 15 zetels iets kleiner dan het sociaaldemocratische blok (16 zetels), de duidelijke winnaar van de verkiezingen, met daarin het grootste deel van de centrumlinkse regeringspartijen onder leiding van premier Ponta.

Slowakije
Vanuit Slowakije, het land met de laagste opkomst van 13%, zijn de christendemocraten het grootst geworden, gevolgd door de sociaaldemocraten die iets kleiner zijn. Er zijn verschillende Slowaakse europarlementariërs waarmee we goed kunnen samenwerken vanwege hun christelijke overtuiging. Een voorbeeld hiervan is mevrouw Zaborska, die duidelijke standpunten heeft over de beschermwaardigheid van het leven en de waarde van het gezin.

ECPM
Zowel ChristenUnie als SGP is lid van de European Christian Political Movement (ECPM), een politieke beweging die christelijke politiek in Europa wil bevorderen. De leden van ECPM zijn Bijbelgetrouwe politieke partijen van binnen en buiten de EU. De gekozen Slowaak Skripek sluit zich aan bij de ECPM, maar andere politieke partijen die zijn aangesloten bij de ECPM hebben helaas geen zetel gekregen.
Dat wil niet zeggen dat het christelijk geluid in het EP verstomt. Gelukkig zijn er ook in andere partijen Bijbelgetrouwe christenen te vinden waarmee we in de komende jaren kunnen samenwerken, zeker ten aanzien van principiële zaken!

W.T. van Luik MSc en drs. F.I. van der Maas, beleidsmedewerkers van de Eurofractie


Noten
1 Forza Italia werd in 2008 ontbonden en vervangen door Il Popolo della Libertà. Forza Italia werd vorig jaar weer nieuw leven werd ingeblazen onder de oude naam, met Berlusconi als leider.


Zie voor Tabel 1 Top-5 van hoogste en laagste opkomst in EU-lidstaten, Afbeelding 1 Opkomst in EU-lidstaten 2009-2014 en Tabel 2 Overzicht van vijf gemeenten met grootste toename/afname van CU-SGP-stemmers de originele pdf

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juli 2014

Zicht | 92 Pagina's

Euroscepsis krijgt zwaardere stem in Europees Parlement

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juli 2014

Zicht | 92 Pagina's