Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jacobus Fruytier: Goede raad aan de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jacobus Fruytier: Goede raad aan de jeugd

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een wachter op Sions muren, zo zag hij zichzelf. Dat blijkt uit de intredepreek die Jacobus Fruytier (1659-1731) bij zijn aantreden als predikant hield. Na zijn predikantschap in het Zeeuwse Aardenburg werkte hij in Dirksland, Vlissingen, Middelburg en Rotterdam.

Fruytier is een van de bekendere vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie. Samen met verschillende van zijn collega’s die daartoe gerekend worden, keek Fruytier bezorgd naar de ontwikkelingen in de Nederlanden. In de Lage Landen bij de Zee was in de zestiende eeuw wel de Bijbelse evangelieprediking van de Reformatie gekomen, maar in hoeverre werkte dat nu door in het openbare leven en in het privéleven? Fruytier was er niet gerust op. Een rechtzinnige leer hoort met een rechtzinnig leven gepaard te gaan.

Maar waar te beginnen als er een Reformatie nodig is? Voor Fruytier was dat duidelijk: reformatie begint in het gezin. Immers, zo zegt hij tegen de jeugd: ‘Uit jullie moeten voortkomen de oprechte vaders van het vaderland, de beschermheren van Gods Kerk, de trouwe en Godgeleerde leiders en voorgangers van Gods geliefde volk. Daarom is er aan jullie opvoeding zoveel gelegen.’ En aan de ouders schrijft hij: ‘Elke vader moet in zijn huisgezin zijn als een Koning, Profeet en Priester, om te regeren, te leren en te bidden. God, de Vader der Geesten, moet in de zorg voor Zijn kinderen worden nagevolgd. Elke moeder moet arbeiden dat ook Christus een gestalte in haar kinderen krijgt, zij moet een levendige spiegel van nederigheid, zachtmoedigheid en alle christelijke deugden zijn, voor al haar huisgenoten en vooral voor haar kinderen.’

In Salomons Raad voor de Jeugd spreekt Fruytier de jongeren rechtstreeks aan. Hij wekt ze als volgt op om God te dienen:

Laat je toch met je Maker verzoenen

Erken dat God je Maker is en dat je door alle banden aan Hem verbonden bent. Ontken toch niet dat God je Schepper is. Er zijn geen slechtere kinderen dan die zich voor hun ouders schamen. Maar nog erger zijn zij die zich voor God, hun Maker schamen, Die hen aan hun ouders heeft gegeven en door hen alles wat zij van Hem ontvangen hebben.

(…) O jongens en meisjes, en allen die nog de zomer van je leven beleeft, laat mij toe dat ik je voor ogen stel wat je daartoe bewegen moet. Behalve alle voordelen die erin liggen als men vroeg aan zijn Schepper gedenkt in de dagen van zijn jongelingschap, zoals ik je getoond heb, en alle nadelen en gevaren die het uitstellen van dit werk meebrengen, wil ik dat je nog let op het volgende:

1. Is God, jouw Maker, deze gedachtenis niet waard? Hij bezit alles wat tot het hoogste goed vereist wordt. Hij is waardig om Zichzelf bemind te worden. Wie Hem niet liefheeft, kent Hem niet, want Hij is de liefde Zelf. Dit goed maakt zijn bezitters goed. Dit is een oneindig, zeker, voortdurend, eeuwigdurend goed. (…) Is dan zo’n God, zo’n Maker, niet waard om aan gedacht te worden in de jeugd van je leven?

2. Heeft Hij niet Zelf al vroeg aan jou gedacht? Je bent verplicht Hem te loven omdat Hij jou op een heel vreselijke wijze wonderlijk gemaakt heeft. Jouw gebeente was voor Hem niet verborgen toen jij in het verborgene gemaakt bent, en als een borduursel gemaakt werd in de nederste delen der aard. (…) Ben je door de opvoeding ergens voor bekwaam geworden, God heeft die opvoeding gezegend. God heeft jou het verstand en alle vermogens gegeven.

Maar vooral blijkt het hoe vroeg hij al voor je gezorgd heeft, uit de Doop, het bad der wedergeboorte. Bij die gelegenheid, toen jouw ouders je voor de Doop opdroegen aan de drieënige God en je van de wereld afzonderden als een vat dat voor God tot een heilig gebruik wordt afgezonderd, bood God de Vader Zich aan om jou tot Zijn kind aan te nemen, God de Zoon om je door Zijn bloed en Geest te reinigen en God de Heilige Geest om je te heiligen en tot de zalige gemeenschap van God te brengen.

3. Doe hierbij het voorbeeld van onze dierbare Zaligmaker. Hij kwam in de wereld om Zijn Vader te gehoorzamen tot de dood des kruises en zo Zijn uitverkoren volk te verlossen. De fleur en de bloem van Zijn leven heeft Hij daartoe besteed. Toen Hij nog maar twaalf jaar oud was, was Hij al bezig in de dingen van Zijn Vader. Heel Zijn overige leven, tot Zijn openbare vertoning aan Israël toe, is Hij een voorbeeld geweest van gehoorzaamheid en trouw. Maar toen Hij Zich aan Israël openbaarde toen Hij ongeveer dertig jaar oud was, wat heeft Hij toen een werk verzet om al het werk te verrichten tot Zijn dood toe, waardoor jij moest worden verlost! Zal Hij Zijn jeugd en de bloem van Zijn leven voor jou besteden en zou jij Hem je jonge en beste krachten ontnemen en die besteden voor de zonde die Hem zo bitter viel? O nee, Zijn liefde moet jou dringen om voor Hem te leven.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 2018

De Reformatorische School | 48 Pagina's

Jacobus Fruytier: Goede raad aan de jeugd

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 2018

De Reformatorische School | 48 Pagina's