Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Genade maakt bedelaars echt rijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Genade maakt bedelaars echt rijk

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want gij weet de genade van onze Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden. [2 Korinthe 8:9]

Eens heeft Luther gesproken van een wonderlijke ruil: ‘Heere Jezus, U mijn zonde, en ik Uw gerechtigheid’. Daaraan kunnen we denken als het hier ook gaat over een wonderlijke ruil: Christus is arm geworden en heeft Zijn hemelse rijkdom daarvoor afgelegd, zodat arme zondaars rijk zouden kunnen worden.

Paulus schrijft deze woorden met betrekking tot vragen over rijkdom en armoede. Dat speelde erg in de gemeente van Korinthe. Er was veel armoede. Mensen moesten voortdurend door anderen geholpen en vooral financieel ondersteund worden. In de wereld van vandaag is er ook veel nood. Zeker als we leven in een westerse samenleving van weelde en overdaad, zoals wij, mogen we daar weleens vaker bij stilstaan. Wat hebben wij dan nog veel, vergeleken met de behoeften van veel mensen die het dagelijks aan het nodige ontbreekt. Zo wekt Paulus de mensen in Korinthe op ook aan anderen te denken, ook in hun noden te voorzien.

MEDEDEELZAAMHEID GAAT BOVEN RIJKDOM

Een ander punt is dat wij onze welvaart juist moeten besteden. Daarin worden altijd keuzes gevraagd. Hebben we onszelf op het oog, of anderen? Dienen we de mammon, of God? Leeft het Bijbelse: ‘Het is zaliger te geven dan te ontvangen’, of is het juist andersom? Weten we wat het is dat God de milde gever liefheeft, of zijn deze dingen ons onbekend?

Laten we eens met al deze vragen, met op de achtergrond de gegevens dat welvaart goed besteed en welzijn juist bezien moeten worden, kijken naar wat onze tekst zegt. Want dan wordt het op voorhand duidelijk dat niet allereerst rijkdom het belangrijkste is, maar de mededeelzaamheid. Hoe belangrijk is het in alle dingen te vragen naar Gods wil en de juiste keuze hierin te volgen. Al te gemakkelijk is materialisme onze drijfveer. Denk aan koning Hizkia die trots zijn rijkdom aan anderen toont (2 Koningen 20:12-19). Dan verschraalt het geestelijk leven, als er al geestelijk leven is. Daarentegen maakt genade, ziende op de Heere Jezus Die alles gaf en arm wilde worden, mededeelzaam. Het doet het grote Voorbeeld volgen.

ZICHT OP ONZE GEESTELIJKE ARMOEDE

Dat leert ons dat genade nodig is. Boven al hetgeen van de wereld is, geldt de opdracht: ‘Zoekt eerst het Koninkrijk van God’. Ook daarop wijst onze tekst. Het grote Voorbeeld dat Paulus hier voor ogen staat, is Christus Zelf. En dan vooral in geestelijk opzicht. Het is belangrijk dat we anderen tot steun zijn, maar nóg belangrijker is dat we ons eigen zielenheil niet uit het oog verliezen. Dan is het allereerst wel nodig dat we beseffen van nature arm te zijn. Als we immers geen deel hebben aan de rijkdom van God in Christus zijn we arm. Doodarm. We zijn nog beklagenswaardiger dan de armste bedelaar in een grote wereldstad. Hoeveel medelijden kunnen we met hen hebben, zonder ze allemaal te kunnen helpen. Heb dan nog meer medelijden met uzelf, met jouzelf. We lezen het in Gods Woord: ‘Gij zijt ellendig, jammerlijk, blind, naakt’ (Openbaring 3:17). Hoe erg als we hiervan geen besef hebben. Juist daarom de oproep om hier eens over na te denken, bij stil te staan.


Wij moeten onze welvaart juist besteden. Daarin worden altijd keuzes gevraagd. Hebben we onszelf op het oog, of anderen? Dienen we de mammon, of God?


Het is nodig dat die armoede van zonde wordt weggenomen, en het gemis aan Gods genade wordt opgelost. Als Gods Geest in ons hart gaat wonen en werken, worden dat de grote levensvragen. We worden werkelijk bedelaars, zoekers, vragers. En zomin als we een bedelaar blij kunnen maken met een stuk steen (het gaat hem om eten, om voedsel), zomin kan zo’n mens tevreden worden gesteld met iets wat niet werkelijk voeden kan. Het gaat hem uiteindelijk om Jezus’ gerechtigheid, om Christus’ verdienste, om de Middelaarsrijkdom. Dat past het beste bij zo’n verloren mens, toch?

ONVERDIENDE GENADE

Weet u wat het wonder is? Dat nu juist voor verloren zondaars en arme bedelaars er een grote rijkdom is. Juist geopenbaard in de grootste armoede en ontluistering. Hiervan schrijft Paulus dat er Eén arm geworden is Die rijk was. Het is Christus. Hij heeft de hemel van Zijn heerlijkheid verlaten en is neergedaald in een beestenstal, werd neergelegd in een kribbe. Zijn dat geen bewijzen van Zijn oneindige zondaarsliefde?! Niet alleen Zijn Vader heeft het allerbeste gegeven wat Hij bezat, namelijk Zijn eniggeboren Zoon, maar ook de Zoon heeft er alles voor over gehad om zondaars zalig te maken. Hij werd werkelijk arm.

Beseft u dat dit een wonder is? Dat er, om het met Paulus’ woorden te zeggen, geen groter ‘genade’ denkbaar is? Genade is onverdiend. Wel, voor iemand die geen recht meer heeft en van bedelen moet zien rond te komen, krijgt dat woord werkelijk inhoud. ‘Onverdiend Heere Jezus, dat U naar mij wilde omzien. Onverdiend dat U voor mij geboren wilde worden. Onverdiend dat U mijn zonden wilde dragen. Onverdiend dat U Zich voor mij liet nagelen aan het kruis. Onverdiend.’


Genade is onverdiend. Voor iemand die geen recht meer heeft en van bedelen moet zien rond te komen, krijgt dat woord werkelijk inhoud.


KOSTBARE GERECHTIGHEID

En deze ‘genade’ krijgt dan werkelijk inhoud als we vol verwondering mogen staan in de beestenstal van ons leven aan Jezus’ kribbe. Deze kribbe, met daarin de heerlijkste en grootste Rijkdom, wordt dan in een beestenstal neergezet. Dan kan het niet anders dat we gaan buigen aan deze kribbe, Hem onze liefde gaan waardig schatten, en onze Zaligmaker gaan belijden. ‘Ik kniel aan Uwe kribbe neer, o Jezus, Gij mijn Leven!’

Zo worden arme zondaars rijk in Hem. Ze worden bekleed met het duurste kleed dat denkbaar is: Jezus’ gerechtigheid. Ze ontvangen de heerlijkste geschenken en schatten die er zijn: vergeving van zonde en het eeuwige leven. Ze hebben deel aan de voortreffelijkste weldaden, in en na dit leven: Jezus’ bescherming, Christus bloed, ’s Heilands trouw. En het meest troostvolle? Wel, dit alles zal hun nooit meer ontnomen worden, tot in eeuwigheid niet!

Hebben we deel aan deze rijkdom? Jezus nodigt nog: ‘Rijkdom en eer is bij Mij, duurachtig goed en gerechtigheid.’ (Spreuken 8:18). Laat ons dan heengaan naar deze Zaligmaker, buigend aan Zijn voeten. Hij verstoot niemand die zonder Hem niet meer leven kan en het om Hem te doen is!

Ds. G.J. Baan, predikant van de Gereformeerde Gemeente te Vlissingen

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2016

Zicht | 104 Pagina's

Genade maakt bedelaars echt rijk

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2016

Zicht | 104 Pagina's