Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van metselaar tot kasteelheer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van metselaar tot kasteelheer

Cor Bot: „Een pand als dit verdient respect. Als je dat geeft, krijg je er ook wat voor terug''

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bijna een kwart eeuw werkte hij aan de restauratie van Schaloen. Aannemer Cor Bot is eigenaar van het sprookjesachtige gebouw aan de Geul in Zuid-Limburg. Maar hij voelt zich geen kasteelheer. Met stemverheffing: „Handen uit de mouwen en werken.

Hij zwaait naar de gasten. De bovenste knoopjes van het werkoverhemd los, zijn broek vol verf- en plamuurvegen. De uit de Alblasserwaard afkomstige Cor Bot (58) vult tussen alle andere bedrijven door alle vrije uurtjes met het opknappen en onderhouden van het kasteel. Eigenlijk doet hij niets liever. Het was een van de belangrijkste drijfveren om aan de gigantische klus te beginnen. „Ik wilde lekker zelf aan de slag in plaats van alleen maar op kantoor te zitten.
We gaan eerst naar boven, naar de zesde verdieping. „Hier is nu mijn werkruimte. Al die jaren richtte ik die in op één verdieping boven de restauratieplek.
Bot heeft een kozijn op de werkbank liggen. „Dit is 115 jaar oud. Hij wijst op een rotte plek. „Dit stukje moet geheel worden vervangen. Doe je dat niet goed, dan kun je de komende jaren opnieuw beginnen. Hakken, frezen, schuren en schilderen, het kostte hem duizenden uren.
Toen Bot zich halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw eigenaar van het kasteel mocht noemen, trof hij een leeg pand met brokkelige en gescheurde muren. Het ongedierte had bezit genomen van het eens zo trotse Schaloen. „Het stond tien jaar te koop en was al vijftig jaar leeg. Echt helemaal leeg en in de loop van de jaren totaal geplunderd. Er liepen hier ratten rond van wel dertig centimeter.
De bouwkundige werd gegrepen door de uitzichtloze situatie waarin het kasteel zich bevond. „Een pand als dit verdient respect. Als je dat geeft, krijg je er ook wat voor terug. Volgens mij was het indertijd echt aan het afsterven, nu is het weer een trots levend gebouw.

Brandnetels
Samen met een broer was Bot, van origine metselaar, tot voor een aantal jaren eigenaar van een aannemersbedrijf in Meerkerk. Begin jaren tachtig nam hij voor het eerst een kijkje in Schaloen in Schin op Geul, volgens sommige kenners het mooiste kasteel van Limburg. „Ik werd geraakt door het feit dat het letterlijk verloren dreigde te gaan. De brandnetels stonden twee meter hoog. Het was in de jaren zeventig van een nieuw leien dak voorzien. Dat was eigenlijk alles. Een dak met een gebouw eronder. En een aantal bijbehorende bouwvallen.
Hij wijst naar buiten. Aan het begin van de oprit staat een Poortgebouw, daarachter bevindt zich een langwerpig pand waarin voorheen stallen, de smidse en koetsenbergingen waren ondergebracht. Achteraan verheft zich het Tiendgebouw. Daar moesten de onderhorigen uit Valkenburg en omgeving in vroeger tijden het tiende deel van hun schamele bezittingen afdragen.
Bot deed een bod op Schaloen, dat te koop stond. Het werd hooghartig van de hand gewezen. „Toen ben ik verder gaan zoeken. Het werd een kasteeltje net onder Antwerpen. „Dat was in handen gekomen van de Belgische staat en die wilde ervan af. Een prachtig gebouw, ingericht en met een complete jachtkamer. Boomgaard, bossen, alles zat erbij. En niet zoals hier van mergel, maar met metselwerk. Dat is mijn wereld.
Het was anderhalf jaar na het bod op Schaloen en Bot stond op het punt het Belgische kasteeltje te kopen, toen er door de makelaar van Schaloen contact werd opgenomen. „Ik heb gezegd dat ik mijn bod niet meer handhaafde en heb een nieuw bedrag genoemd. Na nog een aantal korte telefoontjes ging de verkoper van Schaloen door de knieën. Bot, die het aankoopbedrag niet kwijt wil, zag op de valreep af van het kasteeltje bij de zuiderburen.

Geen bergen papier
Voor Cor werden het tropenjaren. Het 2,3 grote hectare terrein, omringd door het water van de Geul, was in alle opzichten in verval. De bijgebouwen telden circa 4000 kubieke meters, in het kasteel wachtte nog eens 6000 kubieke meter met smart op een eigenaar met oog voor de schoonheid van het gebouw.
De inwoner van Meerkerk bracht in de periode vlak na de aankoop eerst een bezoek aan het gemeentehuis. „Ik heb met de burgemeester en een wethouder gesproken en hen duidelijk gemaakt dat ik bij het herstel van Schaloen niet geconfronteerd wilde worden met grote bergen papier. Ze hebben me beloofd zoveel mogelijk administratieve handelingen uit handen te nemen. Ik mocht de plannen indienen en zij zouden het verder afhandelen.
Bot kwam niet beschaamd uit. Ook Monumentenzorg werkte mee. „In het begin was ik die Hollander maar naarmate me ze leerden kennen, werd het contact steeds soepeler. Nu is het zo ver dat ze me vaak zelf bellen. Ik krijg ook nooit controle. Het is een kwestie van vertrouwen.
Het werk zelf was veel en zwaar. „In de bijgebouwen lag de mest een meter hoog. De boer, die het als stalruimte gebruikte, had alles laten liggen. We hebben het er met kruiwagens uitgehaald.
Bot maakte eerst de infrastructuur in orde. „Aan de hand van de bouwkundige situatie zag ik al snel dat er ook een tussengracht was geweest. Die is uitgegraven en de bestaande gracht is uitgebaggerd. Later hebben we de kademuren hersteld. Dat kostte miljoenen guldens. Vervolgens heb ik de gazons geordend, een terras aangelegd en het Poortgebouw voor bewoning geschikt gemaakt.
In het voormalige onderkomen van de smid en de koetsenbergingen bouwde de aannemer zestien appartementen. Al snel kwamen de eerste gasten. „In de beginjaren zaten we tot aan de nok toe vol.

Butagas
De drukke aannemer reisde vaak heen en weer tussen Meerkerk en Schin op Geul. „Op maandag vertrok ik om kwart over vijf s morgens. Ik deed de bouwvergaderingen in de avonduren en bleef s nachts op kantoor slapen. Een dag per week sloot ik me op in een appartement om in alle rust bouwtekeningen te kunnen uitwerken. Als ik weer op Schaloen terugkwam, was het vaak al nacht. Dan gebeurde het dat ik nog aan de slag moest om een kapotte kraan of iets dergelijks te repareren.
Eind jaren tachtig kwam zijn gezin - vrouw, zoon en dochter - naar Limburg. Ze woonden aanvankelijk in een caravan en vervingen later een zwager van Bot, die met zijn vriendin in het Poortgebouw woonde. „Zij waren bij mij in dienst gekomen om het terras te exploiteren en de gasten te ontvangen en uit te checken. Helaas, het verschil van inzicht was te groot, en er kwam een einde aan de dienstbetrekking. Het was, moet Bot achteraf erkennen, de eerste grote teleurstelling die hij moest incasseren bij het inhuren van derden om de exploitatie van het kasteel rond te krijgen. Zijn vrouw nam het terras en de verzorging van de gasten over. In het kasteel nam het gezin zijn intrek, nadat Bot op de derde verdieping een slaapruimte in orde had gemaakt, een toilet had aangebracht en provisorisch een keuken had ingericht. Hij blikt verwonderd terug. „We hadden nog geen verwarming of gas. Mijn vrouw heeft jaren met zon butagasstel gekookt.

Peperdure keuken
In het Tiendgebouw richtte de kasteelheer vier hotelkamers in met de bedoeling er naderhand nog eens twaalf onder te brengen. De verzorging van de gasten en vooral het klaarmaken van maaltijden en diners kostte hem tot op de dag van vandaag de nodige hoofdbrekens. „In 1998 stortte mijn vrouw in, en werd de exploitatie van het kasteel voor ons te zwaar. Bot verhuurde de gewelven van het kasteel en de hotelkamers aan een particuliere kokschool. Op de onderste etage, deels onder en deels boven de grond, werden door hem een ontvangstruimte, een bar, een eetzaal en een grote keukenruimte gemaakt. „De keuken heeft de school zelf geplaatst. Ze hebben het dertien maanden volgehouden. Toen waren ze failliet.
Daarna kwam „een enthousiaste horeca-exploitante. Ze wilde graag het horecadeel overnemen en groepen laten genieten van maaltijden in de sfeervolle ruimte. Bot zucht. „Veertien maanden. Ook failliet. Mede door deze ervaringen denken we nu eerder aan verkoop dan aan verhuur. Helaas is ook dat, zeker op dit moment, niet echt gemakkelijk.
De peperdure keuken staat nu doelloos te blinken. In afwachting van een goede kok. In de schemerige ruimten knipt Bot de lichten aan. In de muren zijn details van de voorloper van het kasteel, een burcht uit de Middeleeuwen, zichtbaar. „Die heb ik opengelaten. Deze muur is twee meter dik. Hier komen de eeuwen op je af.
Niet het keiharde werken, maar de onderhandelingen met derden en menselijke dramas hebben hem gebroken, zegt de ondernemer, die ondanks alles zijn geestdrift voor Schaloen niet kwijt is. „Ik heb er zelf heel wat guldens en euros in gestopt, maar heb het vertrouwen in de mensheid grotendeels door die verhuurkwesties verloren. Men wil geld, geld en nog eens geld. Er wordt alleen maar gekeken naar wat het op kan brengen. En voor het gebouw zelf toont men nauwelijks respect. Als je verliefd wordt op je vrouw, dan bereken je toch ook niet wat ze je op kan brengen? Nee, dan ga je er onvoorwaardelijk voor en zie je wel hoe het verder gaat.

Sjeik
Hij is al jaren op zoek naar de ideale exploitant, die de keuken in gebruik neemt en zijn gasten van eten voorziet. Het aantal mensen die een of meer nachten op het terrein van Schaloen doorbrengen, is fors minder geworden, ook omdat Bot hen niet van diners kan voorzien. Het terras is gesloten en het Poorthuis dicht. „We hebben geen andere keus. „De exploitatie staat op een laag pitje en het onderhoud doe ik zelf. Eigenlijk is Schaloen te klein om groot te zijn en te groot om klein te zijn.
Even gloorde er de afgelopen jaren enige hoop toen een sjeik zich meldde met het plan om Schaloen te kopen. Bot zou een huis in het Tiendgebouw betrekken en zich geheel aan de voltooiing van de restauratie kunnen wijden. Omdat de eerste haarscheurtjes in de economie zichtbaar werden, trok de man zich terug. Daarna was er nog een gesprek met een keten die wel brood zag in het kasteel, mits het aantal hotelkamers fors zou kunnen worden uitgebreid. „Door de crisis zijn de gesprekken in december gestopt. Hij zucht opnieuw. „Eigenlijk zoek ik alleen een stel met liefde voor het kasteel en kennis van het bereiden van maaltijden. Een kok met een vrouw die in staat is de maaltijd aantrekkelijk te serveren. Meer niet.

Jezusbeeld
We lopen via de brede trap weer naar boven. Onderweg passeren we een Jezusbeeld. „Voor sommige mensen heeft dat betekenis, voor mij is dat niet meer dan een mooi gevormde zak gips, zegt de protestantse kasteelheer. Bot en zijn gezin kerken al jaren in de evangelisatiepost in Bunde. „Eerst gingen we naar de hervormde kerk van Valkenburg, maar toen daar een nieuwe dominee kwam, zijn we naar Bunde gegaan. Hij was ook lid van het kerkbestuur. „Er is zelfs sprake van geweest om de kerkzaal op de eerste verdieping van het Tiendgebouw onder te brengen. Die wilde ik op zondag beschikbaar stellen. Je loopt door een deur met een kruis. Dat is een prachtige symboliek: door het kruis de kerk in, achter het kruis het Woord horen. Jammer genoeg is het niet doorgegaan.
De aannemer woont met zijn gezin in de grote en statige Ridderzaal, meter voor meter door hem gerestaureerd. Alle bewoonde ruimten staan nu vol met antieke spullen. „Die heb ik overal vandaan gehaald, uit de hele wereld. Ik heb aangeschaft wat ik mooi vond.
Op een van de bovenste verdiepingen is hij nog bezig een bruidssuite in te richten, een enorme slaapkamer met een groot hemelbed. „Met aanpalend een grote slaapkamer voor meerdere personen.
Door een van de vier torens loopt een smalle trap naar beneden. Er pal naast bevindt zich nog een lift. „Voor het eten. Dat werd naar boven getakeld en dan kon het zo worden uitgeserveerd. De familie had vroeger veertien man personeel. Die hadden hun eigen onderkomen en hun eigen opgang.

376 kantjes zemen
Het feit dat er vroeger veertien mensen nodig waren om huis, tuin en bijgebouwen te onderhouden, drukt Bot zichtbaar. „Het hoeft niet direct. Maar sommige dingen moeten op tijd gebeuren, zoals het schilderwerk. Hij denkt het - bij een enigszins gelijkblijvende gezondheid - nog een jaar of vijf te kunnen doen. „Dat is jammer, want we beginnen nu de vruchten van het vele werk te plukken. Ik heb een ongeluk met een bouwkraan gehad en ben in 2002 aan mijn rug geopereerd, die was beschadigd. Er zijn stalen pennen in geplaatst. De dokter dacht dat ik nooit meer zou kunnen werken. Daarin heeft hij ongelijk gehad, maar ik merk het wel. Nu moet ik tweemaal per dag een halfuurtje plat om het vol te kunnen houden. Het gaat langzaam terug.
Het onderhoud is eigenlijk te veel. „Je stookt in de winter voor een vermogen aan gas op om het enigszins warm te houden. En wat denk je van het schoonhouden? Ik weet echt niet hoeveel kozijnen het kasteel heeft, maar ik neem altijd de linkerzijgevel als uitgangspunt. Dat betekent alleen al 376 kantjes zemen. De glazenwasser heeft bijna een week nodig om alles aan de binnen- en de buitenkant te doen. Je moet proberen voor ogen te houden dat dit een sprookjeskasteel is, anders houd je het niet vol.


Decor voor een spannend verhaal
Schaloen is omstreeks het jaar 1200 gebouwd als verdedigingsburcht in opdracht van de familie Van Hulsberg. Van het burchtverleden is weinig bekend. Wel zijn de overblijfselen ervan nog steeds te zien in de gewelven van het huidige kasteel.
Schaloen was aanvankelijk een bijna vierkant gebouw met op elke hoek twee massieve steunberen en een zogenaamde arkeltoren in de kap. Om soldaten te beschermen tegen beschietingen was de weergang op het dak beschermd door een muur.
In 1575 is het kasteel door oorlogsgeweld bijna geheel afgebrand. Het duurde tot 1656 voor de herbouw was voltooid. Toen verrezen een smidse en een werkplaats. In 1718 volgde het prachtige Poortgebouw en in 1721 een tuinmans- en timmermanswoning. De Tiendschuur dateert uit 1727.
De boerderij die bij het kasteel behoorde, dateert uit 1872 en staat aan de overzijde van de weg richting Valkenburg. De familie Van Hulsberg was in deze omgeving min of meer alleenheerser. Zelfs de burcht Valkenburg, nu een ruïne, was eigendom van de familie.
Het huidige kasteel ontstond toen graaf Villers-Masbourg, door zijn huwelijk lid van de familie Van Hulsberg, opdracht gaf aan architect Cuypers om Schaloen een nieuw aanzicht te geven. In 1894 was de verbouwing gereed.
Kasteel Schaloen is door journalist/schrijver Johannes Visscher gebruikt als decor voor een van zijn spannende verhalen voor de jeugd (Het mysterie van de mergelgroeve).


Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 mei 2009

Terdege | 84 Pagina's

Van metselaar tot kasteelheer

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 mei 2009

Terdege | 84 Pagina's