Dingen bij de naam noemen is bevindelijk

Kort voor Kerst kwam het bericht dat de kerkeraad var} de Christelijke Gereformeerde kerk van Urk de viering van het Heilig Avondmaal had uitgesteld in verband met het consequent overtreden van de vastgestelde regels voor te vangen hoeveelheden vis. Een maatregel die een schok teweeg bracht in deze kerkelijke gemeente en ver daarbuiten. Wij zijn namelijk veel te veel gewend geraakt aan algemene uitspraken die geen pijn doen. Er kan zo aandoenlijk bedrukt gepraat worden over het feit dat we allen zondaren zijn en de toom van God verdiend hebben. Wanneer dat alleen met de mond beleden wordt, is dat wel te herkennen aan de praktijk van iedere dag. Tientallen jaren terug vertelde een dominee dat hij vóór de dienst tegen de broeders in de consistorie had gezegd dat zijn preek erg bevindelijk zou zijn. Er werd die middag gepreekt over artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Na de dienst bleek de kerkeraad het er hartelijk mee eens dat de overheid er is om de ongebondenheid van de mensen te bedwingen.

Er waren echter wel bedenkingen tegen de uitleg die de predikant gaf aan de woorden van onze Geloofsbelijdenis over het "schatting betalen" en het "gehoorzaam te zijn in alle dingen die niet strijden tegen Gods Woord". Was het nu nodig, vroegen enkele broeders, om het in de preekte hebben over zulke wereldse dingen als zwart werken, belastingaangifte, te hard rijden en milieuovertredingen? Bovendien, de dominee had gezegd dat zijn preek bevindelijk zou zijn; daar pasten deze zaken toch niet in? De voorganger kon helaas niet iedereen overtuigen dat juist het bij de naam noemen van de dingen waarmee we Gods Wet overtreden echt bevindelijk is. Immers, ook de Bijbel is uiterst concreet in het omschrijven van zonden en verkeerdheden.
Als de dag van gisteren herinner ik mij een interview dat ik in 1979 had met ir. Tienstra, de toenmalige directeur-generaal Visserijen op het ministerie van landbouw. Daar rolde een artikel uit onder de kop "Er is witte, grijze en zwarte vis". Toen ik het bericht van de Chr. geref. kerk las, moest ik denken aan een telefoongesprek met een visser, naar aanleiding van het genoemde artikel. De man zei: ,,Nu dit verhaal in het RD heeft gestaan, kan ikzondag niet aan het Avondmaal deelnemen." Met algemene uitspraken komen we niet verder. Als onze verkeerdheden met naam en toenaam worden genoemd zal dat eerder een heilzame schok teweeg kunnen brengen. Heilzaam, want de apostel Paulus zegt immers dat hij, de schrik des Heeren wetend, de mensen tot geloof wil bewegen. Daar zal het ook de Urker kerkeraad om te doen zijn geweest.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen