Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Wie klimt de berg des Heeren op?’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Wie klimt de berg des Heeren op?’

Bijbels kader bij integriteit noodzakelijk

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Integriteit is een hot item tegenwoordig. Namen als die van Jos van Rey en Wilma Verver roepen beelden op van corruptie, omkoping en machtsmisbruik alsof ze in de Nederlandse politiek de orde van de dag zijn. Dankzij de media weet iedereen ervan. Toch is aandacht voor integriteit niet nieuw. Vanaf het moment dat toenmalig minister Ien Dales in 1992 de bekende woorden een beetje integriteit bestaat niet uitsprak, is in bestuurlijk Nederland een bewustwordingsproces op gang gekomen dat tot nu toe voortduurt.1

De SGP lijkt met haar bezinning op dit thema te zijn achtergebleven.2Waar andere partijen kwamen met gedragscodes, bleef het bij de SGP stil. Gezien de weinige integriteitsschendingen binnen de partij, lijkt daar ook weinig noodzaak toe.3 Bovendien worden politici en bestuurders van SGP-huize gezien als behorend tot de meest integere politici.4 Desondanks is het goed dat de SGP in het kader van het jaarthema ‘Bouwen aan vertrouwen’ met een Handleiding Integriteit komt. In haar benadering van integriteit moet de SGP dan wel vanuit een Bijbels kader denken en niet zoals andere partijen de norm in de menselijke autonomie leggen.

Verschuiving van benadering
Het begrip integriteit betekent letterlijk opgevat ‘heelheid’ of ‘zuiverheid’. Van Dale geeft als omschrijving ‘rechtschapenheid’, ‘onomkoopbaarheid’ en ‘een ongeschonden toestand’. Je zou ook kunnen zeggen dat het ‘eerlijkheid’ betekent, ‘betrouwbaar’ en ‘wars van bedrog’. Het integriteitsbeleid van de overheid is volgens onderzoekers verdeeld in drie fases. In de eerste fase lag de nadruk op hard controls, zoals het opstellen van geschenkenregelingen en gedragscodes. Uit de blijvende ontsporingen bleek dat maatregelen alleen niet werken. Er was meer bewustwording nodig. Daarom werd in de tweede fase, die van de soft controls, ingezet op trainingen en bespreking tijdens functioneringsgespreken. Onderzoekers zien nu een derde fase aanbreken, die van professionaliteit. De ingezette beweging wordt doordacht en er komt een antwoord op de grenzen van vorige fases. 5 Al die fases zijn terug te vinden in de meest gehanteerde definitie van integriteit in het openbaar bestuur: ‘Handelen overeenkomstig de (daarvoor) gestelde morele waarden en normen en de daarmee samenhangende (spel)regels.’6

God en Zijn mens
Waarom hecht de overheid zoveel belang aan integriteit? Omdat integriteit alles te maken heeft met het vertrouwen dat burgers hebben in de overheid. Integriteitsschendingen doen afbreuk aan dat vertrouwen. Daarmee komt de legitimiteit van de Nederlandse rechtsorde onder druk te staan. De overheid staat – meer dan andere organisaties – in dienst van het algemeen belang. Politici, bestuurders en ambtenaren beschikken over bevoegdheden, macht en middelen die andere burgers niet hebben. Misbruik daarvan gaat ten koste van het algemeen belang en zet het eigen belang voorop. Dat is de reden voor de overheid om integriteit zoveel mogelijk te bevorderen.
Daarbij wordt ‘onkreukbaarheid’ gezien als de basis van alle andere waarden voor het openbaar bestuur.7 In deze gedachtegang kan de SGP goed meekomen. Toch kan de spade vanuit Bijbels oogpunt dieper in de grond. De overheid staat niet alleen in dienst van het algemeen belang, zij staat ook in dienst van God. Paulus noemt niet voor niets de overheid ‘Gods dienares, u ten goede’.8 Gods dienares zijn en het algemeen belang, gaan hand in hand.
De SGP belijdt God als Schepper en Onderhouder van de aarde. Hij is de Heere.9 Hij heeft onbeperkte zeggenschap en beschikkingsmacht over Zijn schepping en Zijn schepselen. Daarbij schakelt hij de overheid in als Zijn dienares en bekleedt haar met gezag. 10 Hoe zij van het afgeleid gezag gebruik gemaakt heeft, zal zij eens moeten verantwoorden. 11 Wie daarbij bedenkt dat de overheid gevormd wordt door personen, weet waarom de SGP des te meer belang hecht aan een goed integriteitsbeleid. Gods dienares is er u ten goede. Dat betreft mensen. Schitterend is wat het beginselprogramma van de SGP daarbij opmerkt: ‘De overheid dient als uitgangspunt te hebben dat ieder mens een uniek schepsel is, geschapen als beelddrager Gods.’12 Geen enkel misverstand: die mens is in zonde gevallen. Maar toch blijft hij Gods beeld dragen. Ook dat geeft de diepte weer van het integriteitsvraagstuk. Als er binnen de overheid sprake is van integriteitsschendingen, dan benadeelt Gods dienares beelddragers van God. Voor een goed integriteitsbesef is het dus belangrijk om niet alleen te kijken naar het belang van de rechtsstaat. De horizontale blik van de overheid moet omhoog om de verticale relatie tussen Schepper en dienares en Schepper en Zijn beelddrager te zien.

De mens en Gods norm
Het belang van integriteit is duidelijk. De vraag is echter wat de definitie van integriteit verstaat onder de ‘gestelde morele waarden en normen’ die gehanteerd moeten worden.
Wat opvalt, is dat in veel handreikingen antwoorden klinken als: ‘Voor elk individueel raadslid vraagt dit per geval om een persoonlijke afweging en keuze die afhankelijk is van tijd en context. Iedereen heeft zijn eigen moreel kompas.’13 Om die afweging te kunnen maken, wordt in andere publicaties bijvoorbeeld verwezen naar de deugden van moed, verstandigheid, matigheid en rechtvaardigheid. Wie die deugden goed gebruikt, is een integere politicus, bestuurder of ambtenaar.14
Kenmerkend voor deze benaderingen is dat de morele afweging bij politici, bestuurders of ambtenaren zelf komt te liggen. En daar wringt voor de SGP de schoen. Achter deze visie gaat niet alleen een optimistisch mensbeeld schuil, zij veronderstelt tevens de autonomie van de mens. Deze autonomie wil hij als verworvenheid nimmer prijsgeven.
Elke keer als de mens bij zichzelf te rade gaat, doet hij wat Adam en Eva in het Paradijs deden: zelf uitmaken wat goed en kwaad is.15
Wat integriteit echter nodig heeft, is de toets van Gods Woord. De Schepper van hemel en aarde laat geen misverstand verstaan over wat goed is: ‘Vrees God en houd Zijn geboden, want dit betaamt alle mensen’.16 Het beginselprogramma van de SGP verkiest deze bijbelse morele waarden en normen als uitgangspunt en ijkpunt voor het overheidshandelen. De overheid is immers geroepen om als Gods dienares ook zelf te handelen overeenkomstig Gods Woord en Wet. Politici, bestuurders en ambtenaren zijn geroepen hun handelen te toetsen aan de Bijbel. Zodat geen Nederlander zal moeten concluderen: ‘Een ieder deed wat recht was in zijn ogen.’17

Integriteit anno 2014
De benadering van integriteit voor de SGP zal altijd op Bijbelse leest geschoeid moeten zijn.
Het zet de overheid in het juiste perspectief tegenover God en tegenover de naaste. Daarbij worden de morele waarden en normen genomen uit het Woord van God. Dat betekent niet dat de SGP haar voordeel niet kan doen met de vele integriteitspublicaties die er door de loop van de jaren heen verschenen zijn.
Het wekt geen verbazing dat daarin vele goede adviezen te vinden zijn. Met Paulus belijden wij dat God in elk schepsel het goede heeft geopenbaard.18 Tegelijk blijkt hoever de mens uit zichzelf bij God vandaan is, als in al die handreikingen politici, bestuurders en ambtenaren aangeraden wordt bij de eigen autonomie te rade te gaan. Hier komt het beeld van de twee cirkels in gedachten die elkaar in een bepaalde mate overlappen. In een door het christendom gestempelde cultuur zal de mate van overlap groter zijn dan in een seculiere samenleving. In de huidige context moet de SGP er rekening mee houden dat de overlap van deze twee cirkels door de tijd heen, steeds kleiner wordt.19 In onze maatschappij verkrijgt de wet van God als norm, kompas en richtsnoer steeds minder erkenning. Voor de SGP is het van het hoogste belang dat zij zich met regelmaat bezint op integriteit. Christelijke politici, bestuurders en ambtenaren zijn geen haar beter dan die van andere partijen! En bij een integriteitsschending is het niet alleen de partijnaam die geschaad wordt. In het geval van de SGP is meteen ook Gods Naam ermee gemoeid.

Slot
Van oude tijden af heeft de SGP beleden dat Gods geboden goed zijn voor heel de samenleving. Inwoners van gemeenten en burgers van Nederland zullen het merken als SGP-politici zich houden aan Zijn Woord en Wet. Tegelijk kan niemand daarmee aan Gods hoge eis voldoen (zie het excurs). Dat kan alleen door het bloed van Christus. Zonder Zijn verzoening kan onze integriteit niet voor God bestaan. Met klem geldt voor SGP-politici: wat een grote verantwoordelijkheid!

drs. H. Pool, medewerker Communicatie, Voorlichting en Vorming SGP


Noten
1 C.I. Dales, ‘Om de integriteit van het openbaar bestuur’, toespraken juni 1992 en september 1992, in: L.W.J.C. Huberts (red.), Machtsbederf ter discussie (Amsterdam 2010), p. 718.
2 Of moet gezegd worden dat het beginselprogramma van de SGP al genoeg gedachten bevat over gedrag in het openbaar bestuur? Of dat het begin van (fractie)vergaderingen met een open Bijbel altijd een vorm van integriteitsbewustwording is? Of dat de lokale SGP er samen met andere partijen in de raad over nadenkt en zichzelf, zonder hulp van de landelijke partij, scherp houdt?
3 In het recente verleden is alleen de zaak-Koffeman op Urk bekend.
4 J.H.J. van den Heuvel, L.W.J.C. Huberts e.a., Integriteit van het lokaal bestuur. Raadsgriffiers en gemeentesecretarissen over integriteit (Den Haag 2010), p. 51.
5 E.D. Karssing en S. Spoor, ‘Integriteit 3.0. Naar een derde generatie integriteitsbeleid’ in: E.D. Karssing en M. Zweegers (red.), Jaarboek Integriteit 2010 (Den Haag 2010), p. 7281.
6 L.W.J.C Huberts, Integriteit en integritisme in bestuur en samenleving. Wie de schoen past… (Amsterdam 2005).
7 J.H.J. van den Heuvel en L.W.J.C. Huberts, ‘Bestuurlijke integriteit vandaag’ in: Jaarboek Integriteit 2010 (Den Haag, 2010).
8 Romeinen 13:4.
9 ‘Heere’ is de vertaling van Adonai, dat de betekenis van ‘degene die regeert, het voor het zeggen heeft’ draagt. Zie daarvoor ook een tekst als Ezechiël 18:4.
10 Zie ook 1 Petrus 2:13-14.
11 Artikel 3 van het Program van Beginselen van de SGP wijst daar bijvoorbeeld op met de woorden: ‘waarnaar zij geoordeeld zal worden’.
12 Artikel 5 van het Program van Beginselen.
13 Handreiking Integriteit voor Raadsleden, gemeente Amstelveen (2013), p. 3.
14 Het Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector (BIOS), een initiatief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), doet dit bijvoorbeeld met de DVD-uitgave ‘Integriteit deugt’ door uit te gaan van de zogenaamde ‘deugdethiek’.
15 Deze gedachten zijn ontleend aan het hoofdstuk ‘Het eigene van de christelijke ethiek’ uit het boekje Oriëntatie in de christelijke ethiek van prof. dr. W.H. Velema. Voor een verdere doordenking van dit onderwerp van harte aanbevolen!
16 Prediker 12:13.
17 Richteren 21:25. De kanttekeningen merken bij dit laatste vers uit het Richterenboek op: ‘Dat is, wat hem dacht recht te zijn; niet wat recht was in de ogen des Heeren.’
18 Romeinen 1:18-23.
19 Velema ontleent in zijn boekje Oriëntatie in de christelijke ethiek deze gedachte aan II Timotheus 3:1-5, waarin geschetst wordt hoe de mens zich in de laatste dagen zal ontwikkelen.
20 In de Bijbeltekst staat hier: ‘In wiens ogen de verworpene veracht is.’ De kanttekeningen geven daarbij aan: ‘Die vanwege zijn goddelozen wandel met recht door alle vromen verworpen wordt.’
21 Zie Romeinen 12 vers 9-21 en bijvoorbeeld ook Kolossenzen 3 vers 1-17.


Excurs Oude en Nieuwe Testament

Integriteit komt als term niet letterlijk in de Bijbel voor. Toch is er op allerlei plaatsen aandacht voor ‘onkreukbaarheid’, ‘heelheid’ of ‘rechtschapenheid’, bijvoorbeeld in het Oude Testament, in Psalm 15. David vraagt daar: ‘HEERE, wie zal verkeren in Uw tent? Wie zal wonen op de berg Uwer heiligheid?’ Met andere woorden: welk mens kan aan de eis die u stelt, voldoen? Het antwoord op die vraag is heel concreet:
- Die oprecht wandelt;
- Die gerechtigheid werkt;
- Die met zijn hart de waarheid spreekt;
- Die met zijn tong niet achterklapt;
- Die zijn metgezel geen kwaad doet;
- Die geen smaadrede opneemt tegen zijn naaste;
- Die de goddeloze wandel verwerpt;20
- Die degenen die de Heere vrezen eert;
- Die op zijn eed toch niet terugkomt, hoewel achteraf blijkt dat die hem schaden zal;
- Die zijn geld niet uitleent tegen rente;
- Die een geschenk ten nadele van de onschuldige niet aanneemt.

Vaak wordt gezegd dat integriteit een houding is. Voor David is het vooral gedrag. Alles wat hij daarbij noemt, is te linken aan de Tien Geboden. Zijn conclusie: ‘Die deze dingen doet, zal niet wankelen in eeuwigheid.’

Maar als dit de maatstaf is voor politici, bestuurders en ambtsdragers, dan moet toch de conclusie zijn dat niemand hieraan kan voldoen? Op die vraag is maar een antwoord mogelijk: Christus! Hij volbracht Gods Wet volkomen. Door het geloof krijgt een christen een nieuwe verhouding met die Wet: uit dankbaarheid voor de verlossing door Christus wil hij de leefregels in acht nemen. Alleen in de navolging van Christus kan een SGP-politicus echt integer zijn!

In de brief aan de Romeinen schrijft de apostel Paulus: ‘De liefde zij ongeveinsd. Hebt een afkeer van het boze, en hangt het goede aan. Hebt elkander hartelijk lief, met broederlijke liefde, met eer de een de ander voorgaande. (...) Zegent hen, die u vervolgen; zegent en vervloekt niet. (…) Staat niet naar de hoge dingen, maar voegt u tot de nederige. Weest niet wijs bij uzelf. Vergeldt niemand kwaad voor kwaad. Draagt zorg voor wat eerbaar is voor alle mensen. Indien het mogelijk is, zoveel in u is, houdt vrede met alle mensen. Wreekt uzelf niet, beminden, maar geeft de toorn plaats; want er is geschreven: Mij komt de wraak toe; Ik zal het vergelden, zegt de Heere. (...) Wordt door het kwade niet overwonnen, maar overwint het kwade door het goede.’21

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juli 2014

Zicht | 92 Pagina's

‘Wie klimt de berg des Heeren op?’

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juli 2014

Zicht | 92 Pagina's